De waarheid lag ergens in het midden. De dingen die ze had gezien en waarover ze had geschreven beïnvloedden haar. Ongeacht hoe groot de barrière was die ze plaatste tussen haar geestelijke gezondheid en de misdadigers die ze interviewde en naar wie ze onderzoek deed, soms sijpelde hun ziekte door de kieren en liet een zwarte, kleverige laag achter die verdomd moeilijk weg te schrobben was.
Haar werk maakte dat ze de wereld een beetje anders zag dan iemand die nog nooit tegenover een seriemoordenaar had gezeten die ervan genoot om over zijn 'werk' te vertellen. Maar het had ook een sterke vrouw van haar gemaakt die van niemand iets pikte. Er waren maar weinig mensen die haar konden intimideren en ze had geen illusies over de mensheid. Natuurlijk wist ze dat de meeste mensen fatsoenlijk waren en dat ze het juiste zouden doen als ze voor de keus stonden, maar ze wist ook over de anderen. De vijftien procent die alleen in zijn eigen egoïstische en perverse genot was geïnteresseerd. Van die vijftien procent viel maar zo'n twee procent in de categorie echte seriemoordenaars. De anderen met een sociale afwijking waren de gewone verkrachters, moordenaars, misdadigers en managers die stiekem de spaarrekeningen van hun werknemers plunderden.En als er één ding was wat ze net zo zeker wist als dat de zon opkwam in het oosten en onderging in het westen, was het dat iedereen geheimen had. Ze had er zelf ook een paar. Ze hield die van haar alleen wat dichter bij haar hart dan de meeste mensen.
Ze bracht haar glas naar haar lippen terwijl haar blik naar het eind van de bar werd getrokken. Achterin ging een deur open en een man stapte van een verlichte steeg de donkere hal in.
Maddie kende hem. Ze wist wie hij was voordat hij uit de schaduw tevoorschijn kwam, voordat het licht van de bar op de brede borstkas en schouders onder het zwarte T-shirt scheen. Ze wist wie hij was voordat het licht over zijn kin en neus gleed en op het haar scheen dat zo zwart was als de nacht waaruit hij was gekomen.
Hij ging achter de bar staan, bond een rood schort rond zijn heupen en strikte de banden boven zijn gulp. Ze had hem nooit ontmoet. Ze waren nooit in dezelfde ruimte geweest, maar ze wist dat hij vijfendertig was, een jaar ouder dan zij. Ze wist dat hij één meter achtentachtig was en vijfentachtig kilo woog. Hij had twaalf jaar in het leger gezeten, helikopters gevlogen en Hellfire-raketten afgeschoten. Hij was vernoemd naar zijn vader, Lochlyn Michael Hennessy, maar zijn roepnaam was Mick. Net als zijn vader was hij een onmogelijk aantrekkelijke man. Het soort aantrekkelijk waardoor hoofden omdraaiden, harten stopten en vrouwen onfatsoenlijke gedachten kregen. Gedachten aan hete monden en handen en kleren op de grond. De fluistering van een warme ademhaling tegen de boog van een vrouwenhals en de aanraking van naakte huid op de achterbank van een auto.
Maddie was echter helemaal niet gevoelig voor dat soort gedachten.Mick had een oudere zus, Meg, en hij bezat twee cafés in de stad, Mort's en Hennessy's. Het laatste was al voor zijn geboorte in het bezit van zijn familie geweest. Hennessy's was de bar waar Maddies moeder had gewerkt, waar ze Loch Hennessy had ontmoet en waar ze was gestorven.
Alsof hij haar blik voelde, keek hij op van de banden van zijn schort en hun ogen ontmoetten elkaar. Ze verslikte zich in de gin, die weigerde door haar keel te stromen. Van zijn rijbewijs wist ze dat zijn ogen blauw waren, maar ze waren eerder intens turkoois. Als de Caribische Zee, en het was een schok om te zien dat deze ogen naar haar keken. Ze liet haar glas zakken, hield haar hand voor haar mond en hoestte.
De laatste tonen van het honkytonknummer stierven weg terwijl hij dichterbij kwam, tot niet meer dan een paar decimeter kastanjebruin hout hem van haar scheidde. 'Gaat het?' Zijn diepe stem sneed door het geluid rondom hen.
Ze slikte en hoestte nog een keer. 'Ik geloof het wel.'
'Hallo, Mick,' riep de blondine op de kruk naast haar.
'Hallo, Darla. Hoe is het met je?'
'Het kon beter.'
