5
Terwijl Ruby zich door gravin Arabella alias Cha Cha naar het
lopend buffet liet leiden, brandden de vragen op haar lippen.
Waarom had de gravin haar nek voor haar uitgestoken? Hoe wist ze
dat Ruby had staan blunderen in het gesprek met Keaton? Waarom had
ze gezegd dat ze elkaar kenden, en, sterker nog, dat ze vriendinnen
waren? Dacht ze nou echt dat Keaton, die ook niet een van de
domsten was, daarin zou trappen?
Zolang ze niet wist wat ze moest zeggen, hield ze maar liever haar
mond. Gravin Arabella liep zwijgend naast haar, maar ze leek zich
meer op haar gemak te voelen dan Ruby. Ruby had op de Burger King
en de Dairy Queen na namelijk nog nooit iemand van koninklijken
bloede ontmoet. Maar wacht eens even... misschien was een gravin
niet koninklijk, maar alleen van adel. Maar koninginnen en mensen
van adel gingen toch naar dezelfde feestjes? Ze verkeerde te weinig
in hoge kringen, dacht ze. Ze moest de roddelbladen er eens op
naslaan.
In ieder geval was ze er vrij zeker van dat gravinnen rijk waren.
Stinkend rijk. Ruby's kennis van rijke stinkers was ook vrij
beperkt, om niet te zeggen, nul.
Maar wacht eens even. Dat was niet helemaal waar. Jimmy Golden was
toch ook rijk? En moest je zien hoe dat was afgelopen... Logisch
dat ze zich niet op haar gemak voelde.
Gelukkig duurde de wandeling niet lang en in een mum van tijd waren
ze weer in de ruimte waar zij en Keaton hun, ahum, onderonsje
hadden gehad. Toen was de zaal nagenoeg leeg, maar nu was hij
gevuld met mensen en op de lange eettafel stond meer eten dan Ruby
in haar hele leven bij elkaar had gezien.
Hoewel, dat was ook niet helemaal waar. Thuis, in
Appalachimahoochee, had ze ook wel eens veel eten gezien, maar
alleen als er iemand trouwde, een kind kreeg of doodging. Alleen
was het eten thuis net even anders en iets minder gezond. Waar
waren de kippenpoten die thuis bij geen enkele gelegenheid
ontbraken? En de gevulde eieren? De maïspudding. de huzarensalade
en de groene drilpudding met ananas, en hadden ze geen
mayonaise?
Ze liep achter Arabella aan en pakte een bord. Nou ja. vooruit. Dan
maar een paar verse kreeftenstaarten, tijgergarnalen, grote, rode
frambozen, een paar stukjes van de zes verschillende soorten kaas,
een stuk of wat toastjes - en zag ze daar kaviaar? Rode en zwarte.
Ze had nog nooit kaviaar gegeten. Hopsakee, ook erbij. Voor alles
was er een eerste keer. Wat paté, een stukje van dat bruine brood.
En wat van dat koude visspul, of wat het ook was, het zag er zo
lekker uit. Een paar van die enorme bosbessen en die lekkere,
kleine sinaasappels die ze vroeger in de kantine op school
verkochten en op deze chique boot waarschijnlijk nog beter
smaakten. En waarom ook niet nog wat van dat -
Ze keek op van haar bord en zag de gravin naar haar staren alsof
Ruby zojuist de horlepiep had gedanst. Ze realiseerde zich dat
Arabella misschien wel een beetje gelijk had. Maar met een bord zo
volgeladen dat het gouden randje van het porselein niet meer te
zien was, kreeg ze bijna zin om de horlepiep te dansen.
Oké, misschien liet ze zich een beetje te veel meeslepen. En had ze
zich niet laten leiden door Arabella, maar door de geluiden van
haar maag. Van wat er op Arablla's bord lag, kon een mus de dag nog
niet doorkomen: rauwe worteltjes, crackers, iets wat gevaarlijk
veel op bloemkool leek en drie, welgeteld drie, bosbessen. Toen
keek ze weer naar haar eigen bord en ze bedacht dat met deze
hoeveelheid eten waarschijnlijk de bevolking van een ministaatje in
leven kon worden gehouden.
'Ik. eh... ik heb een beetje honger,' zei ze ter verdediging.
'Dat zie ik.' antwoordde de gravin zonder een zweem van
afkeuring.
