1
Het was een duistere, stille moord. Een gegrom, een naar adem snakken, een vaag gekreun, dat gedempt werd door de stromende regen, toen de stervende man zijn laatste adem uitblies, een plof toen het lichaam op de grond viel. Geen gil en geen lichtflits van een ploffer. Niets anders dan nog een lichaam in de nacht en de spetterende regendruppels.
Maar de man was even dood.
De stilte zou helpen. Zonder geluid dat de aandacht trok, zou het al gauw uren kunnen duren voordat iemand het lichaam van de ranger vond. En tegen die tijd zou het natuurlijk te laat zijn.
Niemand zou erachter komen voordat alles voorbij was.
De moordenaar stapte over het lichaam heen en ging naar het licht en de glans van het feest in de winterresidentie van de gouverneur.
In de zuidhal van de winterresidentie werd het steeds drukker en luidruchtiger. Voor het ongeoefende oog leek het op een kalme, plezierige bijeenkomst van de bonzen van deze wereld, die waren samengebracht om feest te vieren, als een erkenning van solidariteit en samenwerking.
Sheriff Alvar Kresh, die de gebeurtenissen vanuit een stille hoek gadesloeg, zo ver mogelijk van de muziekband vandaan, zag het anders. Heel anders. 'Nou, Donald,' zei hij, terwijl hij zijn kameraad aankeek. 'Wat vind je ervan?'
'Heel onbevredigend, meneer,' antwoordde Donald. Donald 111 was de persoonlijke assistent van Kresh en een van de meer geavanceerde robots op de planeet - in elk geval de geavanceerdste politierobot. Hij was in het hemelsblauw van het kantoor van de sheriff geschilderd en was gebouwd als een korte, afgeronde benadering van het menselijk lichaam. 'De Blijvers Beveiligingsdienst van kapitein Melloy blijkt nog inefficiënter te werken dan al werd gedacht. Hun belangrijkste prestatie vanavond lijkt me te zijn dat ze de rangers van de gouverneur vreselijk in de weg lopen.'
'Alsof de rangers hulp nodig zouden hebben om er een janboel van te maken,' gromde Kresh.
'Ja, meneer.'
Alvar Kresh leunde tegen de muur en voelde de dreunende vibraties die alles op de zuidkust van het eiland schenen te doordringen. De sterke krachtveldgeneratoren van het terravormingscentrum deden natuurlijk - letterlijk - hun best om de wind om te leiden en probeerden uit alle macht de planetaire luchtstromen in nieuwe en meer bruikbare patronen te dwingen.
Hij keek naar het raam, maar daarachter was alleen de stromende regen te zien. 's Avonds kon je op het eiland Purgatory de krachtvelden meestal in de verte in de duisternis zien glanzen, lagen van golvende, flikkerende kleuren die door de lucht schoten. Vanavond niet. Het was ironisch dat een receptie ter ere van het terravormingsproject midden in een stormachtige stortbui werd gehouden. Het ging er Kresh natuurlijk alleen om of de regen de situatie er veiliger of juist gevaarlijker op maakte. Het maakte het er voor de bewakers die buiten in de regen, aan de rand van het terrein stonden opgesteld, moeilijker op, maar een mogelijke moordenaar zou er wellicht ook door worden gehinderd.
Alvar schudde langzaam zijn hoofd. Het was een rotzooi. Kon hij zijn eigen deputy's maar hierheen halen om de beveiliging te verbeteren. Maar zij, noch hij hadden enige rechtsbevoegdheid buiten de stad Hades.
Rechtsbevoegdheid! Hij werd misselijk als hij het woord alleen al hóórde. 'Ga door, Donald,' zei Kresh. 'Wat nog meer?'
'Ik heb niet minder dan vier onbeveiligde toegangen op grondniveau geteld, nog afgezien van de ramen op de bovenverdieping en de ondergrondse gangen, die de afgelopen dagen allemaal zijn afgesloten, maar niet werden bewaakt. Ik moet ook vermelden dat ik de regels voor de beveiligingsprocedures heb gecontroleerd. Die waren eveneens zeer verontrustend.'
'Wat heb je ontdekt?'
'Het huis heeft twee weken geleden drie dagen achter elkaar leeggestaan. Het was gedurende die tijd afgesloten, maar werd niet bewaakt, zelfs al was officieel bekendgemaakt dat de gouverneur het binnenkort zou betrekken. Iedereen die ook maar een klein beetje van beveiligingsapparatuur afwist, had zich gedurende die tijd eenvoudig toegang kunnen verschaffen om het een en ander voor te bereiden.'
'Ik neem aan dat je het gebouw zelf op wapens hebt doorzocht?'
