10
Dolle dwaze dagen
‘Zorg dat jullie op tijd zijn morgen,’ roept Mary tegen ons voordat ze vertrekt. Tessa, mijn nieuwe collega, en ik kijken elkaar niet-begrijpend aan. ‘Hoezo op tijd?’ zeggen we in koor. Ze weet toch dat ik altijd om stipt twaalf uur begin en Tessa tegen enen aankomt? ‘Nou krijgt ze ook al pooierneigingen,’ zegt Tessa lachend tegen mij. Ik lach. ‘Ach ja, ze is al wat ouder, misschien is ze vergeten dat we elke dag op hetzelfde tijdstip beginnen.’
Sinds een paar maanden was de plaats van Patricia ingenomen door Tessa. En met haar kon ik het ook heel goed vinden. Tessa, een Nederlandse tengere jonge vrouw, vijf jaar jonger dan ik, stond altijd voor ons klaar. Als het woord helpen niet bestond, had zij het uitgevonden. Om de drie zinnen zei ze: kan ik je helpen? Zelfs als er een klant aan de deur kwam, gebruikte ze die openingszin. Wat al vaak tot hilarische reacties heeft geleid. Tessa was getrouwd met een bullebak van een man, die haar als hij niet in de gevangenis zat voor het een of ander te pas en te onpas uitschold, mishandelde en vernederde. Daarvan was ik zelf al regelmatig getuige geweest op momenten dat hij haar bracht, ophaalde of belde. Volgens Mary was de man van Tessa een echte pooier. Maar dan wel een van de nieuwe lichting. Vroeger werden de vrouwen met een pooier echt in de watten gelegd, beweerde Mary. De pooier was niet alleen verantwoordelijk voor de veiligheid tijdens het werk, maar zorgde er ook voor dat zijn vrouw een menswaardig leven had. Die wetenschap ontleende ze aan haar eigen ervaringen. Maar bij de nieuwe lichting ging het tegenwoordig alleen nog maar om één ding: geld. Zo veel mogelijk geld moest er worden opgebracht. En daarvoor moest alles wijken, zelfs een menswaardige behandeling. Tessa was daarvan in haar ogen een schoolvoorbeeld.
Ik kon me daar niet veel bij voorstellen. Ik had geen ervaring met pooiers en dat zou wat mij betreft ook zo blijven. Tessa sprak niet graag over haar privéleven. En Mary, die als geen ander ons zaken kon ontfutselen die we liever voor ons hadden gehouden, was het tot nu toe ook nog niet gelukt om meer over haar te weten te komen dan het feit dat ze een slechte man had. Ondanks die geslotenheid konden we het goed met elkaar vinden. We deden niet alleen triootjes, maar daarnaast trokken we veel met elkaar op en bespraken we de dagelijkse beslommeringen, deden we elkaars haar en make-up en pepten we elkaar op als we in de put zaten. Mary had zich in de voorbije maanden duidelijk de moederrol toegeeigend. Wij waren haar kinderen, die ze opvoedde, corrigeerde en beloonde.
‘Mutsen,’ antwoordt Mary. ‘Weten jullie dan echt niks! Lezen jullie de krant soms niet? Morgen beginnen de Dolle Dwaze Dagen in de Bijenkorf. Dat betekent niet alleen dat het dáár druk is, maar ook dat je ook hier over de hoofden kunt lopen. En wat denk je dat dat inhoudt?’ We halen onze schouders op. Drukte zijn we immers al lang gewend. Zo bijzonder is dat niet. ‘Bij de Dolle Dwaze Dagen is het nog gekker,’ zegt Mary. ‘Behalve van het gewone volk dat hier dagelijks rondloopt stikt het dan ook van mannen die hier anders nooit komen en hier maar met één doel zijn: een snelle behandeling. Koninginnedag of de Horecava is er niks bij. En weet je wat het mooiste aan die types is?’ We halen wederom onze schouders op. ‘Dat je ze allemaal van heinde en verre kunt herkennen, ze hebben namelijk allemaal hetzelfde teken bij zich: een geel actietasje, met het opschrift Dolle Dwaze dagen, met daarin de aankopen van moeder de vrouw. Terwijl die laatste zich nog even lekker laat gaan in de Bijenkorf, trakteert manlief zich intussen op een verzetje bij ons. Aangezien ze geen uren de tijd hebben om zich hier te lopen opgeilen en verlekkeren aan onze lijven sneaken ze meestal bij de eerste de beste die lief lacht en er lekker uitziet naar binnen. En de meeste van die types hebben niet al te veel ervaring met het raamwerk, dus je kunt ze nog van alles wijsmaken op de koop toe. Met andere woorden: je kunt de prijzen naargelang hun sulligheid aanpassen. Komen ze uit de provincie, dan kun je er gemakkelijk 30 euro bovenop gooien voor het standaardwerk. Dat tikt lekker aan op het einde van de dag. Om je een idee te geven: vorig jaar had ik niet eens meer de puf om mijn geld na afloop te tellen. Ik kon geen boe of bah meer zeggen. Lopendebandwerk. Na die vier dagen heb ik vorig jaar drie dagen moeten rusten, omdat mijn bedrijf geen pik meer kon hebben.’