Ruby maakte een hoofdbeweging naar Arabella's bord en vroeg: 'Is
dat alles?'
De gravin knikte.
'Heb je geen honger?'
Arabella keek treurig naar haar bord. 'Ik heb sinds vanmiddag niets
meer gegeten," zei ze.
Ruby trok haar wenkbrauwen op. 'Neem dan wat,' zei ze. 'Neem wat
van die chocolade-aardbeien. Die zien er zalig uit'
De gravin staarde naar de delicatesse in kwestie en zei zuchtend:
'Inderdaad.'
Maar in plaats van op te scheppen, liet ze het buffet voor wat het
was. Ruby stapelde hoofdschuddend nog wat aardbeien op haar bord -
als de gravin ze niet wilde, dan wist zij er wel raad mee - en
volgde haar.
Arabella naderde de kleine bar aan de andere kant van de zaal en
bleef geduldig staan tot de man en de vrouw die daar zaten haar in
het oog kregen. Haastig pakten ze hun glazen en borden en verdwenen
buigend en knipmessend uit het zicht De gravin klom op een van de
vrijgekomen barkrukken. zette haar karig gevulde bord en haar glas
champagne op de bar en gebaarde Ruby hetzelfde te doen.
Wauw, dacht Ruby. Hoe zou het voelen als al je wensen vervuld
werden zonder dat je er iets voor hoefde te doen?
Ze dacht er niet lang over na en probeerde even elegant te gaan
ritten als Arabella. Dat was niet eenvoudig: Arabella bewoog zich
soepel en gracieus, terwijl Ruby... nou ja, laat maar. Haar jurk
kroop op en ze deed een onhandige poging om haar benen te bedekken,
in de hoop dat niemand het gezien had. Op dat moment kwam Keaton
Hamilton Danning III de zaal in en keek naar haar, eh, dijen.
Ze wilde niet weten wat hij dacht.
En dat was maar goed ook. Keaton draaide zich met een afkeurende
blik om en liep met grote passen langs de mensenmassa naar de
andere kant van de zaal, waar het buffet lag uitgestald.
Vlak bij haar en Arabella speelde een donkerogige pianist The man I
love op een kleine vleugel. Hij zong met zo veel inlevingsvermogen
over de man waar hij van hield dat geen haar op Ruby's hoofd eraan
twijfelde dat de pianoman hem op een dag zou tegenkomen, die man
waar hij van hield, die lange, gespierde man. En de pianoman zou
alles, maar dan ook alles, voor hem doen. Het was erg
ontroerend.
De muziek kon haar evenwel niet langer dan een minuut bekoren en ze
keek weer naar Arabella. Toen ze haar nieuwsgierigheid niet meer
kon beheersen, vroeg ze: 'Waarom deed je dat?'
Met veel gevoel voor stijl trok de gravin haar blonde, fraai
geëpileerde wenkbrauwen op. 'Die chocolade-aardbeien laten staan?
Omdat ik een bruidsjurk heb waar ik in moet passen. Liefst binnen
tien jaar.'
Ruby fronste haar donkere, ongeèpileerde wenkbrauwen zonder veel
gevoel voor stijl. 'Wacht.' zei ze verward. 'Vertel me eerst eens
waarom je me daarnet uit de brand hebt geholpen met Keaton Hamilton
Danning de Derde.' 'O, dat,' zei Arabella. Ze pakte een minuscuul
zoutje en at het met elegante hapjes op. 'Keaton kan bot op mensen
overkomen, zeker als je hem niet kent. Ik zag dat je met rust
gelaten wilde worden, maar dat snapte hij niet. En ik weet precies
hoe dat voelt, dus heb ik je een handje geholpen. Maar je hoeft je
absoluut geen zorgen te maken over Keaton. Hij ziet er misschien
streng uit, maar hij bijt niet.'
Daar, dacht Ruby, verschillen de meningen over. Ze wist zeker dat
de man potentieel beestachtige eigenschappen bezat, zoals grommen
en krabben en misschien zelfs de kleren van iemands lijf scheuren -
voor dat laatste moest je hem misschien eerst beter leren kennen -
maar haar intuïtie zei haar dat hij geen lieverdje was.