'Is dat niet altijd zo?' vroeg hij terwijl hij naar de vrouw staarde. 'Ben je van plan om je vanavond te gedragen?'
'Je kent me.' Darla lachte. 'Dat ben ik altijd van plan. Maar ik kan natuurlijk worden overgehaald om me te misdragen.'
'Maar je houdt je ondergoed vanavond aan. Afgesproken?' zei hij terwijl hij één donkere wenkbrauw optrok.
'Je weet het nooit met mij.' Ze boog zich naar hem toe. 'Je weet nooit waartoe ik in staat ben. Soms ben ik een beetje gestoord.'
Sóms? Haar eigen verjaardagskaart kopen en haar vriend zijn naam erop laten zetten suggereerde dat ze leed aan een pas- sief-agressieve stoornis die grensde aan krankzinnigheid.
'Hou gewoon je slipje aan, zodat ik je niet weer in je blote kont naar buiten hoef te gooien.'
Wéér? Wilde hij daarmee zeggen dat het eerder was gebeurd? Maddie nam een slok en haar blik gleed naar Darla's aanzienlijke achterwerk, dat ze in een Wrangier had geperst.
Voor de tweede keer die avond verslikte Maddie zich in haar drankje.
Micks diepe gegrinnik trok Maddies aandacht en ze zag het plezier in zijn verrassend blauwe ogen. 'Wil je wat water, schat?' vroeg hij.
Ze schudde haar hoofd en schraapte haar keel.
'Is dat drankje te sterk: voor je?'
'Nee. Het is prima.' Ze hoestte nog een keer en zette haar glas op de bar. 'Ik had gewoon een afgrijselijk visioen.'
Zijn mondhoeken krulden omhoog in een begrijpende glimlach die twee kuiltjes in zijn bruine wangen tevoorschijn toverde. 'Ik heb je hier niet eerder gezien. Ben je op doorreis?'
Ze verdrong het beeld van Darla's enorme blote kont en concentreerde zich op de reden waarom ze in Mort's was. Ze had verwacht dat ze op het eerste gezicht een hekel aan Mick Hen- nessy zou hebben, maar dat was niet zo. 'Nee. Ik heb een huis aan Red Squirrel Road gekocht.'
'Leuke buurt. Zit je aan het meer?'
'Ja.' Ze vroeg zich af of Mick naast het uiterlijk ook de charme van zijn vader had geërfd. Van wat Maddie aan informatie had verzameld, wist ze dat Loch Hennessy met niet meer dan een blik in hun richting de vrouwen in zijn bed had gekregen. Hij had haar moeder in elk geval betoverd.
'Ben je hier voor de zomer?' 'Ja.'
Hij hield zijn hoofd schuin en bestudeerde haar gezicht. Zijn blik gleed van haar ogen naar haar mond en bleef een paar hartslagen hangen voordat hij weer omhoogkeek. 'Hoe heet je, bruinoog?'
'Maddie,' antwoordde ze terwijl ze haar adem inhield en erop wachtte tot hij de naam met het verleden had verbonden. Zijn verleden.
'Alleen Maddie?'
'Dupree,' antwoordde ze. Haar auteursnaam.
Iemand aan de bar riep Mick en hij keek één moment weg voordat hij zijn aandacht weer op haar richtte. Hij schonk haar een ontspannen glimlach. Een die de kuiltjes naar voren bracht en zijn mannelijke gezicht verzachtte. Hij herkende haar niet. 'Ik ben Mick Hennessy.' De muziek begon opnieuw en hij zei: 'Welkom in Truly. Misschien zie ik je nog een keer.'
Ze zag hem weglopen zonder dat ze hem de reden had verteld waarom ze in Mort's was. Dit was niet het beste tijdstip of de meest geschikte plek, maar het was meer dan een 'misschien'. Hij wist het nog niet, maar Mick Hennessy zou haar nog heel vaak te zien krijgen. En de volgende keer was hij misschien niet zo gastvrij.
De geluiden en geuren van de bar benauwden haar en ze hing haar tas over haar schouder. Ze liet zich van de kruk glijden en baande zich een weg door de schemerig verlichte ruimte. Bij de deur keek ze over haar schouder naar de bar en naar Mick. Hij hield zijn hoofd een beetje schuin en glimlachte. Ze bleef staan en pakte het hengsel van haar tas steviger beet toen hij zich omdraaide om een biertje te tappen.
