Hoofdstuk 1
Met vaste hand injecteerde dokter Kate Chesne tweehonderd milligram sodium pentothal in het infuus van haar patiënte. Terwijl de lichtgele vloeistof langzaam een weg zocht door het plastic slangetje, zei ze zacht: 'Je gaat je nu heel snel slaperig voelen, Ellen. Doe je ogen dicht. Laat je gaan...'
'Ik voel nog niets.'
'Het duurt een minuutje of wat.' Kate gaf haar een geruststellend kneepje in haar schouder. Dat soort kleine dingen maakten dat patiënten zich veilig voelden. Een aanraking. Een zachte stem. 'Laat je meedrijven,' fluisterde ze. 'Denk aan de lucht, de wolken...'
Ellen glimlachte kalm en slaperig. Onder de genadeloos harde lichten van de operatielampen was ieder sproetje, ieder oneffenheidje op haar gezicht overduidelijk te zien. Geen mens, zelfs Ellen O'Brien niet, was mooi op de operatietafel. 'Grappig,' mompelde ze. 'Maar ikben niet bang. Helemaal niet...''Je hoeft ook niet bang te zijn. Ik zorg overal voor.'
'Ik weet het. Ik weet dat je dat doet.' Ellen reikte naar Kates hand.
Ze raakte haar alleen maar even aan, maar door die korte aanraking, die warme huid die ze tegen de hare voelde, besefte Kate eens te meer dat daar niet zomaar een lichaam op de operatietafel lag, maar een vrouw, een vriendin.
De deur zwaaide open en de chirurg kwam binnen. Dokter Guy Santini, een beer van een vent, zag er enigszins belachelijk uit met zijn gebloemde papieren hoofdkapje. 'Hoe gaat het hier, Kate?'
'De pentothal doet nu zijn werk.'
Guy liep naar de tafel en kneep in de hand van de patiënte. 'Nog steeds bij ons, Ellen?'
Ze glimlachte. 'In voor- en tegenspoed. Maar alles in aanmerking genomen was ik nu liever in Philadel- phia geweest.'
Guy begon te lachen. 'Dat gebeurt nog wel. Maar dan zonder je galblaas.'
'Ik weet niet... Ik begon nogal... gehecht te raken aan fiat ding...' Ellens oogleden vielen dicht. 'Niet vergeten, Guy,' fluisterde ze. 'Je hebt het beloofd. Geen litteken...'
is dat zo? Heb ik dat beloofd?'
'Ja... echt.'
Guy knipoogde naar Kate. 'Zei ik het niet? Verpleegsters zijn de ergste patiënten die je kunt hebben. Veeleisende tantes!'
'Kijk maar uit, Doe!' bitste een van de OK-ver- pleegkundigen. 'Straks lig je hier zelf op de tafel.'
'Oei oei, nou word ik bang,' zei Guy.
Kate zag dat de kaak van haar patiënte eindelijk verslapte. 'Ellen?' riep ze zacht. Met haar vinger streek ze over Ellens wimpers. Geen reactie. Kate knikte naar Guy. 'Ze is weg.'
'Ach, Katie, schatje van me,' zei hij, 'wat doe je het toch goed voor een -'
'Voor een meisje. Ja ja, ik weet het.'
'Nou, zullen we dan maar eens beginnen?' vervolgde hij, terwijl hij zich klaar ging maken. 'Zien alle lab- testen er goed uit?'
'Bloed is perfect.'
'En de ECG?'
'Ik heb gisteren een hartfilmpje gemaakt. Alles normaal.'
Vanuit de deuropening liet Guy zijn bewondering blijken door te salueren. 'Met jou in de buurt hoeft een man niet eens na te denken, Kate. O, en dames...' Hij wendde zich tot de twee OK-verpleegsters die bezig waren de instrumenten klaar te leggen, '...even een waarschuwing. Onze co-assistent is linkshan- dig.'
Een van de twee verpleegsters keek geïnteresseerd op. 'Is hij leuk?'
Guy knipoogde. 'Een droomman, Cindy. Ik zal tegen hem zeggen dat je ernaar gevraagd hebt.' Lachend verdween hij door de deur.
