Zuidoostelijk Letland

11


Zuidoost-Letland (de culturele regio Letgallen) is waarschijnlijk het armste, het meest Russische en het minst bezochte gebied in het Balticum. Het één hangt met het ander samen. De landbouwgrond is niet erg vruchtbaar en de industrie trekt steeds meer naar Riga. De Letten zelf verlaten daarom de provincie; kansarme Russen blijven alleen achter. In sommige gebieden wordt het Lets niet eens gesproken, vooral in de grote industriestad Daugavpils. Dit terwijl Letgallen juist geldt als de kern van het huidige Letland. De Letgalse stammen waren namelijk de grootste en in cultureel opzicht het meest ontwikkeld van alle stammen. Ze bewoonden zo ongeveer het hele gebied boven de Daugava en hun rijke geschiedenis blijkt wel uit de honderden fortheuvels die in de omgeving verspreid liggen.

Weinig mensen zijn echter in de regio geïnteresseerd. Voor toeristen is ook weinig ontwikkeld: soms is het echt zoeken naar een hotel of zelfs een simpel pension. Dit terwijl Letgallen wel degelijk potentie heeft. Niet alleen zijn er enkele bijzondere plaatsjes (zoals het historische Ludza), tevens is het een prachtig merengebied.

Langs de Daugava

Riga heeft zijn rijke verleden gedeeltelijk te danken aan de gunstige ligging aan de Daugava. De rivier is sinds mensenheugenis een belangrijke handelsroute die het Baltische gebied verbond met het Oosten. Gevonden munten bewijzen dat er contacten waren met Vikingen, Germanen, Romeinen en zelfs Arabieren. Geen wonder dus dat er langs de rivier een groot aantal historische plaatsen en kasteelruïnes ligt. Bij Salaspils bijvoorbeeld, de eerste plaats die je vanuit Riga over de A6 tegenkomt, hebben archeologen de oudste sporen van menselijk bestaan in Letland gevonden (9000 v.Chr.), terwijl niet veel verder bij Ikšπile de restanten liggen van de eerste stenen kerk (1185) van het Balticum. Deze ligt tegenwoordig op een eilandje, terwijl de prehistorische vindplaats helaas is overspoeld: beide door de aanleg van een dam voor een hydro-elektrische kerncentrale (HES). De Daugava is dus ook tegenwoordig nog van onschatbare waarde voor Letland. Er liggen meer centrales in de rivier. De oudste (1941) in Ķegums is vanbinnen te bezichtigen. Het Daugava-museum in het herenhuis (1898) op het eiland Dole (bij Salaspils) heeft meer informatie over de geschiedenis van en aan de rivier. Salaspils is overigens vooral bekend vanwege het concentratiekamp waar meer dan 100.000 mensen door de nazi’s om het leven zijn gebracht. Reusachtige beeldhouwwerken, een tentoonstelling en enkele kampgebouwen gelden als de ‘bezienswaardigheden’.

common DAUGAVA ELEKTRICITEITSMUSEUM, Ķeguma prospekts 7–9. Geopend: ma.–vr. 9–16 uur.

DAUGAVA-MUSEUM. Geopend: di.–zo. 10–17 uur.

Lielvārde

Het plaatsje Lielvārde is doordrenkt van de mythologie. Hier vond het heroïsche gevecht plaats tussen de nationale held Lāčplesis en de Zwarte Ridder (common1 p. 51). Bij de ruïnes van het kasteel (1205) stortten zij te water. Andrejs Pumpurs (1841–1902), de dichterlijke vader van Lāčplesis, wordt in het aansluitende park vereerd met een naar hem vernoemd museum. Gezegd wordt dat hij zijn epos schreef op het grote rotsblok naast het gebouw. In het park staan tevens houten beelden gebaseerd op thema’s en personages uit het verhaal.

Even verderop in het dorp staat een prachtig gereconstrueerd houten fort. Als je geïnteresseerd bent in het wel en wee van de oude Baltische stammen, dan is dit een must.

common ANDREJS PUMPURS MUSEUM. Geopend: wo.–zo. 10–17 uur.

FORT ‘PIE ULDAVENA’. Geopend: di.–zo. 10–19 uur.

