22 Zwartkapje, de heks van Hasselt

icoon monnikenspoo.tif

Hasselt, boven Zwolle, is een van de oudste bedevaartsplaatsen in Nederland. Maar het centrum van verering, de zogenaamde Heilige Stede blijkt tevens de plaats te zijn van een eeuwenoude heiligschennis. Het lijkt erop dat het Hasseltse heiligdom het toneel is van een strijd tussen goed en kwaad, waarin de heks Zwartkapje, een opmerkelijke rol speelt.

Hasselt, 1217, door overlevering bekend – In Hasselt, aan het Zwarte Water, woonde in 1217 een Friese kampvechter. Overdag verdiende hij zijn geld met de tweekamp en als hij thuiskwam begon hij te drinken, waarna hij elke avond zijn vrouw met veel geweld bont en blauw sloeg. Iedereen sprak er schande van, maar niemand durfde in te grijpen.

Op een zondag was de vrouw te ziek om naar de kerk te komen. De priester kwam daarom naar haar huis om haar het heilig sacrament, de communie, toe te dienen.

Toen de priester haar woning binnenkwam, bood de kampvechter hem een beker bier aan. De priester weigerde dit. De vechter sloeg toen de priester zo hard, dat de kelk met de hosties uit zijn handen viel. De heilige spijzen vielen er op de ongewijde grond: een grote heiligschennis. Volgens ooggetuigen heeft er toen iets bovennatuurlijks plaatsgevonden. ‘Lichtende sterretjes’ zouden er boven de gevallen hosties geschitterd hebben en sindsdien is de grond vervloekt. De vechter werd door de Kerk in de ban gedaan. Hij reisde zelfs naar de paus voor vergiffenis, maar het mocht niet baten. De St.-Marcellusvloed vernietigde in Zwartkapje OI-157.tif 1218 zijn thuisland en deed duizenden mensen verdrinken.

De vloek van de vechter, gekoppeld aan die plaats in Hasselt die tegenwoordig de Heilige Stede genoemd wordt, hield – zo beweren boze tongen – nog tot in de vorige eeuw stand.

De heks Zwartkapje, ook wel Zwart Kappien genoemd, voerde daar namelijk haar toverkunsten uit. Ze was nog na 1900 in Hasselt actief, in elk geval vóór 1933.

Ene Elisabeth van Dijk van der Sluis wist in 1962 over haar te melden: ‘Toen ik nog een klein meisje was, was mijn vader doodgraver en dan moest hij soms ’s nachts graven ruimen. Ook is het wel gebeurd dat sommigen verkeerd begraven waren en dan moest hij ’s nachts de kisten verwisselen. Ik ging dan met mijn moeder midden in de nacht koffie bij hem brengen en dan zagen we Zwart Kappien dikwijls in de nacht zitten op de plaats van de Heilige Stede, waar toen nog geen kerk stond. Ze zat dan te “teuveren”.’

Mevrouw Van Dijk vertelde ook dat Zwartkapje op een heidebezem door de lucht kon vliegen, en van ongeboren kinderen het geslacht kon bepalen. En als ze een appel in een kussen stopte, kwam die er met allerlei vreemde kleuren weer uit. Kinderen durfden ’s avonds niet langs haar huis naar de pomp om water te halen, die stond toen aan het eind van de Brakken, de tegenwoordige Gasthuisstraat.

Maar Zwartkapje was niet de enige heks die zich aangetrokken voelde tot de Heilige Stede. Ook Vrouw Schuier, die op die plaats haar huisje had, haalde er allerlei lelijke toverkunsten uit. Er kwamen vrijmetselaars op bezoek en mannen met zwarte kappen op. De dorpelingen waren bang om erlangs te gaan.

Bij het Jaagpad was later een stiekem cafeetje, daar werd veel gekaart en veel gedronken. Op een avond ging een man een ‘oort’ jenever halen en hij kwam onderweg een zwarte hond tegen. De man zegt: ‘Zo, Does, wat ga je doen?’

‘Een fles jenever halen,’ zei de hond. Sindsdien waren de mensen ook bang om daarlangs te gaan.

Verder zou langs de Dedemsvaart voorbij de hooibergen een zwart wijf lopen; iedereen wist dat en de kinderen waren er bang voor. Dit werd in 1962 nog verteld.

Nee... dat het nog altijd niet pluis was in Hasselt, dat is lange tijd een feit geweest.

Misschien is dat wel de reden dat vrome mensen zich zo vaak tot de Heilige Stede gewend hebben: om de smet van die plaats te verwijderen, om boete te doen. Zo werd Hasselt een bedevaartsoord, een van de oudste in Nederland. Op de plaats waar de kampvechter zijn misdaad beging, werd een kapel gebouwd, waar in de late middeleeuwen jaarlijks zo’n 2.000 pelgrims hun geloof kwamen belijden. De bedevaarten hebben zo verder onheil afgewend en bijgedragen aan de welvaart van de stad.

