DE BUIT VAN DE HAVENSCHUIMERS
De volgende middag kwam meneer Dalrymple toch weer op bezoek bij
de Hardy's.
'Het was mijn bedoeling niet meer over de zaak te praten tot na de
terugkeer van jullie vader, ' zei hij, 'maar ik kan de kwestie niet
van me afzetten. Hebben jullie iets bijzonders te doen? Ik zou nog
eens naar het huis willen gaan om het helemaal te doorzoeken. ' De
jongens waren opgetogen. Ze waren in elk geval van plan geweest
verder te gaan met het onderzoek, maar met de toestemming van
meneer Dalrymple konden ze meer bereiken dan op hun eigen houtje.
'Misschien vinden we weer een boodschap in de geheime kamer, ' zei
Joe.
'Ik hoop van niet, ' verzuchtte meneer Dalrymple.
Toen ze de geheime kamer binnenkwamen, wees niets erop, dat er in
de loop van de nacht iemand binnen was geweest.
'Gisteren stond er op het briefje, dat het de laatste waarschuwing
was, ' bromde Frank.
'Laten we aannemen, dat ze dat meenden, ' zei de bankier. 'Maar wat
gaat er dan nu gebeuren?'
Hij deed de deur van de geheime kamer op slot en stelde het
tijdslot in. De jongens wilden graag het hele huis doorzoeken en
daarom nam meneer Dalrymple hen mee op een uitgebreide speurtocht
door de verschillende kamers van de woning. De meeste kamers waren
vuil en rommelig. Meneer Dalrymple vertelde, dat hij, sinds hij het
huis had gekocht, nog geen tijd had gehad om het huis helemaal in
orde te maken.
'Om heel eerlijk te zijn, ' zei hij zachtjes, 'moet ik bekennen,
dat ikzelf nog niet eens alle kamers van het huis heb gezien. '
'Heeft u er nooit aan gedacht of het misschien zou kunnen, dat
vreemden om de een of andere reden hun intrek in het huis zouden
hebben genomen?' vroeg Frank. 'Het heeft immers heel lang leeg
gestaan?'
Meneer Dalrymple zei, dat in hem nooit zo iets zou opkomen: 'Een
huis, daar blijf je toch af — of het nu leeg staat of niet. ' Dat
Franks suggestie nog niet zo dwaas was geweest, kwam uit, toen ze
in een afgelegen vleugel van het huis opeens voor twee deuren
kwamen te staan, die waren afgesloten.
'Dat is heel vreemd, ' zei meneer Dalrymple. 'Toen ik het huis,
voor ik het kocht, vluchtig bekeek, stonden deze deuren open. De
makelaar maakte me er zelfs op attent, dat de sloten defect waren.
'
'Wat stond er in deze kamers?' vroeg Frank.
'Niets; zelfs geen meubelen. '
Frank bekeek de sloten van dichtbij.
'Dit zijn nieuwe sloten!' riep hij uit. 'Ik wed, dat ze nog geen
maand geleden zijn geplaatst. '
Dat was een bijzondere ontdekking. Hier was eindelijk iets
tastbaars. Frank en Joe stelden voor de deuren onmiddellijk open te
breken, maar meneer Dalrymple remde hun enthousiasme. 'Nee, ' zei
hij. 'Als anderen dit huis, waarvoor dan ook, hebben gebruikt,
mogen we geen mogelijke bewijsstukken vernietigen. Er staan
misschien vingerafdrukken op deze sloten. Als eigenaar van dit huis
wil ik aan de veilige kant blijven en de politie erbij halen.
Vergeet niet, dat jullie twee dagen geleden hier een vreselijke
kreet hebben gehoord. In die kamers kunnen we niets vinden of alles
— zelfs een stoffelijk overschot. '
De jongens keken naar de dichte deuren. Welke geheimen waren
daarachter verborgen? Meneer Dalrymple ging naar de telefoon en
kwam terug met de mededeling, dat hij rechercheur Smuff zelf aan
het toestel had gehad en dat deze beloofd had onmiddellijk zelf te
komen.
'Ik begrijp er niets van, ' herhaalde meneer Dalrymple voor de
zoveelste keer. 'Deze kamers waren volkomen leeg en de deuren
stonden open. Nu zijn ze dicht en er zijn nieuwe sloten op gemaakt.
Dat bevalt me niet. '
'Ik hoop, dat rechercheur Smuff verstandig genoeg is om een paar
lopers mee te brengen, ' zei Frank.