Cindy zuchtte. 'Hoe houdt z'n vrouw het bij hem uit.'De daaropvolgende tien minuten verliep alles precies volgens het boekje. Kate voerde haar taken als al- tijd efficiënt uit. Eerst bracht ze de beademingsbuis in en sloot die aan op het beademingsapparaat. Vervolgens paste ze de dosis zuurstof aan en voegde de juiste hoeveelheden isofluraan en lachgas toe. Zij was Ellens levensader. Elke handeling, hoe vanzelfsprekend ook, moest gedubbelcheckt of zelfs drie keer gecheckt worden. Wanneer de patiënt iemand was die ze kende en die ze aardig vond, lette ze extra goed op of ze alle taken goed uitvoerde.
Vaak wordt gezegd dat het werk van een anesthesist voor negenennegentig procent uit verveling en voor één procent uit pure angst bestaat. Op die ene procent was Kate voortdurend bedacht; een complicatie kon zich namelijk in een oogwenk voordoen.
Vandaag vertrouwde ze er echter volledig op dat alles goed zou gaan. Ellen O'Brien was pas eenenveertig. Met uitzondering van die galstenen was ze kerngezond.
Met armen die nat waren van het wassen kwam Guy terug in de OK. Achter hem liep de co-assistent, de linkshandige 'droomman', die ondanks schoenen met verhoogde zolen amper boven de een meter zestig uitkwam. Ze vervolgden hun ritueel met het aantrekken van steriele operatieschorten en handschoenen, een ceremonieel dat gepaard ging met veel geknal van latex.
Terwijl alle leden van het team hun plaatsen om de operatietafel innamen, dwaalde Kates blik naar de cirkel van gemaskerde gezichten. Met uitzondering van de co-assistent waren ze haar allemaal prettig vertrouwd.Je had Ann Richter, de omloopverpleegkundige wier asblonde haren netjes waren weggestopt onder een blauw operatiekapje. Ann was een vakvrouw die zich niet snel van de wijs liet brengen, en die werk en plezier gescheiden hield. Maakte je een grapje in de OK, dan wist je wel bijna zeker dat dat je op een afkeurende blik kwam te staan.
Vervolgens had je Guy, een beminnelijke, gezellige man wiens bruine ogen vervormd werden door dikke borrelglazen. Het was moeilijk te geloven dat iemand die zo onbeholpen oogde chirurg kon zijn, maar met een scalpel in zijn hand verrichtte hij wonderen.
Tegenover Guy stond de co-assistent die zo vreselijk onfortuinlijk was om linkshandig geboren te zijn. *
En ten slotte was daar Cindy, de OK-verpleegkun- dige, een donkerogige, goedlachse schoonheid. Vandaag liep ze te pronken met een fonkelnieuwe oogschaduw die Oosters malachiet heette, en waardoor ze wel iets weghad van een tropische vis.
'Leuke oogschaduw, Cin,' merkte Guy op terwijl hij zijn hand uitstak voor de scalpel.
'Goh, dank u wel, dokter Santini,' zei ze, de scalpel in zijn hand drukkend.
'Veel beter dan die andere, Spaans slijm.'
'Spaans mós.'
'Deze is echt heel, heel bijzonder, vind je niet?' vroeg hij aan de co-assistent, die wijselijk zijn mond hield. 'Ja,' vervolgde Guy, 'het doet me denken aan mijn lievelingskleur. Volgens mij heet die wc-reini- ger.'De co-assistent begon te grinniken. En daarmee waren, als je mocht afgaan op de vuile blik die Cindy hem toezond, de kansen van de droomman op een romance verkeken.
Guy maakte de eerste incisie. Terwijl er een rode streep aan de oppervlakte van de buikwand verscheen, depte de co-assistent het bloed op met een tampon. Hun handen deden als vanzelf hun werk, volkomen in harmonie, als pianisten die een duet speelden.
Zittend bij het hoofd van de patiënte, keek Kate naar hun vorderingen en luisterde ze naar Ellens hartritme. Alles ging goed, geen vuiltje aan de lucht. Dit waren de momenten waarop ze het meest genoot van haar werk, als ze wist dat ze alles onder controle had. Temidden van al dit roestvrij staal voelde ze zich thuis. Voor haar waren het ruisen van de ventilator en de bliepjes van de hartmonitor rustgevende achtergrondmuziek voor de voorstelling die nu op de operatietafel werd gegeven.
