Het kostte Maddie iets meer dan een week om haar moeders vriendin en buurvrouw in het Roundup Caravanpark te traceren. Vlak na haar moeders dood had Trina Olsen-Hays haar caravan verkocht en was naar Ontario in Oregon verhuisd. Ze was halverwege de jaren tachtig met een brandweerman getrouwd en had drie volwassen kinderen en twee kleinkinderen. Nu ze in het plaatselijke café tegenover haar zat had Maddie een vage herinnering aan een mollige vrouw met rood, opgestoken haar, sproeten en getekende wenkbrauwen. Ze herinnerde zich dat ze naar die wenkbrauwen had gestaard en een beetje bang was geweest. Nu ze Trina zag, bracht dat ook de verwarrende herinnering aan een roze gestippelde sprei naar boven. Ze wist niet waarom of wat het te betekenen had. Alleen dat het een warm en veilig gevoel was geweest om erin gewikkeld te zijn.

'Alice was een heel lieve meid,' zei Trina bij een kop koffie en een punt pecannotentaart. 'Ze was nog zo jong.'

Maddie gluurde naar de taperecorder op de tafel naast hen en keek toen weer naar Trina. 'Ze was vierentwintig.'

'We dronken altijd samen een wijntje en praatten over de toekomst. Ik wilde de wereld zien. Alice wilde alleen getrouwd zijn.' Trina schudde haar hoofd en nam een hap taart. 'Misschien omdat ze een dochtertje had. Ik weet het niet, maar ze was gewoon op zoek naar een man; ze wilde trouwen en meer kinderen krijgen.'

Maddie wist niet dat haar moeder meer kinderen had gewild, maar ze nam aan dat het logisch was. Als haar moeder nog had geleefd, had Maddie zonder twijfel een broer of een zus of beiden gehad. Niet voor het eerst trof het haar hoe anders haar leven zou zijn verlopen als Rose Hennessy er niet was geweest. Maddie hield van haar leven. Ze hield van de vrouw die ze was geworden. Ze wilde voor geen prijs veranderen, maar soms vroeg ze zich af hoe ze anders misschien was geweest.

'Kende je Loch en Rose Hennessy?' Terwijl ze over de tafel naar Trina keek, vroeg ze zich af of haar moeder een ouderwets kapsel zou hebben gehad of dat ze met de mode mee was gegaan.

'Ze waren ouder dan ik, maar ik kende ze allebei. Rose was... onvoorspelbaar.' Trina nam een slok koffie. 'En Loch was een geboren charmeur. Het was geen wonder dat Alice verliefd op hem werd. Ik bedoel, dat was iedereen. Hoewel de meesten van ons beter wisten.'

'Weet je wat Loch voor Alice voelde?'

'Ik weet alleen dat ze dacht dat hij zijn vrouw en kinderen voor haar zou verlaten.' Trina haalde haar schouders op. 'Maar iedere vrouw met wie hij ooit iets heeft gehad dacht dat. Alleen deed Loch het nooit. Natuurlijk, hij had affaires, maar hij bleef bij Rose.'

'Waarom denk je dan dat het tussen Loch en Alice anders was? Wat bracht Rose ertoe om die avond een pistool te laden en naar Hennessy's te rijden?'

Trina schudde haar hoofd. 'Ik heb altijd gedacht dat het haar uiteindelijk te veel werd.'

Misschien.

'Of misschien was het omdat Alice zoveel jonger en mooier was dan de anderen. Wie zal het zeggen? Wat ik me voornamelijk herinner was hoe snel Alice verliefd op Loch werd. Ze was verbazingwekkend snel stapelverliefd op hem.'

Nu ze haar moeders dagboeken had gelezen, kon Maddie zich dat heel goed voorstellen.

Trina nam nog een hap taart en haar blik gleed naar Maddies mond terwijl ze kauwde. De opgetekende wenkbrauwen fronsten en ze keek in Maddies ogen. 'Ik herken je mond. Jij bent de dochter van Alice, nietwaar?'

Maddie knikte. Het was bijna een opluchting om het toe te geven.

