HET MYSTERIE WORDT INGEWIKKELDER

Van alle inwoners van Bayport was Hurd Applegate beslist de laatste, waarvan de Hardy's hadden verwacht, dat hij die nacht het Purdy-huis zou komen uitrennen.
Het was een man op leeftijd. Hij was steeds uiterst voorkomend en welgemanierd. Op een onschadelijke manier was hij erg eigenaardig. De wetenschap, dat hij iets te maken had met het mysterie van het Purdy-huis was een schok voor hen.
Het was duidelijk, dat er iets verschrikkelijks was gebeurd, maar de oude man had het zo te kwaad, dat hij geen samenhangend verhaal kon doen over de gebeurtenissen.
'Misschien is er iemand vermoord, ' zei Joe, terwijl de wagen slippend een bocht nam.
'Die kreet deed er wel aan denken, ' zei Frank.
'Wat is er dan toch gebeurd, meneer Applegate? Wat heeft u gezien?' De oude man verborg zijn gezicht in zijn handen. 'Vraag niets — breng me naar huis — ik kan het niet vertellen — ontzettend — ik had nooit — die postzegels — onschatbare waarde —' Meer wilde of kon hij niet zeggen.
'We moeten naar de politie gaan, ' zei Joe. 'Dit is te ernstig. Ik denk dat er iemand vermoord is. '
'Dalrymple?'
'Weet je zeker, dat je hem naar binnen hebt zien gaan?'
'Absoluut, en hij is niet naar buiten gekomen. '
De regen stroomde neer. Het onweer was nog niet uitgewoed. De donder kraakte en bliksemflitsen verlichtten de weg en de door de storm opgezweepte baai.
Opeens leunde Frank naar voren en tuurde strak in het achteruitkijkspiegeltje.
'Er zit weer een wagen achter ons aan, ' zei hij.
'Die wagen kan niet van het Purdy-huis gekomen zijn, want daar was nergens een auto geparkeerd. '
'Dat viel me ook op, ' zei Frank, 'en ik heb me al afgevraagd, hoe Dalrymple bij het huis gekomen kan zijn. '
De koplampen van de wagen die hen achtervolgde kwamen dichterbij en toen Frank de brede laan inzwenkte, die naar het huis van Hurd Applegate leidde, volgde de andere wagen nog steeds. 'Denk je, dat we weer achtervolgd worden?' vroeg Joe.
'Dat zou me niet verwonderen. Dit is één van die nachten, waarin je alles kunt verwachten. '
'Thuis! Eindelijk thuis!' riep Hurd Applegate uit, toen Frank voor Applegates huis stopte. 'Jullie hebben me een grote dienst bewezen, jongens — dat zal ik niet vergeten... '
'Ik wilde, dat u ons iets meer vertelde over wat er in het Purdy-huis is gebeurd, meneer Applegate, ' zei Frank. De oude man schudde heftig zijn hoofd.
'Nee, nu niet. Misschien kan ik er later iets over vertellen, maar nu niet, ' mompelde hij.
Hij liet zich uit de wagen glijden, rende naar de voordeur van zijn huis, opende die, sprong naar binnen en gooide de deur dicht, alsof al zijn vijanden hem tegelijk op de hielen zaten. 'Wat er ook is gebeurd, ' zei Joe, 'hij heeft het flink te pakken. ' Frank keek om.
De wagen, die hen op de kustweg had gevolgd, was nog niet voorbij- gereden. Toen ze voor het huis van Hurd Applegate waren gestopt, had ook de andere wagen op een goede vijftig meter afstand stilgehouden.
Nu was er in die wagen ook weer beweging gekomen, zodat het niet anders kon, of de jongens werden achtervolgd.
'Dat bevalt me niet, ' zei Frank. 'Waarom worden we gevolgd?'
'Nu moeten we zeker de politie waarschuwen, ' vond Joe.
'We zullen langs een omweg naar huis gaan en dan telefoneren. '
'Ik hoop, dat er niets met meneer Dalrymple is gebeurd. We hadden het Purdy-huis moeten binnengaan om dat te onderzoeken. '
Frank schudde zijn hoofd.
