1

Er waren in de hele wereld maar twee dingen waar Keaton Danning een gloeiende hekel aan had. Ten eerste aan kleine, ratachtige honden die ook nog eens vals waren en ten tweede aan Duitse chef-koks met een te groot ego. Of was het Duitse honden met een te groot ego en kleine, rattige en valse chef-koks? Nou ja. Wat deed het ertoe? Vandaag had Keaton het met allemaal aan de stok.
'Kurt, luister nou eens naar me,' zei hij tegen de kok in kwestie en probeerde nog zo verzoenend mogelijk te klinken. Dat lukte niet helemaal want een als een oude vuilnisemmer piepende dwergtekkel bleef maar om zijn enkels heen dansen en maakte Sauerkraut van zijn broekspijp. 'Kurt.' probeerde hij opnieuw en zwaaide voorzichtig zijn been heen en weer om het mormel af te schudden, 'leg dat slagersmes neer.'
Het spreekt vanzelf dat het afschuwelijke hondje toebehoorde aan de afschuwelijke, opgeblazen kok. Bovendien heette Kurts weerzinwekkende hondje ook Kurt, een duidelijk teken van het overgrote ego van de man. Het zorgde voor eindeloze verwarring aan boord van het jacht waar Kraton en de mens Kurt werkten. Zoals gewoonlijk luisterde noch de hond, noch de kok naar Keatons verzoek, smeekbede of wat dan ook. Toen Kurt de kok het grote, scherpe slagersmes nog hoger boven zijn hoofd tilde, wierp Kurt de hond zijn kleine trillende lijf weer naar voren en beet zich vast aan Keatons broekspijp.
'Kurt, alsjeblieft,' zei Keaton weer en krabde ongedurig in zijn haar. Hij wist op dit moment niet precies of hij het nu tegen de hond of tegen de kok had. Natuurlijk maakte hij zich de grootste zorgen over het slagersmes, maar op het ogenblik leek de hond een stuk beter aanspreekbaar. 'Rustig maar,' voegde hij eraan toe.
'Nein zei Kurt, de kok, niet de hond. Hij viel terug in zijn moedertaal, wat altijd gebeurde als hij erg, erg boos was. Niet dat het geheven slagersmes daar niet ai op wees, maar het gebruik van het Duits trok Keatons aandacht. De kok wees naar de man die zich achter Kraton klein maakte, en zei min of meer in het Engels: 'Niet voordat jij dat stuk Kotzbrocken uit mijn keuken hebt gestuurd.'
De 'internationale aanvaring,' eh... hier waarschijnlijk de meest geschikte omschrijving, tussen Kraton, Kurt en Kotzbrocken vond technisch gesproken niet in de keuken, maar in de kombuis plaats. Ze zaten immers op een boot. Een grote kombuis want ze zaten op een grote boot. Maar Keaton, slim als altijd, bedacht op tijd dat het nu niet het juiste moment was om de kok nautische termen bij te brengen. Dus hief hij zijn handen ten hemel in een internationaal bekend gebaar van Alsjeblieft, doe me geen pijn, en smeekte opnieuw:' Kurt, toe nou, leg dat mes neer.'
Maar de kok deed alsof hij het niet hoorde en wees over Keatons schouder naar de man achter hem. 'Hij zei dat mijn Pflaumenkuchen beschissen smaakt!' Er ist ein Kotzbrocken!"
Deze uitspraak werd gevolgd door een vloedgolf aan Duitse scheldwoorden. Keaton herkende het als Duits omdat hij de taal vloeiend sprak, maar ook al was dat niet zo geweest, dan bleek uit de manier waarop Kurt zijn monoloog kracht bijzette door het slagersmes in de houten snijplank te planten duidelijk genoeg dat de tekst niet zo, nou ja, netjes was.
Keaton wachtte tot Kurt klaar was, opgelucht dat de kok in elk geval geen wapen meer had, legde toen zijn hand losjes op zijn in een Brionibroek gestoken heup en veegde met zijn andere over zijn klamme voorhoofd. Door al het koken en schreeuwen moest de temperatuur in de kombuis zo'n beetje zijn opgelopen tot in de drie cijfers. De openstaande ramen, of liever, patrijspoorten, Kraton corrigeerde zijn scheepstermen, veranderden daar niets aan. Achter deze patrijspoorten lag namelijk Miami Beach, waar het in augustus nu niet bepaald koel was. Na een flinke ruk aan zijn Hermès- stropdas te hebben gegeven, maakte Keaton de bovenste twee knopen van zijn Pierre Cardin-shirt los. Vervolgens schudde hij opnieuw met zijn been om de tekkel kwijt te raken die nog altijd als een slecht bij zijn pak passende accessoire aan zijn broekspijp hing.
luist wilde hij een zucht van opluchting slaken dat de situatie weer onder controle was toen de Kotzbrocken achter Keaton zei: 'Nou je Pflaumenkuchen smaakt toch echt beschissen' Het mes ging weer de lucht in.
' Schweinehund!,' schreeuwde Kurt.
'Reynaldo!,' snauwde Kraton naar de Kotzbrocken.