'Ja, meneer. Dat eiste de Eerste Wet van me. De resultaten waren negatief. Ik heb geen wapens gevonden. Toch ben ik daardoor niet minder bezorgd. Het feit dat ik geen wapens heb gevonden, betekent niet dat die er niet zijn. Het is uiterst moeilijk om een negatief resultaat te bewijzen. Mijn inwendige instrumenten zouden elk energiewapen hebben gevonden, tenzij het natuurlijk opzettelijk de bedoeling was om het tegen zulke detectoren af te schermen.
Ik wil eraan toevoegen, meneer, dat het verbod op driewetrobots op het eiland mijn ongerustheid er alleen maar groter op maakt.'
'Vertel mij wat. Het heeft heel wat moeite gekost om de Blijvers zover te krijgen dat ze jóu toestonden naar het eiland te komen.' De winterresidentie van de gouverneur viel onder de jurisdictie van de Ruimters. De regering had het jaren geleden verkocht en sindsdien was het verscheidene keren van eigenaar gewisseld. Het was nu eigendom van ene Sero Phrost, een prominent zakenman en een van Griegs sterkste aanhangers. Hij had het de gouverneur ter beschikking gesteld. Een slimme, goedgeplande zet van Phrost. Het kon altijd handig zijn als de gouverneur je iets verschuldigd was, dacht Kresh. En het kon geen kwaad om de gouverneur te vriend te houden. Sero Phrost had het afgelopen jaar flink munt geslagen uit de onrust die er had geheerst.
De rest van het eiland werd bestuurd door de Blijvers en viel onder hun wetten. De Blijvers kenden één vaste regel, waarop geen uitzonderingen mogelijk waren: in hun gebied werden alleen nieuwwetrobots toegelaten.
Weer zo'n voorbeeld van het leer-om-leer-gekibbel tussen Ruimters en Blijvers. De Ruimterregering had op het vasteland nieuwwetrobots verboden. Daarom hadden de Blijvers normale, goede driewetrobots op het eiland Purgatory verboden. Alle driewetrobots die van het vaste land naar de woning van de gouverneur werden gebracht, moesten tijdens het vervoer over het door de Blijvers bestuurde deel van het eiland worden uitgeschakeld en verpakt in verzegelde containers. De enige manier waarop Kresh had kunnen vermijden dat Donald moest worden uitgeschakeld, was door rechtstreeks naar het huis van de gouverneur te vliegen.
En die onzinnige toestand beperkte zich niet tot het verbieden en het tegen-verbieden van de twee soorten robots. De weggetrokken Ruimters moesten met nog iets anders rekening houden: de mensen thuis, de kiezers. En de kiezers waren helemaal niet blij met het plotselinge tekort aan huishoudrobots. Een enorme consumptie was altijd de normale manier van leven op Ruimterwerelden geweest, maar nu was voor het eerst - althans officieel - matiging in de mode. Tegenwoordig liep je niet met je rijkdom te koop. En tegenwoordig stond rijkdom meer dan ooit gelijk aan het bezit van robots.
Kresh stelde robots echter niet gelijk aan rijkdom, maar aan veiligheid. De Eerste Wet maakte van elke robot een uitstekende lijfwacht en plotseling moest Kresh het zonder zulke robots doen.
Het huis van de gouverneur bezat natuurlijk een volledige staf met dienstrobots. Die waren een week eerder uit de hoofdstad overgebracht om het bezoek voor te bereiden. Maar vanavond waren ze, op een handvol na, uitgeschakeld en opgeborgen in de kelder. Zelfs de robots die aan stonden en aan het werk waren, moesten uit het zicht blijven. Vanavond na de receptie mochten de huishoudrobots terugkomen. Maar nu de machtige elite aanwezig was en de receptie werd opgenomen om in alle nieuwsuitzendingen te worden uitgezonden, was het niet juist als de gouverneur in het gezelschap van robots zou worden gezien.
Wat betekende dat de gouverneur vanavond, wanneer hij door zoveel mensen werd omgeven, het minst beschermd zou zijn. Normaal gesproken zou Kresh zich niet zo ongerust hebben gemaakt, maar dit waren geen normale tijden.
De noodzaak tot beveiliging was groot. Het ging niet alleen om openstaande deuren en onbewaakte ramen. De mensen op Inferno hadden hun deuren nooit op slot gedaan. Maar nu was Inferno aan het veranderen en onderging het een zeer ontwrichtende omwenteling. De verandering was nodig en zou de planeet uiteindelijk ten goede komen, maar toch zouden tijdens dat proces andere mensen ontevreden en gefrustreerd achterblijven. Verandering eiste haar tol en sommige mensen die die tol moesten betalen begonnen al terug te slaan. Het bureau van Kresh was bijna dolgedraaid bij de pogingen om de orde te handhaven. Het was zijn professionele mening dat hij de veiligheid van de gouverneur tijdens zijn verschijningen in het openbaar niet kon garanderen. Niet zonder een leger robotlijfwachten.