Tot zijn grote verbazing had de rechercheur zijn lopers inderdaad
meegebracht. Hij kwam hijgend het huis in, alsof hij de hele weg
hard had gelopen.
'Zo, meneer Dalrymple, ' zei hij gewichtig, 'wat is er hier aan de
hand? Deuren op slot? Waarom maakt u ze dan niet open?'
'Omdat ik ze niet afgesloten heb en er allerlei verrassingen achter
een gesloten deur kunnen schuilen, ' antwoordde de bankier
koel.
De zwaargebouwde detective morrelde een hele tijd met zijn lopers
voor het hem lukte de deur open te maken. Eindelijk klikte het
slot. De deur zwaaide open en ze keken allemaal naar binnen.
'Goeie genade!' riep de rechercheur uit. 'Dat is bij de haven
gestolen!'
De kamer stond vol met grote kisten, balen en dozen.
'Hoe zijn die spullen hier terechtgekomen?' vroeg meneer
Dalrymple.
'Ze zijn niet van mij. '
'Dat klopt!' zei rechercheur Smuff. Hij ging de kamer in en bekeek
de kisten vluchtig. 'Die dingen zijn door havenschuimers gestolen
en hier opgeslagen. Al een paar weken wordt aan de dokken van de
Willow alles gestolen, wat niet te heet of te zwaar is om te
dragen. Zo, dus dit is de opslagplaats. Wat een lef!' Hij wreef
zich in de handen.
De jongens herinnerden zich ineens de grote, zwarte wagen, die ze
een paar dagen geleden bijna ondersteboven had gereden op de weg in
de buurt van het Purdy-huis. Die agent op de motorfiets had gezegd,
dat hij een paar havenschuimers achterna had gezeten. Commissaris
Collig en rechercheur Smuff hadden de Hardy's een halve nacht
achtervolgd in de overtuiging, dat ze havenschuimers waren. 'Dat is
dus de verklaring van alle geheimzinnigheid!' zei meneer Dalrymple.
'Het is een schandaal. Stel je voor, mijn huis werd gebruikt als
schuilplaats voor gestolen waar!' De rechercheur scheen dat niet
belangrijk te vinden. 'Gelukkig dat ik de buit ontdekt heb!'
jubelde hij. 'Wat een succes voor me! Dat betekent in elk geval
opslag en misschien wel een bevordering. '
'Vergeet niet, dat u deze spullen nooit zou hebben gevonden, als de
jongens niet het huis hadden willen doorzoeken en als ik u niet had
opgebeld, ' herinnerde meneer Dalrymple hem op scherpe toon. 'Als
de politie op haar eigen krachten aangewezen was geweest, zouden
deze dingen hier nog wel honderd jaar hebben gestaan. Wilt u het
nodige doen om deze spullen onmiddellijk uit mijn huis te laten
verwijderen?' Rechercheur Smuff belde naar het hoofdbureau en liet
een dozijn agenten aanrukken. Dezen hadden meer dan twee uur werk
om alles uit de kamers te slepen en op een paar vrachtwagens te
laden. 'De havenschuimers hebben deze geheime opslagplaats al een
heel poosje gebruikt, ' zei Frank later. 'Een van de agenten
vertelde me, dat er spullen bij zijn, die al drie maanden geleden
zijn gestolen. '
'Waar waren ze dan op het ogenblik, dat ik het huis kocht?' vroeg
meneer Dalrymple. 'Deze twee kamers waren toen leeg. '
'Waarschijnlijk waren ze eerst in de kelder verborgen, ' opperde
Joe. 'Nadat u in het huis kwam, dachten de dieven misschien, dat
een afgelegen vleugel veiliger zou zijn dan de kelder. Inderdaad is
het maar aan een toeval te danken, dat u hier een kijkje kwam
nemen. ' De Hardy's vroegen zich af of dit het einde betekende van
het mysterie van het Purdy-huis.
'Dat geloof ik niet, ' zei meneer Dalrymple. 'Als ik het goed zie,
heeft dit niets te maken met de doodsbedreigingen, die ik drie keer
achter elkaar in de geheime kamer heb gevonden. '
Maar Frank vond, dat er best verband kon bestaan tussen de
doodsbedreigingen en het feit, dat de dieven het huis als
opslagplaats gebruikten.
