WRAAKPLANNEN
De twee helpers van de oude man droegen hem behoedzaam naar
binnen. Het was duidelijk, dat de arme Amos niet lang meer zou
leven. Hij werd naar de eetkamer gebracht — dezelfde kamer, waar de
Hardy's een uur geleden op de dood hadden zitten wachten. Toen
meneer Dalrymple de Hardy's zag, scheen hij erg verbaasd te zijn.
'Jullie hier?' vroeg hij.
"Verwachtte u ons dan niet hier?' vroeg Frank. 'De oude man belde u
toch op om u te vragen hierheen te komen? En hij imiteerde mijn
stem!'
'De eerste ogenblikken liet ik me inderdaad zand in de ogen
strooien, ' bekende de bankier, 'maar toen het gesprek was
afgelopen, hoorde ik een kakelende lach door de telefoon en toen
wist ik, dat ik niet met jou gesproken had. Ik ben dus eerst de
politie gaan halen, voor ik hier naartoe kwam. Ik had jullie hier
niet verwacht. '
Frank vertelde, wat er in de loop van de nacht was gebeurd.
Hoofdschuddend luisterde meneer Dalrymple naar het verschrikkelijke
verhaal van de jongens, die door een krankzinnige ter dood waren
veroordeeld en slechts door toeval gered waren.
'Ik begrijp er niets van, ' zei meneer Dalrymple, die de
ongelukkige nog niet van dichtbij had gezien. 'Ik neem aan, dat hij
krankzinnig was, maar waarom wilde hij mij vermoorden?'
Samen met de jongens ging hij naar de oude man, die door een
politieagent werd verzorgd, voor zover men nog iets voor hem kon
doen. 'Amos Wandy!' riep hij uit, zodra hij het gezicht van de man
zag. De ogen van de oude man gingen open en keken de bankier recht
aan. 'Zo, ' zei hij kalm, 'je bent dus toch gekomen!'
'Was jij het, die mijn leven bedreigde?' riep de bankier ongelovig
uit. De oude man knikte bevestigend.
'Hoe is dat mogelijk!' mompelde de bankier. 'Zeg me eens, Amos, ik
heb je toch nooit iets in de weg gelegd?' Amos Wandy zuchtte
diep.
'Nee, ' bekende hij, 'je hebt me nooit iets in de weg gelegd. Maar
dat begrijp ik nu pas. Alles in mijn hoofd is plotseling veel
helderder... Ik ga sterven. Het spijt me, dat ik je naar het leven
stond, maar in mijn waanzin geloofde ik, dat je mij oplichtte.
'
'Hij moet zo gauw mogelijk naar een ziekenhuis worden overgebracht,
meneer Dalrymple, ' zei de agent, die Amos vluchtig had onderzocht.
'Hij is er erg aan toe. '
'Laat me maar liggen, ' zei Amos. 'Ik ga sterven en het komt er
niet op aan, waar dat gebeurt. Het spijt me, dat ik je naar het
leven stond, Dalrymple, maar ik was niet verantwoordelijk voor mijn
daden. '
'Legde jij die doodsbedreigingen voor mij in de geheime kamer?'
'Ja en ik wilde je vannacht vermoorden. '
'Héla!' zei een van de agenten. 'Wat heeft dat allemaal te
betekenen? Doodsbedreigingen? Moord? Daar zijn wij niet van op de
hoogte gesteld. '
Meneer Dalrymple gaf geen antwoord op deze vragen.
'Ik zal het later allemaal wel uitleggen, ' zei hij. 'Zorg goed
voor Amos.
Hij is familie van me. Hij is uitvinder, maar zijn geest is lange
tijd ziek geweest. '
De bankier nam de jongens mee naar een hoek van de kamer.
'Dit is een verschrikkelijke geschiedenis, jongens, ' zei hij. 'Ik
heb nooit een seconde aan Amos Wandy gedacht als mogelijke
moordenaar. Ik wist zelfs niet, dat hij hier in de buurt was. Het
is jaren geleden, dat ik hem voor het laatst zag. '
'Waarom wilde hij u vermoorden?' vroeg Frank.
