3
Ruby had gedacht dat ze het ergste wel had gehad, namelijk toen
Jimmy haar door de haven naar haar stellige ondergang sleepte. Of
in elk geval naar een uiterst onplezierige nachtcruise. Maar nu...
Nu was ze pas echt bang.
Ze zat - ongenood nog wel - op een varend jacht dat nergens zou
aanleggen voor een tussenstop en dat op weg was naar een
buitenlandse haven. Ze had niets bij zich behalve de kleren die ze
aan had - en dat was niet veel - en de paar dingen die ze in haar
tasje, dat nauwelijks groter was dan haar hand, had gestopt.
In ieder geval was een van die dingen een creditcard die zeker van
pas zou komen op de Bahamas - als ze de Bahama's haalde voordat ze
haar in de houdgreep namen en in zee gooiden.
Godzijdank zorgde ze er altijd voor dat ze nooit meer geld opmaakte
dan ze in een maand kon aanvullen, zodat ze op dit moment niet rood
stond. Maar dat zou nu ongetwijfeld niet lang meer duren. Nee, dit
onverwachte uitstapje kon wel eens betekenen dat ze het hele jaar
nodig had voor de afbetaling.
Bovendien hadden ze koers gezet naar de Bahama's, honderden
kilometers van haar woonplaats, zonder verbinding met elkaar. Maar
om nu te zeggen dat ze zeker in een penibele situatie bevond. Nee,
dit was een stuk beter dan... eh... laten we zeggen....een etentje
met Hannibal Lecter bijvoorbeeld.
Ze had het erger kunnen treffen, hield ze zich voor. Het was echt
een heel mooi jacht en de man met wie ze praatte was echt heel,
heel leuk. En de nacht was prachtig, helder en zwoel, en de hemel
was bezaaid met sterren.
Nee. zo gek was het niet.
Maar toch. Op een uitnodiging om aan boord te komen van dit
werkelijk heel, heel mooie jacht kon ze niet bogen en dat maakte
van haar een ver- stekding. En dat kon wel eens een overtreding van
een of andere zeewet zijn. De eigenaar van dit jacht moest meer
geld hebben dan God. En dat was natuurlijk hetzelfde als meer macht
hebben dan God. Dus als haar aanwezigheid op het jacht in kwestie
werd ontdekt, dan zou ze wel eens de bak in kunnen draaien - of de
scheepsgevangenis - in verband met het verstekelingschap in
kwestie.
Haar gesprekspartner, al was hij nog zo leuk, echt leuk, werkte
voor de eigenaar van het jacht, wat inhield dat zijn loyaliteit lag
bij degene die zijn salaris betaalde en niet bij de verstekeling
die ongenood aan boord was gekomen en een drankje over hem heen had
gegooid.
En omdat Ruby nu niet bepaald bekend stond om haar stalen zenuwen -
nee, die van haar waren heel teer — was de kans groot dat hoe
langer ze met hem stond te praten, hoe eerder ze er iets doms uit
zou flappen als: 'Hé, ik ben een verstekeling, maar niemand
vertellen, oké?'
Want in de aanwezigheid van leuke jongens begon Rubv altijd domme
dingen uit te kramen. En ook domme dingen te doen, zoals wel bleek
uit haar huidige hachelijke situatie.
En daar kwam bij, de Bahama's waren buitenland - min of meer - dus
was ze er niet zeker van of ze überhaupt de haven in mocht. Een
paspoort was immers veel te groot voor een tasje met de afmetingen
van een handpalm. Erg relevant was dat niet, omdat ze sowieso geen
paspoort bij zich had. Ze was er eigenlijk wel zeker van dat men op
de Bahama's haar paspoort wilde zien. Dat kon een echt probleem
worden als ze eenmaal op de Bahama's was en ofwel werd weggestuurd
omdat ze geen identiteitsbewijs bij zich had, ofwel in de bak of de
scheepsgevangenis belandde. Of in de van hongerige haaien wemdende
zee, afhankelijk van het humeur van de eigenaar.
Dus toch een soort dinerafspraak met Hannibal Lecter.
Nou ja, hoe het ook zij, ze ging haar dood tegemoet, maar zag er in
dat geval geweldig uit.
Tamelijk geweldig dan.