Guy maakte een diepere incisie en legde daarmee een glimmende laag vet bloot. 'De spieren zijn ietsje gespannen, Kate,' merkte hij op. 'Dat wordt lastig straks als we de galblaas gaan verwijderen.''Ik zal zien wat ik kan doen.' Kate pakte haar medi- cijnkar en stak haar hand uit naar het laatje met het opschrift succinylcholine. Als dat intraveneus werd toegediend, werden de spieren slapper, waardoor Guy gemakkelijker bij de buikholte kon komen. Toen ze in het laatje keek, fronste ze haar wenkbrauwen. 'Ann? Ik heb nog maar één flesje succinylcholine. Ga eens kijken of je er nog een paar voor me te pakken kunt krijgen, wil je?'
'Vreemd,' zei Cindy. 'Ik weet zeker dat ik die kar gistermiddag heb bijgevuld.'
'Nou, er zit nog maar één flesje in.' Kate zoog vijf cc van de kristalheldere vloeistof op en spoot dat in Ellens infuus. Over een minuut zou het gaan werken. Ze leunde achterover in haar stoel en wachtte.
Guy was via de vetlaag bij de fascie van de buikspieren gekomen. 'Nog steeds behoorlijk gespannen, Kate,' merkte hij op.
Kate wierp een blik op de wandklok. 'Het zit er nu drie minuten in. Je moet verschil voelen.'
'Ik voel niets.'
'Oké. Ik geef nog wat meer.' Kate injecteerde nog eens drie cc in het infuus.' Ik heb straks nog een flesje nodig, Ann,'waarschuwde ze. 'Deze is bijna-'
Op de hartmonitor ging een zoemer af. Met een ruk keek Kate op naar het scherm. Het volgende moment sprong ze ontzet op.
Ellen O'Briens hart was ermee opgehouden.
Meteen was de OK in rep en roer. Bevelen werden uitgedeeld, bladen met instrumenten werden opzij- geduwd. De co-assistent ging op een voetenbankje staan en drukte zijn gewicht keer op keer op Ellens borst.
Dit was de spreekwoordelijke één procent, het door iedere anesthesist gevreesde moment.
Het was het ook het meest afschuwelijke moment van Kate Chesnes leven.Paniek onderdrukkend injecteerde ze flesje na fles- je adrenaline, eerst in het infuus, vervolgens rechtstreeks in Ellens hart. Ik raak haar kwijt, dacht ze. O god, ik raak haar kwijt. Op dat moment zag ze de lijn op de oscilloscoop iets omhooggaan, het enige teken dat er nog een sprankje leven was.
'Cardioverteren!' riep ze. Ze wierp een blik op Ann, die bij de defibrillator stond. 'Tweehonderd joule!'
Ann bewoog zich niet. Als bevroren bleef ze staan, haar gezicht krijtwit.
'Ann!' schreeuwde Kate. 'Tweehonderd joule!'
Het was Cindy die naar de machine stoof en de stroomknop indrukte. De naald schoot omhoog naar tweehonderd. Guy pakte de defibrillator- paddels, drukte ze op Ellens borstkas en maakte contact.
Als een marionet die in één keer aan alle touwtjes tegelijk wordt opgetrokken, schoot Ellens lichaam omhoog.
De lijn op de oscilloscoop werd langzaamaan minder hoog. Zo zag het eruit als een hart er definitief mee stopte.
In een wanhopige poging het hart weer op gang te krijgen, probeerde Kate een ander medicijn, en weer een ander medicijn. Niets hielp. Door een waas van tranen keek ze naar de zacht golvende lijn op de oscilloscoop.
'Dat was het,' zei Guy zacht. Hij gaf aan dat de hartmassage gestopt kon worden. De co-assistent, zijn gezicht nat van het zweet, liep weg van de operatietafel.'Néé,' hield Kate vol, terwijl ze haar handen op Ellens borst zette. 'Het is niet voorbij.' Ze begon te pompen, wanhopig en met alle kracht die ze in zich had. 'Het is niet voorbij!' Met haar volle gewicht probeerde ze door het stevige schild van ribben en spieren het hart te bereiken. Het hart moest gemasseerd worden, de hersens moesten zuurstof hebben. Ze moest Ellen in leven houden. Keer op keer op keer pompte ze, tot alle kracht uit haar armen was verdwenen en ze trilde van de inspanning.
'Kate.' Guy raakte haar arm aan.
'We geven het nog niet op. Nog niet.'
'Kate.' Met zachte drang leidde Guy haar weg van de operatietafel. 'Het is voorbij,' fluisterde hij.
Iemand zette het geluid van de hartmonitor af, waarna het geloei van het alarm plaatsmaakte voor een huiveringwekkende stilte.
Langzaam draaide Kate zich om. Iedereen stond naar haar te kijken, zag ze. Haar blik dwaalde naar de oscilloscoop.
