WIT

Als het schilderen in mijn kop zit, ga ik overdag en soms zelfs ’s nachts denken in kleuren: hoe wit is nou eigenlijk porselein vergeleken met een wit gordijn of het wit van je ogen of het wit van een ei of het wit van de sneeuw, en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Door dat denken in kleur, door je er echt in te verdiepen, kom je wel tot iets als je weer voor het linnen staat.

En zo is het met humor ook. Als je grappen nodig hebt, ga je al maanden van tevoren proberen de mensen en de dingen om je heen een beetje humoristisch te zien en als je dat doet, met die ogen om je heen kijkt, zie je dat er rondom de mens erg veel te lachen is. En als je plotseling zo’n zot visje vangt, dan blijf je aan het hengelen totdat je net vol is.

En soms heb je de eerste avonden veel te veel. Mijn premières liepen altijd uit de hand. Soms tot half een in de nacht.

Dat is Limburgs, zullen we maar zeggen.