9. Eindelijk moeder

Het was begin december, hartje winter. Het vroor dat het kraakte en het was mijn eerste werkdag. Ik zag er niet uit. Gehuld in een skipak, vier truien eronder en moonboots met dikke sokken aan mijn voeten. Daar stond ik in mijn frietkot, klappertandend van de kou. Urenlang serveerde ik frieten aan dronken etterbakken.

Rond middernacht moest ik plassen. De parking was geen optie, dan maar richting nachtclub. Bij de deur stond Dirk, de portier. Een klerenkast, twee meter lang en minstens honderddertig kilo zwaar, met zwart kortgeschoren haar. Hij zag mijn aarzeling om naar binnen te gaan en probeerde het me makkelijker te maken door iets door zijn knieën te zakken om minder imposant te zijn. Hij wreef over mijn hoofd. Wat een ontroerende geste voor een dergelijke kerel. Ik besteedde er geen aandacht aan en was blij me even te kunnen warmen en fatsoenlijk te kunnen plassen. Ik liep terug naar het frietkot en zei tegen mijn collega:

‘Amai, die portier heeft wel iets’

‘Jazeker, een vrouw en een kind.’

Ik had weer eigen geld en kon dat naar lieve lust besteden. Dat was geen probleem. Het zuurverdiende geld werd aan braspartijen verkwanseld. Enkele keren per week was ik zo dronken als een tor en ik had ook regelmatig black-outs na een avondje stappen. Zo ook die ochtend dat ik wakker werd gebeld door vriendin Britt. We waren de avond tevoren doorgezakt.

‘Kom je mijn auto terugbrengen?’

‘Wat, uh, welke auto?’

‘Mijn auto, die heb je gisteravond meegenomen.’

‘Oh, ja.’

Ik deed alsof ik me het kon herinneren, maar in werkelijkheid wist ik niets meer. Mopperend trok ik mijn joggingpak aan, mompelend: ‘Ik kom eraan’.

‘Waar zijn de sleutels?’ Niets te vinden. Naar buiten, geen auto te zien. Ik ging weer naar binnen, gooide mijn tas ondersteboven en begon te flippen.

‘Denk goed na, Deborah,’ maar met een houten hoofd gaat dat heel moeilijk. Een groot probleem, auto en sleutels kwijt. Na lang zoeken besloot ik toch nog maar eens beter buiten te gaan kijken en liep een eindje de straat in. Op de hoek stond haar auto, nog met de radio luid aan en de sleutels in het contact. Dit durfde ik mijn vriendin niet te vertellen. Kennelijk had ik haar de voorgaande avond om de sleutels gevraagd om mijn jas te pakken en was ik zonder iets te zeggen met haar auto verdwenen.

Halverwege januari moest ik papieren voor mijn werk af gaan geven. De verkleedpartij als Michelinmannetje was niet nodig, want ik hoefde niet in de kou te staan. Vermomd als dame en twintig kilo lichter kwam ik bij de dancing, het was mijn avondje vrij. De portier was stomverbaasd en herkende mij niet, verder dan de deur kwam ik niet. Hij was 39 en 18 jaar ouder dan ik. Zijn relatie was juist stukgelopen en zijn ex woonde met hun dochtertje elders. Niets stond ons in de weg om samen iets te beginnen.

Na een paar dagen ontwaakte ik uit mijn roes. Straks komt Nicolae thuis, wat nu? Wat moest ik hem zeggen? Ik telde de dagen af, kreeg het steeds benauwder en was panisch bij de gedachte aan zijn reactie. De dag brak aan en daar stond Nicolae met een bruinverbrande kop. Gelukkig kwamen M&M niet mee naar binnen. Nicolae bekeek me amper, hij ging meteen ‘zaken’ regelen.

Zou ik het meteen zeggen of straks? Wat is het beste moment? Na een uurtje pakte Nicolae zijn spullen om naar bed te gaan. De gedachte aan het pistool onder zijn kussen deed me besluiten om het hoge woord er maar in de huiskamer uit te gooien.

