RAMONA

Meneer Tielens was een bekende Limburgse kunstschilder. Ik heb ’n poosje les van hem gehad toen ik ’n jaar of veertien, vijftien was. Ik trad op als hulpje in zijn atelier, ik waste de koffiekopjes af en spoelde de kwasten uit, dee de dopjes weer op de tubetjes, veegde houtskool op en haalde sigaretten voor meneer.

De man is me àltijd bij gebleven, zelfs de geur van de tabak die hem omzweefde. Ik zie nog de toppen van zijn vingers bruin aangebrand van de nicotine.

Als hij schilderde zong hij het lied ’Ramona’, maar omdat hij de tekst niet kende, zong hij; ’Ramona, ta ta ta ta ta ta ta ta’ en dat eindeloos vele malen achter elkaar. Het was alsof hij zichzelf met dit monotone gezang in trance zong, urenlang.

Nu, vele jaren na zijn dood is zijn beeld nog geenszins uitgewist en als ik aan mijn schildersezel sta, zing ik ook:

’Ramona, ta ta ta ta ta ta ta ta’ en ik zing het lied niet alleen om zijn herinnering bij mij levend te houden, maar ook omdat ik heb gemerkt dat ik dan mijn spieren minder verkramp. Dat is het wonderlijke in mijn herinnering aan meneer Tielens. Misschien heeft hij me wel vanaf een of andere hoge witte wolk ’Ramona’ ingefluisterd. Ik moet ook nog vermelden dat hij zo mooi Limburgse boerderijen schilderde. De ruwe witte muren en de donkere poorten. Dan stond ik wel es te kijken als hij aan zo’n prachtige donkere boerenhof de laatste hand legde.

’Kijk, Tony,’ zei-ie-dan met z’n Philip Morris-bariton, ’ik zet nog even een paar kippetjes op ’t erf,’ en dan nam hij met ’t puntje van zijn penseel het zinkwit uit ’n tube en zette in ’n mum van tijd enkele witte stippen op het donkere erf. Tot mijn grote verbazing werden, op hetzèlfde moment dat hij dat deed, de stippen ... kippen.