In een poging het beeld van een grommende Keaton kwijt te raken -
het was al warm genoeg in de zaal - vroeg ze opnieuw: 'Maar waarom
heb je me geholpen? Je hebt me nog nooit gezien. En dan nog... Hoe
wist je waar we het over hadden? Bovendien ben jij een gravin, en
ik, eh, overduidelijk niet. Ie hoeft geen gravin te zijn om dat te
zien,' zei ze met gevoel voor drama. 'We hebben niets gemeen en
zijn volslagen vreemden voor elkaar. Dus waarom heb je me
geholpen?' besloot ze haar betoog.
De gravin staarde even bedachtzaam voor zich uit. 'Dat is niet
helemaal juist,' zei ze. 'We hebben wel iets gemeen.'
Daar geloofde Ruby niets van. 'Wat dan?'
'Iets wat op straat gezeik met mannen heet, als ik het wel
heb.'
Dat was echte wijven taal, dacht Ruby. 'Ik begrijp het nog steeds
niet,' zei ze. 'We kennen elkaar helemaal niet Hoe weet je dat
dan?'
'Ik heb gezien dat je aan boord van de Imperial Majesty sprong.'
zei Arabella.
Ruby keek haar ongelovig aan. 'Dit is toch de Mad Toys?'
De gravin maakte een elegant, fladderend gebaar met haar hand.
Potverdorie, wat is ze toch stijlvol, dacht Ruby.
'Reynaldo heeft de naam veranderd in Mad Tryst, maar voor mij zal
het altijd Imperial Majesty blijven, zoals zijn vader het schip
heeft gedoopt"
'Imperial Majesty?' vroeg Ruby. 'Hemeltje, bescheidenheid is ook
een vak. Ik bedoel, wat dacht die vent wel van zichzelf, dat hij de
koning van Frankrijk was, of zo?'
'Nee,' zei Arabella. 'De koning van Pelagia.'
Ruby bestudeerde een moment lang haar gezichtsuitdrukking om te
bepalen of ze de waarheid vertelde, of haar in de maling nam. Toen
ze tot de conclusie gekomen was dat Arabella veel te stijlvol was
om met mensen te dollen, rei ze: 'Sjonge.'
'Heb je wel eens van Pelagia gehoord?'
Ruby beantwoordde de vraag met een tegenvraag. 'B-b-ben ik, eh, op
de boot van een koning?' Ze kreeg het met moeite over haar lippen.
Haar buik voelde koud aan, en dat kwam vast niet door de
aardbeien.
'Nee,' antwoordde Arabella.
'Godzijdank, dacht Ruby.
'Je bent op de boot van een prins.'
Ruby zweeg even en rei nogmaals: 'Sjonge.'
'Je hebt toch wel eens van het land Pelagia gehoord?' vroeg de
gravin weer.
'Ehm, vaag,' zei Ruby. Ze voelde zich nog steeds een beetje
duizelig. Had ze met haar verstekelingschap de diplomatieke
betrekkingen in gevaar gebracht? vroeg ze zich af. Zou ze daarvoor
op haar reet7derrière/arse in de bak/Bastille/op Alcatraz belanden
als ze aankwamen in Nassau? Ze was nog nooit in aanraking geweest
met Justitie. En was het nu gedaan met haar carrière als
onderduiker?
Toen bedacht ze nog iets veel ergers. Mochten prinsen tegenwoordig
nog steeds hoofden laten afhakken? Of hakten ze alleen je hand af
als je hen beledigde? Dan zou ze niet zo gemakkelijk meer aan de
slag komen in Miami, realiseerde ze zich met een schok.
'Ik houd het nieuws over de koningshuizen niet zo goed bij, bedoel
ik,' bekende ze met een klein stemmetje. 'Ik ben niet echt een
royalty watcher. Maar ik heb wel die "Reynaldo Watch"-spotjes van
E! Entertainment Television gezien. En ik vind True Hollywood Story
geweldig,' besloot ze om duidelijk te maken dat, eh... wat
probeerde ze eigenlijk duidelijk te maken? 'Die aflevering over
Lisa Whelch was fascinerend.'
Arabella negeerde dat laatste zichtbaar en zei: 'Als je de
Reynaldo-spotjes hebt gezien, dan weet je alles wat het Amerikaanse
volk weet.'
'Dat zal wel, ja.'
'En dat is niet veel.'
Ruby haalde haar schouders op. 'Dat zal wel, ja.'
