20. Een uitgebreide maaltijd
Het is gezellig in de keuken bij Edgars familie. Zijn vader, moeder en jongere broer zijn ook aanwezig.
Moeder heeft in haar beste Duits uitgelegd wat er is voorgevallen en dat vader nog moet worden opgehaald, maar dat hij zal bellen als het zover is.
De moeder van Edgar heeft het verhaal hoofdschuddend aangehoord. Ze vindt het maar niks, die waaghalzerij van jongelui in de bergen. ‘Die Leute kennen die Gefahren der Berge nicht’, zegt ze. ‘Touristen sollten mehr Respekt vor der Natur zeigen. Menschen gehen unvorbereitet ins Gebirge. Nicht gut, nicht gut.’ Ondertussen serveert ze voor iedereen een bord met Salat, allerlei rauwkostgroenten in een lekkere, zoetzure dressing. ‘Vor dem Abendbrot’, verduidelijkt ze.
‘Abendbrot?’ fluistert Edwin.
‘Zo noemen ze hier het avondeten’, zegt moeder.
Na de Salatteller staat voor ieder een stuk kalfsvlees op het menu. ‘Eigenes Kalb’, verduidelijkt de moeder van Edgar.
De broer van Edgar komt met twee schalen Pommes de keuken in.
‘Mmm, friet’, roept Vera.
‘Vruut’, probeert Edgar te herhalen. ‘Das ist Holländisch?’
Iedereen schiet in de lach. ‘Stimmt’, zegt moeder, ‘auf Holländisch: friet.’
‘Fruut’, probeert Edgar grijnzend nog eens.
Dan gaat de bel.
De moeder van Edgar kijkt naar haar zoons. Edgar staat op en loopt naar de deur.
Even later is hij weer terug, met vader De Jongh in zijn kielzog.
‘Hé pap!’ roept Vera verrast.
‘Hoe …’ begint moeder.
‘Ik zal het uitleggen’, zegt vader. ‘Er was een verpleegkundige in het ziekenhuis wiens dienst was afgelopen en hij bleek ook hier in Saas-Grund te wonen. Hij bood me aan om mee te rijden.’
Vader vertaalt even in het Duits voor de eigenaren van hun appartement hoe hij hier is gekomen. Er valt een naam: Joachim Burgener. Ja, die kent de familie van Edgar wel.
Ook vader krijgt allereerst een Salatteller voorgeschoteld. Nadat hij heeft gebeden laat hij zich die goed smaken. ‘Ik heb inmiddels wel trek gekregen’, zegt hij.
Ondertussen vertelt hij dat de Duitse jongen zowel zijn arm als zijn been bleek te hebben gebroken. Ook een van de opgeroepen leidinggevenden van de groep waar de Duitse jongen bij hoorde, arriveerde nog in het ziekenhuis voordat vader vertrok.
Eerst had de man nogal boos gereageerd, maar toen vader had uitgelegd wat er allemaal was voorgevallen, had de man toch wat ingebonden.
Vader had met de Duitse jongen afgesproken dat, zodra hij weer uit het ziekenhuis zou vertrekken, hij hem zou bezoeken. De jongen wilde Edwin en Peter graag spreken voordat de vakantie van de familie erop zou zitten en voordat hij zelf weer naar het tehuis vertrok. Dat de vakantie voor hem was afgelopen, was hem wel duidelijk.
‘Ik denk dat jullie moeten proberen zijn contactgegevens te krijgen om daarna contact te houden’, zegt vader. ‘Dat heeft zo’n jongen echt nodig. Eigenlijk is het een heel triest figuur.’
Edwin kijkt Peter aan. Zonder iets te zeggen, weten ze wat ze bedoelen: oké, doen we.
Intussen krijgt ook vader zijn kalfsvlees met jachtsaus en een rood wijntje geserveerd en hij laat het zich allemaal goed smaken.
Terwijl de anderen ook genieten van het uitgebreide maal, wordt er gezellig over van alles en nog wat gekwebbeld.
Na het eten krijgen de gasten koffie aangeboden en Edwin, Vera en Peter fris.
Edgar loopt even de keuken uit en komt terug met een taart. Ieder krijgt een schoon bordje waar een fors stuk van de taart op wordt gelegd.
‘Torte’, zegt vader, terwijl hij over zijn buik wrijft, ‘en ik zit eigenlijk al zo vol.’
‘Das geht … doch?’ grijnst Edgar.
‘Hausgemacht?’ vraagt vader.
Edgar knikt.
‘Wer?’ vraagt vader.
‘Edgar ist unser Koch’, lacht zijn moeder.
Nadat de familie uitbundig is bedankt voor de heerlijke maaltijd loopt familie De Jongh weer naar hun appartement.
‘Het smaakte heerlijk, maar het was wel veel’, zucht vader, terwijl hij even op zijn buik klopt.
‘Je hebt ook te snel gegeten’, zegt moeder. ‘Al was het voor ons ook veel. Het zijn lieve mensen en ze wilden, denk ik, dat we in geen geval tekortkwamen.’
‘Wat gaan we morgen doen?’ vraagt Edwin.
‘Geen flauw idee’, zegt vader. ‘Ik denk dat we het na een dag als vandaag maar eens rustig aan moeten doen.’
‘Ik ga m’n schilderij afmaken met Marjolein’, zegt Vera.
‘O ja, da’s waar ook’, knikt vader. ‘We brengen je wel weg en dan nemen wij een kijkje in Saas-Fee.’ Vader slaat een arm om moeders schouder. ‘Of niet, lief?’
Peter kijkt opzij naar zijn vriend Edwin.
‘Wij slapen uit’, besluit Edwin.
Vond je dit een spannend boek? Lees dan ook de andere boeken uit deze serie: