11
Zit u toevallig in de verwenbranche?
‘U komt een nieuw bedrijf inschrijven?’ vraagt de bebrilde vrouw me allervriendelijkst als ik heb plaatsgenomen. Ik knik. Maandenlang heb ik nagedacht of ik me wel of niet zou inschrijven bij de KvK en de Belastingdienst. Dat zou me op maandbasis aan btw en inkomstenbelasting gemiddeld algauw een 1500 euro extra gaan kosten. Tezamen met de aflossingen aan Van Amerongen en mijn kamerhuur zat ik dan al op minimaal 7750 euro per maand, en daar moesten de kosten van mijn levensonderhoud nog bij. Al met al moest ik dus minimaal elke maand tegen de 10.000 euro verdienen.
Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. De vette tijden waren immers al een paar maanden voorbij sinds ik mijn nieuwigheid had opgebruikt. Het eerste jaar was ik nog vrij gemakkelijk aan dat bedrag gekomen, maar tegenwoordig waren er ook maanden dat ik nog niet eens aan de 7000 kwam. Maar ik had geen keus. De controles werden steeds strenger en ik wilde rust en niet elke keer over mijn schouder hoeven kijken als ik aan het werk was.
Als mijn personalia zijn ingevoerd en is nagekeken dat ik daadwerkelijk ben wie ik zeg te zijn, vraagt de KvK-medewerkster me in welke branche ik werkzaam ben. ‘Welke branche?’ herhaal ik, om tijd te winnen. Aangezien ik niet als prostituee geregistreerd wil staan bij de KvK, houd ik het op dienstverlening. De vrouw knikt. ‘Mag ik u een brutale vraag stellen?’ vraagt ze op zachte toon. Ik knik. ‘U zit toevallig niet in de verwenbranche?’ Ik onderdruk een lach, knik van ja en vraag haar waarom ze dat denkt. Op verontschuldigende toon zegt ze dat ze dat idee had, door mijn weifelende antwoorden. ‘Je krijgt er na verloop van tijd oog voor,’ fluistert ze. ‘Ik heb bijna dagelijks te maken met dames uit jullie branche die zich verplicht moeten inschrijven, omdat de wet dat nu eenmaal gebiedt.’ Ze schudt misnoegd met haar hoofd. ‘Als je het mij vraagt, klopt er niks van die wet.’
Ik ben blij dat ze mijn beweegredenen begrijpt en maak haar deelgenoot van mijn ongenoegen ten aanzien van zo’n registratie. Want behalve dat zo’n register openbaar is en dus alle privégegevens door iedereen, dus ook door mijn klanten, zijn in te zien, heeft niemand me tot nu toe kunnen zeggen wat er met die gegevens gebeurt als ik stop met dit werk.
‘Daar zit een deel van het probleem,’ zegt de KvK-mevrouw. ‘Ik snap best dat de overheid inzicht wil krijgen in jullie branche, maar of wij daar nu de juiste instantie voor zijn, waag ik te betwijfelen. Ik zou eerlijk gezegd ook niet als dame van plezier geregistreerd willen worden als je niet weet wat er met al die gegevens gebeurt. Driekwart van de vrouwen kiest er dan ook voor om zich met een ander beroep in te schrijven. Zolang er geen betere oplossing is, zullen ik en veel van mijn collega’s jullie graag helpen met het bedenken van een creatieve oplossing.’ Ik knik opgelucht. ‘Zal ik je dan nu even de lijst van dienstverlenende beroepen laten zien? Kun je kijken of daar iets van je gading bij zit.’ Ik knik. Ze toetst een code in op haar computer en even later rollen de dienstverlenende beroepen over het scherm. Ik kan onder meer kiezen uit: huishoudelijke hulp, nagelstyliste, masseur of toiletjuffrouw.
Op advies van de behulpzame KvK-medewerkster kies ik uiteindelijk voor nagelstyliste met als bijberoep toiletjuffrouw. Die combinatie lijkt me wel leuk. Ik informeer voor alle zekerheid nog wel of ik met die beroepen geen problemen met de Belastingdienst krijg als ik in plaats van nagelspullen condooms en kamerhuur als aftrekpost opgeef. Ze schudt haar hoofd en legt uit dat ze bij de Belastingdienst ook wel weten dat we niet staan te trappelen om als prostituee geregistreerd te worden. Volgens haar gaat het er alleen maar om dat we belasting gaan betalen en welk etiket daarop wordt geplakt doet er niet toe. Ik schiet in de lach en leg haar uit dat ik me plotseling een krantenbericht herinner over een onderzoek van de overheid naar prostituees. Door die inschrijving bij onder meer de Kamer van Koophandel zouden de onderzoekers na verloop van tijd precies weten hoeveel dames en heren hun geld verdienden in de prostitutiebranche. Naar mijn mening was dat onderzoek dus bij voorbaat al mislukt. Dat vond de vrouw gelukkig ook. Met de woorden dat het niet de eerste en zeker niet de laatste keer was dat onderzoeken bij de overheid bij voorbaat een grote mislukking waren namen we afscheid.
Als ik na een halfuur weer buiten sta, kan ik nog steeds moeilijk geloven dat zelfs een instelling als de Kamer van Koophandel, die er in mijn ogen toch is om wetten ten uitvoer te brengen, zelf meehelpt om die te omzeilen. ‘Dat is de grap van alles,’ zegt Irene een paar uur later. ‘De overheid weet allang dat al die verplichte inschrijvingen zoals bij de KvK, de Belastingdienst en in de toekomst bij de GGD, waar tijdens een gesprekje met een of andere ambtenaar wordt ingeschat of jij gedwongen wordt of niet, één grote wassen neus zijn. En iedereen, van hoog tot laag, is daarvan op de hoogte.’
Ze vervolgt: ‘Die wetten en regeltjes zijn alleen maar gemaakt om de brave burger een beetje het gevoel te geven dat de overheid erbovenop zit. Alleen is de vraag: wáárop? In elk geval niet op de zaken waar het werkelijk om draait: het beter maken van onze werkomstandigheden. Als ze daar wel oog voor zouden hebben, waren ze immers allang eens bij ons langs geweest om te informeren naar wat wij zoal belangrijk vinden. Eigenlijk ben je als vrouw niet goed in je bovenkamer als je besluit om je als prostituee in te schrijven. Want zeg nou zelf, je krijgt er nou niet bepaald veel voor in de plaats. Rechten kun je er niet aan ontlenen, de bank, de verzekeringen, de sociale woningbouw houden hun deuren nog even potdicht als daarvoor. Je personalia zijn vrijelijk in te zien door eenieder die daar de behoefte toe voelt en als klapstuk mag je voor al die ellende elke maand minimaal een honderdje of vijftien afdokken. Doe je dat niet, dan gaan ze je stalken en je lastigvallen op je werk en thuis. En dan vinden ze het gek dat de inschrijvingen zo traag op gang komen.’