'Het is ook maar een klein land,' rei Arabella vergoelijkend. De
gravin zweeg een ogenblik en Ruby benutte dat moment om... in
paniek te raken, om eerlijk te zijn. Lieve hemel Ze dacht dat ze
ontsnapt was aan Het vreselijkste avondje uit ooit, met in de
hoofdrol Jimmy Golden, maar nu was ze gecast voor De prins en ik.
Eh, De hoofden-afhakkende prins en ik. De handen-afhakkende prins
en ik. Het beloofde een leuke avond te worden.
'Zie je wel,' zei Arabella, 'we hebben wél iets gemeen.'
Ruby schudde haar hoofd. 'Het spijt me, maar ik begrijp nog steeds
niet wat je bedoelt.'
Arabella zuchtte bevallig en pakte haar champagne, waarvan ze
elegant nipte. 'Voordat je aan boord kwam,' zei ze, - elegant,
dacht Ruby, het werd saai - 'zag ik je op de kade. Met een man. Een
heel aantrekkelijke man. en hij hield je vast, maar ik zag aan je
gezicht dat je het maar niks vond. Dat je hem maar niks vond. Je
zag er zelfs een beetje bang uit, banger dan bij Keaton.'
Ruby keek omlaag. 'Dat was anders bang...' zei ze. 'Maar je hebt
gelijk. Ik was wel een beetje bang voor hem. Voor Jimmy, die man op
de steiger. Keaton, daarentegen, was...' Jeetje, dal klonk een
beetje zwaar op de hand, dacht ze. Keaton was te veel om op te
noemen, er waren nog te veel raadsels. 'Voor Keaton was ik niet op
dezelfde manier bang als voor Jimmy,' zei ze uiteindelijk, tevreden
met haar oplossing, die in ieder geval niet gelogen was. 'Maar je
had wel goed gezien dat ik niet met Jimmy wilde zijn.'
'Ja, ik heb goeie ogen.' gaf Arabella toe. 'Weet je, ik begreep
precies waarom je bij die man weg wilde, omdat ik hetzelfde
probleem heb. Ik wil ook al een hele tijd weg bij iemand, niet
omdat hij me bang maakt, maar omdat hij mijn eer heeft gekrenkt.
Dus toen ik je aan boord zag glippen, heb ik niemand gewaarschuwd,
omdat ik wilde dat je ontsnapte.'
'Dat is, eh, aardig,' zei Ruby. Meer wist ze niet te zeggen.
Eigenlijk wilde ze alles weten over die man waarbij de gravin weg
wilde gaan. maar iets zei haar dat ze niet verder moest vragen.
Iets in het gedrag van de gravin. Het gedrag van de gravin zei haar
nog veel meer, trouwens. Ondanks haar hartelijkheid tegenover Ruby
bleef ze afstandelijk. Maar, dacht Ruby, dat was eigenlijk ook geen
wonder.
'Ik heb ook niets gezegd, omdat ik het beu ben om met niemand te
kunnen praten. Ik verveelde me dood op deze boot. Er gebéurde
eindelijk eens wat, toen jij aan boord kwam. Het was heel
komisch.'
Komisch, dacht Ruby. Wauw, wat een toeval. Daar had ze altijd van
gedroomd - om comédienne te worden en mensen te vermaken... Ze had
het zich iets anders voorgesteld, maar misschien kon het van pas
komen. Voor een paar daagjes misschien, tot ze in Nassau waren. Ze
vroeg zich af of ze dat aan de gravin zou toevertrouwen, maar het
leek haar beter dat ze voorlopig zoet bleef met het eten op haar
bord en het observeren van de mensen in de zaal, die er bijna
allemaal fantastisch uitzagen.
Jeeminee. Over mooie mensen gesproken, er was niemand aan boord die
niet bloedmooi was. Zoals de vrouw die net -
'Wauw,' zei Ruby voordat ze er erg in had. 'Is dat niet dat
supermodel, die Dacia?'
'Nee,' antwoordde de gravin prompt, zonder ook maar een blik in de
aangewezen richting te werpen. 'Dat is niet dat supermodel Dacia,
dat is super- dombo Dacia.'
'O,' antwoordde Ruby zo nonchalant mogelijk. 'Kijk eens aan. En wie
is, eh. die vent die bij haar staat? Wel een spetter. En hij doet
me aan iemand denken, maar ik kan hem niet goed zien.'
