14
Theelepeltjes
‘Koekkoek! Dat had je niet verwacht hè, lieveling?’ Een kleine, gedrongen man, begin vijftig, staat met een kinderlijk stemmetje door het raam naar me te roepen. Ik sla een hand voor mijn mond, schud mijn hoofd en speel enthousiast het verraste giechelende meisje terwijl ik hem binnenlaat. ‘O, o, o, Kareltje, wat heb je me weer laten schrikken, ik had iedereen verwacht, behalve jou,’ speel ik. ‘Echt waar? Lieverd,’ hijgt Karel. ‘Echt waar, Karel,’ zeg ik, nog steeds giechelend als een blij meisje. ‘Vind je het toch wel fijn dat ik er ben, ook al had je me niet verwacht?’ vraagt hij terwijl hij mijn gezicht liefdevol tussen zijn handen neemt en zijn lichaam tegen het mijne drukt. Ik knik en zeg tegen hem dat ik naar niemand zo kan verlangen en uitkijken als naar hem. En daar is geen woord van gelogen. Buiten het feit dat als Karel er is mijn dag financieel goed is, is hij ook een van mijn leukste klanten. Ik heb niet alleen plezier met hem omdat hij zich zo kinderlijk gedraagt, maar ook omdat hij me ondanks zijn kinderlijkheid altijd met het volste respect behandelt. En dat komt niet zoveel voor op de Wallen.
‘Ah, je kinderlijke gestoorde patiënt is er weer,’ zegt mijn buurvrouw met een cynische, jaloerse ondertoon als ze me in het kleine keukentje aantreft waar ik koffie aan het zetten ben. Ik knik en negeer haar cynische opmerking. ‘Ik hoop voor je dat je genoeg ontsmettingsmiddel in huis hebt voordat hij je weer een paar uur gaat bepotelen,’ snuift ze. ‘Ik snap niet hoe je die gestoorde zo lang in je buurt kunt velen.’ Ik haal nonchalant mijn schouders op en antwoord haar dat je laten bepotelen, zoals zij dat noemt, ook een onderdeel van het vak is. Ik weet precies waarom ze zo naar reageert. Voordat Karel bij mij kwam was hij namelijk haar vaste klant. Dat wist ik niet van haar, maar had ik van andere collega’s gehoord. Drie jaar lang had Karel haar trouw bezocht. Net zoals bij mij niet om seks te hebben maar om te praten, te knuffelen en te fantaseren over het leven dat ze later, als ze elkaar wat beter kenden, samen zouden hebben. De reden dat Karel naar mij was overgestapt had niet zozeer te maken met mijn buurvrouw maar meer met haar man. Die had Karel namelijk op straat aangesproken en hem spottend gezegd dat hij wel eens wat meer mocht gaan betalen voor al dat gezeik dat zijn vrouw elke week van hem moest aanhoren. Karel was zo geschrokken van die opmerking dat hij zijn gezicht drie maanden lang niet meer had durven laten zien op de Wallen. En toen hij weer genoeg moed had verzameld om er weer te komen, had hij niet meer bij mijn buurvrouw naar binnen durven gaan. Een paar straten verderop was hij bij mij terechtgekomen.
Toen ik op een gegeven moment mijn kamer uit werd gezet en deze kamer kreeg, bekende hij pas na lang aandringen waarom hij zo zenuwachtig had gereageerd op mijn verhuizing. In de afgelopen tijd zijn we steeds intiemer met elkaar geworden. Dat wil zeggen: ik speel dat hij voor mij de ware is en hij is ervan overtuigd dat wij voor elkaar bestemd zijn. Maar om daar helemaal zeker van te zijn moeten we elkaar eerst nog wat beter leren kennen, heeft hij meermalen gezegd. En dat beter leren kennen kan wat mij betreft niet lang genoeg duren. Elke week op dezelfde dag en hetzelfde tijdstip, al twee jaar lang, komt hij langs.
In het begin wist ik nooit precies hoeveel Karel mij ging betalen voor zijn bezoekje. Dat had, zo ontdekte ik na een tijdje, te maken met de week van de maand. De eerste en de derde week betaalde Karel me altijd 400 euro, terwijl ik de tweede en de vierde week 450 euro kreeg. Achteraf werd het systeem me duidelijk en ook waarvoor die 50 extra euro’s dienden. Na twee keer 50 euro extra te hebben gegeven vroeg Karel me met een beteuterd gezicht waarom we geen koekjes bij de koffie hadden. Hij snapte ook niet dat we nooit een glaasje prik dronken ter afsluiting van ons bezoek. Om me niet op kosten te jagen had hij daarvoor één keer per twee weken 50 euro betaald.