'Wat is er nou?' vroeg Reynaldo. 'Het is toch zo! Heb jij ooit zijn Pflaumenkuchen geproefd? Beschissen is nog veel te zwak uitgedrukt'
'Hou hiermee op,' zei Keaton tegen Reynaldo. Hij draaide zich weer om naar de kok en wees met zijn duim over zijn schouder naar de man die zich achter hem verschool. 'Nou Kurt, Reynaldo is geen Schweinehund en ook geen Kotzbrocken. Hij is de kroonprins van Pelagia. Oké, hij heeft dan weliswaar geen land meer waar hij kroonprins van kan zijn,' voegde Keaton er snel aan toe toen hij zag dat Kurt terecht een opmerking wilde maken, 'maar hij is nog altijd lid van de koninklijke familie en alleen daarom al verdient hij je respect.'
'Ja dat ben ik, en ja dat verdien ik.' zei Reynaldo van achter Keatons rug. 'En je zou er goed aan doen, beste man, om daar aan te denken. Mijn volk aanbidt mij.'
'Jouw volk is in opstand gekomen om te verhinderen dat jij op de troon kwam,' antwoordde Kurt. 'Ze aanbaden jouw vader, niet jou. Ze begrepen maar al te goed dat jij van hun land een soort Disneyland wilde maken.'
'Ja, maar dan wel een Disneyland voor kinderen boven de zestien.' dacht Keaton. Toen realiseerde hij zich dat hij als belangrijkste adviseur van Reynaldo zijn kant behoorde te kiezen. Hij opende zijn mond om een goed woordje voor Reynaldo te doen - iets in de trant van 'Hé, in elk geval zouden Assepoester en Sneeuwwitje er geweldig uitzien in die piepkleine bikini's' - maar Reynaldo kwam ertussen en nam het voor zichzelf op. Min of meer.
'O ja?' kaatste de prins gevat terug.
'Ja.' antwoordde Kurt. al even ad rem.
'Wel, wel, wel, wel..stamelde Reynaldo. 'Nou om je de waarheid te zeggen dacht ik er toch al over om afstand van de troon te doen en ze zelfbestuur verlenen. O zo.'
Keaton sloeg zijn ogen ten hemel O ja. Dat was Reynaldo ten voeten uit. Meneer de altruïst. Meneer 'Ik-heb-alleen-maar-het-beste-met-mijn-volk- voor.' Meneer 'Jk-zou-nooit-mijn-positie-als-koning-misbruiken-om-de- rest-van-mijn-leven-met-geld-smijtend-door-te-brengen.' Meneer 'Ik- wilde-alleen-een-land-voor-mezelf-zodat-ik-het-te-gronde-kon-richten.' Meneer 'Vertel-mij-niet-hoe-ik-moet-leven-Keaton-of-je-ligt-eruit.' Meneer...
Het zal duidelijk zijn dat Reynaldo nog geen greintje onzelfzuchtigheid bezat. Als hij inderdaad koning van Pelagia was geworden, dan was het land ogenblikkelijk door het koninklijke toilet gespoeld. Daar kon Keaton, ook al was hij adviseur wereldse zaken van de vader van de prins geweest en nu adviseur van de prins, niets aan verhelpen. Immers, de prins legde alles wat Keaton zei naast zich neer. De beschisseter Kotzbrocken.
Maar als Reynaldo ook maar iets van de daadkracht van zijn vader had gehad, dan zou hij voor het behoud van de troon hebben gevochten. Hij had werkelijk nog nooit aan troonsafstand gedacht tot die nacht dat men hem wakker maakte om te vertellen dat het paleis was belegerd door rebellen, die prinselijk gehakt van hem wilden maken. Als hij enige waarde hechtte aan zijn vrijheid en leven, kon hij maar het beste vertrekken, zo verzekerden ze hem.
Reynaldo had maar net genoeg tijd om wat bezittingen, waaronder toevallig de familiejuwelen, bij elkaar te graaien, enkele favoriete hovelingen bijeen te roepen - uiteraard had Keaton Arabella, de verloofde van Reynaldo, gewaarschuwd - en op het nippertje aan boord van zijn jacht te ontsnappen.
Niet lang hierna riep toen Reynaldo in pyjamabroek zijn hof bij elkaar en verkondigde dat het misschien een goed idee was om afstand te doen van de troon en rijn volk zelfbestuur  te verlenen.
'Ie zou je volk nooit wat verleend hebben,' zei Kurt geërgerd. 'Zij hebben zelf de macht in handen genomen, wat hun goed recht was.'
'Dat zal niet lang duren,' antwoordde een tot Kratons verbazing even kort aangebonden Reynaldo. 'Het duurt niet lang voor ze zich realiseren dat ze mij nodig hebben. Dan begrijpen ze wat voor enorme vergissing ze hebben begaan door mij weg te sturen. En voor je het weet smeken ze me om terug te komen.'
luist, dacht Keaton. Daarom had het parlement van Pelagia bij afwezigheid van de prins het koninklijke handvest verscheurd, alle koninklijke privileges ingetrokken en elke aanspraak op de troon geschrapt. Vervolgens was alles wat restte van het genoemde handvest met een fakkel aangestoken bij de openbare worstjesbarbecue. Het gerucht ging zelfs dat ze moordenaars hadden ingehuurd om zeker te stellen dat Reynaldo nooit meer naar zijn moederland terugkeerde. Hem was hem te verstaan gegeven dat mocht hij het ooit in zijn domme hoofd halen om Pelagisch grondgebied te betreden. hij met schoten - en nee. geen saluutschoten - zou worden verwelkomd.