Het enige wat haar ervan weerhield om te roepen: 'Stop de boot! Ik
wil eraf!' was dat bed van Jimmy Golden - of wat zijn echte naam
ook mocht zijn - dat in haar opdoemde. In gedachten zag ze hem op
de kade staan met een verdacht uitziende bobbel onder rijn jas,
omringd door een groep gemene types met namen als Vito, Sal en
Rocco, die allemaal om het hardst naar pesto of Aqua Velva stonken.
Dat laatste verzon ze erbij om het verhaal wat te verfraaien. Feit
was, dat had ze inmiddels wel begrepen, dat Jimmy het haar heel
moeilijk kon maken als hij haar te pakken kreeg. Ze zou er niet van
staan te kijken als hij een paar van zijn favoriete moordenaars had
opgetrommeld.
Jemig, dacht ze. Wat een keus. Verstopt op een luxe jacht, met een
leuke man op weg naar de Bahama's. Of aan land gezet met een
mogelijk gevaarlijke en, in elk geval, griezelige kerel die haar
lichamelijk letsel wilde toebrengen. Luxe jacht... griezelige
kerel. Leuke man... lichamelijk letsel. Al met al was het niet
moeilijk de knoop door te hakken.
'Eh,' begon ze welbespraakt Ze richtte haar aandacht weer op de
leuke - beetje sullige - man en wist ineens weer dat hij wat vragen
had gesteld en op antwoord wachtte. 'Natuurlijk wist ik dat we
vanavond Miami uit gingen. Natuurlijk weet ik dat we naar Nassau
gaan. En natuurlijk weet ik dat Nassau op de Bahama's ligt. En
natuurlijk ben ik uitgenodigd.'
Hij keek haar nieuwsgierig aan en voor het eerst zag ze de mooie
groene tint van zijn ogen. Bijna dezelfde kleur als de kudzu die
thuis in Appalachi- mahochee alles overwoekerde. Veel mensen vonden
de kudzu een plaag, maar Ruby was altijd onder de indruk geweest
van de plant die alles op zijn pad overweldigde. Je kon doen wat je
wilde, maar als de kudzu eenmaal begon, dan was er geen houden meer
aan. Absoluut niet. Op geen enkele manier.
'Ik, eh... geloof niet dat ik je heb gevraagd of je was uitgenodigd
of niet,' zei de leuke man.
'O... juist ja,' antwoordde ze. 'Juist. Want dat hoefde niet? Dat
is toch duidelijk?'
'Wat is duidelijk?'
'Het is duidelijk dat ik hier hoor.'
Ruby hoopte maar dat God haar niet ter plekke dood zou laten
neervallen om deze leugen. Dit was wel de laatste plaats waar ze
hoorde. En niet alleen omdat ze niet was uitgenodigd.
'Goed hoor,' zei hij. "We hebben een lange reis voor de boeg.' Hij
glimlachte, weliswaar een beetje wantrouwig, en gaf haar een hand.
'Laten we dan maar even kennismaken. Ik ben Keaton. Danning. Kraton
Hamilton Danning III als je de hele lijst wilt horen,' vervolgde
hij glimlachend. 'En jij bent?'
Ruby glimlachte terug toen hij haar een hand gaf, maar ze kon zich
er niet toe zetten haar naam te noemen. Dat kwam vooral doordat ze
zich. toen ze zijn hand in de hare hield, haar naam niet meer kon
herinneren. Of waar ze was. Of wat ze op dit moment deed. Of waar
ze vandaan kwam. Of wat dan ook buiten de hittevlaag die haar van
de toppen van haar vingers tot haar tenen, en alle punten ertussen,
verschroeide. Wauw. Wauw. Dat voelde pas lekker. Het had te maken
met de manier waarop hij haar hand vasthield - om het nog maar niet
te hebben over de manier waarop hij haar hele lichaam in vuur en
vlam zette - die Ruby deed denken aan 'nights in white satin, stars
falling on Alabama, hot, hot, hot en bang-zoom-straight-to-the-
moon'.
Toen ze in zijn ogen keek, drong het tot haar door dat ze niet de
enige was die aan 'hot, hot, hot' en
'bang-zoom-straight-to-the-moon' dacht. Want zijn groene ogen leken
nu minder op de kudzu en meer op vlammen, waarbij de belofte van
'overweldigen' en 'niet-tegen-te-houden-als-hij-eenmaal- begon' nog
duidelijker zichtbaar was. Nog aanhoudender. Nog veeleisender.
Nog....
O hemel.
