Coiffure

'Goedemorgen!' Ik werd vrolijk begroet. Er kwam een ouder echtpaar aan, zij keurig gekapt, met een mooie winterjas aan en een witte bontmuts op haar hoofd. Als ze wat vriendelijker zou kijken zou het een ware schoonheid zijn. Hij zag er iets minder keurig uit, maar veel aardiger. 'Gaat het weer een beetje met haar?' vroeg hij me, knikkend naar één van mijn twee honden. Ik begreep niet wat hij bedoelde en lachte maar een beetje stompzinnig terug. Zijn vrouw bracht direct helderheid en snerpte: 'Nee Karel, je bent in de war, dit zijn niet de honden die we gisteren zagen. Die waren immers zo prachtig gekapt!' Ze keek haar man pinnig aan. Ze vond hem op dat moment duidelijk de stomste Karel die er bestond. Ze duwde driftig een haarlok terug onder haar bonte hoofddeksel. En keek naar mij, naar mijn zelf geknipte piekerige hoofd, mijn oude jas en afgetrapte laarzen.

Haar afkeuring hing als een vlijmscherp mes in de lucht. Het was duidelijk dat ik die morgen wel iets meer aandacht aan mezelf had mogen besteden.

Ik incasseerde haar blikken, keek naar mijn dartele beesten en peinsde over wat mevrouw bedoeld kon hebben. En toen begreep ik het. Ze hadden gisteren waarschijnlijk de twee honden van de trimster gezien. Haar honden, van hetzelfde ras als de mijne zijn altijd tot in de puntjes verzorgd. Fantastisch geknipt en goed geföhnd, ze is een echte prof. Daar stak ik maar schraal bij af met mijn amateuristische manier van scheren. Alhoewel ik zelf nog altijd vind dat mijn honden er goed verzorgd uitzien. Ik haalde mijn schouders daarom maar op. Eén van mijn honden kwam naar me toe en drukte zijn pikzwarte natte neus in mijn handpalm alsof hij wilde vragen of ik ondanks zijn amateuristische kapsel nog wel van hem hield. Ik keek naar zijn verwarde krullen vol met zand, naar zijn lieve ogen en voelde een diepe genegenheid voor mijn hond. Ik aaide hem zachtjes over zijn neus.

Ik wilde doorlopen, de vrouw ook. Zij trok haar man met zich mee. Die voelde zich een beetje ongemakkelijk had ik de indruk. In een onbewaakt moment onttrok hij zich even aan haar ijzeren greep. Hij keek om en woelde met een kwajongensachtige glimlach woest door zijn haar. Alles in de war.

Een daad van stil protest, een dappere man, die Karel.

Ik voelde een innig medelijden met hem.

DSC_0128.jpg

DSC_0346.jpg