Karel had nog meer eigenaardigheden. Zo vond hij het vreselijk om mij het geld in mijn handen te geven. Dat was zo zakelijk, vond hij. Na verloop van tijd stelde hij me dan ook voor om zijn schuld op een iets discretere manier te voldoen. Sindsdien kreeg ik het geld in een dichtgeplakte witte enveloppe waarop een groot rond hart stond getekend. Die moffelde hij bij het weggaan onder mijn hoofdkussen.
Net zoals bij mijn buurvrouw het geval was geweest deden ook wij niet aan seks of de liefde bedrijven, zoals Karel het noemt. Volgens hem mochten we ons niet te buiten gaan aan de vleselijke lusten voordat we zeker wisten dat we voor eeuwig met elkaar verder zouden gaan. Tot die tijd moesten we het dus houden bij knuffelen, strelen en heel veel praten. Intussen spaarde Karel wel al trouw voor onze uitzet en elke week nam hij daarvan alvast een deeltje voor me mee. De ene keer waren het servetringen met onze initialen, dan weer theedoeken, pannen, asbakken en witte lakens. En alles van degelijke kwaliteit.
In het begin had ik alle cadeautjes mee naar huis genomen, maar daar was ik mee gestopt toen mijn zus bij toeval eens nieuwsgierig in een plastic tas snuffelde die ik bij thuiskomst achteloos in de hal had neergezet. Lachend vroeg ze me wie de gelukkige was die ik voor haar verborgen hield. Ik had niet-begrijpend mijn schouders opgehaald en gezegd dat ik niet wist waar ze het over had. Dat veranderde toen ze vanachter haar rug triomfantelijk twee doosjes tevoorschijn toverde en me vroeg van wie die zilveren theelepeltjes met molentjes dan wel niet waren? En wat die vreemde tekst op de verpakking ‘Ik hou van jou, nr 37. Theelepels 12 stuks. Behorende bij 35, en 36, van je geliefde aanstaande man’ te betekenen had? Ik kon niets beters bedenken dan dat ik die zak op straat had gevonden en in de hal had laten staan om die bij gelegenheid op het politiebureau af te geven.
‘Je moet die troep die je van die gek krijgt ook niet allemaal mee naar huis zeulen, muts. Dat is vragen om problemen,’ zegt Irene als ze is bijgekomen van het lachen. ‘Die cadeautjes, die bezoekjes elke week op dezelfde dag en hetzelfde tijdstip, en dan dat wonen bij papa en mama op die leeftijd. Dat zijn signalen, kind. Signalen dat er zware kosten zijn in die bovenkamer van hem.’ ‘Hoe bedoel je, ik lach me gek met Karel,’ verweer ik me. Ze gaat recht overeind zitten. ‘De ene week zijn het theelepels, de andere week boerenbontservies, dan weer troep van Brabantia… Hoe krijg je al die troep uit de vorige eeuw bij elkaar gewinkeld? Ik hoef je toch niet bij te brengen dat de tijd van ruilhandel al een paar eeuwen achter ons ligt? Tegenwoordig worden we in munten betaald voor onze diensten. Af en toe twijfel ik echt of jij ze nog wel allemaal op een rijtje hebt. Je reageert soms zo raar dat ik me wel eens zorgen over je maak.’
Ik herinner haar er fijntjes aan dat het toch haar idee was om me niet alleen met de neukende klanten bezig te houden. ‘Jaha, dat klopt, lieverd, maar daar zat deze categorie niet bij, vriendin! Dit zijn portretten die als ze om de een of andere reden teleurgesteld in je raken in staat zijn gekke dingen te gaan doen. Afstand bewaren is het beste wat je kunt doen. Ik ken maar weinig vrouwen uit het leven die het aandurven om een broodje dat door een klant is meegebracht in hun mik te duwen. Voor hetzelfde geld zit er rattengif in. Ik waarschuw je maar. Neem die goeie raad nou ook eens een keer van me aan! Het blijven rare kwibussen, hele rare onvoorspelbare kwibussen.’