Een jaar geleden was prins Reynaldo Michael Julian David Lorenzo Constantine del Fuego inderdaad nog kroonprins van het kleine eilandenrijk Pelagia, klaar om de fakkel van zijn vader, koning Francisco Reynaldo Philip Theodor Enzo Nicholas del Fuego, over te nemen bij diens dood. Maar toen koning Francisco de grote, met flonkerende sterren bezette hemeltroon beklom, hadden het Pelagische parlement en het Pelagische volk, in plaats van Reynaldo tot nieuwe koning te kronen, eh... bezwaar gemaakt. En toen de wapens opgepakt. En de macht gegrepen.
Later hadden ze hun daad gerechtvaardigd door erop te wijzen dat er een nieuw millennium was aangebroken. Dat toen koning Francisco stierf, hij nog louter symbolische waarde had. Hij was voornamelijk een plaatselijke attractie geworden met ais doel nog wat toeristendollars in het laatje te brengen. Reynaldo had nog geprobeerd aan te voeren dat hij ook altijd een grote attractie was geweest, groter nog dan zijn vader, heus - hij luisterde vrijwel wekelijks de kolommen van de National Enquirer en People op, en El Entertainment Television wijdde dagelijks de veelbekeken special Reynaldo Watch aan hem. Als koning, zo had hij zijn oproerige volk voorgehouden, kon hij hoogstwaarschijnlijk meer toeristendollars binnenbrengen dan zijn vader.
De parlementariërs hadden, zeer naar waarheid, geantwoord dat de stranden, vakantieoorden en casino's van Pelagia inmiddels de voornaamste inkomstenbronnen van het eiland waren - even los van het Filmfestival van Pelagia - en echt, de mensen van Pelagia hadden nu al zo lang op vrijheid gewacht. Dit was een goed moment
Bovendien was Reynaldo een losbol, een verkwister en een branieschopper, ze konden eenvoudigweg geen reden bedenken om hem aan te houden. Omdat hij niet langer op Pelagia woonde, had hij ook geen van de landgoederen van de Del Fuego's nodig, dus die werden dan ook maar voor het volk gereserveerd. Ze herinnerden de prins eraan dat de familie Del Fuego honderden miljoenen dollars op Zwitserse bankrekeningen had gezet, dus Reynaldo zou niet omkomen van de honger.
Jammer genoeg.
Uiteindelijk had Reynaldo weinig keus dan er met de staart tussen de benen en gillend als een wijf vandoor te gaan - niet veel anders dan die nacht dat hij afttand van de troon, het paleis en al zijn persoonlijke waardigheid moest doen.
Dus had prins Reynaldo Michael Julian David Lorenzo Constantine del Fuego zijn favoriete leden van de hofhouding opnieuw bij elkaar gedreven en aan boord geladen van zijn koninklijke jacht de Imperial Majesty, waarvan hij de naam ogenblikkelijk veranderde in Mad Tryst. Hij, de man zonder land, had het zeil gehesen op zoek naar land.
Dat was inmiddels twaalf maanden geleden, dacht Keaton. Twaalf lange, eentonige maanden en een eindeloos aantal zeemijlen. Reynaldo scheen van mening te zijn dat hij alle tijd van de wereld had om de wereldzeeën te bevaren. Hoewel, Reynaldo had natuurlijk alle tijd van de wereld. Keaton daarentegen had wel betere dingen te doen dan de rest van zijn leven door te brengen als een soort bemanningslid van Love Boat. Helaas bond een misplaatst gevoel van trouw - meer aan de overleden koning Francisco dan aan de levende prins Reynaldo - Keaton aan de prins.
Nou ja, een misplaatst gevoel van trouw, maar ook het feit dat de financiële middelen van Keaton in Pelagia waren bevroren vanaf het moment dat hij aan boord ging met Reynaldo. 'Hoe dan ook Kurt, Reynaldo is nog altijd een prins en zoals gezegd, is hij bij sommige van zijn mensen nog altijd zeer in tel.' Bij minstens vijf of zes, voegde Keaton er in gedachten aan toe. 'Maar belangrijker nog: hij is je werkgever.'
Dat leek de enige reden die Kurt nog er nog van weerhield om de man in mootjes te hakken. Langzaam liet hij zijn arm zakken en na een korte aarzeling legde hij het slagersmes terug op het aanrecht. Hij had het wapen nog niet losgelaten of Keaton deed een uitval om het in handen te krijgen. Even overwoog hij het te gebruiken om zich van dat vervelende Duitse hondje, dat nog altijd aan zijn broekspijp hing, te ontdoen. In plaats daarvan hield hij het mes in de aanslag. Ie wist nooit met die Duitse keffers.
'Liggen Kurt,' zei hij streng tegen de hond. De hond sloeg het commando in de wind, maar de kok ging verrassend genoeg een stapje achteruit. Keaton zuchtte in stilte Alles best, als het maar hielp.