Koknese

De Daugava volgend kom je vanzelf in de provincie Semgallen. In Skrīveri liggen een groot bomenpark en een wandelroute. De plaats Aizkraukle werd in 1960 speciaal gebouwd voor een gigantische HES. Meer historisch is Koknese, een naam die regelmatig in de Lāčplēsis voorkomt omdat daar het liefje van de held woonde. Aan de rivier liggen de pittoreske ruïnes van een 13de-eeuws kasteel, dat het mooiste plaatje van Letland oplevert als het om fortificaties gaat.

Jēkabpils

Jēkabpils is een stad (30.000 inwoners) met een rijk verleden. Letgalse stammen waren er al druk aan het handelen voordat de Duitsers er in 1237 hun kasteel Krustpils bouwden. De ruïnes liggen ten noorden van de Daugava in de wijk Krustpils die tot in de 20ste eeuw een aparte gemeente was. Ze vormen het decor voor een plaatselijk Historisch museum. De 19de-eeuwse boerderijgebouwen aan de andere kant van de rivier maken deel uit van de tentoonstelling.

common HISTORISCH MUSEUM VAN JĒKABPILS, Rīgas 216b. Geopend: ma.–vr. 10–17, za. en zo. 10–16 uur.

Geboortegrond van schrijver Rainis

De A12 gaat richting Rezekne, het hart van de provincie Letgallen. Je kunt ook de Daugava blijven volgen voor een exotisch uitstapje naar grijs en grauw Daugavpils. In het laatste geval rijd je door het gehucht Līvāni waar een glasfabriek staat die al meer dan een eeuw draait. Een paar kilometer verder bij het dorp Dunava staat het huis (Tadenava) waar Jāņis Rainis zijn eerste levensjaren doorbracht. In Jasmuiža bracht hij de rest van zijn jongensjaren door, terwijl hij op latere leeftijd in Berķenele een optrekje had.

f0194-01

Zuid-Letland
Klik op een van de volgende deelkaarten voor een vergroting: linksboven, rechtsboven, linksonder en rechtsonder.

common TADENAVA. Geopend: di.–zo. 10–17 uur.

MUSEUM TER NAGEDACHTENIS VAN RAINIS. Geopend: di.–zo. 10–17 uur. Jasmuiža (ook wel Aizkalne genoemd) ligt ten zuiden van Preili.
HUISMUSEUM VAN RAINIS. Geopend: ’s zomers di.–za. 10–16, ’s winters di.–vr. 10–16 uur. Berķenele ligt 10 km ten zuiden van Daugavpils.

Daugavpils

Daugavpils is een sovjetcreatie pur sang. Kaarsrechte straten, weinig groen en fantasieloze flatgebouwen die ooit snel uit de grond zijn gestampt om fabrieksarbeiders een dak boven het hoofd te bieden. Daarbij nog een hoog werkloosheidspercentage en je begrijpt dat de inwoners weinig reden hebben om met een lach op het gezicht rond te lopen. Het is een troosteloze bedoening; zelfs de eeuwige vlam ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in het centrum is gedoofd. Niet netjes als je bedenkt dat er juist in Letlands tweede stad (114.000 inwoners) veel mensen sneuvelden. Er is waarschijnlijk simpelweg geen geld voor.

Daugavpils’ lange geschiedenis kenmerkt zich door oorlogen. Sinds de Duitsers het in 1275 als Dünaberg stichtten, was de strategisch gelegen stad altijd het mikpunt van aanvallen. En na de laatste oorlog werd het voortgezet met industriegeweld: motorzagen, elektrische apparatuur en synthetische vezels werden hier in grote hoeveelheden geproduceerd om door de hele Sovjet-Unie verkocht te worden. Om de capaciteit aan te kunnen, moesten er veel Russen naar de stad immigreren. De meesten bleven na de onafhankelijkheid hangen waardoor het Russisch nog altijd de voertaal is op straat. Slechts 15 procent van de inwoners is van Letse afkomst, daarmee het laagste percentage van het land.

Waarom dus in hemelsnaam naar Daugavpils? Je kunt het ‘shock-toerisme’ noemen, maar ook interesse voor de mindere kant van een postcommunistische samenleving. Voor architectonische hoogstandjes hoef je het niet te doen, al is het Jugendstilgebouw waar het Regionaal Museum in is gevestigd wel aardig. Het staat in Rīgas, een drukke winkelstraat. De belangrijkste bezienswaardigheid is het Russische fort aan de Daugava, 2 km ten noordwesten van het centrum, een grote bakstenen vesting die de tsaar in 1810 liet bouwen om de stad te beschermen tegen het oprukkende leger van napoleon, dat overigens nooit deze kant opkwam. In de 20ste eeuw viel het fort in handen van het rode Leger, dat er tot 1993 in gestationeerd bleef. Tegenwoordig worden de bunkers ‘bezet’ door bejaarden: dit zijn geen legerveteranen maar gepensioneerden voor wie de staat hier woningen heeft ingericht.

common REGIONAAL MUSEUM, Rīgas 8. Geopend: di.–za. 11–18 uur.

