Maddie pakte de fles cola iight die op haar bureau stond en schroefde de dop eraf. Ze nam een flinke slok en deed de dop er weer op. Op het moment dat ze die ochtend haar ogen opendeed wist ze hoe ze het boek moest beginnen. Haar andere boeken was ze altijd met ijzingwekkende feiten begonnen. Nu schreef ze:

'Ik beloof je dat het dit keer anders wordt, liefje.' Alice Jones keek naar haar dochtertje, en keek daarna weer naar de weg. 'Je zult Truly geweldig vinden. Het lijkt een beetje op de hemel, en het wordt tijd dat Jezus ervoor zorgt dat we op een fijne piek terechtkomen.'

Haar dochtertje zei niets. Ze had het eerder gehoord, de opwinding in haar moeders stem en de beloften over een beter leven. Maar het enige wat altijd veranderde was hun adres.

Zoals altijd wilde ze haar moeder geloven. Echt, dat wilde ze, maar ze was net vijf jaar geworden. Oud genoeg om zich te realiseren dat het nooit beter zou worden. Vat er niets veranderde.

'We gaan in een fijne caravan wonen.'Ze keek door het raam naar de dennenbomen die voorbijgleden. Een caravan? Ze had nog nooit in een caravan gewoond.

'Met een schommel in de voortuin.'

Een schommel? Ze had nog nooit een schommel gehad. Ze keek naar haar moeder, het zonlicht scheen in haar blonde haren. Haar moeder zag eruit als een engel op een kerstkaart. Alsof ze boven op een kerstboom moest staan, en ze dwong zichzelf het te geloven. Ze dwong zichzelf te geloven in de droom dat ze de hemel zouden vinden. Ze dwong zichzelf te geloven in een beter leven, en vijf maanden lang was het beter geweest - tot de nacht dat een krankzinnige vrouw een serie kogels in het jonge lichaam van Alice Jones schoot en de droom in een nachtmerrie veranderde.

Maddie schoof haar stoel bij het bureau vandaan en stond op. De mouwen van haar katoenen pyjama gleden naar haar ellebogen toen ze haar armen boven haar hoofd strekte en zich uitrekte. Het was net na twaalven en ze had nog niet gedoucht. Haar vriendin Clare douchte altijd en maakte zich op voordat ze ging zitten om te schrijven. Maddie niet. Natuurlijk, dat betekende dat ze soms door de postbode werd betrapt op een moment dat ze er vreselijk uitzag. Maar daar maakte ze zich niet echt druk om.Ze stapte onder de douche en dacht na over de rest van haar dag. Ze had een lijst met namen en adressen van mensen die een relatie met de moordzaak hadden. Boven aan de lijst stond een bezoek aan het Value Rite-warenhuis, waar Carleen Daw- son werkte. Carleen was serveerster bij Hennessy's geweest in de tijd dat Maddies moeder er werkte. Ze wilde een afspraak met Carleen maken om haar te interviewen en het persoonlijk aan haar vragen had voordelen boven een telefoongesprek. Na haar douche wreef ze amandelcrème in haar huid en trok ze een zwarte overslagjurk aan, die ze aan de zijkant van haar middel vastknoopte. Ze kamde haar haren uit haar gezicht, deed een beetje mascara op en stiftte haar lippen dieprood. Daarna trok ze rode sandalen aan en stopte een notitieblok in haar dunne leren aktetas. Ze was niet van plan om iets uit de tas te gebruiken, maar het gaf de juiste indruk.

Het Value Rite-warenhuis lag een paar blokken van Main Street, naast Helens Haarhut. Geraniums in potten en gele luifels gaven de buitenkant van de winkel kleur. Binnen stond het vol met allerlei artikelen, van pleisters en aspirine tot houten beelden van herten, elanden en beren, die waren uitgesneden door inwoners van Truly. Ze vroeg bij de kassa waar ze Carleen kon vinden en werd naar het gangpad met snacks verwezen.

'Carleen Dawson?' vroeg ze aan een kleine vrouw met een witte bloes en een blauw met rood schort die over een kar met marshmallows en Pop Smart gebogen stond.

Ze kwam overeind en keek door een bril met dubbelfocusglazen naar Maddie. 'Ja.'

'Hallo, mijn naam is Madeline Dupree en ik ben schrijfster.' Ze gaf Carleen een visitekaartje. 'Ik hoop dat je een paar minuutjes voor me hebt.'

'Ik heb geen pauze.'

'Ik weet het.' Carleens haar was stevig getoupeerd en Maddie vroeg zich even af waarom sommige inwoners van Truly zulk afgrijselijk haar hadden. 'Ik hoopte dat we een afspraak buiten werktijd konden maken.'

Carleen keek naar het zwart met zilveren visitekaartje en keek toen weer naar Maddie. 'Waargebeurde misdaden? Schrijf je over waargebeurde misdaden? Zoals Ann Rule?'

Die trut. 'Ja. Inderdaad.'

'Ik weet niet hoe ik je kan helpen. We hebben geen seriemoordenaars in Truly. Een paar jaar geleden was er een in Boise. Het is niet te geloven, maar dat was een vrouw.'

Maddie geloofde het wel degelijk. Haar vriendin Lucy was een verdachte in die zaak geweest en Maddie was van plan om in de toekomst over deze zaak te schrijven.

'Er gebeurt hier nooit iets,' voegde Carleen eraan toe terwijl ze een zak marshmallows op de plank zette.

'Ik schrijf niet over een seriemoordenaar.'

'Waarover dan?'

Maddie pakte haar aktetas wat steviger beet en stopte haar andere hand in de zak van haar jurk. 'Negenentwintig jaar geleden werkte je in Hennessy's toen Rose Hennessy haar echtgenoot en de serveerster Alice Jones doodschoot en daarna het pistool op zichzelf richtte.'