'Dank je,' zei hij tegen de kok. 'Als je je dreigement had uitgevoerd om Reynaldo's..- op dit punt aangekomen gaf hij met opzet een wat vage vertaling van de scheldwoorden van de kok - 'eh, dat door mannen zo hooggeschatte deel af te snijden en het als visvoer overboord had gegooid, dan zouden veel mensen in Pelagia - ten minste vijf of zes - 'erg ongelukkig zijn.'
'Zo is dat, verdomme.' mompelde Reynaldo.
'Reynaldo,' mompelde Keaton terug, 'doe nou niet zo moeilijk.'
Liever had Keaton beide mannen aan de oren naar hun kamers gesleept en zonder eten naar bed gestuurd. Echt. Het gedrag van de kok was niet best, maar hij had in elk geval nog een aanleidinkje om zich slecht te gedragen - hij was uitgedaagd. Keaton had Kurts Pflaumenkuchen geproefd, en ook al vond Keaton de taart niet een van de beste gerechten van Kurt, het smaakte nou ook weer niet beschissen.
Voor het gedrag van Reynaldo bestond echter geen excuus. Hij had een perfect leventje. Ook al was hij een jaar geleden uit zijn land verjaagd, hij was nog altijd een luie, rijke, knappe zesentwintigjarige man zonder enige verantwoordelijkheid, een man die als hij wilde de rest van zijn leven kon doorbrengen met lui, rijk, knap en onverantwoordelijk zijn. Een man die de beste scholen had bezocht, die reizen naar de sprookjesachtigste landen had gemaakt en die de mooiste en meest gevierde mensen van deze planeet tot zijn minnaressen en vrienden kon rekenen. Een man die tot een jaar terug troonopvolger was geweest van zijn land, verdorie. Goed, het was maar een klein eilandenrijk in de Middellandse Zee met als belangrijkste bron van inkomsten het toerisme - en natuurlijk prins Reynaldo - maar dat deed er niet toe. Het punt was... het punt was...
Verdomme.
Het punt was dat Keaton doodziek en doodmoe werd van zijn rol als Reynaldo's babysitter. In zijn huidige baan verspilde hij zijn talenten en gaven en van zijn vooruitzichten bleef op deze manier ook niets over. Ooit was hij adviseur van koning Francisco geweest en toen de jonge Del Fuego de troon overnam, was het logisch dat hij ook adviseur van prins Reynaldo werd.
Shit, als in Pelagia de zaken anders waren gelopen, dan zou hij daar zeker eerste minister zijn geworden - en dat had niet lang op zich laten wachten. Maar neeeeeee. Nou, hier zat hij dan. Een man van 36 jaar die zijn jeugd voornamelijk in Pelagia had doorgebracht, als enig kind van de Amerikaanse ambassadeur van het land. Vanaf zijn schooljaren tot het moment dat hij het land verliet om te gaan studeren, had hij Pelagia als zijn vaderland beschouwd. Na zijn studie was hij teruggekeerd om in dienst te treden van koning Francisco.
Zijn hele leven lang was hij opgeleid voor een positie als premier van Pelagia. en nu dit. Hier zat hij met zijn graad in politieke wetenschappen, economie en internationale betrekkingen. Ja, hier zat hij dan en in plaats van opmerkelijke wapenfeiten op het gebied van détente en diplomatie op zijn naam te zetten, moest hij tussenbeide komen bij keukenruzies.
Verdomme.
Toen keek hij naar zijn twee metgezellen en bedacht dat een beetje détente en diplomatie hier wel van pas kon komen.
'Goed, we gaan het als volgt doen,' begon Keaton op eerste-ministerstoon opzette. Op deze stem had hij al geoefend sinds zijn tienerjaren. 'Reynaldo,' sprak hij en richtte zijn volledige aandacht op de donkerogige prins.
Direct daarna wenste hij dat hij niet naar de man had gekeken. Zijn ogen deden ineens afschuwelijk pijn. Niet door een soort oud Petagiaans mystiek taboe over het direct aankijken van een lid van de koninklijke familie, maar gewoon omdat prins Reynaldo een wandelend en sprekend voorbeeld was van hoe je je niet kleedt. Zijn korte, donkere haar was achterover gekamd met genoeg olie om het hele jaar lang saladedressings van te maken - als ze tenminste van haar olie slaolie konden maken, bedoelde Keaton - en wat de kleding van de man betrof...
Keaton wist niet of het kwam doordat de prins zichzelf als almachtig beschouwde en zich dus niets van de mening van anderen hoefde aan te trekken, of dat het kwam doordat de man nu eenmaal totaal geen smaak had. Maar trouw aan zijn gewoonte om zich qua kleding te onderscheiden, was hij vandaag gekleed in een kanariegele geplooide zigeunerbloes met ruches, en touwtjes in plaats van knopen om de openhangende kraag bij elkaar te binden - niet dat de kraag nu bij elkaar gebonden was - een wijde, limoen- groene broek en paarse opengewerkte sandalen. De prins stond bovendien voor een koelkast met een fruitmand erbovenop, die nu boven zijn hoofd leek te zweven, als een bizarre hoed. Keaton dacht meteen aan Carmen Miranda.