Trina glimlachte. 'Niet te geloven. Ik heb me altijd afgevraagd hoe het je was vergaan nadat je tante je had meegenomen.'

'Ze was mijn oudtante en ik ben bij haar in Boise gaan wonen. Ze is het afgelopen voorjaar overleden. Toen ontdekte ik mijn moeders dagboeken en kwam ik jouw naam tegen.'

Trina reikte over de tafel en klopte op Maddies hand. De aanraking voelde koel en een beetje onbeholpen. 'Alice zou heel trots op je zijn geweest.'

Dat dacht Maddie ook graag, maar ze zou het nooit zeker weten.

'En, ben je getrouwd? Heb je kinderen?'

'Nee.'

Trina klopte nog een keer op haar hand en pakte toen haar vork weer. 'Je bent nog jong. Je hebt de tijd.'

Maddie veranderde van onderwerp. 'Ik heb een vage herinnering aan een gestippelde sprei. Weet je daar iets over?'

'Hm.' Ze nam een hap en keek in gedachten naar het plafond. 'Ja.' Ze keek weer naar Maddie en glimlachte. 'Alice had hem voor jou gemaakt en ze rolde je er altijd in als...'

'...als een burrito,' maakte Maddie af wat haar moeder in haar herinnering fluisterde. Je bent mijn gestippelde burrito. Als Maddie een emotionele vrouw was geweest, was ze nu in huilen uitgebarsten. Maar Maddie was nooit emotioneel geweest, en ze kon de keren dat ze als volwassene had gehuild op één hand tellen. Ze beschouwde zichzelf niet als koud, maar ze had al vroeg geleerd dat tranen niets veranderden.

Ze interviewde Trina nog drie kwartier voordat ze haar aantekeningen en taperecorder wegstopte en naar Boise reed. Ze moest die middag haar bruidsmeisjesjurk weer passen, waarvoor ze haar vriendinnen bij Nans Bruidshuis ontmoette. Na afloop gingen ze laat lunchen en daarna zou ze naar Truly terugrijden.

Ze stopte bij de Value Rite om toiletpapier en zes blikjes cola light te kopen. Het warenhuis had een uitstalling met wind- gongen en vogelhuisjes en ze koos een eenvoudige windgong die was gemaakt van groene buizen. Ze had nog nooit een vogelhuisje gehad en ze pakte er een. Het was eigenlijk belachelijk. Naar alle waarschijnlijkheid woonde ze volgend jaar niet meer in Truly, dus het had helemaal geen zin om de woning huiselijk te maken. Ze zette het vogelhuisje in het winkelwagentje naast de cola. Ze kon hem altijd meenemen als ze het huis, dat ze bij wijze van investering had gekocht, weer verkocht. Ze had natuurlijk geen twee huizen nodig, maar ze had geen haast om het te verkopen.

Carleen Dawson legde bij de afdeling hondenvoer halsbanden en riemen op een plank, terwijl ze met een vrouw met lang zwart haar praatte. Maddie glimlachte toen ze de winkelwagen langs haar duwde en Carleen stopte midden in een zin.

'Dat is haar,' hoorde ze Carleen zeggen. Maddie bleef lopen tot ze een hand op haar arm voelde.

'Heb je één moment?'

Ze draaide zich om en keek in een paar groene ogen. De haartjes in haar nek prikten alsof ze haar moest kennen. De vrouw droeg een soort uniform, alsof ze in een restaurant of eetcafé werkte. 'Ja?'

De vrouw liet haar arm los. 'Ik ben Meg Hennessy en jij schrijft over mijn ouders.'

Meg. Daarom kwam ze haar bekend voor. Ze herkende haar van de foto's van Rose. Terwijl Mick het evenbeeld van Loch was, leek Meg heel erg op haar moeder. De tintelingen in haar nek verspreidden zich langs haar ruggengraat en het was alsof ze in de ogen van een moordenaar keek. Haar moeders moordenaar, maar natuurlijk was Meg net zo onschuldig als Maddie was. 'Dat klopt.'

'Ik heb je boeken gelezen. Je schrijft over seriemoordenaars. Het echt sensationele materiaal. Mijn moeder was geen seriemoordenaar.'

