MENEER DALRYMPLE'S BEDIENDE

De volgende morgen slenterde Chet Morton de tuin in, die achter het huis van de Hardy's lag, met de onvermijdelijke appel in zijn hand en een onschuldige uitdrukking op zijn engelachtig rond gezicht. Frank en Joe waren aan de motor van hun wagen aan het prutsen. De motor had weer eens een opstandige bui en weigerde koppig te draaien. 'Hallo, jongens, ' zei Chet. 'Zijn jullie de motor aan het nakijken?' Frank keek grijnzend op en zei: 'Hoe kom je erbij? We zijn de was aan het doen. '
'Er is niet veel verschil tussen een wasmachine en deze ouwe, rammelende vierwieler, ' antwoordde Chet onverstoorbaar, 'behalve dan, dat een wasmachine het af en toe doet. '
Joe legde zijn koevoet neer en leunde met zijn rug tegen de motorkap.
'Ben je tegenwoordig tippelaar geworden, Chet?' vroeg hij.
'Tippelaar?' vroeg Chet, terwijl hij snel met zijn ogen knipperde.
'Ja — tippelaar in het maanlicht?'
Chet beet in een nieuwe appel.
'Begrijp je niet, ' mompelde hij met volle mond.
'Nee?' vroeg Frank. 'Het schijnt, dat je ook detective bent geworden. '
'Geen sprake van, jongens. Dat laat ik aan jullie over. '
'We hoorden, ' zei Joe weer, 'dat je je specialiseert in het achtervolgen van derden. '
'Wie? Ik?'
'Ja — jij. Waarom volgde je ons gisteravond?'
Chet keek op zijn neus.
'O, bedoel je dat?' vroeg hij.
'Ja, we bedoelden dat, ' zei Frank, 'en we wachten op een verklaring. '
'O, ik ging zomaar eens een eindje wandelen, ' zei Chet gewild luchtig. 'Er is toch geen wet, die dat verbiedt?'
'Nee, zeker niet. '
'Nou, ' zei Chet, 'dan ga ik het nog maar eens doen. '
Hij wilde weglopen, maar Frank greep hem bij zijn nek en duwde hem op de treeplank van zijn auto.
'Ga zitten, dikke, ' zei hij. 'Je mag gaan wandelen, maar niet voor je op een paar vraagjes hebt geantwoord. '
'Kijk, kijk, het veemgericht, ' hakkelde Chet mak. De Hardy's gingen voor hem staan.
'Beste jongen, ' zei Frank, 'vertel ons nu maar, hoe je het in je hoofd hebt gehaald ons tot het Purdy-huis te volgen. '
Chet verslikte zich bijna in zijn appel.
'Ik wist niet, dat jullie me in de gaten hadden, ' zuchtte hij.
'We hadden je niet alleen in de gaten, maar we hebben de rollen zelfs omgekeerd, ' zei Frank. 'We verstopten ons net binnen de inrijpoort en toen je ons was gepasseerd, volgden wij jou. '
'Ik snapte al niet, waar jullie zo vlug waren gebleven, ' zei Chet.
"Vooruit! Wat was de bedoeling?'
Chet haalde zijn schouders op.
'Ik wilde jullie een bezoekje komen brengen en zag, dat jullie net het huis waren uitgegaan. Ik besloot jullie te volgen, omdat ik een beetje — eh — nieuwsgierig was. '
'In verband met wat?'
'In verband met het mysterie, dat jullie moeten oplossen. ' Frank was verrast.
'Hoe weet jij, dat we een mysterie hebben op te lossen?'
'Een vogeltje kwam het me vertellen, ' zei Chet met een grijns. 'Geloof hem maar niet, ' zei Joe. 'Hij raadde er maar naar. Hij heeft geprobeerd me uit te horen, maar ik heb niets verraden. '
'Ik begrijp werkelijk niet, waarom jullie zo terughoudend zijn na alles, wat ik voor jullie heb gedaan. Wat is er aan de hand met het Purdy-huis? Wees maar niet bang, dat ik nog eens naar dat huis zal gaan!'
'Waarom niet?'
