GLIMLACH

’Vorige week liep ik mijn huis binnen en ik had een enorm gevoel van geluk ik mijn lijf. Misschien omdat ik de sores van me had afgeschud, of omdat de zon zo mooi scheen. Ik gooi mijn jas in de gang en ik kijk naar de crucifix die daar hangt en ineens voel ik dat mijn gezicht zich helemaal plooide in een glimlach. Voordat ik het wist, want ik voelde dat pas nadat het was gebeurd.

Ik schrok ervan en ik kreeg een raar gevoel van binnen. Ik had nog nooit tegen Onze-Lieve-Heer geglimlacht, nog nóóit. De eerste keer, wat was dat raar.

Het zat zo in mijn kop dat ik iemand opbelde die in een klooster zit. Een boerenmeisje, boerenvrouw, en die vertelde ik het.

Ik zei: ’lk heb het kortste gebed van mijn leven gedaan, en ik hou van kort.’ En toen zei die vrouw:

’Hij heeft je die glimlach ontlokt.’

Dat vond ik zo lief. Aan het eind van het gesprek zei ze:

’Toon, bedank voor de glimlach en leef d’r maar mee.’

Zoiets gaat dan honderd keer door me heen. En in de komende weken en maanden, dat weet ik zeker, zal het door mijn herinnering blijven gaan;

’Leef d’r maar mee.’

Het is ook iets kleins. Misschien moet ik het wel van die kleine dingen hebben.’

(Interview met Rinus Ferdinandusse,

Vrij Nederland, 13 maart 1993)