17. Naspel

 

Zo eindigde een zaak die Biggles en zijn vrienden genoeg stof verschafte om er nog vele dagen over te discussiëren en gissingen te maken. De oorlog veroorzakende zwendel was volkomen vernietigd^ maar aan wie was dat te danken? Marcel kwam ongetwijfeld de eer toe beseft te hebben wat er gaande was, maar wie had de bende op gerold? Verscheidene personen kwamen in aanmerking, Biggles, Algy, Lindsay en zelfs de Koerden. Biggles stond op het standpunt dat met de dood van Klutz, de voornaamste organisator, de zaak in elk geval in stukken uiteengevallen zou zijn. Klein, de commandant van het geheime escadrille, had door zijn eigen dwaasheid in ruime mate aan de vernietiging meegewerkt. Als hij zijn werk behoorlijk gedaan had, zouden de Koerden niet hebben kunnen doen wat ze gedaan hadden. Maar, zoals Biggles zei, er is altijd een zwakke schakel in een lange ketting als die welke het Driemanschap organiseerde. Als de Franse Luchtmacht niet op haar hoede geweest was toen Voss geprobeerd had een machine te stelen, zou de zaak heel anders verlopen zijn. En zo kon men eeuwig aan het argumenteren blijven. Het enige wat er werkelijk toe deed, was dat er een einde gekomen was aan de organisatie van de oorlogmakers. Nu de mannen die de touwtjes in handen hadden dood waren zouden de gewone leden ongetwijfeld uiteengaan als er geen salaris meer kwam. De verklaring van de commodore betreffende de laatste fase was eenvoudig. Toen de Dragon boven het Dal aangekomen was en de inzittenden gezien hadden wat daar beneden gebeurd was, waren ze vanzelfsprekend tot de conclusie gekomen dat elke blanke afgeslacht was. De machine was naar Mosoel gegaan, waar de commodore de aanval gerapporteerd had, zonder te spreken over zijn eigen belang bij deze zaak.

De Iraakse regering, zo kwam hen ter ore, wist dat er mensen in het Dal der Tartaren waren, maar verkeerde in de mening dat ze naar olie zochten. Klutz had zelfs een vergunning voor dat doel gekregen. In ieder geval hadden ambtenaren uit Mosoel de aanval naar Bagdad doorgegeven, met het gevolg dat er militaire vliegtuigen uitgezonden waren ter afstraffing. Dit was voor hen niets bijzonders. Ze wisten niet, en weten nu misschien nog niet, wat er werkelijk gaande was in het Dal. De commodore bleef zijn politiek van zwijgen volhouden en lichtte hen niet in, daar hij hier geen reden voor zag nu de bende niet langer bestond. Hij was met de anderen naar het Dal teruggekeerd, slechts met het doel de lichamen van Biggles en Ginger te vinden en te verbranden, geen ogenblik veronderstellend dat zij nog in leven waren. De Dragon beëindigde zijn werk voor die dag in Bagdad en daar in het Maude Hotel, rees de vraag wat er met von Stalhein en de overlevende leden van de afdeling in het Dal moest gebeuren. Na enige discussie met Biggles besloot de commodore dat er geen proces tegen hen aanhangig gemaakt zou worden. Het had geen zin te gissen wat von Stalhein gedaan zou hebben als hem de tijd en de gelegenheid gegeven waren; de werkelijkheid was, dat hij juist op tijd bij de bende gekomen was om getuige te kunnen zijn van haar ontbinding.

Wat de anderen betreft, wat kon er met hen gedaan worden? Er was geen bewijs tegen hen dat aannemelijk genoeg was om indruk te maken op een gerechtshof en zij zouden waarschijnlijk zo’n bewijs niet kunnen leveren. Het enige wat zou gebeuren, als ze ergens van beschuldigd werden, zou het aan het licht brengen van de hele onverkwikkelijke geschiedenis zijn. Dat paste de commodore niet, die dacht dat het beter was geen slapende honden en dode honden wakker te maken, omdat hij nog steeds politieke reacties vreesde. Dus werden de mannen op vrije voeten gesteld waarbij Marcel hen waarschuwde dat ze als deserteurs van het Vreemdelingenlegioen gearresteerd zouden worden, als ze ooit voet op Franse bodem zouden zetten. Hij kon hen natuurlijk niet in een vreemd land arresteren en het was nauwelijks de moeite waard de lange eh moeilijke procedure van uitlevering te volgen. Dus werden hun verklaringen, die niet als bewijs tegen hen gebruikt zouden worden, opgenomen en konden de mannen vertrekken. Deze verklaringen werden na verloop van tijd aangevuld met de rapporten van Biggles en de commodore.

Raban en Voudron, die in Frans Noord Afrika onder arrest waren hadden niet zoveel geluk. Ze werden veroordeeld en naar de gevangenis gestuurd, de een omdat hij legionnairs aangezet had tot deserteren, de ander omdat hij hen geholpen en aangespoord had. Villa Mimosa staat nu leeg.

Er kan hier ook gezegd worden dat de moorden in Hotel Continentale door de Egyptische politie nooit anders gezien werden dan als het werk van een gewone dief. Wat er tenslotte met de man die er verantwoordelijk voor was gebeurde, met Lindsay, was niet bekend want toen het gezelschap van Scotland Yard in Londen terugkwam was hij verdwenen. Ze zagen of hoorden nooit meer iets van hem.

Misschien had het merkwaardigste aspect van dit hele buitengewone slot betrekking op von Stalhein. Voor Ginger was dit in ieder geval wel zo. Ondanks alles wat bekend was van zijn duistere activiteiten en bondgenootschappen kon men hem toch geen proces aandoen, om de eenvoudige reden dat niets bewezen kon worden. Toen Biggles hem formeel vroeg wat hij van plan was te doen, antwoordde hij koel dat hij dat in overweging had. Toen v hem gevraagd werd of ze hem een lift naar Egypte konden geven, waar ze de Dragon naar zijn eigenaars terug gingen brengen, zei hij dat hij heel goed in staat was voor zichzelf te zorgen. Was hij vrij om te gaan? vroeg hij. Biggles stemde dit toe. Daarop klikte hij zijn hielen tegen elkaar, boog, draaide zich abrupt om en liep het hotel uit om zich te mengen onder de bonte donkerkleurige schare die een luchtje schepte na de hitte van de dag. “Een vreemde man,’ merkte de commodore op. ‘Ik vraag me af wat hij zal gaan doen.’

‘O, hij zal ongetwijfeld ergens het een of andere duistere zaakje vinden,’ antwoordde Biggles. ‘Dat schijnt een van de dingen te zijn waar hij werkelijk goed in is.’ ‘Hij heeft wel ervaring.’

‘Hij schijnt ook net zo handig te zijn in het uit de moeilijkheden raken…’

‘Als jij,’ mompelde de commodore bondig.

Vandaag aan de dag bevindt zich in Biggles’ particuliere museum een herinnering aan deze vreemde affaire. Het is een klein knoopsgatinsigne en het stelt een oosterse lamp voor en wel die, die wij hielpen uitdoven, zoals Ginger zegt.