O

’k Heb vroeger eens een liedje geschreven met de regel; ’O, o, o, wat ’n dag’.

Ik vind dat de ’o’ zoveel uitdrukt. Om te zien vind ik het niet zo’n imponerende letter, want ze doet aan een nul denken. De ’o’ is ook een beetje ovaal, niet echt een sterke cirkel. En ik houd meer van cirkels dan van ovalen. Nee, de ’o’ is niet mooi om te zien, maar om te horen, dat is wat anders!

Je kunt aan de ’o’ zo mooi melodie geven. Het is een lange klinker die niet scherp wordt als je hem verlengt. Je kunt de ’o’ fluisteren, met een soort vertedering, en dan is ze lief. Je kunt haar ook iets jubelends geven, dan gaat de ’o’ stralen van bewondering.

Ja, heel mooi die klank.

Dit zit ik allemaal te bedenken in de tuin. Het is een hemelsblauwe dag. De vogels zijn uitgelaten en op het topje van het dak zit een oude kraai te genieten. ’O, o, wat ’n dag.’