'Na Jason Purdy's dood konden ze hier doen, wat ze wilden. Dat u
hier iedere dag naartoe kwam, nadat u het huis had gekocht, bracht
hun plannen in gevaar. Misschien hoopten ze u door die
doodsbedreigingen te verjagen. '
'Dat zou best eens zo kunnen zijn, ' gaf de bankier toe. 'Ik zou
het niet prettig vinden, als dit alles was, ' zei Frank. 'De
commissaris en rechercheur Smuff zullen wel overal rondbazuinen,
dat dit resultaat aan hen te danken is. ' Maar er was nog iets, dat
onderzocht moest worden. 'De buit is ontdekt, ' zei Frank, 'maar de
dieven nog niet. Het is best mogelijk, dat ze zich hier ergens in
de buurt schuil houden. '
'Misschien hebben ze wel een of meer kamers van dit huis in beslag
genomen, ' zei meneer Dalrymple. 'Ze zijn er brutaal genoeg voor. '
Frank en Joe lieten de bankier achter. Deze wilde de agenten niet
alleen laten. Hij scheen de politie in haar geheel niet erg te
vertrouwen en wilde voorkomen, zoals hij zei, dat de mannen iets
mee zouden nemen, wat niet tot de buit behoorde.
De jongens gingen een kijkje nemen in de onmiddellijke omgeving van
het huis.
De voorkant van het Purdy-huis keek uit op de kustweg en de
achterkant op de rivier de Willow, die uitmondde in de Barmet-baai.
De afstand van de rivieroever tot het huis was betrekkelijk klein,
zodat het huis ideaal was geweest voor de gedragingen van de
havenschuimers. Een pad liep van het huis naar een haventje.
De jongens volgden dit pad en onderzochten de oevers van het
haventje, maar vonden niets bijzonders. Alles was zo overwoekerd
met onkruid en halfhoog struikgewas, dat er geen sprake was van
sporen zoeken.
'Wat is dit?' vroeg Frank, die zich voorovergebogen had.
Hij had iets bijzonders gezien op een zacht gedeelte van de grond —
een spoor van een autoband.
'Hoe kan dat spoor hier gekomen zijn?' vroeg Joe. 'Je kunt hier
niet komen van de oprijlaan af. '
'Dat zou ik ook wel eens willen weten. '
Frank liep in steeds grotere kringen rond en even later vond hij
een tweede spoor van een autoband. Als je een rechte lijn trok van
het eerste naar het tweede spoor en die lijn dan doortrok, wees hij
recht naar een massa dicht bij elkaar groeiend struikgewas. 'Dat is
toch niet mogelijk?' zei Frank in zichzelf, terwijl hij naar het
struikgewas toeliep. Algauw viel het hem op, dat de meeste blaren
van de struiken droog en dor waren.
'Camouflage!' riep Joe uit. 'Deze struiken groeien hier niet, maar
zijn hier neergezet. '
Het bewijs liet niet lang op zich wachten. Hij rukte aan een paar
struiken en ze kwamen meteen los. Hij schopte ook de andere
struiken opzij en ze ontdekten het begin van een weg, die recht op
de muur rond het park toeliep. Frank floot tussen zijn tanden.
'Een gecamoufleerde weg!' zei hij. 'Waar gaat die naartoe?' De
gecamoufleerde weg liep inderdaad tot de muur, maar daar waar de
weg uitkwam, was een gedeelte van de parkmuur weggebroken. Ook deze
opening in de muur was door struiken aan het gezicht onttrokken. Je
kon van die plaats met een auto recht naar de kustweg rijden. 'Dat
is dus de weg, waarlangs de dieven konden ontsnappen, zelfs als de
politie ze op de hielen zat, ' zei Frank. 'We zullen hierover
voorlopig niets zeggen. We kunnen er iets aan hebben. '
'Ik kan me niet goed indenken, dat het mysterie nu al is opgelost,
' zei Joe.
'Ik weet zeker, dat we nog verrassende dingen zullen beleven, '
stemde Frank in.
'Als de dieven denken, dat deze weg nog niet is ontdekt, zullen ze
hem misschien nog wel eens gebruiken. '
'Dan zullen ze ons op hun weg vinden, ' zei Frank. 'Maar zelfs als
ze niet komen hebben we door deze weg de kans ongemerkt het
Purdy-huis in en uit te lopen. '
'Ik ben in elk geval van plan nog eens terug te komen, ' zei Joe.
'Ik ben er nog niet zo zeker van, dat er verband bestaat tussen de
havenschuimers en de doodsbedreigingen aan het adres van meneer
Dalrymple. '
De Hardy's hielden de ontdekking van de geheime weg voorlopig voor
zich. De politie scheen van oordeel, dat alle geheimen van het
Purdy-huis met het ontdekken van de buit waren opgelost. Maar de
jongens dachten er anders over.