'Hurd Applegate was in het huis en ging kennelijk voor iets of iemand op de vlucht. Als wij later naar binnen waren gegaan, zouden we misschien geen kans meer hebben gekregen om te vluchten. We moeten commissaris Collig op de hoogte stellen en de zaak door hem laten uitzoeken. De zaak is te ernstig geworden. We weten, dat meneer Dalrymple doodsbedreigingen ontving. We zagen hem naar binnen gaan en toen hoorden we die vreselijke kreet — alles bij elkaar ziet het er niet zo mooi uit. '
De wagen reed de Hoofdstraat in en zwenkte in de richting van hun huis. Even later kwam ook de andere wagen de straat inrijden. 'Als we getelefoneerd hebben, ' zei Frank met een grimmige uitdrukking op zijn gezicht, 'zullen we ook dat uitzoeken. Als die wagen straks nog in de buurt is, als we terugkomen, zal ik de chauffeur op de man af gaan vragen welk spelletje hij speelt. ' Toen ze bij hun huis kwamen, zagen ze een grote, mooie wagen geparkeerd staan.
'Ik zou zeggen, dat dat de wagen van meneer Dalrymple is!' riep Joe uit.
'Dat is zo, ' antwoordde Frank, 'en daar loopt juist iemand de veranda op. '
Frank stopte. De jongens sprongen uit de auto en renden over de korte oprijlaan. Ze kwamen net bij het huis aan, toen de man zijn hand uitstak om te bellen.
De man draaide zich om en toen zagen ze zijn gezicht. 'Meneer Dalrymple!' zei Frank ongelovig.
'Hallo jongens, ' antwoordde de bankier. 'Waar zijn jullie geweest? Ik kwam jullie net eens opzoeken. '
De jongens staarden hem verbaasd aan. Meneer Dalrymple zag er rustig en gewoon uit. Kennelijk was er die avond niets bijzonders met hem gebeurd. Zijn aanwezigheid hier was hun een raadsel. 'Maar — maar —' stamelde Joe, 'we dachten — hoe komt het, dat u nu al hier bent?'
'Hoe het komt, dat ik nu al hier ben?' echode meneer Dalrymple. 'Jullie verwachtten me toch niet?'
'Helemaal niet!' zei Joe. 'Integendeel! We hadden zelfs verwacht, dat we u nooit meer zouden zien. '
Meneer Dalrymple begon te begrijpen, dat er iets ernstigs gebeurd was. 'Wat is er aan de hand, jongens?' vroeg hij, terwijl hij hen verwonderd aankeek.
'Was u vanavond dan niet in het Purdy-huis?' vroeg Frank.
'Nee, ik ben er zelfs niet in de buurt geweest. Waarom vraag je dat? Je ziet eruit, alsof je een geest ziet. '
'Uw geest?' riep Joe opgewonden uit. 'We dachten, dat u vermoord was!'
'Vermoord?' Meneer Dalrymple lachte hartelijk. 'Ik ben nog springlevend, hoor!' Hij keek onmiddellijk weer ernstig. 'Waren jullie in de buurt van het Purdy-huis?' vroeg hij. 'Wat gebeurde daar?'
'Laten we naar binnen gaan, ' stelde Frank voor, terwijl hij de deur opende. 'We moeten er eens over praten, want ik begrijp niet, hoe ik u vanavond in het Purdy-huis naar binnen kon zien gaan. '
'Je kunt mij onmogelijk gezien hebben, ' zei meneer Dalrymple op besliste toon. 'Ik ben de hele avond thuis in Lakeside geweest. Na mijn bezoek aan jullie ben ik naar huis gegaan. Toen herinnerde ik me opeens, dat ik nog een paar dingetjes was vergeten en ik besloot terug te komen. Het onweer barstte net in z'n volle hevigheid los, toen ik uit Lakeside vertrok. '
'En u bent niet in de buurt van het Purdy-huis geweest?' drong Frank aan.
'Beslist niet!'
'Dan weet ik niet meer, wat ik ervan moet denken, ' zei Frank met een diepe zucht.
Frank liet meneer Dalrymple en zijn broer voorgaan en toen hij zich omdraaide om de deur dicht te doen, zag hij iets, dat hem nog meer bevreemdde. Een wagen — vast en zeker de wagen, die hen zojuist had gevolgd — stond aan de overkant van de weg.
Tante Gertrude was boven, toen de jongens binnenkwamen. Ze kwam direct naar beneden en begon al te mopperen toen ze nog maar halverwege de trap was.
