27
Het ga u goed
‘Zo, mevrouw Perquin, dat is lang geleden, ik had u niet meer verwacht. Het is al halfvijf,’ zegt Van Amerongen als ze mij voorgaat naar haar kille kantoor. ‘Hadden wij geen afspraak om twee uur?’ Ik knik en excuseer me omdat ik wegens onvoorziene omstandigheden tweeënhalf uur later ben. Als ze wist wat er gisteren en afgelopen nacht allemaal is gebeurd en dat ik vanmorgen pas om halfzeven in bed lag zou ze het wel begrijpen. Maar die informatie houd ik voor me. Zo’n intieme relatie hebben we niet. ‘Nog twee termijnen en dan bent u ervan af, zag ik net in uw dossier! Het is al met al nog snel gegaan. Dat zal wel een hele opluchting voor u zijn, niet?’
‘Ik ben een en al opluchting, mevrouw Van Amerongen,’ antwoord ik op een toon die haar geheel ontgaat. Ik haal snel het geld uit mijn handtas en schuif het over de tafel naar haar toe. Aangezien het 6000 euro is in biljetten van twintig en vijftig een heel pak. Van Amerongen begint meteen te tellen. ‘Ik kom op precies 6000, mevrouw Perquin. Ik neem aan dat u vandaag dus het hele nog openstaande bedrag betaalt?’ Ik knik. Er verschijnt een – zeldzame – glimlach op het gezicht van de deurwaarder. ‘Nou nou. Dat is fijn. Dan mag ik u dus feliciteren dat u vanaf nu schuldenvrij bent.’ Van Amerongen staat op om mij een hand te geven.
‘Ik krijg toch wel een bewijs van u dat we quitte staan?’ vraag ik nadat ze het geld heeft opgeborgen.
‘Natuurlijk, ik zal mijn secretaresse vragen om een bewijs van betaling. Koffie?’
Ik val bijna van mijn stoel van verbazing. Van Amerongen die mij eerst feliciteert en nu zelfs een kopje koffie aanbiedt. Terwijl wij op de koffie en het bewijs van betaling wachten, steekt de deurwaarder niet onder stoelen of banken hoe knap ze het vindt dat ik in deze tijden van crisis er toch in ben geslaagd me strikt aan het afbetalingsplan te houden. ‘Ik heb me niet in u vergist. U bent een doorzetter. Uw baas mag blij zijn met een kracht zoals u.’
Hoor ik daar nu een cynisch ondertoontje of verbeeld ik me dat? Ik schuif ongemakkelijk op mijn stoel. Als ze nu maar niet begint over mijn werk. Ik ben er vrijwel zeker van dat ze weet hoe ik de afgelopen jaren mijn geld heb verdiend. Jaren geleden heb ik haar eens gezien op de Wallen – en zij mij ook, volgens mij. Maar ze heeft het nooit laten merken.
Gelukkig komt de secretaresse binnen met de koffie en het bewijs van betaling. Tot mijn vreugde heeft ze ook een document bij zich waaruit blijkt dat ik ben afgemeld als wanbetaler bij het Bureau Kredietregistratie. Dat betekent dat ik in de toekomst zelfs weer voor een hypotheek in aanmerking kan komen, of bij mijn bank een creditcard kan aanvragen. ‘Service van de zaak, mevrouw Perquin,’ lacht de deurwaarder als ze mijn verbaasde gezicht ziet.
Ik trek mijn jas aan en loop met uitgestoken hand op haar af. Ondanks onze strubbelingen ben ik haar dankbaar. Zij is wel de aanleiding geweest dat ik mijn leven weer heb kunnen oppakken. ‘Ik weet zeker, mevrouw Perquin, dat wij elkaar in mijn functie als deurwaarder nooit meer zullen ontmoeten. Het ga u heel erg goed.’