De golvende lijn was een rechte streep geworden.
Kate kromp ineen toen een verpleegkundige de lijkenzak waarin Ellens lichaam lag, dichtritste. Het geluid was afschuwelijk definitief. Ze vond het ook iets obsceens hebben, het keurige inpakken van wat een levende vrouw was geweest. Terwijl het lichaam naar het mortuarium werd gerold, draaide Kate zich om. Lang nadat het geknars van de wielen van de brancard was weggestorven, stond ze nog alleen in de OK.Vechtend tegen haar tranen keek ze om zich heen naar de bloederige verbandgazen en lege flesjes die verspreid over de vloer lagen. Het was hetzelfde trieste afval dat achterbleef na iedere ziekenhuisdode. Binnen afzienbare tijd zou het worden opgeveegd en verbrand, en herinnerde niets meer aan de tragedie die zich hier had afgespeeld. Behalve dan een lichaam in het mortuarium.
En vragen. O zeker, er zouden vragen komen. Van Ellens ouders. Van het ziekenhuis. Vragen waarop Kate geen antwoord had.
Vermoeid trok ze haar hoofdkapje af om haar schouderlange bruine haar te bevrijden. Ze had tijd voor zichzelf nodig, tijd om na te denken, om te proberen te begrijpen. Ze draaide zich om, klaar om weg te gaan.
In de deuropening stond Guy. Zodra ze zijn gezicht zag, wist ze dat er iets mis was.
Zonder iets te zeggen overhandigde hij haar Ellen O'Briens dossier.
'Het elektrocardiogram,' zei hij. 'Je zei dat dat normaal was.'
'Dat was het ook.'
'Kijk nog maar eens goed.'Verbouwereerd opende Kate het dossier en zocht naar het ECG, het hartfilmpje van Ellen. Het eerste wat haar opviel, waren haar initialen, die boven aan de uitdraai stonden en die aangaven dat zij het hartfilmpje had gezien. Vervolgens bestudeerde ze de geregistreerde hartslagen. Een volle minuut staarde ze naar een serie van twaalf zwarte kronkellijntjes, niet in staat haar eigen ogen te geloven. Het patroon was maar voor één uitleg vatbaar. Zelfs een derdejaars student had de diagnose kunnen stellen.
'Dat is de oorzaak dat ze gestorven is, Kate,' zei Guy.
'M-maar... dit kan niet!' barstte ze uit. 'Zo'n fout kan ik onmogelijk hebben gemaakt!'
Guy zei niets. Hij keek de andere kant op, wat veel- zeggender was dan alles wat hij gezegd zou kunnen hebben.
'Guy, je kent me toch,' protesteerde ze. 'Je weet toch dat ik zoiets nooit over het hoofd zou -'
'Het staat er zwart op wit. Je initialen staan er verdomme op!'
Ze keken elkaar aan, beiden geschrokken door de harde toon in zijn stem.
'Het spijt me,' verontschuldigde hij zich uiteindelijk. Plotseling helemaal van de kaart draaide hij zich om en kamde met zijn vingers door zijn haren. 'Mijn god, ze heeft een hartaanval gehad. Een hartaanval. En wij hebben haar gewoon geopereerd.' Diep ellendig keek hij Kate aan. 'Ik denk dat dat erop neerkomt dat we haar vermoord hebben.'
'Dit is duidelijk een geval van medisch falen.'
Advocaat David Ransom sloot het dossier en keek zijn cliënten aan, die aan de andere kant van de brede teakhouten tafel zaten. Als hij een woord had moeten kiezen om Patrick en Mary O'Brien te beschrijven, had hij het woord 'grijs' gekozen. Grijze haren, grijze gezichten, grijze kleren. Patrick droeg een saaie tweedjas die als een zak om hem heen hing. Mary droeg een zwart-witte jurk waarvan de kleuren tot een morsig geheel waren samengevloeid.
Patrick zat aan een stuk door met zijn hoofd te schudden. 'Ze was onze enige dochter, Mr. Ransom. Ons enige kind. Een goed mens, weet u. Klaagde nooit. Zelfs niet als baby. Ze lag daar gewoon te glimlachen in haar wiegje. Als een engeltje. Als een lief, klein...' Hij stopte plotseling en zag eruit alsof hij op het punt stond in tranen uit te barsten.
'Mr. O'Brien,' zei David vriendelijk, ik weet dat het een schrale troost is, maar ik beloof u dat ik alles zal doen wat in mijn vermogen ligt.'