Mary had geen woord overdreven. De Dolle Dwaze Dagen waren misschien nog wel doller en dwazer dan de Bijenkorf ooit had kunnen bedenken. Financieel was het een succes geworden, maar die vier dagen hadden ook fysiek en geestelijk hun sporen nagelaten. Het duurde twee dagen voordat ik weer een beetje gevoel in mijn vagina terug had. Ik wist niet dat ik zo veel mannen op een dag kon hebben. Tot nu toe had mijn record op twaalf gestaan en dat vond ik al een hele prestatie. Maar tijdens de Dwaze Dagen had ik in vier dagen tijd zesennegentig klanten binnen gehad. De eerste dag twintig, de tweede zevenentwintig, de derde eenendertig en de laatste dag, de zondag, achttien. Op zeven na hadden ze allemaal willen neuken. De een nog onhandiger, lastiger en viezer dan de ander.
Voor het eerst sinds ik werkte, en dat was nu toch al bijna een jaar, had ik aan den lijve ondervonden hoe het was om als gebruiksvoorwerp te worden behandeld en gezien. Lachen, klant binnen, betalen, erop, erin, eruit, wegwezen en de volgende. En dat aan de lopende band en een hele shift lang. Ik was geen mens maar een machine, met als functie de lusten van een ander te bevredigen. En niets meer. Denken, voelen en vinden, laat staan fatsoenlijk eten, waren zaken die tijdens die dagen niet aan de orde waren. Opstaan, douchen, aankleden, koffiedrinken, pillen innemen, taxi in, taxi uit, aankleden, opmaken, lachen, lonken, pezen, neuken, pijpen, beffen, pillen innemen, omkleden, taxi in, taxi uit, douchen, pillen nemen, nog meer pillen nemen en slapen. En dit vier dagen lang. Natuurlijk had ik tussendoor de gordijnen een halfuurtje dicht kunnen houden. Maar dat deed niemand. Dus ik ook niet. Achteraf gezien begreep ik als geen ander dat Mary drie dagen lang geen pik meer had kunnen zien. Het was maar goed dat ik geen relatie had, zoals Tessa, en thuis ook nog iemand had zitten die ik tevreden moest stellen. Ik had het niet kunnen opbrengen.
Van het astronomische bedrag dat ik had verdiend had ik bijna de helft nodig om mezelf weer een beetje gelukkiger te laten voelen. Als een kip zonder kop moest ik de stad in en troostshoppen. Net zo lang troostshoppen totdat ik me weer goed voelde. Wat uiteraard niet gebeurde. De kleding, make-up en allerhande huishoudelijke spullen die door mij waren aangeschaft werden vervolgens thuis in kasten gelegd en op kledinghangers gehangen, om daar na een paar maanden ongebruikt weer uit te worden gevist en in vuilniszakken door de werkster te worden meegenomen. Het geld dat Tessa had verdiend met de Dwaze Dagen was zeer tegen haar zin door haar man bestemd voor alweer een nieuwe borstvergroting. Ze had er al twee achter de rug, maar dubbel D was volgens hem nog niet commercieel genoeg. Het moest nog groter, zodat ze nog meer zou kunnen verdienen. Ik was geschokt door wat ze vertelde en begreep niet waarom ze tegen haar zin nog eens een operatie zou ondergaan. ‘Jij hebt gemakkelijk praten,’ zei ze. ‘Jij hebt geen man voor wie je moet werken. Ik verdien volgens hem nog steeds te weinig. Meer geld verdienen lukt volgens hem alleen maar door mijn borsten nog een keer te laten vergroten.’ Ik fronste mijn wenkbrauwen, want als iemand veel klanten had was het Tessa wel. Ook buiten de Dwaze Dagen. Maar omdat ik inmiddels wist onder welke druk ze stond en hoe ze door haar man werd behandeld, besloot ik om het haar niet nog moeilijker te maken, mijn mond te houden en haar bij te staan en te helpen waar ik kon. Want ze moest dan wel van hem haar borsten laten doen, maar meegaan naar de dokter, laat staan haar verzorgen na de operatie, was er niet bij.