En als hij nog lang aan supermodel Dacia blijft lebberen, zullen we
het nooit weten, dacht ze. Ze besloot dat deel van de rapportage
weg te laten, want dat kon de gravin zelf ook wel zien. Ruby had
zin om te roepen: 'Je- zusmina, kunnen jullie niet ergens een kamer
nemen?!' Het geslurp was duidelijk te horen.
'Die vent,' zei Arabella. die nadrukkelijk naar het - piepkleine
beetje - eten op haar bord bleef staren, 'is mijn verloofde.'
Op dat moment fronste Ruby haar warrige wenkbrauwen pas echt
stijlloos. 'Maar... maar hij lebbert aan supermodel Dacia!' zei ze
protesterend.
Eindelijk keek Arabella naar de plaats die Ruby aanwees. Ze bekeek
het tafereel een moment. 'Gut, ja,' zei ze zonder blikken of
blozen. 'Dat doet hij wel vaker. Na het buffet heeft hij meestal
nog honger. De man is onverzadigbaar. Hoewel...'
'Doe je er niets aan?' vroeg Ruby, die tevreden was met haar
kritische vraagstelling. 'Als jij met hem verloofd bent, waarom
lebbert hij dan niet aan jóu?'
Arabella keek nog eens naar hetgeen gaande was aan de andere kant
van de zaal, even onverschillig als tevoren. 'Hij vindt mijn nek
niet zo lekker als de hare. vrees ik.' zei ze na een poosje. 'Maar
dat neemt niet weg dat ik nu naar hem toe zou kunnen gaan en hem
zou kunnen neerschieten. Wat denk
jij?'
Ruby zei verschrikt 'Ehm...'
'Maar ik zou ook superdombo Dacia kunnen neerschieten. Dat zou me
eigenlijk veel meer voldoening geven.'
'Ehm...' 'Of ik schiet ze allebei neer,' zei de gravin, die
zichtbaar opvrolijkte. 'Ja, dat is waarschijnlijk de beste
oplossing. Zeg het maar.'
'Ehm...'
Arabella knikte. 'Dat is dan afgesproken. Ik schiet ze - hoe zeggen
jullie dat ook weer in die leuke oude films - "aan flarden".'
Ruby verwachtte eigenlijk dat Arabella op zou staan, haar
damespistool tevoorschijn haalde en het vuur opende, maar in plaats
daarvan pakte de gravin een aardbei van Ruby's bord en beet
erin.
'Na het eten regel ik het wel even,' zei ze tussen twee hapjes
door. De aardbei was op. Ze liet het kroontje van de vrucht op haar
bord vallen, pakte een bruine boterham van Ruby's bord en smeerde
er een flinke hoeveelheid paté op. 'Maar eerst wil ik alles van je
weten.' zei ze, terwijl ze het lekkers naar haar mond bracht,
'zoals hoe je echt heet, en waar je vandaan komt.' Ze nam een grote
hap.
Ruby mocht een koninklijk - edel, nobel? - decreet natuurlijk niet
negeren, dus vertelde ze de gravin alles wat de moeite waard was.
'Ik heet Ruby Runyon. Ik woon in Miami en ik werk in de bediening
van Franky's Funny Business, een comedy club in South Beach. Ik ben
opgegroeid in Appalachimahoochee. Dat ligt in het noordwesten van
Florida, in de Panhandle. Mijn moeder en grootmoeder wonen er nog
steeds, op het caravanterrein Happy Trails. Ik heb er tot mijn
achttiende gewoond, en nu woon ik al acht jaar op mezelf.'
Toen Ruby uitgesproken was, keek Arabella haar vragend aan, alsof
ze meer verwachtte, en nam genietend een hap van haar broodje
paté.
Ruby haalde haar schouders op. 'Dat is het,' zei ze.
'Is dat alles?' vroeg Arabella, die elegant haar hap brood
doorslikte.
'Meer is er niet,' zei Ruby. 'Dat is mijn leven, niets meer en
niets minder.'
Arabella zei een moment lang niets en keek Ruby onderzoekend aan.
Toen vroeg ze: 'Wat is een caravan terrein?'
Het schoot Ruby te binnen dat Arabella uit Europa kwam. Misschien
hadden ze daar helemaal geen caravanterreinen, dus antwoordde ze:
'Dat is, eh, een terrein met stacaravans.'
De gravin keek haar nog steeds onderzoekend aan. Ruby schoot te
binnen dat in een ver verleden haar lerares van de middelbare
school verteld had dat Frans de taal van de internationale
betrekkingen was. Ze had altijd goed opgelet tijdens de les, dus
voegde ze er trots aan toe: 'C'est une pare du caravan.'