En toen Ruby uiteindelijk haar naam weer wist, besefte ze dat ze
die toch niet aan hem zou vertellen. Iets in haar zei dat het beter
was om niet teveel van zichzelf te laten zien zolang ze aan boord
was, hoewel Keaton Hamilton Danning III haar de indruk gaf dat het
niet mee zou vallen om dat vol te houden. Met zijn ogen was hij
haar namelijk al aan het uitkleden, en zij vond het niet eens echt
vervelend.
Daar kwam bij dat ze haar niet in de bak of de scheepsgevangenis
konden gooien als ze haar echte naam niet hadden. Zo was het toch?
Maar het kon de haaien, als ze overboord werd geslingerd, geen zier
schelen hoe ze heette. Als het jacht eenmaal in de haven van Nassau
lag, zou ze van boord kunnen glippen - hoopte ze - en iets regelen
om naar Miami terug te keren. Niemand hoefde erachter te komen dat
er tijdens de reis een verstekeling aan boord was geweest - hoopte
ze. Al met al kon ze maar beter haar naam - en andere zaken - niet
onthullen.
Ze wilde met een naam aankomen die net zo hooghartig klonk als de
zijne. Dus zei ze, en keek daarbij Keaton Hamilton Danning III
recht in de ogen: 'Ik heet Euphemia Philippa Wemberly-Stokes.'
'Wauw.' dacht ze. Waar had ze die zo gauw vandaan gehaald? Dat
klonk goed. Ze schudde zijn hand met zoveel zelfvertrouwen als ze
kon voorwenden en hoopte dat haar handen niet te klam aanvoelden.
'Fijn om kennis met je te maken,' voegde ze eraan toe.
Hij keek haar enigszins behoedzaam aan. 'Euphemia?' vroeg hij. 'Dat
is een ongebruikelijke naam...'
Was dat zo. vroeg Ruby zich af. Ze had gedacht dat iedereen in de
betere kringen wel een dergelijke naam had. Misschien was ze met
een overtuigender naam aangekomen als ze meer voorbereidingstijd
had gehad. Ze zocht naar iets wat aannemelijker klonk. 'Maar
iedereen noemt mij. eh, Babs.'
Nu werd zijn blik nog waakzamer. 'Babs?' vroeg hij.
Ze knikte heftig en het lukte haar op de een of andere manier hem
aan te blijven kijken terwijl ze herhaalde: 'Ja, Babs.'
'Wat heeft "Babs" met Euphemia te maken?'
'Dat is een lang verhaal'
'We hebben een hele cruise voor ons.'
Ze lachte en hoopte dat het zorgeloos overkwam, maar vreesde dat
het eerder, o jee... paniekerig klonk. 'Nee, zo lang nou ook weer
niet," zei ze.
'Maar...'
'Zeg, als je me wilt excuseren,' haastte ze zich verder te zeggen,
met de gedachte dat het een goed moment was om te beginnen met het
zich verdacht opstellen. Ze vroeg zich af of er ergens iets als een
lege appelkist aan boord was waar ze zich in zou kunnen verstoppen
- zo'n kist had Jim Hawkins ook redding gebracht. 'Want ik moet nu
echt gaan.'
Voordat de heer Keaton Hamilton Danning de kans kreeg te
protesteren, draaide Ruby zich om en begon weg te lopen.
Ongelukkigerwijs was ze vergeten dat ze nog altijd zijn hand
vasthield - of misschien hield hij nog steeds de hare vast - in elk
geval kwam ze niet ver. In feite had ze maar één stap gezet toen
hij haar naar zich terugtrok, met net genoeg kracht om haar het
evenwicht te doen verliezen, zodat ze tegen hem aan viel. Het goede
nieuws was dat ze nu niet haar drankje over zijn jasje en overhemd
gooide. Het slechte nieuws was dat haar glas ditmaal op de vloer
tussen hen in uit elkaar spatte.
Shit. Wat zonde van die goede champagne, dacht Ruby in haar val. En
het zou ook wel geen glas uit een of andere supermarktaanbieding
zijn. Om nog maar te zwijgen over de schoenen van Keaton Hamilton
Danning, die er heel duur uitzagen.
Het aller slechtste nieuws was echter dat ze niet gewoon voorover
viel, maar vol tegen hem aan. Een hele minuut kon ze alleen maar zo
blijven staan, met haar lichaam tegen het zijne aangedrukt, haar
hand uitgespreid op zijn borst en toen ze opkeek om zijn reactie te
peilen was haar mond nog maar luttele centimeters van de zijne
verwijderd.