'Waar zijn jullie nu weer geweest?' vroeg ze met een schrille, ruzieachtige stem. 'Hoe halen jullie 't in je hoofd een oud mens alleen te laten, midden in het ergste onweer, dat ik ooit heb meegemaakt? Mijn hart is minstens drie keer stil blijven staan van angst. ' Ze hoorden, dat tante Gertrude naar beneden wilde komen. 'Tantetje —' begon Frank, met de bedoeling haar te vertellen, dat ze niet alleen waren.
Maar hij kreeg de kans niet om uit te spreken.
'Heb het hart niet me in de rede te vallen!' snauwde tante Gertrude. 'Ik kom naar beneden en ik zal jullie eens precies vertellen, wat ik van jullie denk. Wat roekeloos! Gezellig rond te rijden in een onweer, dat aan de zondvloed deed denken, terwijl ik hier helemaal alleen van angst zat te beven. Wat had ik moeten doen, als de bliksem was ingeslagen? Vertel me dat eens? Jongens, jullie kunnen. Tante Gertrude kwam om de bocht van de trap in het gezicht. Haar geweldige voeten staken in pantoffels, die 'op jonge koffertjes leken' — zoals Joe later zei — en boven die pantoffels was de rand van een paar wollen sokken te zien. Ze droeg een geweldig ruime nachtpon, waarover ze een tot op de draad versleten badjas geslagen had. Ze had krulspelden in haar haar.
Tante Gertrude zag er — in één woord — verschrikkelijk uit. Meneer Dalrymple keek heel tactvol een andere kant op. 'Tantetje —' begon Frank weer.
'Hou je mond, Frank!' snauwde tante Gertrude. 'Ik wil niet... ' Op dat moment zag tante Gertrude meneer Dalrymple's rug. 'Lieve hemel nog aan toe!' gilde ze. 'Een man in huis! Waarom zéggen jullie dat dan niet?'
Met een snelheid, die je niet meer van haar verwacht zou hebben, draaide ze zich om en rende terug naar boven.
Meneer Dalrymple greep zijn hoed, die hij al aan de kapstok in de hal had gehangen.
'Misschien was het verkeerd van me om nog zo laat op bezoek te komen, ' zei hij. 'Ik heb jullie tante lelijk aan het schrikken gemaakt. '
'En hoe!' zei Joe grinnikend. 'Ze zal de volgende keer wel uitkijken voor ze naar beneden komt om ons de huid vol te schelden. Kom binnen, meneer Dalrymple, en ga zitten. '
Ze hoorden, dat tante Gertrude de deur van haar kamer met een klap dichtgooide en dat niet alleen, maar ze draaide ook de sleutel nog in het slot om. Ze schaamde zich zó vreselijk, omdat een vreemde man haar had gezien, dat ze er de hele nacht niet van zou kunnen slapen. De jongens brachten meneer Dalrymple naar de woonkamer en boden hem een stoel aan.
'Nu ben ik heel benieuwd, ' zei de bankier, 'om te horen, wat er allemaal is gebeurd. Ik maak uit jullie woorden op, dat jullie naar het Purdy-huis zijn geweest en mij daar hebben gezien. '
'Als u zegt, dat u daar niet bent geweest, ' zei Frank, 'moet het een vergissing van ons zijn geweest. '
'Natuurlijk. Vertel me nu maar, wat jullie hebben beleefd. '
'We dachten, dat u was vermoord, ' zei Frank. 'U ging het huis in. We herinnerden ons de doodsbedreigingen, die u een paar keer heeft ontvangen. Toen hoorden we die vreselijke gil. '
'Een gil? Hoorden jullie een gil?'
'Er was iemand in het huis. We zagen hem naar binnen gaan, nadat hét onweer al losgebroken was. Eerst stommelde hij een poosje rond met een zaklantaarn en toen ging het elektrische licht aan. Even later hoorden we de kreet en toen kwam meneer Applegate als een gek naar buiten gestormd. '
'Wacht eens even, wacht eens even, ' zei meneer Dalrymple. 'Ik kan jullie niet volgen. Waarom gingen jullie naar het huis? En wie is die Applegate? Ik heb nooit van hem gehoord. Begin eens bij het begin. '
'Nu, ' zei Frank, 'toen u vanavond wegging, vonden Joe en ik, dat we het onderzoek niet op de lange baan moesten schuiven. We spraken af, dat we direct als het donker geworden was naar het huis zouden gaan om er een kijkje te nemen. '
Hij zweeg, want hij hoorde voetstappen voor het huis.
Even later ging de bel.
De Hardy's keken elkaar verbaasd aan.
'Wie kan dat nu zijn?' riep Frank uit.