Patrick schudde zijn hoofd. 'We zijn niet uit op het geld. Oké, ik kan niet werken - mijn rug, weet u - maar Ellen had een levensverzekering en -'
'Hoeveel was die levensverzekering waard?'
'Vijftigduizend dollar,' antwoordde Mary. 'Zo'n soort meisje was het. Dacht altijd aan ons.' Haar profiel, zoals ze daar zat in het licht van het raam, had iets hards. Anders dan haar echtgenoot had Mary O'Brien al haar tranen vergoten. Ze zat kaarsrecht, haar lichaam stijf van verdriet.
David wist precies was ze voelde. De pijn. De woede. Vooral de woede. Hij zag het aan haar ogen.
Patrick zat te sniffen.
David pakte een doos tissues uit zijn la en zette hem onopvallend voor zijn cliënt neer. 'Misschien moeten we de zaak een andere keer bespreken,' stelde hij voor. 'Als u er beiden klaar voor bent.'
Mary's kin kwam met een ruk omhoog. 'We zijn erklaar voor, Mr. Ransom. Komt u maar met uw vragen.'
David wierp een blik op Patrick, die zwakjes knikte. 'Ik ben bang dat mijn vragen nogal... kil op u over zullen komen, maar het kan niet anders. Mijn excuses daarvoor.'
'Ga verder,' drong Mary aan.
ik ga straks meteen een aanklacht formuleren, maar ik heb meer informatie nodig voor we een inschatting kunnen maken van de schade. Die bestaat voor een deel uit gederfde inkomsten - wat uw dochter zou hebben verdiend als ze was blijven leven. U zei dat ze verpleegster was?'
'Kraamverpleegster, ja.'
'Weet u wat ze verdiende?'
'Dat moet ik nakijken op haar salarisstrookje.'
'En mensen die ze moest onderhouden? Waren die er?'
'Nee.'
'Is ze nooit getrouwd?'
Mary schudde haar hoofd en zuchtte. 'Ze was de ideale dochter, Mr. Ransom, in bijna alle opzichten. Ze was mooi, intelligent, maar als het op mannen aankwam, maakte ze... fouten.'
Hij fronste zijn voorhoofd. 'Fouten?'
Schouderophalend antwoordde Mary: 'Ach ja, tegenwoordig wordt er niet zo snel meer getrouwd. En als een vrouw dan een zekere leeftijd heeft bereikt, dan is ze... ja nou ja, blij dat ze in ieder geval een man heeft, wat voor man dan ook.' Ze boog haar hoofd en keek zonder verder nog iets te zeggen naar haar stijf ineengestrengelde handen.
David merkte dat ze in gevaarlijke wateren waren beland, maar hij was toch al niet geïnteresseerd in Ellen O'Briens liefdesleven. Voor de zaak deed dat er namelijk niet toe. 'Laten we het over de medische geschiedenis van uw dochter hebben,' vervolgde hij, terwijl hij haar medische dossier opensloeg. 'Hier staat dat ze eenenveertig jaar oud was en in een uitstekende gezondheid verkeerde. Had ze, voor zover u weet, problemen met haar hart?'
'Nee.'
'Heeft ze nooit geklaagd over pijn in haar borst, over kortademigheid?'
'Ellie was langeafstandszwemster, Mr. Ransom. Ze kon een hele dag zwemmen zonder in ademnood te komen. Daarom geloof ik dat verhaal over die hartaanval ook niet.'
'Maar het hartfilmpje gaf heel duidelijk aan dat ze hartproblemen had, Mrs. O'Brien. Als er een autopsie was geweest, hadden we het kunnen bewijzen, maar daar is het nu helaas te laat voor.'
Mary keek naar haar echtgenoot. 'Dat komt door Patrick. Die kon het idee dat-'
'Hebben ze al niet genoeg in haar gesneden?' riep Patrick uit.
Er viel een lange stilte. Toen zei Mary zacht: 'We gaan haar as over zee uitstrooien. Ze was dol op de zee. Al van kinds af aan.'
Het was een sober afscheid. Een paar laatste meelevende woorden en vervolgens werden er handen geschud om een pact te bezegelen. De O'Briens liepen het kantoor uit.In de deuropening bleef Mary echter staan. 'Ik wil dat u weet dat het niet om het geld gaat,' verklaarde ze. 'Eerlijk gezegd kan het me niet schelen als we nooit een cent zien. Maar ze hebben ons leven kapotgemaakt, Mr. Ransom. Ze hebben ons ons enige kind afgenomen. En ik hoop bij god dat ze dat nooit zullen vergeten.'