Ze zag vaag dat zijn ogen prachtig donkergroen waren, zijn lippen
verschrikkelijk sexy en dat zijn hartslag onder haar vingertoppen
snel opliep. Terzijde merkte ze op dat zijn ademhaling onregelmatig
ging en dat die van haarzelf ook niet al te stabiel was. Ergens
besefte ze dat ze in plaats van hem weg te duwen en haar
onhandigheid goed te praten met een flauw grapje als 'dat deed ik
met opzet, hoor', ze haar vingers nog intiemer over de stof van
zijn overhemd liet gaan. Ze drukte haar lichaam nog dichter tegen
hem aan, hoewel ze al zo dicht tegen elkaar aan stonden als maar
mogelijk was zonder dat er mensen de politie gingen bellen wegens
schending van de openbare zedelijkheid.
En in een verborgen hoekje van haar geest kwam vast te staan dat ze
die schending liever met hem op privé-terrein zou plegen. Dan was
het ook niet openbaar meer.
'O,' zei ze zachtjes toen ze zich realiseerde dat haar gedachten
plotseling de weg van de buurt met de rode lampen hadden
ingeslagen.
Ze duwde hem haastig van zich af en herstelde zich, maar ze kon het
niet opbrengen om te zeggen: 'Dat deed ik met opzet, hoor.' Om de
een of andere reden stond haar onderbewustzijn dat niet toe.
Waarschijnlijk was dat, dacht ze, omdat haar onderbewustzijn aan
niemand wilde verklappen dat het hele gebeuren al die tijd al op
handen was geweest.
En haar, ah... onwillige... onderbewustzijn belette haar ook Keaton
onmiddellijk los te laten. Sterker nog, Ruby streek nog steeds haar
met haar vingers teder over de stof van zijn overhemd, alsof ze van
plan was om het te... te... te...
Goeie hemel, dacht ze. Alsof ze van plan was het kledingstuk van
hem af te scheuren en het van zijn schouders te trekken, te buigen
om haar open lippen op zijn naakte borst te zetten en de vochtige,
zoute huid eronder te proeven, de pareltjes vocht op te likken,
haar soepele vingers in de rimpelingen van de spieren eronder te
kneden, dan haar hand naar beneden te laten glijden naar zijn
broekriem en met vlugge, bedreven vingers de knoop van zijn broek
los te maken en dan...
Ahum.
Ruby's gedachten waren duidelijk met haar op de loop gegaan. Maar
ze kon er echt niets aan doen. Het was allemaal de schuld van haar
onderbewustzijn.
Toch wist ze zich er uiteindelijk toch toe te zetten Keatons
overhemd los te laten. Ze probeerde niet op de opgewonden
vlammetjes in zijn ogen te letten, die hoe langer ze hem vasthield,
oplaaiden tot een vuurzee. Om haar gedachten van Keaton en zijn
groene ogen af te leiden, bukte ze om de glasscherven aan haar
voeten op te rapen. Dat deed ze immers ook altijd bij Frank's Funny
Business als er een glas op de vloer was beland. Het was Ruby's
tweede natuur geworden - tenminste als ze even niet meer dacht aan
het proeven van vochtige, naakte huid.
In een flits drong het tot haar door dat haar reactie helemaal fout
was. Niet alleen omdat het onmogelijk de tweede natuur van Euphemia
Philippa Wemberly-Stokes kon zijn om scherven op te rapen, maar ook
omdat deze houding haar nu niet bepaald op de sociale ladder deed
stijgen. Voor een vreemde man op de knieën was een houding waarin
een vrouw misschien twintig dollar kon verdienen, maar het maakte
nu niet bepaald een fijne indruk. En iedereen in de lounge leek
diezelfde mening te zijn toegedaan, merkte Ruby toen ze
rondkeek.
Keaton klemde zijn kaken op elkaar, liet zijn hand zakken in een
stille wenk dat ze die moest pakken. Dat deed ze. Toen trok hij
haar omhoog en gebaarde zwijgend naar een ober dat hij de boel
moest opruimen, gaf haar een nieuw glas champagne van een andere
ober, leidde haar weg bij de scherven en deed verder net alsof de
laatste paar minuten van zijn leven nooit hadden plaatsgevonden.
,
Ruby moest toegeven dat ze zijn oplossend vermogen geweldig vond.
