HOOFDSTUK XX

De klopjacht die georganiseerd werd om Thomas Winter en Sammy op te sporen was zonder precedent in de geschiedenis van het Westen. Een waar leger van ruiters kamde de omgeving in een straal van meer dan honderd mijl uit, zowel ten noorden als ten zuiden van de Rio Grande. Maar alles was vergeefs. Het leek wel alsof ze van de aardbodem waren verdwenen.

Flash nam overigens niet aan de jacht deel. Hij nam er een beetje zijn gemak van in Moores huis. Vaak was hij bij de corral te vinden waar hij een babbeltje maakte met Rags. Want hij had zijn dierbare merrie terug. Hank zou haar meegebracht hebben naar het huis, werd er gezegd.

En Hank zelf?

Die kwam er eigenlijk het bekaaidste af van de hele bende. Hoewel ook weer niet zo bekaaid. Want toen zijn zaak voorkwam, verscheen er op mysterieuze wijze geld voor een prima advocaat en die wist de schade te beperken tot maximum vijf jaar met nog kans op verkorting van straf bij goed gedrag!

De mensen spraken er schande van, maar de macht van het geld was eens te meer gebleken.

Twee belangrijke gesprekken voerde Flash in het huis van Moore. Het eerste verschafte hem het pijnlijke voorrecht naar de volledige bekentenis van de berouwvolle rancher te luisteren. Wat moest Flash nu zeggen op zo'n biecht? Tenslotte was zijn eigen lei ook niet helemaal vlekkeloos. Hij zei dat hij alle begrip kon opbrengen voor een dergelijke jeugdzonde en hij voegde eraan toe:

«Maar als ik u was, zou ik dit Jack maar niet vertellen. Wat niet weet, wat niet deert. Vrouwen begrijpen die dingen soms zo moeilijk. En u weet hoe het gaat, sir. Kinderen vergeven hun ouders het laatste van allemaal!» En daar lieten ze het bij.

Het tweede gesprek was belangrijker. Shorty Baldwin was er ook bij. Shorty bracht het balletje zelfs aan het rollen, want hij was naar Flash gekomen met het aanbod van volledig eerherstel voor Flash in het ouderlijk huis. En hij zou niet eens hoeven te werken ook, als hij niet wilde, maar zou toch zijn part krijgen. Flash was zeer vereerd en verheugd met het aanbod en zei dat ook. Maar hij moest het toch van de hand wijzen. Hij had andere dingen te doen.

Een lange stilte viel toen Shorty vertrokken was. Tenslotte zei Lawrence Moore:

«Bedoel je daarmee dat je weggaat, Flash?»

Flash keek strak naar het meisje en Jacqueline keek even strak terug.

«Ik ga niet,» zei hij, «zonder permissie. Dat staat vast.»

Jacqueline liep naar het raam en ze staarde lange tijd naar buiten alvorens antwoord te geven. En dat antwoord maakte Flash nog niet wijzer, want ze zei:

«Ik weet echt niet wat ik daarop zeggen moet, Flash.»

Lawrence Moore zei het daarom in haar plaats. En hij liet er geen misverstand over bestaan dat hij Flash heel graag als zijn schoonzoon zou willen zien. Maar Flash zei:

«Een mooi soort schoonzoon zou ik zijn en een mooi soort man voor Jacqueline. U weet zelf dat ik het werken niet uitgevonden heb, Mr. Moore.»

«We nemen je graag zoals je bent, Flash,» zei mr. Lawrence Moore. «En waarvoor zou je trouwens moeten weggaan? Wat zou je moeten doen?»

«Mezelf vinden misschien,» zei Flash en hij keek naar Jacqueline die nog steeds voor het raam stond met haar rug naar hem toe. «Maar de beslissing is aan jou, Jack. Wat zeg jij ervan, meid?»

Ze moest even iets wegslikken alvorens antwoord te kunnen geven. Toen zei ze:

«We moeten nog iets anders in aanmerking nemen ook.»

«Wat voor iets dan?» vroeg haar vader ongeduldig.

«Zijn eer... en zijn vader,» zei het meisje.

Die twee woorden in dat verband snoerden Lawrence Moore de mond. En Jacqueline durfde zich niet om te keren. Ze bleef uit het raam kijken en zag de schaduw van een wolk over het landschap glijden en over een heuvelkam voorgoed uit het zicht verdwijnen.

 

EINDE