'Reynaldo,' begon Keaton weer, angstvallig langs de pijnlijke kledingcombinatie kijkend - of langs de fruitmand - 'jij gaat nu naar het jacuzzidek, je zoekt gravin Arabella en gaat met haar over het bovendek wandelen. En nee, je mag niet supermodel Dada met je meenemen,' voegde hij eraan toe toen hij zag dat de prins zijn mond opendeed om te protesteren. 'Daarmee zou je de gevoelens van de gravin kwetsen.'
Niet dat de gevoelens van de gravin de afgelopen twaalf maanden niet al talloze keren gekwetst waren. En niet alleen in verband met supermodel Dacia - die geen achternaam scheen te hebben, want Keaton had die nog nooit horen gebruiken, tenzij 'Dacia' haar achternaam was en 'supermodel' haar voornaam. Hoewel de prins aan supermodel Dacia de voorkeur gaf boven alle andere vrouwen - dat stak hij niet onder stoelen of banken - had hij sinds het begin van hun gedoemde reis tientallen vrouwen aan boord van de Mad Tryst uitgenodigd. Zonder zich druk te maken over zijn verloofde, die zijn uitspattingen maar moest aanzien.
De man was echt een Kotzbrocken, dacht Keaton. Geen twijfel mogelijk.
'Kurt,' zei hij zich weer tot de kok wendend, 'jij gaat terug naar je aanrecht en je gaat... wat knoflook hakken of zo. En bovendien doe je dat met plezier, betoogde hij vol overtuiging. Keaton liet zijn blik van de een naar de ander glijden en voegde eraan toe: 'ledereen begrepen?'
'Ja,' mompelde Reynaldo.
'Ja,' bromde Kurt.
'Goed,' zei Keaton. 'En jij Kurt,' ging hij verder, met zijn been schuddend in een nieuwe poging zich van het venijnige tekkeltje te ontdoen - zonder succes, 'jij laat mijn broek los of ik smeer je op een krentenbol, mosterd erover en dan voer ik je aan Muffin, gesnapt?'
De naam van de kat van gravin Arabella trok uiteindelijk de aandacht van Kurt de hond. Hij stopte met janken, liet Keatons been los en ging zitten. Maar hij trok zijn lippen op - of wat honden dachten dat hun lippen waren - om zijn tanden te ontbloten en gromde.
'Vergeet het maar,' waarschuwde Keaton, diep voorovergebogen om het direct in de snuit van het valse beest te zeggen. 'Ik heb uit goede bron vernomen dat Muffin vanochtend geen ontbijt heeft gehad. Je gaat er in één hap in.'
De kleine kraalogen van de hond vernauwden zich, maar meer commentaar had hij niet. Om zijn positie te verstevigen kneep Keaton op zijn beurt zijn ogen tot spleetjes. Twee woorden, Kurt,' blafte hij tegen de hond. 'Wiener. Schnitzel.'
Met een laatste grom droop Kurt af - letterlijk met de staart tussen de benen. Bij zijn aftocht klonken zijn ergerlijke teennageltjes in een staccato tik-tik-tik'tik-tik op de tegelvloer.
Keaton moest zich inhouden om niet het slagersmes achter het misselijke mormel aan te gooien. Ogenschijnlijk rustig legde hij het mes op het aanrecht terug, buiten bereik van Kurt de kok. De onderhandelingen in keukenaangelegenheden waren voorlopig succesvol gebleken, maar je kon maar beter voorzichtig blijven. Hij sloop de kombuis uit om te zien welke andere zaken van bestuurlijk belang hem aan boord van de Mad Tryst wachtten. Gravinnen moesten worden getroost, supermodellen in de gaten gehouden, bemanningsleden mochten niet te veel drinken... hij moest kijken of de drankvoorraden van de bars moesten worden aangevuld, of er handdoeken bij de jacuzzi lagen en de temperatuur van de sauna's moest nog gemeten worden.
Kraton zuchtte diep bij alle verantwoordelijke taken die op hem wachtten. Eerlijk gezegd was zijn werk nooit af.
'Wat is dat toch met de supermarktafdeling met het bordje "vrouwenbenodigdheden. Ruby Runyon legde het de zaal voor. Ze veegde de donkerbruine vochtige slierten van haar pony uit haar ogen. Door de felle lampen boven haar kon ze niemand onderscheiden in de grote zwarte ruimte die zich achter het toneel uitstrekte. Maar ze wist dat ze te waren. Ze kon ze horen ademen.
'Ik bedoel vrouwen benodigdheden?,' herhaalde ze haar vraag en klemde de microfoon nog wat steviger vast. 'Kom nou toch. Wat vind je op die afdeling wat een vrouw echt nodig heeft. Gelijke beloning voor gelijk werk? Mannen die koken? Twee jurken maatje zesendertig die toch passen? Nou?'
Een lach rolde door de zaal, enkel van vrouwen, merkte Ruby en ze glom van tevredenheid. Dit was haar favoriete nummer, het deel van-vrouw-tot vrouw, en al begrepen de mannen in het publiek er nog niet de helft van, de vrouwen gingen vanavond met een lach om de lippen naar huis.
Voor het eerst in lange tijd zou dat ook voor haarzelf gelden.