Maddie wilde er niet op deze plek over praten. Niet midden in een warenhuis terwijl Carleen toekeek. 'Misschien moeten we een afspraak voor een gesprek maken.'

Meg schudde haar hoofd en haar donkere haar zwierde over haar schouders. 'Mijn moeder was een goede vrouw.'

Dat was een punt van discussie, maar niet midden in de Value Rite. 'Ik schrijf een eerlijk verhaal over de gebeurtenissen.' Dat was ook zo. Maddie had een paar harde waarheden over haar eigen moeder opgeschreven die ze gemakkelijk mooier had kunnen maken.

'Dat hoop ik. Ik weet dat Mick er niet met je over wil praten. Ik begrijp zijn gevoelens, maar je gaat dit boek blijkbaar met of zonder onze inbreng schrijven.' Ze zocht in haar tas en haalde er een pen en een zilveren kauwgomwikkel uit. 'Ik snap niet waarom je denkt dat de dood van mijn ouders interessant genoeg is voor een boek, maar dat is blijkbaar zo,' zei ze terwijl ze op de witte kant van de wikkel schreef. 'Bel me maar als je vragen hebt.'

Maddie was niet gemakkelijk van haar stuk te brengen, maar toen Meg haar de wikkel gaf was ze zo verbijsterd dat ze niet wist wat ze moest zeggen. Ze keek naar het telefoonnummer en vouwde het papiertje dubbel.

'Je hebt waarschijnlijk met de familie van die serveerster gepraat.' Meg stopte haar pen weer in haar tas en haar zwarte haar viel over haar bleke wangen. 'Ik weet zeker dat ze leugens over mijn familie hebben verteld.'

'Er leeft nog maar één familielid van Alice. Haar dochter.'

Meg keek op en duwde haar haren achter haar oren. 'Ik weet niet wat zij je kan vertellen. Niemand hier herinnert zich haar. Ze ruïneert waarschijnlijk gezinnen, net als haar moeder.'

Maddies handen verstrakten rond de handgreep van de winkelwagen, maar het lukte haar om vriendelijk te glimlachen. 'Ze lijkt net zoveel op haar moeder als jij waarschijnlijk op die van jou lijkt.'

'Ik lijk helemaal niet op mijn moeder.' Meg ging rechter staan en haar stem werd iets scherper. 'Mijn moeder heeft haar overspelige echtgenoot vermoord. Ik ben van de mijne gescheiden.'

'Jammer dat je moeder niet heeft bedacht dat een scheiding een betere optie was.'

'Soms wordt iemand te ver gedreven.'

Onzin. Maddie had dat excuus gehoord van iedere psychopaat die ze ooit had geïnterviewd. Het bekende ze-dreef-me- te-ver-dus-heb-ik-haar-honderdvijftig-keer-gestoken-excuus. Ze stopte de kauwgomwikkel in haar broekzak en vroeg: 'Wat was er met je vaders verhouding met Alice Jones waardoor je moeder door het lint ging?'

Maddie verwachtte hetzelfde antwoord dat ze elke keer dat ze die vraag stelde had gekregen. Een schouderophalen. In plaats daarvan begon Meg nog een keer druk in haar tas te zoeken. Ze haalde er een sleutelbos uit en vouwde haar armen over elkaar.

'Ik weet het niet.' Ze schudde haar hoofd.

Ze liegt, dacht Maddie terwijl ze in Megs groene ogen keek.

Toen Maddie haar huis binnenkwam nadat ze de hele dag weg was geweest, werd ze begroet door het karkas van een dode muis. Vorige week had Ernies Ongediertebestrijding eindelijk tijd gehad en was er lokaas neergelegd. Met als resultaat dat

Maddie overal dode muizen bleef vinden. Ze zette haar Value Rite-tassen op het aanrecht en trok wat keukenpapier van de rol. Ze pakte de muis bij zijn staart en droeg hem naar buiten om hem in de vuilnisbak te gooien.

'Wat ben je aan het doen?'