Terwijl ze daar stond en de jukebox iets speelde over whisky voor mannen en bier voor paarden, keek ze naar het donkere haar in zijn nek en de brede schouders in het zwarte T-shirt. Hij draaide zich om, zette het glas op de bar en lachte ergens om. Tot dat moment had Maddie niet geweten wat ze van Mick Hennessy moest verwachten, maar het was in elk geval niet deze levende, ademende, glimlachende man.
Ondanks de donkere bar en de sigarettenrook bereikten zijn ogen haar. Ze kon bijna voelen hoe zijn blik haar aanraakte, hoewel ze wist dat het pure illusie was. Ze stond in de verduisterde entree en het was bijna onmogelijk dat hij haar in de menigte kon onderscheiden. Ze deed de deur open en stapte de koele avondlucht in. Terwijl ze in Mort's zat was de avond als een zwaar, zwart gordijn over Truly neergedaald, alleen onderbroken door een paar verlichte reclameborden en een enkele straatlantaarn.
Haar zwarte Mercedes stond aan de overkant van de straat geparkeerd, voor Tina's Lingeriehuis en de Rock Hound Kunstgalerie. Ze wachtte op de gele Hummer die langsreed en stak de straat over.
Toen ze dichterbij kwam opende ze het slot met de afstandsbediening, ze trok het portier open en ging in het koele leren interieur zitten. Normaal gesproken was. ze niet materialistisch. Ze gaf niet om kleren of schoenen. Omdat niemand haar tegenwoordig nog in haar ondergoed zag, kon het haar niet schelen of haar bh bij haar slipje paste en ze bezat geen dure juwelen. Voordat ze de Mercedes twee maanden geleden had gekocht, had Maddie meer dan driehonderdduizend kilometer in haar Nissan Sentra gereden. Ze had een nieuwe auto nodig gehad en had naar een Volvo suv gekeken, toen ze zich omdraaide en de zwarte S600 sedan zag. De lichten van de showroom schenen op de auto als een teken van God, en ze had kunnen zweren dat ze engelen en het Mormon Tabernacle Choir halleluja hoorde zingen. Wie was zij om een boodschap van de Heer te negeren? Een paar uur nadat ze bij de dealer was binnengelopen, had ze de auto de showroom uit gereden en in de garage van haar woning in Boise geparkeerd.
Ze drukte op de startknop op het dashboard en deed de lampen aan. De cd in haar stereo-installatie vulde de Mercedes met 'Excitable Boy' van Warren Zevon. Ze reed weg van de stoeprand en keerde in het midden van Main Street. De teksten van Warren Zevon waren zowel briljant als verontrustend. Het leek een beetje op kijken in het brein van iemand die tussen krankzinnig en geestelijk gezond balanceerde en af en toe een teen over de rand stak. Hij speelde met de rand, testte hem en trok zich terug net voordat hij het krankzinnigengesticht in werd gezogen. In Maddies branche waren er niet veel die hun teen op tijd hadden teruggetrokken.
De koplampen van de Mercedes sneden door de inktzwarte nacht toen ze bij het enige verkeerslicht van de stad links af sloeg. Haar allereerste auto was een Volkswagen Rabbit geweest, die in zo'n slechte staat verkeerde dat de zittingen bij elkaar werden gehouden met duet tape. Sinds die tijd had ze een hele weg afgelegd. Er lag heel veel tijd tussen het Roundup Caravanpark waar ze met haar moeder had gewoond en het benauwde, kleine huis in Boise waar ze was opgevoed door haar oudtante Martha.
Tot de dag van haar pensionering had Martha achter de toonbank van de Rexall-drogisterij gestaan, en ze hadden geleefd van haar kleine salaris en Maddies kinderbijslag. Ze hadden nooit veel geld gehad, maar dat weerhield Martha er niet van om een half dozijn katten te hebben. Het huis had altijd naar kattenvoer en kattenbakken geroken. Tot vandaag haatte Maddie katten. Goed, misschien haatte ze Mr. Snookums niet, de kat van haar vriendin Lucy. Snookie was cool. Voor een kat.
Ze reed anderhalve kilometer langs de oostoever van het meer, waarna ze haar oprit op draaide, die was omzoomd met dikke, hoog oprijzende dennenbomen, en stopte voor het huis met twee verdiepingen dat ze een paar maanden geleden had gekocht. Ze wist niet hoe lang ze het huis zou houden. Een jaar. Drie jaar. Vijf jaar. Ze had het bij wijze van belegging gekocht. Onroerend goed was erg gewild rond Truly, en als ze het huis weer zou verkopen maakte ze er een leuke winst op.