OUDE MENSEN

Oude mensen hebben vaak iets voornaams. Toen zij jonger waren hadden ze dat niet. Het staat los van het fysieke verouderingsproces; iets innerlijks dat door de stof heen breekt, iets mystieks dat de blik verzacht en de trekken rond de mond.

Soms krijgt ook de stem een andere klank, zachter, milder.

Het is alsof er in die laatste levensfase van een mens al stilaan iets doorschemert van het bovennatuurlijke leven dat na dit leven komt.

Ik heb de laatste uren gezien van mensen die mij heel dierbaar waren en telkens meen ik dit te hebben bespeurd; het is alsof het licht van de eeuwigheid dan al zacht over hun gelaat strijkt en hen doet glimlachen; iets bovenaards, een stille lieve bevangenheid.

En het lijkt alsof God in de mens al iets prijsgeeft van het grote mysterie als wij heel dicht bij het diepste menszijn komen.