Ze stond dus op, bedankte de ober dat hij haar rommel opruimde,
nipte van haar nieuwe glas champagne, volgde Keaton en deed alsof
de laatste paar minuten van haar leven evenmin ooit hadden
plaatsgevonden.
Het lukte haar echter niet zich te beheersen en niet in zijn
donkere, onpeilbare ogen te kijken. Omdat ze erin keek, voelde ze
dat ze steeds meer verdronk in deze smaragdgroene diepten, die
aanvoelden als een warme, vochtige weelderige whirlpool die haar
rond en rond draaide, dieper en dieper. God, hij had de prachtigste
ogen en zijn glimlach was vriendelijk en zijn borst voelde zo warm
en stevig aan onder haar vingertoppen, en hij had echt een leuk
lijf, aan alle kanten, en... en... en...
En waar hadden ze het een paar minuten geleden nu ook al weer over
gehad, vroeg ze zich af toen ze merkte dat ze het liefst weer
voorover zou vallen om haar lichaam dicht tegen hem aan te drukken,
zonder te bedenken dat dat nu juist de oorzaak was van haar meest
recente probleem. Bijna tegelijkertijd schoot haar te binnen dat
ze, o ja, had gezegd dat ze weg moest, luist, dat was het Ze moest
weg, en snel ook. als ze zichzelf verdere vernederingen en een
zekere verdrinkingsdood wilde besparen.
'Nou... dank je wel,' zei ze gemaakt impulsief en hief haar glas
even naar hem op om een toost uit te brengen. 'Maar nu moet ik er
toch echt vandoor.'
Maar Keaton, in plaats van aan de kant te gaan. zette een stap naar
links om haar stap naar rechts te compenseren. Ruby deed een stap
naar links, maar nu volgde hij met een stap naar rechts.
Misschien was ze maf, maar of hij wilde haar beletten ervandoor te
gaan, of hij wilde de mambo met haar dansen. Ze wenste het hoe dan
ook niet te zien als een romantische ouverture. Daarvoor was het in
hun relatie nog veel te vroeg. Het was natuurlijk niet te vroeg
geweest om voor hem neer te hurken in een suggestieve houding. Maar
wel veel te vroeg voor een romance.
Ruby staakte de mambo om in zijn ogen te kijken, maar voelde
ogenblikkelijk dat ze weer in de warme, vochtige whirlpool
terechtkwam. Met als gevolg dat ze niet wist wat ze moest zeggen.
Dus bleef ze hem maar aanstaren, waardoor ze licht in het hoofd en
duizelig werd en het heel, heel erg warm kreeg.
Dat bleek echter Keatons probleem niet te zijn. Hij vroeg
onomwonden: 'Waar wil je dan naartoe mejuffrouw Wemberly-Stokes?
Misschien is het je ontgaan, maar we zitten momenteel op een boot
en je kunt nergens heen totdat we hebben aangelegd.'
O, dat was Ruby helemaal niet ontgaan. 'Dat weet ik," zei ze, 'maar
ik denk dat ik wat frisse lucht nodig heb, dat is alles.'
Keaton knikte instemmend. 'Weet je, ik denk dat ik ook wel reden
heb om even op adem te komen,' zei hij. 'Ik ga met je mee.'
Geweldig, dacht Ruby mokkend. 'Geweldig,' zei ze vrolijk.
Hij baande een weg voor haar door de menigte en bij de lounge
aangekomen, hield hij de deur voor haar open. Toen lachte hij haar
toe en gaf met een breed armgebaar aan dat ze voor mocht gaan,
zodat hij er onverdraaglijk knap uitzag.
Wat een genie man, dacht ze. Maar ja, wat had ze anders verwacht
van iemand die een naam als Keaton Hamilton Danning III droeg? Ze
vervloekte het lot Eindelijk kwam ze zo n man tegen, maar wel net
onder de slechtst denkbare omstandigheden. Omstandigheden zoals
illegaal aan boord ver- blijven van een jacht waarop hij werkzaam
was, haar drankje over hem uitgieten, insinueren dat hij homo was
en een houding aannemen om iets uit te voeren wat hem in een
portiek twintig dollar zou kosten.
O, en ook omdat ze van nu af aan telkens weer opnieuw tegen hem zou
moeten liegen, omdat ze hem een valse naam had gegeven, en dat ze
hem nu bij de eerste de beste gelegenheid kwijt moest zien te
raken. Maar, zonder al die dingen had hij best haar vriendje kunnen
worden. Daar had ze geen bezwaar tegen.
