Krakende botten

Het stormde ontzettend. Het bos klaagde en piepte. Overal lagen afgebroken takken. De honden klommen tussen en onder omgevallen boomstammen door. Ik stond stil bij een paar grote beuken en keek naar boven. Ze kraakten vervaarlijk. Er heerste een onheilspellende sfeer in het bos. Heel veel geraas en lawaai en tegelijkertijd zo stil.

Ik stond een beetje te dromen en had niet in de gaten dat er een klein meisje naast me was komen staan. 'Je hoeft niet bang te zijn hoor!' zei het meisje. 'Dat de takken naar beneden vallen bedoel ik... op je hoofd,' giechelde ze.

'O nee?' zei ik, terwijl ik argwanend naar boven keek. 'Ik vind het anders wel griezelig hoor! Ze kraken wel heel erg.'

'Geeft niks,' zei het meisje. 'Het klinkt net als mijn vader op maandagochtend wanneer hij zondags heeft gehockeyed. Dan kraakt ook alles bij hem. En dat vind ik altijd heel eng, maar dan zegt hij: krakende botten breken niet. Dat zal ook wel voor takken gelden, denk je niet?'

DSC_0006.jpg