De gravin glimlachte, maar waarschijnlijk niet omdat Ruby's Franse
zinnetje alles duidelijk had gemaakt. Vertalen was ook een vak,
bedacht Ruby zich.
'En wat is een stacaravan?' vroeg Arabella, die nog steeds
glimlachte.
'De politiek correcte term is waarschijnlijk "mobilhome0, zei Ruby.
'Ik weet niet hoe ik het anders moet uitleggen.' Ze deed toch een
poging: 'La maison mobile'
'Mobilhome,' herhaalde de gravin, die nog steeds glimlachte. Het
zag ernaaruit dat Ruby's vertaling er weer naast zat. Ze moest het
maar bij haar moerstaal houden. 'Je bedoelt een huis dat mobiel is?
Kon je huis verplaatst worden?' vroeg Arabella.
Ruby haalde weer haar schouders op en dacht na. 'Eigenlijk stond
het op betonblokken, maar ik denk dat het, theoretisch gezien, wel
verplaatst kon worden. Met een flinke tornado, of zo.'
De gravin keek haar onderzoekend aan. 'Hm. hoogst interessant.'
Dar zeg jij, dacht Ruby. Het caravanterrein was even interessant
als een platgereden egel, wat haar aanging. Dat waardeoordeel hield
ze nog maar even voor zich. 'En waar heeft jouw wieg gestaan?'
De gravin pakte een gepelde garnaal van Ruby's bord, doopte hem een
paar maal in de cocktailsaus en stopte hem in haar mond. Ze sloot
haar ogen, alsof ze in geen tijden zoiets lekkers geproefd had. Ten
slotte opende ze ze weer en antwoordde: 'Ik kom uit Toulaine. Dat
is een klein landje tussen Oostenrijk en Tsjechië. De meeste
Amerikanen hebben er nog nooit van gehoord.'
'Ik wel,' zei Ruby, tot haar eigen verbazing - en die van de
gravin. 'Ze hebben het er wel eens over op tv, in de "Reynaldo
Watch"-spotjes.'
Arabella knikte. 'Dat verklaart veel,' zei ze. 'Maar wat ik zeggen
wilde: prins Reynaldo is mijn verloofde.'
■Wauw.' zei Ruby.
'Zeg dat wel,' zei Arabella.
'Nee, ik bedoel... je weet wel... wauw, alles. Alles wat je me
vertelt is ongelooflijk. Jij gaat met een prins trouwen? En is dit
zijn jacht? En hij lebbert aan supermodel Dacia? Waar jij bij
bent?'
'Klopt, inderdaad, klopt, inderdaad.' antwoordde Arabella zonder op
te kijken. Ze ging zich nu te buiten aan de chocolade-aardbeien op
Ruby's bord.
Voordat Ruby iets kon inbrengen, hoorde ze: 'Nou, nou, nou. Kijk
eens wie we daar hebben, de prinses in eigen persoon, het licht van
mijn leven, mijn alles.'
Ruby keek op om te zien van wie die mannelijke, flirterige stem
kwam en zag dat de bar, die daarnet nog leeg was, nu bemand werd.
De barman in kwestie had een smokingoverhemd aan en een
vlinderdasje dat gemaakt leek van een restje stof van een kakelbont
hawaïhemd. Hij was lang en gespierd en leek een paar jaar jonger
dan Ruby - zo begin twintig. Hij droeg zijn donkerblonde,
zongebleekte haar in een paardenstaart. Hij had de gezonde bruine
kleur van iemand die vaak in de zon lag - wat vrij logisch is als
je op een boot werkt, dacht Ruby. De kleur van zijn ogen deed
denken aan de dure cognac uit Franky's dub die zelden besteld werd
en die op een speciaal plekje achter de bar stond. Het was de
merkwaardigste kleur die ze ooit gezien had.
Al na een zin hoorde Ruby dat hij uit het noordoosten kwam,
misschien uit de buurt van New jersey. Ze wist niet precies uit
welke staat, maar hij was zeker een Yankee, dacht ze glimlachend.
En bovendien een heel aantrekkelijke.