Dankzij de frisse zeewind was het buiten aan dek niet zo vochtig en
drukkend als in Miami Beach. Bovendien was de lucht niet bezwangerd
met de stank van uitlaatgassen en rottend afval in de goten die ze
altijd 's avonds rook als ze uit Frank's kwam. Maar ook 's ochtends
als ze wakker werd, want ze woonde maar een paar straten van haar
werk in een kleine South Beach- flat met uitzicht op de straat
achter het gebouw. Nu ze erover nadacht vond ze eigenlijk dat haar
hele leven de geuren van uitlaatgassen en rottend afval met zich
meedroeg. Gek dat ze absoluut geen zin had om daarnaar terug te
keren.
Hoewel het schip de Biscayne Bay nog niet helemaal achter zich had
gelaten, was de lucht gevuld met de geur van een donkere nacht,
peperige garnalen en de frisse, zilte geur van de zee. Oké, er hing
ook nog een zweempje uitlaatgassen, maar dat kwam van het luxejacht
en niet van een stadsbus, dus een stuk beter te verdragen.
De hemel boven hen was zwart en eindeloos, bezaaid met sterren als
diamanten op fluweel. De skyline van Miami Beach leek op een met
juwelen getooid fort dat afstak tegen de weidse duisternis. Van een
afstand bezien leek de stad sprookjesachtig en magisch. Was het ook
maar zo van dichtbij, dacht ze bedroefd.
Ruby was achttien toen ze het huis uit was gegaan omdat ze een ster
wilde worden. Dat was één reden. Een andere was dat niemand eraan
hechtte of ze in Appalachimahochee bleef of niet. Acht jaar later
woonde ze nog altijd in Florida en werkte ze nog altijd als
serveerster. In al die jaren was ze geen stap dichter bij het
sterrendom gekomen. Noch was er iemand in haar leven gekomen die
echt wilde dat ze zou blijven. Tja, sommige dingen veranderden
blijkbaar niet.
Ze was zelfe nog nooit in Hollywood geweest. Terwijl dat toch de
plaats was waar je naartoe moest als je beroemd wilde worden. Maar
toen ze 'Happy TYails' vaarwel zei, had ze niet genoeg geld om het
continent over te steken naar Californië, dus was ze maar naar
Miami gereisd. In Miami worden ook films gemaakt, had ze zichzelf
voorgehouden. Echt waar. Heel veel films. Bovendien was de
concurrentie tussen acteurs hier veel, veel minder zwaar dan in
LA.
Maar al vlak na aankomst had Ruby ontdekt dat de act
eermogelijkheden ook veel, veel beperkter waren dan in LA. Toen had
ze echter al niet meer genoeg geld om weer naar huis te gaan. Niet
dat ze zich in Appalachimahochee ooit thuis had gevoeld. Daar was
zelfs nog minder dat haar bond dan in Miami
Dus bleef ze maar. En hoewel ze een paar keer de kans had gekregen
om te acteren - meestal in de vorm van gezongen telegrammen en
slecht aangekleed amateurtoneel - had ze nog nooit een rolletje van
betekenis gespeeld.
Van de weeromstuit had ze het grootste deel van de tijd
doorgebracht met van alles behalve acteren. Zoals werken in een
winkel. Werken in een bar. Serveren in Franks Funny Business, waar
ze het grootste deel van de afgelopen tien maanden bij Frank
Tedescucci had gebedeld, gesmeekt en gevleid om acht minuten op het
toneel te mogen staan. Wat haar vanavond dan eindelijk was
gelukt.
En zie wat dat haar had opgeleverd. Net als de rest van haar leven.
Het was totaal anders verlopen dan ze had gepland.
Ze wierp een blik op Kraton Hamilton Danning III en vroeg zich af
wie zijn werkgever was en wat hij nu precies op dit jacht deed. Was
hij ook op jonge leeftijd het huis uit gegaan in de hoop op
realisatie van een droom? Was hij eigenlijk van nederige komaf?
Zijn naam kon immers ook vals zijn, net zoals zijzelf een valse
naam had opgegeven. Wie had er nou zo een naam als hij? Had hij er
ook naar gestreefd iets te worden, iets te bereiken in zijn leven
en waren zijn ambities ook in het water gevallen? Leefde hij nu ook
maar van dag tot dag omdat hij niet meer wist hoe hij het moest
aanpakken? Voelde hij zich net zo verloren en stuurloos als rij de
laatste tijd?