Maddie keek over haar schouder naar de donkere schaduw die werd gevormd door de torenhoge dennenbomen, en haar blik belandde op twee jongens die waren verkleed als mini- commando's.

Ze hield de muis omhoog. 'Ik gooi deze in de vuilnisbak.'

Travis Hennessy krabde met de loop van zijn groene Nerfgeweer aan zijn wang. 'Is zijn kop eraf?'

'Nee, het spijt me.'

'Jammer.'

Ze liet het karkas in de vuilnisbak vallen.

'Mijn vader en moeder gaan naar Boise,' vertelde Pete haar. 'Mijn tante heeft haar baby's gekregen.'

Maddie draaide zich om en keek naar Pete. 'Echt waar? Dat is geweldig nieuws.'

'Ja, en Pete slaapt vannacht bij mij, zei Travis.'

'Mijn vader brengt ons zo meteen naar Travis' huis. Hij zegt dat mijn oom Nick een borrel nodig heeft.' Pete laadde zijn plastic camouflagegeweer met een oranje rubberen pijl. 'De baby's heten Isabel en Lilly.'

'Weet je of...?'

Maddie werd onderbroken doordat Louie de jongens riep. 'Tot ziens,' zeiden ze in koor, waarna ze zich omdraaiden en tussen de bomen verdwenen.

'Dag.' Ze deed het deksel op de vuilnisbak en liep naar huis terug. Daar waste ze haar handen en ze desinfecteerde de vloer op de plek waar ze het karkas had gevonden. Het was na zevenen en ze legde een kipfilet op haar George Foreman-grill. Ze maakte een salade en dronk twee glazen wijn bij haar maaltijd. Het was een lange dag geweest en nadat ze had gegeten en de

vaat in de afwasmachine had gedaan, verkleedde ze zich in een blauwe Victoria's Secret-loungebroek met PINK op haar billen geschreven. Ze ritste een blauw sweatshirt met capuchon dicht en deed haar haren in een paardenstaart.

Er lag een geel notitieblok op haar bureau. Ze pakte het, deed een paar lampen aan en maakte het zich gemakkelijk op de bank. Terwijl ze de afstandsbediening pakte dacht ze na over Meg en hun gesprek midden in de Value Rite. Als Meg loog toen ze zei dat ze niet wist waardoor haar moeder door het lint was gegaan, loog ze ook over andere dingen. Dingen die Maddie misschien niet zou kunnen bewijzen of weerleggen.

Cold Case verscheen op het televisiescherm en Maddie gooide de afstandsbediening naast zich op de bank. Ze legde haar voeten op de salontafel en schreef haar indrukken over Meg op. Daarna stelde ze een lijst op met vragen die ze haar wilde stellen en ze was tot 'Wat herinner je je van de nacht dat je ouders stierven?' gekomen, toen de bel ging.

Het was halftien en ze keek door het kijkgat. De enige man die ooit in haar huis was geweest stond voor de deur. Het was meer dan een week geleden sinds ze Mick in zijn kantoor in Mort's had gezoend. Acht dagen sinds hij haar jurk had losgemaakt en haar naar hem had laten hunkeren. Vanavond keek hij niet vrolijk, maar dat leek geen indruk op haar lichaam te maken.

Ze voelde het diep in haar buik trekken toen ze de deur opendeed.

'Ik heb Meg net gesproken,' zei hij met zijn handen op zijn heupen, honderd procent mannelijke strijdlustigheid en bruisend testosteron.

'Hallo, Mick.'

'Ik dacht dat ik duidelijk had gezegd dat je bij mijn zus uit de buurt moest blijven.'

'En ik dacht dat ik duidelijk had gezegd dat ik geen bevelen van je aanneem.' Maddie sloeg haar armen over elkaar en keek hem aan. De eerste bleke schaduwen van de avond schilderden

hem in een vaag grijs en maakten zijn ogen alarmerend blauw. Jammer dat hij zo bazig deed.

Ze staarden een paar seconden naar elkaar voordat hij zijn handen langs zijn zij liet vallen en zei: 'Blijven we hier de hele avond naar elkaar staren? Of mag ik binnenkomen?'