Daar verbaasde ze zich niet over. Er golden bepaalde huisregels op
de Mad Tryst, nietwaar? Prins Reynaldo zou haar straks niet alleen
aanklagen omdat ze illegaal op de boot verbleef, maar ook omdat ze
niet graatmager en bloedmooi was. En daar stond waarschijnlijk
levenslang op.
'Als dat Gus de barman niet is,' ze de gravin koeltjes en ze keek
snel even de andere kant op. 'Ik had je nog niet gezien. En ik heet
geen "prinses",' zei ze op ijzige toon.
'Fe had me niet gezien, hè?' antwoordde de barman joviaal. 'Anders
had je je al uit de voeten gemaakt, hè, prinses?'
'Zo is het,' antwoordde ze zonder aarzelen. Ze deed nog steeds
alsof hij lucht was. 'Ik denk dat het tijd wordt om op te stappen,
vind je niet, Ruby?' En scherp herhaalde ze: 'En ik heet geen
"prinses".'
De barman keek naar Ruby en glimlachte, wat hem nog aantrekkelijker
maakte. Hij wees naar Arabella. "Trap er niet in, hoor,' zei hij.
'Dat ijskonijn vindt me eigenlijk een lekker ding, maar dat zal ze
nooit toegeven.' Zonder op Ruby's reactie te wachten, boog hij over
de bar tot hij vlak bij Arabella's oor was en fluisterde: 'Toch,
prinses? Je vindt me toch een lekker ding? en keek haar
verwachtingsvol aan.
Arabella keek naar haar rok en streek nerveus een onzichtbare
kreukel glad. Het viel Ruby op dat hij Arabella heel vrij
benaderde, in tegenstelling tot de andere mensen aan boord, die
zich buigend en knipmessend uit de voeten maakten als Arabella
eraan kwam. Het opvallendste was dat Arabella gewoon bleef zitten
waar ze zat, en dat ze hem niet tot gehoorzaamheid dwong, zoals
eerder dat stel aan de bar, of Keaton Hamilton Danning III. Dat was
een onverwachte wending in het verhaal, dacht Ruby.
Arabella antwoordde op ijskoude toon: 'Ik heb inderdaad een zwak
voor mannen met een doel in hun leven, zoals het mixen van
cocktails. En geen geprinses, alsjeblieft.'
Dit kan nog interessant worden, dacht Ruby. Ze kon zich niet aan de
indruk onttrekken dat Gus de barman en Arabella de gravin iets met
elkaar hadden. En Ruby zou er wat voor geven om te weten war. Geld
ook. Maar dat had ze niet.
'Maak je niet druk, prinses,' mompelde Gus, weer bij haar oor, en
glimlachte. 'Als je het niet op prijs stelt, prinses, dan noem ik
je geen "prinses" meer, oké? Want ik weet hoe vervelend je het
vindt als ik je "prinses" noem, prinses.' Toen kwam hij overeind en
ging weer aan het werk, met een knipoogje naar Ruby. Ze glimlachte
tegen hem zonder het te willen. Hij was gewoon om op te eten.
Maar toen ze naar Arabella keek. verging het lachen haar bijna.
Arabella’s gezichtsuitdrukking was verbeten en de ene wang die Ruby
kon zien. was vuurrood. Óf de gravin was heel boos, of heel
opgelaten, of heel opgewonden, en Ruby peinsde welke van die drie
het kon zijn.
Afgaande op het weinige dat ze van gravin Arabella alias Cha Cha
wist, kwam ze tot de conclusie dat ze zich waarschijnlijk opgelaten
voelde. De gravin was veel te bevallig om boos of opgewonden te
worden. Dit was dezelfde vrouw die zich koeltjes had omgedraaid
toen haar verloofde aan de hals van een andere vrouw lebberde. Het
leek haar niet dat Arabella zich over veel dingen in het leven druk
maakte. Opgelaten was een mogelijkheid. Boosheid? Dacht het
niet.
De gravin, die de barman verder negeerde, stond uiterst bevallig op
en schikte haar kapsel. 'Kom, Ruby,' zei ze op een toon die geen
tegenspraak duldde.
Niet dat Ruby van plan was om haar tegen te spreken, maar ze had
dolgraag willen weten wat er gaande was tussen de gravin en de
barman. lammer genoeg duldde de gravin geen tegenspraak.
Nou ja, dacht ze. Wat maakte het ook uit? Ze zou niet lang aan
boord blijven. Morgenochtend vroeg zou ze de Mad Tryst en al zijn
merkwaardige