FORT (CIETOKSNIS). Geopend: dag. 8–18 uur. Vanuit het centrum is het een leuke wandeling langs de Daugava.

Letgallen

Aglona

Letgallen is een katholieke provincie, getuige alleen al de talrijke kruisen die langs de weg staan. De reformatie kon hier niet zo diep wortelschieten omdat het gebied van 1561–1772 bij het Poolse rijk hoorde. Dat de band met Polen en de kerk nog altijd sterk is, blijkt wel uit het bezoek in 1993 van paus Johannes Paulus II aan de basiliek van Aglona, 48 km ten noordoosten van Daugavpils. Het is een populair bedevaartsoord. Een bijzondere dag is 15 augustus (Maria-Hemelvaart) als pelgrims van over de hele wereld zich hier verzamelen. In de nacht ervoor wordt een mystieke fakkeloptocht gehouden. De witte kerk (1699) zelf is niet van grote schoonheid maar met het grote groene plein ervoor en de ligging tussen twee meren is het wel imposant. Vanaf het hoge podium waarop de paus zijn toespraak hield, heb je een mooi uitzicht. Gezegd wordt dat het Maria-icoon in de basiliek Aglona in 1708 beschermde tegen een plaag.

Merenland

Letgallen wordt in de volksmond het ‘Land van de Blauwe Meren’ genoemd. Als je door het gebied ten oosten van de snelweg (A13) naar Rezekne rijdt, begrijp je waarom: waar je ook bent, water is nooit ver weg. De Daugava kronkelt door een prachtige vallei vanuit Wit-Rusland via Krâslava naar Daugavpils. Het is een voorbode op wat gaat komen. Zo is het Meer van Drīdzs ten noordoosten van Krāslava het diepste (63 m) in het Balticum. Een mooi uitzicht hierop en over de omgeving heb je vanaf de Sauleskalns. Je ziet daarvandaan tevens de vreemde kleuren van het mysterieuze Meer van Velnezers. Overigens hoef je in deze hooglanden van Latgale geen spectaculaire afgronden te verwachten: het is een plateau, met als hoogste punt de Lielas Liepukalns (289 m) ten noorden van het Meer van Ežezers. Dit meer is op zichzelf bijzonder omdat er 36 eilandjes in liggen. Het Meer van Rāzna onder Rezekne is Letlands grootste.

Onbekend terrein

Kleine kans dat je in de oosthoek andere vakantiegangers tegenkomt. Echt grote bezienswaardigheden zijn er ook niet. Voor een hotel kun je alleen in de grote stad terecht, dat wil zeggen in Rēzekne. Van oorsprong was dit het machtscentrum van de Letgallen en vandaar dat het zichzelf het hart van de provincie noemt. Leuk is dat de straatnamen verwijzen naar helden uit de Letgalse geschiedenis en dat het net als Rome gebouwd is op zeven heuvels. Maar het blijft vooral bij woorden, want in feite stelt het weinig voor. De Sovjets hebben er namelijk vakkundig een industriestad (44.000 inwoners) van gemaakt.

Rijd liever door naar Ludza, eveneens een historische plaats. Het ligt er schitterend bij tussen vijf meren met de ruïnes van het 14de-eeuwse Ordekasteel en de witte kerk op de achtergrond. Tegelijkertijd ziet het er erg armoedig uit. Sommige straten in het centrum zijn nog onverhard, iets wat je bijna niet meer tegenkomt in plaatsen van dergelijke omvang.

In de nabije omgeving van Ludza liggen veel kasteelheuvels (25 in totaal). Daarnaast kun je er een oude grafheuvel (Odukalns) en enkele prehistorische nederzettingen bezichtigen. Dorpjes waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan zijn bijvoorbeeld Kārsava, waar een prachtige houten orthodoxe kerk staat, en Pasiene dat pal tegen de grens met Rusland ligt.