Sinds die ervaring met de Dwaze Dagen heb ik het roer rigoureus omgegooid en ben ik strenger geworden voor mezelf. Dat was mede aan Irene te danken. Zij kon niet begrijpen dat ik me zo had laten verblinden door het geld. ‘Je bent je eigen pooier geweest en daarvoor ben je gestraft,’ verweet ze me. ‘Wat schiet je er nou mee op om zo veel klanten te doen, jezelf te laten uitwonen en vervolgens met een kapotte doos, een geknakte geest en de helft van je verdiensten achter te blijven? Als je de helft van de klanten had gedaan, dan had het je evenveel opgeleverd en was er met je kut en bovenkamer niks aan de hand geweest.’ Ze had gelijk, wist ik.
Afgezien van de Dolle Dwaze dagen begon mijn werk lichamelijk steeds meer van me te vergen. Behalve dat ik mentale klachten had protesteerde ook mijn lijf. Steeds vaker kreeg ik last van pijnaanvallen. Soms had ik zo veel pijn dat ik dagenlang niet tot werken in staat was. Noodgedwongen zocht ik mijn toevlucht tot allerhande pijnstillers, die op hun beurt weer zorgden voor een mindere werking van de andere medicijnen die ik gebruikte – antidepressiva en slaapmiddelen –, met alle problemen van dien. Op advies van Irene ging ik te rade bij haar gynaecoloog. Na twee uitgebreide onderzoeken luidde zijn diagnose dat mijn klachten allemaal te maken hadden met het werk dat ik deed. Mijn vagina was overbelast geraakt. De lichamelijke klachten die daardoor waren ontstaan moesten met rust en medicatie bestreden worden. Op zijn dringende advies werd mijn ‘bedrijf’ zelfs enkele weken verboden terrein voor mijn klanten. In mijn beroep nogal een raar verbod, dat realiseerde hij zich ook. Maar ik had volgens hem geen keus, als ik nu niet naar hem luisterde zou de schade alleen maar groter worden en zou ik uiteindelijk misschien helemaal moeten stoppen met het werk.
Irene had gelukkig de oplossing. ‘Neuken, lieverd,’ zei ze. ‘Dat kan iedereen wel. De Wallen zitten vol met van die wijven die zich voor een paar armtierige euro’s suf laten wippen. Maar pezen kunnen er maar weinig! Pezen is een vak. Het is juist de kunst om je als prostituee zo min mogelijk te laten neuken. Dat had jij na een jaar toch al moeten weten. Jij moet je hoognodig eens wat meer gaan verdiepen in “onze” handel en wat minder naar Mary en consorten luisteren. Dat soort vrouwen moet het hebben van het lijfelijke werk, daar is niks op tegen, maar zoals ik je al zei, het ruïneert je lijf terwijl dat totaal niet nodig is. Nogmaals, het grote geld verdien je in deze business echt met andere zaken dan neuken.’
Op haar advies ging ik me voorlopig meer toeleggen op de ‘rare kwibussen’, oftewel klanten met speciale wensen.
Een hele week lang kreeg ik in de avonduren bij mij thuis les in hoe ik me als meesteres van slaven en andere onderdanige figuren – ook types die het fijn vonden om aangekleed te worden als baby, meisje, hoer – diende te gedragen. Het is maar goed dat mijn huis niet al te gehorig is, want Irene nam haar onderwijstaken nogal serieus. Zo stond ze erop om mij in de handboeien te slaan, vast te binden met touw, zweepslagen te geven en bevelen op te laten volgen. Volgens haar moest ik zelf aan den lijve ondervonden hebben hoe het is om als slavin te worden behandeld en hoe ik al die attributen moest gebruiken. Daarnaast leerde ze me rollenspellen. Omdat ik het in haar ogen moest hebben van de beginnende, eenvoudige huis-tuin-en-keuken-sm-klantjes, kon ik volgens haar volstaan met eenvoudige rollenspelletjes, zoals mevrouw en haar butler, de mama met haar stoute zoon, de ondeugende schooljuf en de strenge meesteres. Hetzelfde gold voor de benodigde attributen. Afgezien van handboeien, tepelklemmen, stukken touw en een assortiment zweepjes, wat dildo’s en een paar sjaals en leren maskers moest ik ook nog mijn eigen outfit aanpassen. De lingerie waarin ik tot nu toe altijd had gewerkt moest plaatsmaken voor meer verhullende kleding, zoals spannende leren en stoffen jurkjes met kniehoge zwarte lederen laarzen. Door voor deze eenvoudige zwarte outfitjes te kiezen bleef ik ook aantrekkelijk voor de gewone klantjes.