Ze merkte dat ze nog altijd de slanke champagne flute vasthield die
hij haar had aangereikt. Ze hief het glas op en nipte er vervolgens
nauwelijks aan. Ze had maar een paar maal in haar leven champagne
gedronken, meestal op een bruiloft van vrienden, maar hij had nooit
zo goed gesmaakt als deze. Ze wist niet of deze champagne beter van
kwaliteit was of dat de weelderigheid van de omgeving de smaak
versterkte. Of misschien was het wel haar gezelschap dat er iets
mee te maken had. Ze concludeerde ten slotte dat het aan alledrie
lag. En ze vroeg zich af waarom ze zo nodig naar huis had
gewild.
Keaton leidde haar naar de achtersteven van de boot, waar
verschillende stellen zich hadden teruggetrokken om van de nacht te
genieten. Enkele paren spetterden lachend rond in de grote jacuzzi
Er zaten er aan de schemerige bar te genieten van een drankje en
van eikaars gezelschap. Sommige stonden dicht bij elkaar langs de
reling, een aantal in innige omhelzing - Ruby kon het niet helpen
dat ze ernaar moest kijken - en met de hoofden naar elkaar toe voor
een intiem gesprek.
Keaton hield ook halt bij de reling, maar op flinke afstand van het
dichtst - bijstaande paar. Ruby was er dankbaar voor, omdat het een
van die stellen in stevige omhelzing was. Heel stevig, Zo stevig
dat ze niet kon ontdekken waar de ene persoon ophield en de andere
begon. En nu we het toch over ontdekken hebben. Dat was precies
waar die twee mee bezig waren. Elkaar aan het ontdekken en aan
het... hmmmm... kreunen als dieren.
Keaton leek het ook op te merken, want hij bleef niet long op het
eerste plekje staan en ging naar de overkant van de boot, waar hij
een rustig plekje vond dat ver genoeg af lag van een ander stel dat
met, eh... nautisch onderzoek bezig was. Of nudistisch onderzoek.
Hoe dan ook, Keaton probeerde ze te negeren door met zijn rug naar
het paar toe tegen de reling te gaan staan. Ruby deed zorgvuldig
een of twee stappen terug voordat ze in dezelfde houding als Keaton
tegen de reling leunde. Hij glimlachte om de flinke afstand die ze
zo tussen hen had gecreëerd en plotseling had ze er spijt van.
Tot hij zei: 'Zo mejuffrouw Wemberly-Stokes.' en zij weer bedacht
dat ze vanaf de allereerste woorden tegen hem had gelogen. Ze had
niet een paar stappen verderop moeten gaan staan, maar door moeten
lopen tot ze overboord kon springen. 'Of mag ik je Babs noemen?'
ging hij verder.
Ze staarde in zijn kudzu-ogen en bedacht dat ze nog nooit een man
had gezien met zulke volle wimpers. Blijkbaar begon ze onder
invloed te raken van een vreemd soort verdovend kudzu-middel, want
er begon iets warms en bruisends door haar hele lijf te stromen net
op het moment dat ze zei: 'Hmmm?'
Hij staarde haar even zwijgend aan en Ruby vermoedde op dat moment
dat hij dezelfde warme, bruisende stroom ervoer als zij, want zijn
stem klonk een beetje raar toen hij zei: 'Babs. Mag ik je Babs
noemen?'
Ze knikte. Wat haar betreft had hij haar drollenbak mogen noemen,
dan nog zou ze schatje tegen hem zeggen. 'Eh, ja hoor,' zei ze
tegen hem. 'Je mag me... zo noemen.'
'Oké dan, Babs,' begon hij. 'Vertel eens wat over jezelf,
Babs.'
Ruby genoot nog even van het merkwaardige gevoel te drijven en toen
dwong ze zichzelf met een kort knikje terug op vaste grond. 'O
gossie,' zei ze. 'Wat valt er te vertellen?'
Hij haalde zijn schouders op. 'Ik weet het niet, Babs. Daarom vraag
ik het je, Babs.'
Iets in de manier waarop hij telkens Babs zei, gaf Ruby het idee
dat hij niet geloofde dat het haar echte naam was. Hmmm,
' Ik, eh... ik ben actrice,' zei ze tegen hem. Wat helemaal waar
was, want ze voerde hier toch maar even een toneelstukje op dat
eigenlijk een prijs verdiende. 'Ik ben zelfs regelrecht uit het
theater hiernaartoe gekomen.' En ook hiermee deed ze de waarheid
weinig geweld aan, dacht Ruby. Je zou Frank's Funny Business als
een theater kunnen beschouwen. Een soort theater. Als je een paar
drankjes op had. Een stuk of tien. Let op, hè, er was een
podium.