David knikte. 'Ik zal ervoor zorgen dat ze dat nooit zullen doen.'
Nadat zijn cliënten vertrokken waren, ging hij voor het raam staan. Hij haalde diep adem en liet die langzaam ontsnappen om de emoties uit zijn lichaam te verdrijven. Er bleef echter een harde knoop achter in zijn maag. Al dat verdriet, al die woede, daardoor kon hij niet meer helder nadenken.
Zes dagen geleden had een arts een verschrikkelijke fout gemaakt. En nu was Ellen O'Brien, eenenveertig jaar oud, dood.
Ze was maar drie jaar ouder dan ik, dacht hij.
Hij ging achter zijn bureau zitten en opende het O'Brien-dossier. Het medische gedeelte sloeg hij over om direct door te bladeren naar de curricula vi- tae van de twee artsen.
De staat van dienst van dokter Guy Santini was uitstekend. De achtenveertigjarige in Harvard opgeleide chirurg bevond zich op het hoogtepunt van zijn carrière. De lijst van zijn publicaties telde maar liefst vijf pagina's. De meeste van zijn onderzoeken gingen over de leverfunctie. Hij was één keer aangeklaagd, acht jaar geleden, maar hij had gewonnen. Fijn zo. Santini was toch al niet het doelwit. David had zijn pijlen op de anesthesist gericht.
Hij bladerde door de drie pagina's lange samenvatting van dokter Katharine Chesnes carrière.
Haar achtergrond was indrukwekkend. Ze was afgestudeerd in scheikunde aan de universiteit van Berkeley, afgestudeerd in medicijnen aan de John Hopkins University en ze had een vervolgstudie anesthesiologie en intensive care gedaan aan de universiteit van San Francisco. Hoewel ze pas dertig was, had ze al een flink aantal artikelen gepubliceerd. Minder dan een jaar geleden was ze als anesthesist voor Mid Pac Hospital gaan werken. Er zat geen foto bij, maar het kostte David geen moeite om zich een beeld van de stereotiepe vrouwelijke arts te vormen: warrig haar, geen figuur, en een gezicht als een paard - zij het een uitermate intelligent paard.
Zijn voorhoofd fronsend liet hij zich in zijn stoel zakken. De dame had een te goede staat van dienst, ze paste niet in het profiel van de incompetente arts. Hoe was het dan mogelijk dat ze zo'n domme fout had gemaakt?
Hij klapte het dossier dicht. Wat ze ook voor excuses had, de feiten logen er niet om: dokter Katharine Chesne had haar patiënte onder het mes laten sterven. Nu moest ze de consequenties onder ogen zien.
En hij zou ervoor zorgen dat ze dat ook deed.George Bettencourt had een hekel aan artsen. Het was iets wat zijn taak als algemeen directeur van Mid Pac Hospita] er niet gemakkelijker op maakte, aangezien hij nauw moest samenwerken met de medische staf. Hij had bedrijfskunde gestudeerd en zijn sporen verdiend in de sector volksgezondheid. In de tien jaar dat hij nu algemeen directeur was, had hij voor elkaar gekregen wat het vroegere door artsen geleide bestuur niet was gelukt: hij had de ingeslapen instelling omgeturnd tot een winstgevend bedrijf. Toch kreeg hij van die stomme namaakgodjes in hun witte jassen niets anders dan kritiek te horen. Ze haalden hun superieure neuzen op voor het idee dat hun heilige werk door winst- en verliesposten kon worden gedicteerd. Maar feit was nu eenmaal dat levens redden, net als linoleum verkopen, gewoon iets zakelijks was. Betten- court wist dat. De artsen niet. Het waren sukkels, en van sukkels kreeg"hij hoofdpijn.
Vooral van de twee sukkels die nu tegenover hem zaten, die bezorgden hem de ergste migraine sinds jaren.
Dokter Clarence Avery, het hoofd van de afdeling anesthesiologie, was niet het probleem. De oude man met zijn witte haren was nog te schuchter om het tegen zijn eigen schaduw op te nemen, laat staan dat hij een heikel onderwerp aandurfde. Sinds de beroerte van zijn vrouw had Avery als een slaapwandelaar zijn plichten vervuld. Hij kon Avery wel zover krijgen dat hij zou meewerken. Vooral nu de reputatie van het ziekenhuis op het spel stond.