Want Ruby Runyon had - o, wonder - een afspraakje. Nog een groter wonder was dat het een afspraak was met een aardige man. Wonder boven wonder was het hun tweede afspraak. Jimmy Golden had geen overdosis genomen na de eerste, wat meestal gebeurde met de mannen met wie Ruby uitging. Natuurlijk kwam dat waarschijnlijk doordat mannen met belangstelling voor meiden als Ruby - meiden die in een bar werkten en waren opgegroeid op parkeerplaatsen, meiden die nooit een vader hadden gekend en wier figuur voluptueuzer was dan goed voor ze kon zijn en die namen hadden als, eh, Ruby - normaal gesproken maar één ding wilden. Als Ruby ze dat ene dan niet gaf, dan verloren deze heren alle belangstelling. En snel.
Want het was ook niet het uiterst geheime recept van de bekroonde restjescake van haar grootmoeder Pearl waar de heren op uit waren.
'Nu we het toch over supermarkten hebben,' vervolgde Ruby. Ze gooide haar haveloze paardenstaart terug over haar schouder alvorens haar volgende stuk tekst uit te storten. Wat is er toch met die kreet "mondvullende sensatie" die een vrouw doet rillen?'
Nog meer gegiechel, meer gelach en meer grappen van Ruby Runyon. Ze had haar teksten zelf geschreven, recht uit haar hart natuurlijk en ze bracht ze met die ernst die voortkwam uit frustratie. Ze had haar hele leven lang dingetjes van haarzelf willen delen met anderen en toen gemerkt dat die anderen geen belangstelling hebben. Ook al deelde ze die dingen nu met mensen die in een donker gat zaten, en ook al waren dat volslagen onbekenden, ze nam het allemaal voor lief. Het was meer dan ze ooit, waar dan ook, had gehad.
Ze rondde haar acht minuten durende act af, glimlachte bij het opklinken van het - bijna daverende - applaus, zwaaide naar haar goede maatjes daar in het donker, draaide zich om en jogde het toneel af Net toen ze door de keukendeur kwam, waardoor de acteurs bij Frank's Funny Business altijd het toneel betraden of verlieten, liep ze haar baas Frank Tedescucci tegen het lijf. Hij droeg zijn gebruikelijke eigenaar/directeurskostuum bestaande uit een synthetische pullover met V-hals in een bruinige tint en een synthetische, geruite broek zonder riem. Zijn donkere, woeste haar was vochtig en krulde nog meer dan anders, wat te wijten was aan de drukkende hitte van South Beach die altijd de club binnendrong. Zijn ronde gezicht straalde zoals gewoonlijk totale verveling uit.
'Heel grappig,' zei hij doodleuk tegen Ruby. 'Ha, ha, ha.' Toen gooide hij haar een dienblad toe en knikte naar de keukendeur waar ze net doorheen was gekomen. 'Maar je dag zit er nog niet op, schattebout. Aan het werk. Ik zou zeggen dat je nog ongeveer zeven minuten van je kwartiertje beroemdheid over hebt. Maak er het beste van.'
Tsja. Ruby speelde nou niet bepaald een hoofdrol in Frank's Funny Business. Je kon het nog niet eens een bijrol noemen. Ze was een van Franks serveersters, al meer dan tien maanden. Heel af en toe smolt het minuscule ijsklompje dat Frank als zijn hart beschouwde. Net genoeg om een van zijn werknemers een kans te geven tot ster uit te groeien - of in elk geval de kans om acht minuten op het podium te staan. Vanavond was Ruby eindelijk de gelukkige. Nu waren haar acht minuten echter verstreken en Frank wilde haar weer aan het werk hebben, het werk waarvoor ze was aangenomen, namelijk serveren.
Ze slaakte een lange zucht vol frustratie, pakte het dienblad dat hij naar haar had toegegooid en toen de schort die op dezelfde manier bij haar terecht was gekomen. Met het dienblad onder een arm gedrukt, bond ze haar schort over haar kaki shorts en over het marineblauwe poloshirt waar de woorden 'Franks Funny Business' boven haar linkerborst prijkten. Roem bleef nog een nachtje uit, dat was duidelijk. Want haar act was al vier volle minuten voorbij en nog steeds waren er geen talentenjagers door de keukendeur binnengerend met de tekst: 'Hé babe, ik ga een ster van je maken!'
Aan niets had Ruby een grotere hekel dan wanneer het gewone leven maar niet op de film wilde lijken. Want zo, wist ze zeker, moest haar leven eruitzien. Als een film, niet als de werkelijkheid. Dat was ook de reden waarom ze haar niet-al-te-geiukkige thuis op het Happy Trails Trailer Park was ontvlucht toen ze achttien werd. Ze wilde een ster worden. Dat, en ook omdat er niet zo heel veel vooruitzichten - professioneel noch persoonlijk - waren in het stadje Appalachimahoochee in de Florida Panhandle waar ze was geboren. Nu, acht jaar nadat ze haar vleugels op zoek naar sterrendom had uitgeslagen, had ze in totaal acht minuten in de schijnwerpers gestaan.
Acht jaar voor acht minuten, mijmerde ze. Toen haalde ze in gedachten haar schouders op. Al met al was het nog niet zo slecht Sommige mensen leefden een heel leven zonder ook maar een enkel moment in de spotlights te staan.