'Actrice,' herhaalde Keaton. Er klonk twijfel door in zijn stem,
meende Ruby.
'Hmm-mm,' verzekerde ze hem. Klonk niet zo erg overtuigend, hoorde
ze zelf,
'Leuk. Babs. Interessant - Babs maar ik ben niet zo op de hoogte
van het werk van Euphemia Philippa Wemberly-Strokes.'
'Stokes,' corrigeerde Ruby snel. 'Euphemia Philippa
Wemberly-Stokes.'
'Juist. Babs. Natuurlijk, Babs.'
'Dat komt doordat ik voor mijn werk een andere naam gebruik.'
Hij fronste zijn donkere wenkbrauwen in een stille vraag. Dus
antwoordde Ruby door haar donkere wenkbrauwen eveneens te fronsen.
'En welke naam gebruik je dan voor je werk?,' vroeg hij.
'O,' antwoordde ze. 'O, een andere.' Maar ze zei verder niets.
Voornamelijk omdat ze geen idee had wat ze moest zeggen. Ze had
vanavond al een goede naam verzonnen. Ze stelde haar geluk liever
niet verder op de proef.
'Ja die andere, Babs,' zei Keaton toen hij begreep dat ze er verder
niet over zou uitweiden. 'Welke naam is dat? Babs.'
'Rita,' zei ze voor de vuist weg. 'Rita, eh... Moreno.' Ze kreunde
inwendig.
'Ja, van Rita Moreno heb ik wel gehoord,' zei Keaton. 'Maar die is
toch een beetje... ouder dan jij, Babs?' 'Dat is een andere Rita
Moreno,' zei Ruby.
'Juist ja. Maar er is toch een instantie die het afkeurt als twee
acteurs dezelfde naam dragen? Babs?'
Ruby knikte. 'Dat klopt. Nu je het zegt, dat zou wel eens de reden
kunnen zijn waarom mijn doorbraak nog wat op zich laat wachten.
Maar Rita Moreno is niet mijn volledige naam. Eigenlijk speel ik
onder de naam Rita Q. Moreno.'
'Rita Q. Moreno?'
Ze knikte. 'Net als Michael J. Fox. Hij heeft de J. ertussen
gevoegd omdat er al een acteur was die Michael Fox heette.'
'Dat klopt. Maar voor zover ik weet was de echte naam van Michael
J. Fox Michael Fox.'
'Ik geloof dat je gelijk hebt.'
'Waarom heb je dan Rita Moreno gekozen?'
'Rita Q. Moreno,' verbeterde Ruby.
Hij knikte ongeduldig. 'Waarom heb je de naam Rita Q. Moreno
gekozen, als je ook iets anders had kunnen kiezen?'
'Ik vind het wel een pakkende naam,' antwoordde ze.
'Pakkend,' herhaalde hij.
'En mooi.'
'Mooi.'
'En het blijft je goed bij„'
Hij leek er even over na te denken. 'Oké, ik snap het,' zei hij ten
slotte. 'Het spijt me maar ik weet niets van je werk.'
'Natuurlijk weet je daar niets van,' stelde ze hem gerust. 'Het is
duidelijk dat je maar even langs kwam wippen in Miami. Maar ik kan
je verzekeren dat ik hier erg populair ben. Vooral in de
buitenwijken,' voegde ze eraan toe om het veilig te houden.
'In de buitenwijken?' vroeg hij.
'In de buitenwijken.'
'Welke buitenwijken?'
'Alleen de beste buitenwijken, geloof me.'
Hij keek haar een tijdlang zwijgend aan en zei toen weer 'Ik
begrijp het.'
Ruby had een licht vermoeden dat hij haar absoluut niet geloofde en
alleen maar beleefd probeerde te zijn.
Hij had toch gezegd dat het een lange cruise zou worden? Ze keek
even op haar goudkleurige polshorloge. Hoe lang zou het duren
voordat ze in Nassau waren, vroeg ze zich af. Vijftien uur?
Zestien? Oké, ze had dus nog maximaal vijftien uur en 46 minuten te
gaan. Dat moest toch lukken. Het moest gewoon.
Als ze maar een appelkist kon vinden om zich in te verstoppen.