'Misschien.' Ze liet hem uiteindelijk binnen, maar ze was niet van plan heel vrolijk en zonnig te doen. 'Ga je vervelend doen?'

'Ik ben nooit vervelend.'

Ze trok één wenkbrauw op.

'Ik zal aardig proberen te zijn.'

Het klonk niet erg overtuigend, dacht Maddie. 'Zul je proberen om je tong uit mijn mond te houden?'

'Dat hangt ervan af. Als jij met je handen van mijn pik afblijft.'

'Klootzak.' Ze draaide zich om, liep de zitkamer in en liet hem staan.

Het gele notitieblok lag nog op de salontafel en ze draaide het met de tekst naar beneden toen hij de kamer binnenkwam.

'Ik weet dat Meg heeft gezegd dat je haar moet bellen.'

Maddie pakte de afstandsbediening en zette Cold Case af. 'Ja, dat heeft ze inderdaad gedaan.'

'Dat mag je niet doen.'

Ze rekte zich uit en ging rechtop zitten. Het was zo typerend voor hem, dat hij dacht dat hij haar kon vertellen wat ze wel of niet mocht doen. Hij stond in haar huis, lang en imposant, alsof hij hier de baas was. 'Ik dacht dat je inmiddels wel had geleerd dat ik jouw bevelen niet opvolg.'

'Het is geen spelletje, Maddie.' Hij droeg een zwart Mort's- poloshirt in een Levi's die laag op zijn heupen hing. 'Je kent Meg niet. je weet niet hoe ze kan zijn.'

'Waarom vertel je het me dan niet?'

'Natuurlijk,' zei hij sarcastisch. 'Zodat je in je boek over haar kunt schrijven.'

'Ik heb gezegd dat ik niet over jou en je zus schrijf.' Ze ging op de leuning van de bank zitten en legde een voet op de salontafel. 'Als ik eerlijk ben, Mick, ben je gewoon niet interessant genoeg.' God, dat was zo'n enorme leugen dat ze verbaasd was dat haar neus niet begon te groeien.

Hij keek op haar neer. 'Uh-huh.'

Ze legde een hand op haar borstkas. 'Ik ben bij Meg uit de buurt gebleven, zoals je wilde, maar zij begon tegen mij te praten. Ik heb haar niet aangesproken.'

'Dat weet ik.'

'Ze is een volwassen vrouw. Ze is ouder dan jij en ze is in staat om zelf te beslissen of ze wel of niet met me wil praten.'

Hij liep naar de openslaande deuren en keek naar de veranda en het meer erachter. Het licht van de lamp naast de bank raakte zijn schouder en de zijkant van zijn gezicht. 'Ze is misschien ouder, maar ze is niet altijd even voorspelbaar.' Hij was een paar seconden stil, toen draaide hij zijn hoofd en keek over zijn schouder naar haar. Zijn stem veranderde; de eisende toon was verdwenen toen hij vroeg: 'Hoe weet je dat mijn moeders voetstappen die nacht overal in het café stonden? Staat dat in een politierapport?'

Maddie kwam langzaam overeind. 'Ja.'

Ze hoorde zijn volgende vraag nauwelijks. 'En verder?'

'Er zijn foto's van haar voetstappen.'

'Jezus.' Hij schudde zijn hoofd. 'Ik bedoel, wat staat er nog meer in het rapport?'

'Wat er altijd in staat. Alles van de tijd van aankomst tot de plek waar de lichamen lagen.'

'Hoe lang heeft mijn vader nog geleefd?'

'Ongeveer tien minuten.'

Hij liet zijn gewicht op één voet rusten en sloeg zijn armen over elkaar. Hij zweeg een paar seconden en zei toen: 'Ze had een ambulance kunnen bellen en zijn leven misschien kunnen redden.'

'Dat had ze inderdaad kunnen doen.'

Hij keek haar aan. Er brandde een golf van emotie in zijn blauwe ogen. 'Tien minuten is veel tijd voor een vrouw die toekijkt terwijl haar man doodbloedt.'

Ze deed een paar stappen in zijn richting. 'Ja.'

'Wie heeft de politie gebeld?'