Carleen zweeg even en zei toen: 'Ik was er niet bij.'

'Dat weet ik. Je was al naar huis.'

'Dat is een hele tijd geleden. Waarom wil je daarover schrijven?'

Omdat het mijn leven is. 'Omdat niet alle interessante waargebeurde misdaadverhalen over seriemoordenaars gaan. Soms gaan de beste verhalen over echte mensen. Gewone mensen die doordraaien en vreselijke misdaden begaan.'

'Dat zou kunnen.'

'Kende je Alice Jones?'

'Ja, ik kende haar. Ik kende Rose ook, maar ik denk niet dat ik erover moet praten. Het was een heel verdrietige situatie, maar iedereen is verdergegaan.' Ze stak de hand met het visitekaartje naar Maddie uit. 'Het spijt me, ik kan je niet helpen.'

Maddie wist wanneer ze druk moest uitoefenen en wanneer ze een stapje terug moest doen. Tijdelijk. 'Goed, denk er gewoon over na.' Ze glimlachte en hield één hand in haar zak en de andere rond het handvat van haar aktetas. 'Als je van gedachten verandert bel je me gewoon.'

Carleen liet het kaartje in de zak van haar schort glijden. 'Ik verander niet van gedachten. Sommige dingen kunnen het best in het verleden begraven blijven.'

Misschien, maar wat Carleen niet wist maar al snel zou ontdekken, was dat Maddie zelden nee als antwoord accepteerde.

'Nee. Ik kan je niet helpen.'

Maddie stond voor de afgebladderde voordeur van Jewel Finley, de tweede serveerster die bij Hennessy's had gewerkt in de tijd dat Alice was vermoord. 'Het duurt niet lang.'

'Ik heb het druk.' Jewels haar zat in roze rollers en Maddie dacht dat ze Dippity-do rook. Jezus, verkochten ze nog steeds Dippity-do? 'Rose was een goede vriendin van me en ik ga niet over haar roddelen,' zei Jewel. 'Wat er met haar is gebeurd is een tragedie. Ik ga haar vreselijke lot niet uitbuiten.'

Haar vreselijke lot? 'Ik ben niet van plan om iemand uit te buiten, maar om alle kanten van het verhaal te belichten.'

'Je wilt er geld mee verdienen.'

'Geloof me, er zijn makkelijker manieren om geld te verdienen.' Maddie voelde dat ze kwaad werd, maar ze was zo verstandig om zich in te houden. 'Is er een beter moment om terug te komen?'

'Nee.'

'Misschien als je het niet zo druk hebt?'

'Ik ben niet van plan om met je over Rose te praten, en ik betwijfel of iemand anders dat wel wil.' Ze deed een stap naar achteren. 'Tot ziens,' zei ze, en ze deed de deur dicht.

Maddie schoof een visitekaartje tussen de deur en liep naar haar Mercedes, die langs het trottoir stond. Niet alleen nam Maddie nooit genoegen met nee, ze was net de Terminator en ze kwam absoluut terug.

'Weet u wanneer hij terug is?'

'Dat hangt ervan af of de vis bijt. Morgen, als ze niet bijten. En als ze wel bijten weet ik het niet.' Levana Potter keek naar Maddies visitekaartje en draaide het om. 'Maar ik kan je wel vertellen dat hij zich alles van die avond herinnert.' De vrouw van de gepensioneerde sheriff keek op. 'Het achtervolgt hem nog steeds.' Ze had Levana voor haar huis in boerderij stijl gevonden, waar ze aan het werk was in een bloembed. Het goede nieuws was dat de sheriff er positiever tegenover zou staan om met Maddie te praten. Het slechte nieuws was dat haar interview moest wachten op de wispelturige zoetwaterforel. 'Kende u de partijen die bij de zaak betrokken waren?'

'Natuurlijk.' Levana stopte het visitekaartje in de zak van haar bloes en stopte haar hand weer in haar tuinhandschoen. 'De Hennessy's wonen al generaties lang in deze vallei. Ik kende Alice niet goed. Ik heb alleen een paar keer met haar gepraat als ze in de kleine ijssalon annex cadeauwinkel kwam die ik bezat. Ze was mooi en ze leek me heel lief. Ze zag eruit als een engel. Ze had een dochtertje, dat weet ik nog. Toen Alice dood was heeft haar tante haar meegenomen. Ik weet niet wat er met haar is gebeurd.'

Maddie glimlachte even. 'Herinnert u zich haar naam?'

Levana schudde haar hoofd en haar gepermanente witte haar waaide een beetje op. 'Hemel, nee. Het is negenentwintig jaar geleden en ik heb haar maar een paar keer gezien. Jeetje, ik vind het zelfs moeilijk om mijn eigen naam te onthouden.'

'Alice woonde in het Roundup Caravanpark.'

'Helaas, dat is jaren geleden afgebroken.'

'Ja, dat weet ik. Maar ik kan geen gegevens vinden over de mensen die daar in dezelfde periode als Alice en haar dochter hebben gewoond.' In haar dagboeken had Alice een paar vrouwen bij hun voornaam genoemd. 'Herinnert u zich een vrouw met de naam Trina, die waarschijnlijk naast Alice woonde?'

'Hm.' Levana schudde haar hoofd. 'Er gaat geen lampje branden. Maar Bill weet het wel,' zei ze. 'Hij herinnert zich iedereen die ooit in dit stadje heeft gewoond. Ik geef hem je kaartje als hij van zijn vistocht terugkomt.'

'Dank u. Ik ben morgen niet in de stad, maar overmorgen ben ik weer terug.' 'Ik zal het hem zeggen, maar het kan volgende week worden.'

Fantastisch. 'Bedankt voor uw tijd.'