‘Ik moet je iets belangrijks vertellen.’

Er kwam nauwelijks een reactie.

‘Ik ben op iemand anders verliefd geworden en wil daar graag mee verder gaan.’

Hij reageerde heel koel.

‘Ik moet nog een paar dagen iets regelen en dan ben ik bij je weg.’

Of het door vermoeidheid van de lange reis kwam of door gebrek aan echte gevoelens voor me weet ik nog steeds niet. Ik kon in ieder geval gerust gaan slapen.

Hij bleef nog een paar dagen. Uit wat ik opving, begreep ik dat ze een grote partij coke in Amsterdam hadden ondergebracht. Het drietal had het zeer druk met het heen en weer rijden om de handel te bewaken. In dezelfde loods bevond zich nog een andere partij drugs van Amsterdamse criminelen. De politie was over die partij getipt en die Amsterdammers waren door een undercoveragent geïnfiltreerd. Een interventieteam viel binnen en nam alles in beslag. De overval in Antwerpen en het avontuur in Venezuela waren volkomen voor niets geweest. Nicolae kwam de gestolen auto ophalen om zich vervolgens nooit meer te laten zien.

Snel daarna trok ik bij Dirk in. In het weekend werkten we keihard, door de week waren we samen vrij. Ik keek naar hem op en voelde me veilig bij hem. Hij was als een vaderfiguur voor me. We deelden ons verleden en besloten om wraak te nemen mocht Alin onverwachts ten tonele verschijnen. De meest afgrijselijke plannen werden gesmeed.

Langzaam kwamen ook weer enkele vrienden van vroeger terug in mijn leven. Vrijdagavond was vaste vriendinnenavond. Dirk moest dan eerder naar zijn werk en wij hadden het rijk alleen met vrouwenpraatjes. Ik hoefde pas om middernacht op mijn werk te zijn. We aten gewoonlijk met een hele groep, ofwel op restaurant of bij iemand thuis.

Die avond was Eline, van de partytoeters uit de Bonzaitijd, aan de beurt om te koken. Het rook er heerlijk toen we binnenkwamen. Een aperitiefje, sigaretje en het eten kwam op tafel. Vol walging schoof ik mijn bord weg en realiseerde me het gelijktijdig: ik was zwanger. Hier moest ik eerst zeker van zijn voordat ik Dirk daarmee ging confronteren. Dirk had al een dochtertje van drie en zat niet bepaald op een tweede kind te wachten en we waren nog maar zes maanden samen.

Uit voorzorg besloot ik te stoppen met roken. Ik werd dubbelzot van de zenuwen en zou het liefst twee sigaretten tegelijk opsteken. Die vrijdagavond kocht ik op weg naar mijn frietkot een predictor. Ik kon me tot zondagochtend na ons werk beheersen om de test niet te doen. Ik was er zeker van en het was ook zo. Ik was in verwachting. Ik pakte de hand van Dirk.

‘Is je de laatste dagen niets opgevallen?’ vroeg ik voorzichtig.

‘Ja, je zit in de stress omdat je met roken bent gestopt, ik heb je maar een beetje laten begaan.’

‘Heb je enig idee waarom ik met roken ben gestopt?’

‘Nee, hoezo, waarom moet ik dat weten?’

‘Ik ben zwanger.’

Dirk werd spierwit. Zijn reactie was dat ik het moest laten weghalen.

‘Nee, ik wil deze keer mijn kindje houden.’

Dirk zag dat ik heel verdrietig werd bij de gedachte aan een abortus. Ik was weer gaan roken, maar veel minder dan voorheen. Het duurde heel wat weken eer Dirk zich met zijn aanstaande vaderschap kon verzoenen, uiteindelijk kreeg hij er vrede mee. Tegen die tijd was ik te moe en te misselijk om te werken.