'Dat is een heel verhaal. Amos Wandy was uitvinder, maar kende de
waarde van het geld niet. Hij verdiende veel geld, maar gaf nog
veel meer uit. Op een goede dag vroeg hij mij om wat geldzaken voor
hem af te handelen. '
'Hij vertelde, ' zei Frank, 'dat u weigerde hem het geld te geven,
dat hij nodig had voor zijn uitvindingen. ' Dalrymple schudde zijn
hoofd.
'Hij heeft me nooit geld gevraagd om de eenvoudige reden, dat het
niet nodig was. Hij had zelf geld genoeg. '
'Hoe kwam hij er dan bij te zeggen, dat u hem geen geld wilde
geven?'
'Op een gegeven moment begon hij zijn geld met duizenden dollars
tegelijk uit te geven, om een beslist niet verantwoorde reden. Om
hem tot matigheid aan te zetten, vertelde ik hem, dat hij een
beetje voorzichtiger moest worden, want dat hij niet veel geld meer
had. Jammer genoeg gebeurde dit allemaal, toen hij al was
overwerkt. De gedachte, dat hij was geruïneerd, gaf hem de laatste
stoot. Hij werd gek en zat jarenlang in een gesticht. Ik wist niet,
dat hij uit dat gesticht was ontslagen.
Vroeger ging ik hem regelmatig bezoeken, ' vervolgde meneer
Dalrymple. 'Elke keer vroeg hij me om geld om de uitvinding,
waaraan hij werkte, af te kunnen maken. Ik probeerde hem duidelijk
te maken, dat hij zelf nog geld had, maar dat scheen niet tot zijn
zieke geest door te dringen. Telkens als hij over dat geld begon,
draaide het uit op een scène. Hij beschuldigde me ervan, dat ik hem
had geruïneerd en dat hij wraak zou nemen. Er kwam een tijd, dat
hij me keer op keer met de dood bedreigde en toen maakte ik een
eind aan mijn bezoeken. '
'En hoorde u niets meer van hem?'
'Nee. Dat gebeurde allemaal jaren geleden. Sindsdien had ik niets
meer van hem gehoord. Ik was hem zo helemaal vergeten, dat ik niet
eens aan hem dacht, toen jullie me vroegen of ik persoonlijke
vijanden had. '
'Tussen haakjes, ' zei Frank, 'ik geloof, dat ik nu weet, hoe die
doodsbedreigingen in de geheime kamer konden terechtkomen. '
'O ja?'
'Gaat u maar mee. '
Een agent had naar het hoofdbureau gebeld om een ambulance te
sturen voor Amos Wandy. Jensen en zijn helper waren gearresteerd en
zaten geboeid op hun overbrenging naar de gevangenis te wachten.
Frank nam zijn broer en de bankier mee naar boven en liep naar het
raam, dat uitkeek op het platte dak, waar de gekke uitvinder was
afgevallen.
'Ik begreep eerst niet, wat hij hier deed, ' zei Frank, 'maar ik
geloof, dat ik de oplossing nu heb gevonden. '
Hij stapte op het platte dak. De anderen gingen hem nieuwsgierig
achterna.
Frank ging direct naar de schoorsteen, waar Amos Wandy aan het werk
was geweest. Het touw zat nog stevig om de schoorsteen
gebonden.
'Welke kamer ligt hier direct onder, meneer Dalrymple?' vroeg
Frank. De bankier dacht even na en riep toen verbaasd uit: 'De
geheime kamer!'
'Precies! En dit is de schoorsteen van de geheime kamer, is 't
niet?'