In de tijd van de Reformatie dreigde het kwaad weer de overhand te krijgen. De katholieke kapel werd afgebroken en de heilige grond werd opnieuw en opzettelijk geschonden, eerst door een vuilstortplaats en later door een galg. Maar de vrome katholieken hielden dapper stand. Zelfs zonder kapel bleef het protestantse Hasselt in de ogen van de katholieke wereld een devotieoord. De pelgrims bleven komen.

In 1933 werd op de plaats van de Heilige Stede de huidige parochiekerk gebouwd. Het altaar van de kerk staat nagenoeg op de plaats waar het altaar in de middeleeuwen stond, en waar dus ook de heiligschennis heeft plaatsgevonden.

Nu vindt er weer jaarlijks – nog steeds op de tweede zondag na Pinksteren – een openluchtviering in de kerktuin plaats ter ere van Sacramentsdag, gevolgd door een processie die eindigt in de kerk. Tijdens de processie zingt men nog altijd een eeuwenoud lied dat ook in de middeleeuwen klonk.

En Zwartkapje?

Misschien was deze heks van Hasselt niet wat ze leek. Zwartkapje was haar naam omdat ze ‘een zwarte ondermuts’ droeg. Ze was ook ‘rooms’, weet mevrouw Van Dijk van der Sluis te melden. Het zou dus heel goed kunnen dat ze – ondanks de toverkunsten waar ze van verdacht werd – toch geen heks was, maar een van de vrome katholieken die in de gereformeerde tijd dapper de heilige grond verdedigden...

23 De duivel danst in Raalte

Zwartkapje was niet de enige vrouw die banden had met het kwade. Dit blijkt wel uit de volgende twee getuigenissen van danspartijen van de duivel met boerendochters in Raalte en Hapert.

Raalte, in een ver verleden, door overlevering bekend – Ouden van dagen kunnen u nog vertellen van het korte bezoek dat de duivel bracht aan Raalte. Vroeger werd daar op bruiloften en partijen veel gedanst. Zo was er eens een heel knap meisje van de familie Luttenberg op een feest in het dorp, die zei dat zij met de mooiste kerel wilde dansen. En zowaar, er was er die avond een aanwezig. Hij vroeg haar ten dans en zij nam zijn aanbod aan. De hele avond danste het meisje met de knappe heer. Maar toen, ineens, zag zij dat hij een paardenpoot had. Onmiddellijk verdween deze mysterieuze man en op de plaats waar hij stond, was er een gat in de vloer gebrand. Niemand durfde het hardop te zeggen, maar iedereen wist dat het meisje met de duivel had gedanst. Sinds die dag wordt er door de boeren in Salland niet meer gedanst en heeft de familie Luttenberg als bijnaam ‘de duivel’.

En zo is de duivel ook eens gevraagd door een deerne uit het Noord-Brabantse Hapert.

Daar was eens een boerendochter die gek was op dansen. Zo erg zelfs, dat ze op een avond, toen ze geen jongen kon krijgen om mee te dansen, de duivel opriep om met haar Duivel danst in Raalte.tif te dansen. Daar verscheen het zwarte heerschap en hij stelde voor met haar te dansen, mits zij haar ziel aan hem wilde verkopen. Zij stemde toe. Nu danste de duivel met het meisje door de huiskamer in zo’n wilde vaart dat het hele huis ervan dreunde.

Daar kwam de nachtwaker, die zijn ronde deed, voorbij de huiskamer, en vanwege het lawaai dat hij hoorde, keek hij door het geopende venster naar binnen, de kamer in. Toen zag hij het paar dansen.

Aan de bokkenpoten van het dansende heerschap zag de nachtwaker dat het de duivel was. Moedig ging hij, gewapend met zijn stok, door het raam naar binnen om de duivel te verjagen.

Woedend liet de duivel het meisje los en kwam met een machtige sprong door het raam naar buiten.

Even later kwam hij echter weer terug om met de nachtwaker af te rekenen. Maar de nachtwaker sloeg een kruis en riep de duivel toe: ‘Je kunt me niets maken, omdat ik gezegend ben!’ Op zo iemand had de duivel natuurlijk geen vat en hij moest zowel de nachtwaker als het meisje laten gaan en zonder buit naar de hel terugkeren.

Mysteries in Overijssel
titlepage.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_0.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_1.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_2.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_3.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_4.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_5.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_6.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_7.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_8.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_9.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_10.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_11.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_12.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_13.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_14.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_15.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_16.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_17.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_18.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_19.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_20.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_21.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_22.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_23.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_24.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_25.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_26.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_27.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_28.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_29.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_30.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_31.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_32.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_33.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_34.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_35.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_36.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_37.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_38.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_39.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_40.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_41.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_42.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_43.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_44.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_45.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_46.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_47.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_48.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_49.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_50.xhtml
awb_-_mysteries_overijssel_split_51.xhtml