Voorwoord van de auteur

Dokter Fingal Flahertie O’Reilly en de inwoners van Ballybucklebo maakten voor het eerst hun opwachting in 1995, in mijn maandelijkse column in Stitches: The Journal of Medical Humour. Ik werd er op attent gemaakt dat die figuren de basis konden vormen voor een roman.

Ik had net Pray for Us Sinners afgerond en aarzelde opnieuw te gaan graven in de ellendige onlusten in Ulster. Het idee iets luch-tigers te schrijven stond me meer aan, en daarmee kreeg Dokter in Ierland vorm.

Net als Only Wounded en Pray for Us Sinners speelt het boek zich af in de noordoostelijke hoek van Ierland, maar anders dan zijn voorgangers, die ik in historisch opzicht accuraat wilde neerzetten, heb ik me voor dit verhaal een paar vrijheden veroorloofd ten aanzien van de geografie en de tijd.

Het dorp Ballybucklebo is fictief. De naam is afkomstig van mijn leraar Frans op de middelbare school die zo kwaad was omdat ik onregelmatige werkwoorden niet fatsoenlijk kon vervoegen dat hij uitriep: ‘Taylor, je bent zo stom dat je uit Ballybucklebo zou kunnen komen.’ Mensen die geïnteresseerd zijn in de etymologie willen misschien weten wat die naam betekent. Bally (het Ierse baile) is een middeleeuwse geografische term voor een klein dorp en de omliggende boerderijen. Buachaill betekent jongen en is een koe. In Bailebuchaillbó of Ballybucklebo zijn tijd en plaats even verwrongen als in Brigadoon. In het noorden wordt weinig Iers gesproken, maar ik heb mijn best gedaan het rijke en kleurrijke Ulster-dialect zo goed mogelijk weer te geven.

Puristen zullen opmerken dat de twaalfde juli in 1964 op een zondag viel en niet op een donderdag, en dat de eerste dichtbundel van Seamus Heaney pas in 1966 werd uitgegeven. In het noordelijke deel van het graafschap Down stroomt geen rivier die de Bucklebo heet en waarin zalmen rondzwemmen. Het dichtst erbij in de buurt komt de rivier de Shimna in de Mourne Mountains. Verder is alles echter zo accuraat als veel lezen en mijn geheugen mogelijk maakten.

Het door mij geportretteerde landelijke Ulster bestaat niet meer. De boerderijen en dorpen zien er nog bijna hetzelfde uit als voorheen, maar de eenvoud van het plattelandsleven is door de onlusten en de alles doordringende invloed van de televisie verbannen. Het automatische respect voor de kennis van mensen die hoog op de hiërarchische ladder van een dorp staan – arts, onderwijzer, predikant en priester – bestaat niet meer. Maar toen ik net arts was geworden waren er veel mannen als O’Reilly. Nu ik het daar toch over heb wil ik een paar vragen beantwoorden die me vaak worden gesteld door lezers van mijn column in Stitches. Barry Laverty en Patrick Taylor zijn niet een en dezelfde persoon. Dokter F.F. O’Reilly is aan mijn gepijnigde geest ontsproten, ondanks de pogingen van een paar geëxpatrieerde Ulsterse vrienden van me in hem een gerespecteerde, zij het onorthodoxe, arts van zijn tijd te zien. Lady Macbeth dankt haar bestaan aan onze demonisch bezeten kat Minnie, en Arthur Guinness het zijne aan een zwarte labrador die nu allang niet meer leeft, maar dol was op Foster’s bier. Alle andere figuren zijn een mengsel van personen die aan mijn verbeelding zijn ontsproten en personen die ik als plattelandsarts heb gekend.

PATRICK TAYLOR

images