Met een satanisch grijnslachje op het gezicht klauwde Malpass naar zijn heupzak. Hartwell slaakte een wilde kreet van schrik. De andere omstanders achter Clifton stoven naar alle kanten uiteen, weg van de verwachte kogelbaan. Clifton haalde opnieuw uit met de zweep en een rode bloedveeg verscheen als bij toverslag op Malpass' gezicht. Hij brulde als een gewond dier.

'Schiet maar, vetkraag!' sarde Clifton. Wilde uitgelatenheid had zich van hem meester gemaakt nu lang opgekropte haat eindelijk een uitweg gevonden had. Hij begon rond Malpass heen te dansen, hem steeds opnieuw aanvallend met de zweep.

Malpass trok een klein automatisch pistool en vuurde.

Clifton dook weg voor de vuurflits en een man achter hem krijste eensklaps: 'Mijn God! Ik ben getroffen!... Help!'

In plaats van hem hulp te bieden doken de anderen achter toonbanken en kasten weg. Niemand kon uit de winkel ontsnappen, omdat Clifton de uitgang versperde met zijn zweep. Hij begon Malpass nu te ranselen, de ene striemende slag na de andere. Krijsend kroop Malpass op de vloer rond, vergeefs trachtend zijn hoofd met zijn armen te beschermen...