'Omdat ik er sinds verleden nacht genoeg van heb. O nee, ik zal jullie niet meer volgen. '
'Waarom sloeg je op de vlucht, nadat je door dat raam naar binnen gekeken had?'
'O, hebben jullie dat gezien?'
'Of we dat gezien hebben!'
'Wel, ik sloeg eigenlijk niet op de vlucht, ' zei Chet. 'Ik herinnerde me eensklaps, dat het al vrij laat was en dat ze er thuis geen idee van hadden, waar ik zat. Daarom ging ik weg. '
'Je sloeg op de vlucht, ' hield Joe vol, 'alsof alle duivels uit de hel je op de hielen zaten. '
'Wat heb je gezien?' vroeg Frank.
'Ik heb niets gezien, maar wel iets gehoord — een gil. '
'Wij hebben geen gil gehoord, ' zei Frank. 'Tenminste niet, toen jij vlak bij het huis was. '
'Misschien waren jullie te ver weg om de gil te horen, maar ik hoorde hem en geloof me — ik ben helemaal niet verkikkerd op een herhaling. Op het ogenblik, dat ik naar binnen keek, hoorde ik een onmenselijke gil, die ergens in een afgelegen deel van het huis klonk. Toen dacht ik, dat ik maar beter met stille trom kon verdwijnen. '
'Met stille trom? Je maakte een lawaai als een troep olifanten, ' zei Joe. Chet ging daar niet op in en vroeg: 'Wat is er eigenlijk aan de hand met dat huis? Het moet iets ernstigs zijn — anders zouden jullie er wel iets over zeggen. ' Frank en Joe weigerden pertinent Chet ook maar iets te vertellen in verband met het geheim, dat hun door meneer Dalrymple was toevertrouwd.
'We hebben beloofd, dat we er niet over zouden praten, ' zei Frank en daar moest Chet zich bij neerleggen.
De geheimzinnige man, die in het Purdy-huis was binnengedrongen, had kans gezien te ontsnappen. De politie bewaakte het huis nu van dichtbij. Dat was de reden, waarom de Hardy's niet naar de woning terug konden keren. De volgende morgen gingen ze naar Lakeside om eens met meneer Dalrymple te praten.
'Het is vreemd, dat we helemaal niets meer van hem hebben gehoord, ' zei Frank, toen ze wegreden.
'Hij denkt natuurlijk, dat de hele zaak is opgelost. '
'We zullen hem vertellen, wat we nog hebben beleefd, nadat we hem voor het laatst zagen; dan zal hij wel van gedachte veranderen. '
Ze gingen in Lakeside meteen naar de bank en toen meneer Dalrymple hoorde, wie de bezoekers waren, maakte hij zich onmiddellijk voor hen vrij.
'Hallo, jongens, ' zei hij hartelijk. 'Ga zitten. Prettig jullie nog eens te zien. Wat kan ik voor jullie doen?'
'We wilden zomaar eens met u komen praten, meneer Dalrymple, ' antwoordde Frank. 'Over het Purdy-huis. ' Meneer Dalrymple begon te lachen.
'Daar hoeven we ons geen zorgen meer over te maken, ' zei hij. 'Ik ben tot de conclusie gekomen, dat die doodsbedreigingen waren opgesteld door de havenschuimers met de bedoeling mij uit het huis te jagen. Nu de buit is ontdekt, hebben ze niet veel reden meer om naar het huis terug te komen. '
'Toch is er nog iemand teruggekomen, ' merkte Frank op. 'Wat zeg je me daar?' vroeg de bankier verbaasd. 'Is er iemand teruggekomen? Hoe weten jullie dat?'
De jongens vertelden de bankier, wat ze wisten over de jongeman, die in het Purdy-huis naar binnen was gegaan en er even later weer was uitgekomen. Ze vertelden er meteen bij, dat de onbekende erin geslaagd was op de vlucht te gaan. Meneer Dalrymple begreep er niets meer van.
'Nu kunnen we weer opnieuw beginnen, ' zei hij. 'Wat hebben die kreten toch altijd te betekenen? En hoe kwam die onbekende erbij naar het huis te gaan? Iedereen wist toch, dat het door de politie werd bewaakt?'