'Ja. '
'Dan zullen we eens even kijken, wat de oude man met deze touwen
deed. Ik geloof, dat we dan zullen weten, hoe de doodsbedreigingen
in een gesloten kamer konden worden achtergelaten. ' Hij trok aan
het touw. Op hetzelfde ogenblik zag hij de kleine elektrische
batterij, die in de schoorsteen was aangebracht. 'Zien jullie, wat
ik zie?' vroeg hij opgewonden. Hij trok nog steeds aan het touw en
haalde iets vreemds naar boven. Het was een heel klein wagentje met
vier wieltjes. Op het wagentje was een klem vastgemaakt. In deze
klem zat een briefje. Frank haalde het briefje uit de klem en in
het licht van een zaklantaarn lazen ze: 'Nu volgen geen
waarschuwingen meer! De dood loert op je!' Meneer Dalrymple hield
zijn adem in.
Hij wees naar het wagentje. 'Dus dat was de boodschapper!'
Frank bestudeerde het wagentje en de dunne elektrische draden, die
het wagentje en de klem met de batterij verbonden. 'Het wagentje is
klein genoeg om tussen de tralies van de schoorsteen door te
kunnen, ' legde hij uit. 'Zodra het wagentje beneden was, kon
meneer Wandy het elektrisch besturen. Kunt u nu in de geheime kamer
komen, meneer Dalrymple?'
'Ja. Het tijdslot stond op gisteravond een uur of acht. '
'Wilt u dan eens gaan kijken, wat er in de geheime kamer gebeurt,
als ik met het wagentje manoeuvreer?'
Meneer Dalrymple en Joe gingen vlug naar de geheime kamer. Ze
konden wel zien, dat daar nog niemand was geweest sinds hun laatste
bezoek.
Ze hoorden schurende geluiden in de schoorsteen. Even later kwam
het wagentje in de open haard in het gezicht. Het slingerde heen en
weer tot de wieltjes ten slotte op de grond terechtkwamen. Toen
begon het te rijden. Het reed naar het midden van de kamer en bleef
toen staan.
De klem ging open en het briefje, dat Frank weer tussen de klem had
gestoken, viel op de grond.
Het wagentje draaide om naar de haard en verdween uit het gezicht,
toen Frank het weer naar boven trok. 'Wat slim bedacht!' riep Joe
uit.
'Geen wonder, dat we geen verklaring konden vinden, ' zei de
bankier. 'Er kwam in werkelijkheid nooit iemand in de geheime
kamer. ' Even later kwam Frank in de geheime kamer bij de anderen.
Zijn gezicht begon te stralen, toen hij het briefje midden in de
kamer zag liggen.
'Het ging dus!' riep hij uit.
'Of het ging!' zei Joe. 'Dat apparaatje is geweldig goed
uitgekiend. Het wagentje zakte op de grond, reed naar het midden
van de kamer, liet het briefje vallen en reed weer terug langs de
weg, waarlangs het was gekomen. '
'Het kan elektrisch worden bediend, ' zei Frank. 'Je kunt het bijna
alles laten doen, wat je wilt. '
'Alle respect voor de ouwe Amos, ' zei Joe bewonderend. 'Hij was
misschien krankzinnig, maar voor dit soort dingen werkte zijn brein
nog gesmeerd. '
'Gesmeerd genoeg om ons op een dwaalspoor te brengen, ' gaf de
bankier toe.
Ze hoorden buiten de sirene van de ambulance, die de oprijlaan
opreed.
'Ze komen de oude man halen, ' zei Joe. 'Laten we naar beneden
gaan. ' Beneden werden ze opgewacht door Hurd Applegate, die ze de
laatste minuten volkomen uit het oog hadden verloren. 'Ik kan ze
niet vinden!' schreeuwde hij. 'Ik heb het hele huis afgezocht, maar
ik kan ze nergens vinden. '
'Wat kunt u niet vinden?' vroeg meneer Dalrymple. 'Mijn
postzegels!' riep Hurd Applegate op dramatische toon uit. Hij
scheen het zich geweldig aan te trekken; zijn postzegels betekenden
alles voor hem.
Toen dacht Frank opeens aan Jensen, de dubbelganger van meneer
Dalrymple, die gearresteerd was.
'We zullen uw postzegels even opzoeken, ' zei hij.