Ik was net zwanger toen de gynaecoloog tijdens een routineonderzoek een uitstrijkje nam. Ik kreeg te horen dat er een slecht plekje op mijn baarmoedermond zat en dat het plekje verwijderd moest worden. De behandeling kon pas na de bevalling plaatsvinden. Ik was voortdurend onzeker of alles wel goed zou gaan. Ik was dolblij met de zwangerschap, maar kon me uit angst niet binden met de foetus.

Enkele weken later zat ik met mijn moeder en Gert een koffietje te drinken in de Bourla. Ze kwamen met het nieuwtje dat mijn zus ook zwanger was, alle redenen om blij te zijn. Plotseling werd ik onwel. Mijn hart ging als een razende te keer, draaide overuren met felle hartkloppingen. In eerste instantie maakte ik me geen echte zorgen, ik dacht dat ik door mijn gespannenheid over ‘het plekje’ hyperventilatie had. Het werd steeds erger en ik raakte in paniek. Ik was bang dat ik dood zou gaan en dat de baby het niet zou halen. Mijn geschrokken ouders brachten me snel naar huis. Onderweg namen de verschijnselen af, daardoor ging ik niet naar de dokter.

Eerste kerstdag brak aan. Dirk had gewerkt en kwam om zes uur ’s morgens thuis. Ik werd wakker, we hadden seks en gingen uitgeteld slapen. Ik droomde dat ik het heel erg warm had en wreef het zweet van tussen mijn benen over mijn hele lichaam. Ik werd er wakker van, alles voelde nattig aan. Ik doezelde weer weg.

Om elf uur ging de telefoon. Ik liep naar beneden om hem daar op te nemen. Dirk had de hele nacht gewerkt en ik wilde hem niet storen. Het was mijn moeder om ons een goede kerst te wensen. Ik keek naar de hand, die de telefoon had opgenomen. Rood van het bloed. Ik voelde kleverige bloed op mijn gezicht. Ik zat onder het bloed, mijn hele lichaam, overal waar ik in mijn slaap had gewreven. Het liep langs mijn benen, in korte tijd stond ik in een plas. Ik raakte volkomen in paniek.

‘Mama, ik heb een bloeding,’ riep ik en gooide de hoorn erop.

Ik rende de trap op, de slaapkamer in en maakte Dirk wakker. Dat viel niet in goede aarde. ‘Hoe haal je het in je hoofd om mij wakker te maken?’

‘Ik moet naar de spoed, het gaat niet goed,’ schreeuwde ik.

Razend stapte hij uit bed en werd nog kwader toen hij de aangerichte ravage zag. Ik nam een paar badhanddoeken en propte die tussen mijn benen. Dirk schaamde zich er niet voor om mij zelf te laten rijden, terwijl hij geen stom woord voor mij over had. De stille tranen stroomden over mijn wangen.

Na allerlei onderzoeken namen ze een grote bloedklont weg om door het labo te laten onderzoeken. Zolang de uitslag niet bekend was, moest ik ter observatie in het ziekenhuis blijven. Gelukkig was met de baby nog alles in orde. Daar lag ik dan, op kerstdag moederziel alleen. Na drie dagen mocht ik het ziekenhuis verlaten. Dirk was nog steeds boos over zijn verstoorde nachtrust en sprak al die dagen geen woord tegen me. Nog twee lange maanden voordat ik de zekerheid kreeg dat alles echt goed was.

Eindelijk was het zo ver. Het was een stuitligging, dus werd het een keizersnee. Dat vond ik een prima plan van de gynaecoloog. Ik was er immers van overtuigd dat ik geen kinderen op de wereld kon zetten, laat staan dat ik natuurlijk kon bevallen. Ik ging naar de operatiekamer met dezelfde gevoelens die ik gehad zou hebben bij de verwijdering van mijn appendix.

Een uur later werd mijn prachtige zoon geboren. Pas toen ik mijn kindje zag, drong het wonder tot me door. Wat was ik zielsgelukkig. Ik kon mijn ogen niet geloven dat het míjn kind was. Dit was het mooiste en liefste kind ter wereld, en toevallig ook nog mijn zoon.