Nee, het was die andere waar George Bettencourt zich zorgen over maakte, die vrouw. Ze werkte nog niet zo lang in het Mid Pac Hospital en hij kende haar niet echt goed. Zodra ze zijn kantoor binnen was komen lopen, had hij echter geweten dat ze voor problemen zou gaan zorgen. Ze was knap, hoewel haar bruine haar in de war zat en ze waarschijnlijk in geen maanden een lippenstift in handen had gehad. Maar alleen al door die intens groene ogen vergat een man alles wat er fout was aan dat gezicht. In feite was ze behoorlijk aantrekkelijk.
Jammer dat ze het verknald had. Nu was ze een blok aan zijn been. Hij hoopte dat ze het niet nog erger zou maken door ook nog eens de bitch uit te gaan hangen.
Kate deinsde achteruit toen Bettencourt de papieren voor haar op het bureau liet vallen. 'Deze brief kwam vanmorgen bij ons advocatenkantoor binnen, dokter Chesne,' zei hij. 'Persoonlijk afgeleverd door een koerier. Volgens mij kunt u de brief beter even lezen.'
Kate wierp een blik op het briefhoofd en voelde dat haar maag een vrije val maakte: Uehara en Ransom,
Advocaten.
'Een van de beste advocatenkantoren van de stad,' liet Bettencourt haar weten. Bij het zien van haar niet-begrijpende blik vervolgde hij geërgerd: 'U en het ziekenhuis worden aangeklaagd, dokter Chesne. Wegens nalatigheid. David Ransom neemt de zaak persoonlijk op zich.'
Haar keel was droog geworden. Langzaam keek ze op. 'Maar hoe... Hoe kunnen ze-'
'Dat is niet zo moeilijk, dokter Chesne, het enige wat ervoor nodig is, is een dode patiënt.''Maar ik heb uitgelegd wat er is gebeurd!' Ze wendde zich tot Avery. 'Weet u nog vorige week, dat ik u heb verteld dat -'
'Daar hebben Clarence en ik het al over gehad,' onderbrak Bettencourt haar. 'Daar gaat het niet om.'
'Waar gaat het dan wel om?'
Hij leek enigszins van zijn stuk gebracht door haar directheid en ademde scherp uit. 'Het punt is dat het ernaar uitziet dat we een miljoenenproces aan onze broek gaan krijgen. En wij als werkgever zijn verantwoordelijk voor de schade. Maar het gaat ons niet alleen om geld.' Het was even stil. 'Het gaat ons ook om onze reputatie.'
De manier waarop hij het zei, was veelzeggend. Kate wist wat er komen ging en kon geen woord meer uitbrengen. Het enige waartoe ze in staat was, was met gebalde vuisten en een opspelende maag zitten wachten tot de klap kwam.
'Deze aanklacht heeft een negatieve invloed op het hele ziekenhuis,' vervolgde hij. 'Als de zaak voor de rechter komt, komt het in de publiciteit. Mensen- patiënten - lezen die kranten en worden bang.' Hij keek op zijn bureau. 'Ik realiseer me dat uw staat van dienst tot nu toe acceptabel -'
Kates kin schoot omhoog. 'Acceptabel?' herhaalde ze ongelovig. Ze keek naar Avery. Het hoofd Anesthesiologie kende haar staat van dienst, waar niets maar dan ook niets op aan te merken was.
Avery schoof ongemakkelijk heen en weer in zijn stoel. Zijn waterige blauwe ogen vermeden de hare.' Nou, in feite,' mompelde hij, 'is dokter Chesnes staat van dienst - tot nu toe in ieder geval - eh... meer dan acceptabel. Dat wil zeggen...'
Jezusmina, man, had Kate wel uit willen schreeuwen, kom voor me op!
'Er zijn nooit klachten geweest,' eindigde Avery slapjes.
'Dat neemt niet weg,' ging Bettencourt verder, 'dat u ons in een precaire situatie hebt gebracht, dokter Chesne. Daarom lijkt het ons beter als uw naam niet langer verbonden zou zijn aan dit ziekenhuis.'
Er viel een lange stilte, alleen onderbroken door het nerveuze gekuch van dokter Avery.
'We willen dat u ontslag neemt,' deelde Bettencourt haar mee.
Dus daar was hij dan. De klap. Hij kwam zo hard aan dat alle energie uit haar wegvloeide. Zacht vroeg ze: 'En als ik weiger ontslag te nemen?'