'De havenschuimers wisten het beslist, ' zei Frank, 'en daarom geloof ik, dat de onbekende niets met de dievenbende te maken had. '
'Merkwaardig! Zouden jullie die man herkennen, als jullie hem toevallig ergens ontmoetten?'
De maan scheen zo helder, dat we hem duidelijk zagen, ' zei Frank. 'Hij was jong, voor in de twintig, goed gekleed en ongeveer een meter zeventig lang. '
'Is het huis daarna door de politie doorzocht?'
'Ja, alle kamers zijn doorzocht, maar er is niets gevonden, ' zei Joe. 'En jullie vriend Chet hoorde het schreeuwen ook. Dat was dus de derde kreet — jullie hoorden er twee en jullie vriend één. Ik ben blij, dat jullie dit zijn komen vertellen, jongens, want de zaak is beslist niet zo eenvoudig als ik had gedacht. '
Frank zei, dat Joe en hij de bedoeling hadden die avond terug te gaan naar het huis, ook al zouden ze rekening moeten houden met de politie, maar meneer Dalrymple vond dat geen prettig idee. 'Ten slotte kan het een heel gevaarlijk zaakje zijn, ' zei hij, 'en ik raad jullie dan ook aan in elk geval te wachten, tot jullie vader terug is. ' Op dat ogenblik werd er op de deur geklopt.
'Binnen!' riep meneer Dalrymple. Intussen zei hij tegen de Hardy's: 'Een ogenblikje, jongens. Het is een van de bedienden, die iets nodig heeft. '
De deur werd opengedaan en een jongeman met een grote map in de hand kwam naar binnen.
'Wilt u zo goed zijn deze brieven even te tekenen, meneer?' vroeg hij beleefd, terwijl hij de map voor de bankier op het bureau legde. In orde, Balpert, ' zei meneer Dalrymple.
Hij bekeek de brieven maar vluchtig voor hij ze tekende. Hij scheen er bij voorbaat al zeker van te zijn, dat ze volkomen in orde waren. De bediende wachtte in een onderdanige houding.
Frank keek naar Joe en gaf hem opeens een por, toen hij merkte, dat zijn broer iets wilde zeggen. Joe klemde zijn tanden op elkaar. De bediende van meneer Dalrymple besteedde niet de minste aandacht aan de bezoekers van zijn patroon.
De bankier legde zijn pen neer en gaf de map weer aan de bediende. 'Dat is alles, Balpert, ' zei hij. 'Zorg ervoor, dat ze meteen weggaan. '
'Komt in orde, meneer. ' Balpert verliet het kantoor.
Hij had de deur nog maar net achter zich dichtgetrokken, toen Frank opsprong.
'Wie is die man?' vroeg hij vlug. Meneer Dalrymple keek hem verbaasd aan.
'De bediende, bedoel je? Dat is Sid Balpert. Hij werkt hier al jaren. ' Frank betrok zijn broer in het gesprek. 'Herkende jij hem ook, Joe?'
'Natuurlijk. '
'Wat bedoelen jullie?' vroeg de bankier. 'Hebben jullie hem al eens ontmoet?'
'Ontmoet is niet het juiste woord, ' antwoordde Frank. 'We zagen hem eergisternacht in het Purdy-huis naar binnen gaan. Ik herkende hem onmiddellijk, toen hij hier binnenstapte. Uw bediende is de man, die het Purdy-huis een bezoek bracht en die op de vlucht ging, nadat we die gil hadden gehoord. Uw bediende is de man, die door de politie werd achtervolgd en kans zag in zijn motorboot te ontsnappen. ' Meneer Dalrymple liet zich in zijn stoel achterover vallen. 'Dat — dat is onmogelijk!' sputterde hij tegen. 'Dat moet een vergissing zijn. Ik vertrouw Sid Balpert volkomen. Hij is al lang bij mij in dienst en ik wil mijn hand in het vuur steken voor zijn eerlijkheid. '
'We vergissen ons niet, ' zei Frank. 'Meneer Balpert was de onbekende, die we die avond achterna gingen. ' De bankier fronste zijn wenkbrauwen.
'Daar wil ik meer van weten, ' zei hij grimmig en drukte op een bel.