Alle zorgen van Kresh concentreerden zich op één punt: er waren geen robots. Behalve Donald was er in de hele kamer geen enkele robot te zien. Ze hadden de drankjes moeten serveren, deuren moeten openhouden, rond moeten gaan met schalen met hapjes en aan alle grillen van de gasten moeten voldoen.
Ook hadden de gasten geen privé-robots bij zich. Van iedereen werd verwacht dat hij zonder kon, of dat althans pretendeerde. Het zou voor elke vriend van de gouverneur politieke zelfmoord zijn om te worden gesignaleerd met een meute robots op sleeptouw. Het ging er deze avond juist om zónder robots te worden gezien. Politiek kon soms voor een heel rare logica zorgen.
De meeste hoogwaardigheidsbekleders van de Ruimters zagen er nogal verloren uit, zo alleen. Kresh nam het hun niet kwalijk. Voor sommigen van hen zou dit heel goed de eerste keer in hun leven kunnen zijn dat ze zonder robotbedienden een voet buiten de deur zetten. Vanavond was het een avond waarop ze konden laten zien hoe ze dezelfde ontberingen als ieder ander ondergingen en zich redden. Niemand wilde ervan worden beschuldigd dat hij het er goed van nam, terwijl het volk moest lijden onder een tekort aan robots.
Straf. Schaarste. Het was natuurlijk allemaal onzin. De nieuwe wetten bepaalden dat er voor elk huishouden een maximum van twintig robots was. Toch leek het Kresh niet zó'n enorme ontbering om de dag door te komen met slechts twintig privé-robotbedienden die je op je wenken bedienden.
Het idee dat er een tekort aan robots zou zijn, was op zich absurd. De laatste schattingen waren dat de robots de mensen op Inferno in een verhouding van tien op één in aantal overtroffen.
Maar de meeste van die robots waren niet langer bij de mensen. Grieg had ze in beslag genomen, ze weggestuurd om bomen te planten op het Noordelijk Massief van Terra Grande. Misschien, heel misschien, had de man gelijk gehad toen hij zei dat een overmatig gebruik van privé-robots verspilling was. Misschien was het in de huidige noodsituatie logisch om robots aan het werk te zetten om de planeet opnieuw op te bouwen, in plaats van ze te gebruiken als zinloze, overbodige bedienden.
Maar nu, op dit moment, kon Kresh weinig of geen geduld opbrengen voor politiek of economie. Het bleef een feit dat het voor een moordenaar veel moeilijker was om in actie te komen als er overal robots rondliepen, wat hier niet het geval was. Vroeger, toen de politieke situatie rustig was, maar allesbehalve suf, en er altijd een zwerm robots bij de hand was, wat als iets heel normaals werd gezien, was beveiliging zo eenvoudig geweest, zo iets vanzelfsprekends, dat zelfs de meest prominente, meest controversiële publieke figuren er nooit bij stilstonden. Nu niet meer. Nu moest hij...
'Meneer? Meneer?' Donald tikte Kresh voorzichtig op zijn schouder.
'Hmmm? O, sorry, Donald. Ik stond aan iets anders te denken. Ga door.'
'Ik was al bijna klaar, meneer. Ik wilde alleen zeggen dat de beveiliging van de residentie in de verste verte niet voldoet aan de gebruikelijk regels die we voor beveiligingen hanteren. Hoewel er geen bedreiging is waargenomen, maak ik me ongerust over de huidige bewaking.'
'Hmpf. Donald, je maakt me er niet blijer op.' Alvar Kresh vertrouwde op Donalds mening. Wanneer Donald zich ongerust maakte, maakte Kresh zich ongerust. 'Geef me een verkort antwoord,' zei Kresh. 'Vergeet onze normale standaardregels even. Vind je dat de omgeving voldóende is beveiligd?'
'Nee, meneer. Wanneer dit kalme en rustige tijden waren, zou ik veel optimistischer zijn. Maar gezien de onstabiele politieke situatie en de huidige onlusten, moet ik erop aandringen dat u de gouverneur opnieuw vraagt de juiste maatregelen te nemen. Of, beter nog, de hele receptie af te gelasten.'
'Je hoeft er bij mij niet op aan te dringen dat ik met hem moet gaan praten,' zei Kresh. 'Deze receptie bevalt mij net zomin als jou. Kom mee, Donald. Laten we eens naar gouverneur Grieg gaan. Ik geloof dat hij nog boven is.'