'Je moeder. Vlak voordat ze zichzelf doodschoot.'

'Dus ze overtuigde zich ervan dat mijn vader en de serveerster dood waren voordat ze belde.'

Maddie bleef stilstaan. 'De serveerster had een naam.'

'Ik weet het.' Er lag een droevige glimlach rond zijn mond. 'In mijn jeugd noemde mijn oma haar altijd "de serveerster". Het is een gewoonte.'

'Wist je dat allemaal niet?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Mijn oma praatte nooit over vervelende dingen. Geloof me, dat mijn moeder mijn vader en Alice Jones heeft vermoord stond boven aan de lijst met onderwerpen waarover we niet praatten.' Hij keek naar buiten. 'Je hebt dus foto's.'

'Ja.'

'Hier?'

Ze dacht na over haar antwoord en besloot de waarheid te zeggen. 'Ja.'

'Wat nog meer?'

'Naast de politierapporten en foto's van de plaats delict heb ik interviews, krantenartikelen, schematische tekeningen en het rapport van de lijkschouwer.'

Mick duwde de openslaande deuren open en liep naar buiten. De dennenbomen wierpen zwarte schaduwen op het terras en verjoegen het stille grijs van de schemering. Een lichte bries bracht de geur van dennenbomen mee en liet het haar op Micks voorhoofd opwaaien. 'Toen ik een jaar of tien was ben ik naar de bibliotheek gegaan omdat ik de krantenartikelen wilde lezen, maar de bibliothecaresse was een vriendin van mijn oma, dus ik ben weer weggegaan.'

'Heb je later verslagen van die nacht gelezen?' 'Nee.'

'Wil je ze zien?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Nee. Ik heb niet veel herinneringen aan mijn ouders en als ik lees wat er die nacht is gebeurd, verpest dat de herinneringen die ik heb.'

Zij had ook niet veel herinneringen aan haar moeder, maar pasgeleden waren er met behulp van de dagboeken een paar teruggekomen. 'Misschien gebeurt dat niet.'

Hij lachte zonder humor. 'Totdat jij de stad in denderde wist ik niet dat mijn moeder toekeek terwijl mijn vader stierf. Ik wist niet dat ze hem zo erg haatte.'

'Ze haatte hem waarschijnlijk niet. Liefde en haat zijn heel krachtige emoties. Mensen vermoorden de mensen van wie ze houden voortdurend. Ik begrijp het niet, maar ik weet dat het gebeurt.'

'Dat is geen liefde. Het is iets anders.' Hij liep naar de donkerste hoek van de veranda en pakte de houten balustrade vast. Aan de overkant van het meer rees de maan boven de bergen en een perfect spiegelbeeld weerkaatste op het water. 'Tot jij in de stad kwam was alles in het verleden begraven, waar het thuishoort. Toen begon jij te wroeten en rond te snuffelen en nu praat iedereen erover. Net als in mijn jeugd.'

Ze liep naar hem toe en leunde met haar billen tegen de balustrade. Ze sloeg haar armen over elkaar en keek naar de donker wordende omtrek van zijn gezicht. Ze was heel dichtbij, zijn hand lag naast de hare op de balustrade. 'Ik neem aan dat je vader en moeder vaak ter sprake kwamen.'

'Dat kun je wel zeggen.'

'Vocht je daarom altijd?'

Hij keek in haar ogen en lachte geluidloos. 'Misschien hield ik gewoon van vechten.'

'Of misschien hield je er niet van dat mensen onaardige dingen over je familie zeiden.'

'Je denkt dat je me kent. Je denkt dat je me helemaal doorhebt.'

Ze haalde haar schouders op. Ja, ze kende hem. In sommige opzichten hadden ze spiegellevens geleid. 'Ik denk dat het vreselijk is geweest om in een stad te wonen waar iedereen weet dat je moeder je vader en zijn jonge minnares heeft vermoord. Kinderen kunnen heel wreed zijn. Geloof me, daar weet ik alles van. Kinderen zijn gemeen.'

De wind blies een paar lange plukken haar over Maddies wang en Mick hief een hand op en veegde ze uit haar gezicht. 'Wat hebben ze gedaan? Hebben ze je niet gekozen voor trefbal?'

