De list

Ze liepen met zijn tweeën, innig gearmd en voorzichtig. Haar, een grijze statige dame, had ik wel eens eerder gezien, hem niet. Hun oude hond liep een beetje sukkelig achter hen aan. 'Kom Ballie! Een beetje doorlopen!' riep de man. De vrouw maakte zich van de man los en wachtte. Mijn hond, die gek is op mensen, kroelde tegen haar aan.

'Dag lieverdje... wil je een brokje?' Ze gaf mijn bedelaar iets lekkers en aaide hem. 'Je ziet deze honden niet veel meer hè... mooi zijn ze zo, met staart.' Ik was naderbij gekomen en knikte. De man was doorgelopen en stond nu ruim dertig meter van ons verwijderd. Hij was duidelijk niet van plan deel te nemen aan deze conversatie. 'Ballie, kom nou!' riep hij alleen maar.

'Hoe oud is uw hond mevrouw?' vroeg de statige dame, de man geheel negerend. 'Bijna acht,' antwoordde ik. 'Ach, acht alweer, ben je alweer bijna acht, grote krullebol... ik zie het, je wordt al een beetje grijs, net als ik.' Ze leek hem bijna gedachteloos te aaien, haar blik op iets in de verte gericht. 'Ballie! Kom!' hoorden we op afstand. Boos nu. Meneer werd ongeduldig. Ballie moest doorlopen en mijn stellige indruk was dat dat eigenlijk ook van de dame werd verwacht. De nette Gooische meneer, plint in ribbroek, sjiek colbert, was duidelijk niet op de hoogte van de etiquette tussen hondeneigenaren. Hij had niet in de gaten dat het usance is dat je tijd neemt voor een praatje over de hond. Tijd is in het bos even geen geld, tijd is om met elkaar over de viervoeters te praten, om hen te liefkozen en die momenten te koesteren.

Mevrouw keek dan ook verstoord op. Ballie deerde dit allerminst. Hij was inmiddels bij ons aangekomen, stond stil en bedelde ook om een koekje. Dat werd in zijn slurpende bek gedaan. 'Lekker hè schat! Ach, jij ook nog één, krullebol? Ja, kom maar hoor... weet u mevrouw, vroeger had ik ook zo’n hond, die is niet ouder geworden dan vijf. Hij was ineens erg ziek, zo maar van de éne op de andere dag. De dokter stond voor een raadsel. Hij heeft hem uiteindelijk laten inslapen. Het heeft een hele tijd geduurd eer ik erover heen was. En toen kwam onze Ballie, 15 jaar geleden. Mijn man is niet zo gek op hem, maar het is zo’n schat! Nu wordt hij misschien een beetje traag, maar wij lopen ook niet meer zo hard moet je maar denken...'

Ze keek even op, boog zich fluisterend naar me toe en zei zacht: 'Als Ballie dood is wil mijn man verhuizen naar een serviceflat. Vreselijk, dan moet ik bij zo’n verzameling bejaarden gaan wonen! En wat nog erger is: honden zijn er niet toegestaan. Waarschijnlijk moet ik elke dag bridgen terwijl mijn man met sigaar en vrinden over de beurs praat. Of moet ik naar een in het huis georganiseerde modeshow voor bloemetjesjurken.' Het was duidelijk, ze had een uitgesproken idee over een serviceflat. Mevrouw wendde zich nog dichter naar me toe. 'Ik wil daar helemaal niet heen. Ik wil niet weg uit mijn huis, weg van mijn tuin, mijn rozen. Ik moet er niet aan denken!' Ik zag haar al voor me, met een mandje door de tuin lopend voor de verdorde rozen, babbelend tegen de oude hond, af en toe wat onkruid wegtrekkend. En dat zou ze binnenkort achter zich moeten laten.

DSC_0357.jpg

Ik keek even naar Gooische heer. Hij stond nog steeds op Ballie te wachten. Ongeduldiger, bozer, wachtend op zijn vrouw en op een mogelijke verhuizing. Ineens vond hij het kennelijk genoeg, hij liep naar ons toe, vastbesloten zijn vrouw bij de arm te nemen en mee te tronen. De arme dame, ik vond haar sympathiek en had veel begrip voor haar dilemma. Ik had een paar seconden om haar een oplossing aan de hand te doen. Tom Poes verzin een list!!

Net op tijd had ik het. Ik sprak gehaast. 'Ik heb een vriendin die na haar scheiding een goed huis zoekt voor haar lieve hond, vijf jaar oud. Ze kan niet meer voor hem zorgen omdat ze fulltime moet gaan werken. De hond is goed getraind en heel gehoorzaam. En... hij gaat nog jaren mee! Zou dat iets zijn? Zij heeft echt hulp nodig! Bel me, hier is mijn kaartje.' Ik stopte haar snel een visitekaartje toe dat ik in mijn zak had zitten.

De Gooische meneer was aangekomen bij vrouw en hond. 'Kom mee,' zei de man. 'Kom Ballie!' Hij pakte de vrouw bij de arm en keek mij aan. 'Dag mevrouw,' zei hij zeer nadrukkelijk, 'een prettige dag!' Hij voerde zijn echtgenote mee. Daar liepen ze weer verder, innig gearmd. Vastgehaakt aan haar man keek de vrouw heel even om. Met haar vrije hand stak ze een duim op. Ik deed hetzelfde.

Een paar dagen later werd ik gebeld door de dame die ik in het bos had ontmoet. Of ze het telefoonnummer van mijn vriendin kon krijgen.

Het echtpaar zal zich de ontmoeting nog lang heugen.

De hond is inmiddels verhuisd. De man nog lang niet.

DSC_0097_3.jpg