Ze berustte in haar lot, maakte haar dienst af en was precies om tien uur weer in de kleedkamer om te douchen en zich te verkleden. De avond was in elk geval niet helemaal verloren, Jimmy Golden wachtte op haar over een half uur. Vanavond zou hij haar meenemen op zijn jacht voor een nachtcruise, samen met een ander stel - de partner met wie hij een farmaceutisch bedrijf bezat, en de vrouw van die partner.
Soms, dacht Ruby, liep alles precies zoals het moest. Niet vaak. Maar soms.
De ontmoeting met Jimmy twee weken geleden op de club was het eerste beetje geluk dat ze in lange tijd had gehad. Het was te mooi om waar te zijn. Jimmy Golden had een baan - een fantastische baan corrigeerde ze zichzelf snel - en ze was ervan overtuigd dat hij haar graag mocht Op hun eerste afspraakje vorig weekend had hij bloemen voor haar meegebracht Hij had haar Venus genoemd. Als alles verliep zoals het leek te gaan verlopen, dan zou Ruby misschien wel haar Hollywooddroom vaarwel zeggen. Niet dan? Er waren ergere dingen in de wereld dan de vrouw van Jimmy Golden worden.
En al werd ze geen mevrouw Golden, dan was het toch zo gek nog niet om een tijdje zijn vriendin te zijn, vooral omdat ze zo werd geïntroduceerd in de sociale kringen van Jimmy. Hij had veel geld, dus, zo nam ze aan, ging hij ook om met mensen met veel geld. Mensen met veel geld hadden veel connecties. Connecties in, laten we zeggen, de amusementswereld. In Miami werden veel films opgenomen. Heel wat, in elk geval. En ook nog in andere delen van Florida. Het enige wat Ruby hoefde te doen was de persoon ontmoeten die iemand kende, die iemand kende die iemand kende bij de Filmcommissie van Florida en ze had er een voet tussen de deur.
Doen dus.
Als alles mocht mislukken, dan kon ze in elk geval nog iemand ontmoeten die haar een baan bij Disney World kon bezorgen. Zo was het toch ook gegaan bij een aantal jongens van 'NSYNC en de Backstreet Boys, toch? De loopbaan van Brad Pitt was ooit begonnen toen hij zich als kip had verkleed voor een plaatselijk restaurant. Tok, tok. Ruby vond zichzelf niet te oud om Sneeuwwitje te spelen. Vandaag Sneeuwwitje, morgen de Oscar-uitreikingen.
Heus dat soort dingen gebeuren. Het was mogelijk. Ze hoefde alleen maar de juiste mensen tegen te komen. Mensen met connecties. Jimmy Golden kende dat soort mensen. Of in elk geval kende hij mensen die mensen kenden die dat soort mensen kende. Zo werkte dat nu eenmaal in de showbizz.
Zo snel ze kon trok ze haar serveersterskleren uit en sprong in het armzalige douchehokje om de verschaalde, met knoflook en barvuil gemengde lucht die haar op haar weg naar huis altijd vergezelde, van zich af te spoelen. Ze waste zelfs haar haar, föhnde het en borstelde de lange, gladde espressokleurige strengen tot ze glommen. Toen trok ze haastig haar korte zwarte jurk met spaghettibandjes aan, haar rookzwarte kousen en zwarte hakschoenen en deed zwarte, met kraaltjes bezette oorbellen in. In vergelijking met haar vorige verschijning, zag ze er geweldig uit. Tamelijk geweldig dan.
Ze legde net de laatste hand aan haar make-up toen een van de andere serveersters, nog altijd in uniform, de kleedkamer binnenkwam. Ze had haar dienst er ook opzitten. 'Hé, je was echt goed op het toneel vanavond,' zei ze tegen Ruby. Ze plofte neer op de versleten sofa die in de hoek van de kleine, slecht verlichte kamer stond. Ze trok het elastiekje uit haar paardenstaart en begon haar opstandige kastaniebruine krullen los te woelen. 'Maar ik begrijp nog altijd niet waarom je er zo op gebrand bent om cabaretier te worden. Zon zwaar leven. Als serveerster verdien je waarschijnlijk meer dan de meeste komieken.'
'Eigenlijk zou ik bij de film willen,' antwoordde Ruby, die de dop op haar lippenstift draaide.
'O ja. daar kom je helemaal makkelijk tussen.' lachte Lorraine.
Ruby haalde haar schouders op. 'Ik vind wel een manier,' beloofde ze plechtig. 'Op een mooie dag hangt mijn naam daarboven naast die van Carole Lombard.' 'Wie?' vroeg Lorraine.
'Carole Lombard,' herhaalde Ruby. Toen Lorraine haar niet begrijpend aankeek, voegde ze eraan toe: 'Nou zeg. Dat was een geweldige komische ster.'
'Wie?' vroeg Lorraine opnieuw.
Ruby keek haar vol afkeuring aan. 'Je gaat me toch niet vertellen dat je nooit van Carole Lombard hebt gehoord. Ze heeft een paar van de beste komische films die ooit gemaakt zijn op haar naam staan.'
'Ia, ja. Nou jij bent in elk geval grappig genoeg om in een fdm te spelen,' zei Lorraine, 'en ook mooi genoeg. Maar ik zou er toch niet te veel op rekenen, op dat beroemd worden, als ik jou was.'