'Ik werd nergens voor gekozen. Ik was een beetje mollig.'

'Een beetje?'

'Erg.'

'Hoeveel woog je?'

'Ik weet het niet, maar in groep acht kreeg ik een paar fantastische zwarte laarzen. Mijn kuiten waren te dik en ik kon ze niet helemaal omhoog ritsen. Dus ik vouwde ze naar beneden en misleidde mezelf met de gedachte dat iedereen zou denken dat het zo hoorde. Ze lieten zich niet in de maling nemen en ik heb de laarzen nooit meer gedragen. Dat was het jaar dat ze me Mars Maddie begonnen te noemen. Eerst was ik dolblij dat ze geen vette Maddie meer tegen me zeiden. Maar toen ik erachter kwam waarom ze me zo noemden was ik niet zo blij meer.' Mick trok één wenkbrauw vragend op en ze legde het uit: 'Ze zeiden dat ik zo dik was omdat ik altijd Marsen at.'

'Die kleine rotzakken. Geen wonder dat je altijd zo lastig bent.'

Was ze lastig? Misschien. 'En wat is jouw excuus?'

Ze voelde dat zijn ogen even op haar gezicht rustten voordat hij antwoord gaf. 'Ik ben niet zo lastig als jij.'

'Natuurlijk,' zei ze spottend.

'Nou, dat was ik in elk geval niet voordat jij in de stad kwam wonen.'

'Al lang voordat ik hier kwam wonen maakte jij het leven van sheriff Potter tot een hel.' 'Opgroeien in deze stad was soms een hel.'

'Dat kan ik me voorstellen.'

'Nee, dat kun je niet.' Hij haalde diep adem en liet de lucht langzaam ontsnappen. 'De mensen hebben zich mijn hele leven afgevraagd of ik net zo gek zou worden als mijn moeder en ook iemand zou vermoorden. Of dat ik net als mijn vader zou worden. Dat is een moeilijke situatie voor een kind om in te leven.'

'Maak je je daar wel eens zorgen over?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Nee, nooit. Mijn moeders probleem, een van haar problemen, was dat ze nooit een relatie had moeten beginnen met een man die haar telkens ontrouw was. En het probleem van mijn vader was dat hij nooit had moeten trouwen.'

'Dus jouw oplossing is het huwelijk vermijden?'

'Precies.' Hij ging naast haar op de balustrade zitten en pakte haar hand vast. 'Het bevalt me dat je je figuurprobleem hebt opgelost door koolhydraten te vermijden.'

'Dat is anders. Ik ben een levensgenieter en ik moet meer vermijden dan alleen koolhydraten.' Op dat moment voelde de levensgenieter in haar hoe de warmte van zijn hand zich over haar arm en haar borst verspreidde.

'Je ontwijkt seks ook.'

'Ja, en als ik aan een van die twee toegeef sta ik niet in voor de gevolgen.'

'Wat bedoel je?'

Hij stond plotseling vlak naast haar en ze ging staan. 'Dan ga ik helemaal los.'

'Met seks?'

Ze probeerde haar hand weg te trekken, maar hij verstevigde zijn greep. 'Of koolhydraten.'

Hij pakte de onderkant van haar sweatshirt met zijn vrije hand. 'En met seks?'

'Ook.'

Door de duisternis die hen scheidde schonk hij haar een witte, verleidelijke glimlach. 'Wat moet ik me bij die gevolgen voorstellen?' Hij trok haar langzaam naar zich toe tot ze tussen zijn dijen stond.

De warmte van zijn hand, de aanraking van zijn dijbenen en de ondeugende glimlach spanden samen om haar over te halen, zogen de behoefte om weerstand te bieden uit haar en maakten haar willoos. Haar borsten voelden zwaar, haar huid verstrakte en de meedogenloze hunkering die ze voelde sinds Mick haar had gezoend overviel haar nu... scherp, pijnlijk, overweldigend.

'Dat wil je niet weten.'

'Jawel,' zei hij. 'Dat denk ik wel.'