'Geloof me, dokter, het staat heel wat beter op uw cv als u ontslag neemt dan -'
'Dat ik ontslagen word?'
Hij knikte. 'We begrijpen elkaar.'
'Nee.' Ze hief haar hoofd en keek hem recht in zijn ogen, ogen die een kil soort zelfvertrouwen uitstraalden. Ze had George Bettencourt nooit gemogen en mocht hem nu nog minder. 'U begrijpt me helemaal niet.'
'U bent een verstandige vrouw. U weet wat de alternatieven zijn. Maar dat neemt niet weg dat wat er ook gebeurt, we u niet meer terug kunnen laten gaan naar de OK.''Dit klopt niet,' protesteerde Avery.
'Neem me niet kwalijk?' Fronsend keek Betten- court naar de oude man.
'Je kunt haar niet zomaar ontslaan. Ze is arts. je moet de juiste procedures volgen. Er moet een comité -'
'Ik ben heel goed op de hoogte van de juiste procedures, Clarence! Ik hoopte alleen dat dokter Chesne de situatie naar behoren zou inschatten en daarnaar zou handelen.' Hij wendde zich weer tot Kate. 'Het is echt gemakkelijker, weet u. Uw staat van dienst zou nog steeds vlekkeloos zijn. Met uitzondering van een kleine aantekening dat u ontslag hebt genomen. Ik kan de brief uit laten typen, dan hebt u hem binnen een uur. Het enige wat u hoeft te doen, is uw...' Zijn stem stierf weg bij het zien van de blik in haar ogen.
Kate werd zelden kwaad. Meestal wist ze haar emoties uitstekend onder controle te houden. De razernij die ze nu voelde opwellen, was dus nieuw voor haar en bijna beangstigend. Toch wist ze kalm uit te brengen: 'Dat zou zonde zijn van het papier, Mr. Bet- tencourt.'
Zijn kaak klapte dicht. 'Als dat uw beslissing is...' Met een blik op Avery vroeg hij: 'Wanneer is de volgende vergadering van de kwaliteitscommissie?'
'Die is, eh... aanstaande dinsdag, maar -'
'Zet de zaak O'Brien op de agenda. We zullen dokter Chesne haar zaak laten voorleggen aan de commissie.' Hij keek naar Kate. 'Dan wordt u beoordeeld door uw gelijken. Dat lijkt me fair. U niet?'Ze had haar weerwoord al klaar, maar het lukte haar haar nijdige reactie in te slikken. Als ze zou zeggen wat ze werkelijk van George Bettencourt dacht, kon ze wel vergeten dat ze ooit nog bij Mid Pac zou kunnen werken. Of ergens anders. Het enige wat hij hoefde te doen, was haar het etiket 'onruststookster' opplakken om te zorgen dat ze voor de rest van haar leven nergens meer aan de bak kwam.
Ze namen op een beschaafde manier afscheid. Voor een vrouw wier carrière zojuist om zeep was geholpen, deed ze het opmerkelijk goed. Ze keek Bettencourt strak aan en gaf hem een koele handdruk. Ze hield zich goed toen ze de deur uit liep en ook nog toen ze door de gang liep. Maar eenmaal in de lift naar beneden brak er iets in haar. Tegen de tijd dat de deuren weer open gleden, stond ze te trillen als een riet. Terwijl ze door de drukke hal liep, drong het besef met volle kracht tot haar door.
Lieve hemel, ik word aangeklaagd, dacht ze. Nog geen jaar in dienst en ik word aangeklaagd...
Ze had altijd gedacht dat haar geen rampen zouden overkomén, dat alleen andere mensen voor de rechter werden gesleept. Nooit, nooit had ze gedacht dat ze nog eens beschuldigd zou worden van incompetentie. Stel je voor, incompetentie!
Doordat ze zich plotseling misselijk voelde, begon ze te wankelen en viel ze tegen de telefoons in de hal. Terwijl ze vocht tegen de misselijkheid, viel haar oog op het plaatselijke telefoonboek, dat aan een ketting hing. Wisten ze maar hoe het werkelijk zat, dacht ze. Als ik ze zou kunnen uitleggen hoe...Binnen een paar seconden had ze het adres van ad- vocatenkantoor Uehara en Ransom gevonden. Het kantoor zat in Bishop Street.
Ze scheurde de bladzijde eruit en haastte zich, door hoop en wanhoop gedreven, de deur uit.