Met haar pink veegde Ruby een verdwaald vlekje mascara onder haar blauwgrijze ogen weg en rechtte haar schouders om het resultaat in de spiegel te bekijken. Zoals altijd als ze in de spiegel keek wenste ze dat ze wat slanker was en niet zo gewelfd. Ook al zag ze er fantastisch uit Tamelijk fantastisch dan.
Geen wonder dat ze nog niet ontdekt was, dacht ze somber. Ze bezat geen enkele van de voor een ster noodzakelijke kenmerken. Geen blond haar, geen blauwe ogen, geen lichaam als dat van die uitgemergelde wezen uit Oliver Twist Het zat haar niet mee. Ze zou haar haar kunnen verven en blauwe contactlenzen aanschaffen, maar dat uitgemergelde kreeg ze nooit van haar leven. Niet zolang er Edy's Dreamery Chocolate Peanut Butter Chunk Jee Créant en crime brûlée bestonden.
Om eerlijk te rijn, zette Ruby haar gedachten voort, zag ze er niet eens goed genoeg uit om met Jimmy Golden uit te gaan. Ze zag eruit als een vrouw die was opgegroeid in een woonwagenkamp, die werkte als een serveerster en die probeerde, met weinig succes, zich voor te doen als high society. Want Jimmy Golden was beslist high society. Hij had klasse met een grote K. Ruby begreep nog steeds niet wat hij in haar zag.
'Dus vanavond heb je je grote afspraak met Jimmy Golden?' vroeg Lorraine. Speels knipperde ze met haar grote, verwachtingsvolle bruine ogen.
'Ja,' antwoordde Ruby met een lach.
'Hebben jij en Jimmy het al gedaan?' vroeg Lorraine weer.
'Natuurlijk niet,' zei Ruby en haar lach was al minder breed. 'Dit is pas ons tweede afspraakje, Lorraine.'
"Wat heeft dat er nou mee te maken?'
Ruby staarde haar met open mond aan. 'Dat heeft er alles mee te maken. Ik ga heus niet met een jongen... nou eh... je weet wel, bij de tweede keer dat we elkaar zien. Dat is veel te snel.'
Lorraine kreunde ongelovig. 'Ja, ja. Nou, wat je wilt hoor. De meesten van ons willen toch wel even een proefrit maken voor we aan een relatie beginnen.
Ruby schudde haar hoofd. 'Toe nou Lorraine, sommige mensen vinden dat je een verhouding hebt als je seks met iemand hebt'
'En anderen niet,' wierp Lorraine tegen.
Kan wel wezen, dacht Ruby. Zij behoorde beslist tot de eerste groep. Daarom had ze ook maar met een paar mannen in haar leven een relatie gehad. Ze haalde de borstel nog een paar keer door haar haar, bekeek haar hele verschijning nog een keer om er zeker van te zijn dat alles eruitzag zoals het moest. Alles bij elkaar genomen, bedacht ze, had Jimmy het slechter kunnen treffen. Omdat ze, had ze dat al gezegd?, er fantastisch uitzag. Tamelijk fantastisch dan.
Misschien, als ze het maar vaak genoeg tegen zichzelf zei. ging ze het uiteindelijk zelf geloven.
Alsof hij werd opgeroepen door haar gedachten verscheen op dat moment Jimmy Golden in al zijn blonde, blauwogige Amerikaanse jongensachtigheid en betrad de kleedkamer zonder eerst even op de deur te kloppen. Helemaal Jimmy, dacht Ruby. Hij wist wat hij wilde en hij nam niet de moeite aan iemand te vragen of het goed was. Ze zei tegen zichzelf dat ze het niet erg vond, omdat het aangaf hoeveel zelfvertrouwen hij had en nier dat hij eerst aan zichzelf dacht voordat anderen in aanmerking kwamen. En omdat hij een langstelige roos in zijn hand hield en naar haar glimlachte alsof hij iets wist wat zij niet wist.
'Wat is er?' vroeg ze olijk. 'Wat betekent dat lachje op je gezicht?'
Hij reikte haar de roos aan. 'Daar kom je gauw genoeg achter,' antwoordde hij.
En Ruby zei tegen zichzelf dat ze het niet erg vond dat hij graag geheimpjes had. Het was gewoon zijn manier om haar te plagen verzekerde ze zichzelf, en niet omdat hij zo de overhand had.
'Klaar voor een speciale avond?' vroeg hij. 'Een heel speciale avond?'
Er zat iets zo wellustig in de manier waarop hij de vraag stelde, dat Ruby de angstrilling die erdoor in haar ruggengraat omhoog trok niet kon tegenhouden. Maar ze zette het gevoel van zich af en nam de roos van Jimmy aan.
snoof de zoete, betoverende geur op. Ze hield zichzelf voor dat hij alleen maar zo geil klonk omdat hij hoopte dat de avond een seksueel tintje zou krijgen en niet omdat hij van plan was er een seksueel tintje aan te geven.
'Mm,' zei ze en negeerde het gevoel van ongemak dat de kop dreigde op te steken. 'Vanavond ben ik voor alles in, Jimmy.'