Karel is al lang niet meer mijn enige klant met een nogal speciale gebruiksaanwijzing. In het begin weigerde ik dit soort klanten altijd. Enerzijds omdat ik bang was om in al te moeilijke situaties terecht te komen, anderzijds omdat ik gewoonweg niet wist hoe ik met die speciale gevalletjes om moest gaan. Die wensen die ze hadden konden soms heel ver gaan. Zo had ik een klant die iets voor de televisie doet. Peter. Toen hij de allereerste keer voor mijn raam stond was ik stomverbaasd geweest dat hij hier zonder gêne en zonder zich iets aan te trekken van de starende blikken van de overige bezoekers een uur lang heen en weer door de straat had gelopen. Behalve van televisie herkende ik Peter ook van de roddelbladen waarin hij vaak alleen of met zijn gezin figureerde. Ik vond hem eerlijk gezegd wel een knappe verschijning en schrok dan ook toen ik mezelf erop betrapte dat ik het meer dan fijn zou vinden als hij mij zou uitkiezen voor een stoeipartijtje. Met mijn ogen had ik hem intussen al uitgekleed. Ietwat gevleid omdat ik door hem was uitverkoren opende ik dan ook met een royaal gebaar mijn deur toen hij te kennen gaf bij mij naar binnen te willen. Aan die trots kwam al snel een einde toen hij mij zonder enige schroom vertelde wat zijn wensen waren. Die hadden met een stevige vrijpartij niks te maken. Meneer wilde daarentegen graag terug naar zijn kindertijd, wat niet inhield doktertje spelen, maar vastgebonden worden, een flink pak billenkoek krijgen, liefst een trap of twintig tegen zijn ballen en als het even kon tegen het einde van de sessie als een hond door de kamer worden gecommandeerd terwijl hij zichzelf aftrok. ‘Als ik dat zo beluister, komen we toch al snel uit op zo’n 200 voor een halfuur,’ antwoordde ik op een toon alsof ik de prijzen van de gerechten die op de menukaart stonden bij elkaar optelde.
Het werd uiteindelijk een uur voor 375 euro. Achteraf bekende hij me dat hij 400 niet te duur vond, maar dat hij het zo geil had gevonden om die 25 euro van de prijs af te pingelen.
Die bekende koppen onder mijn klanten hebben ook een nadeel. Want tegenwoordig, als Peter keurig gekapt en gekleed mijn huiskamer in gestraald wordt, moet ik de televisie meteen uitzetten. Anders zie ik steeds voor me hoe hij slaafs en naakt, met twee tepelklemmen op, mijn lange zwarte laarzen zit af te likken omdat hij stout is geweest en dat voor straf van mama moet doen. ‘Dat heb ik nou zo vaak als ik naar de televisie zit te kijken,’ zegt mijn buurvrouw als Peter weer weg is en ze nieuwsgierig komt vragen of hij er wat van bakte. ‘Vroeger keek ik niks liever dan Goede Tijden, Slechte Tijden. Elke avond zat ik vol verwachting voor de buis. Tegenwoordig kan ik dat programma niet meer zien omdat er iemand in meespeelt die ik hier te vaak over de vloer heb gehad met wensen waarvan ik spontaan moet kokhalzen als ik die kop zie.’
Ik weet precies wat ze bedoelt. Naast Peter heb ik nog twee andere bekende klanten die me regelmatig bezoeken om hun fantasieën te laten uitkomen. Een van hen is zo vaak op de televisie dat ook ik dat programma in de ban heb moeten doen. Niet omdat hij zo’n vreselijke man is, maar gewoon omdat ik thuis niet wil denken aan wat ik op mijn werk allemaal met mijn klanten moet uithalen. ‘Ze mankeren allemaal iets, die types. Je moest eens weten hoe vaak ik niet in lachen uitbarst als ik weer zo’n figuur over dat scherm zie dwarrelen die diezelfde dag nog bij mij is geweest! Ik kan er een boek over schrijven. Ik heb me wel eens afgevraagd of dat werk bij die televisie misschien een speciaal stofje in die koppen van die kerels laat exploderen waardoor ze niet meer van gewone seks kunnen genieten en alleen nog maar op de extreme afdeling aan hun trekken kunnen komen!’ Mijn buurvrouw ratelt maar door.
‘Het zijn heus niet alleen de heel bekende mensen,’ probeer ik mijn buurvrouw te onderbreken. Ik moet opeens denken aan Hendrik, die op de Amsterdamse beurs werkzaam was en die tot voor kort eens per twee weken trouw stoom kwam afblazen. Een halfuurtje nadat hij binnen was gekomen had hij een ware transformatie ondergaan en was hij de hoerige Mirella. Compleet opgemaakt en gekleed in netkousen, opgevulde bh en latex jurkje gluurde hij dan door de spleet van het gordijn de straat in op zoek naar een klant. Die is er overigens nooit gekomen, maar daar ging het ook niet om.
‘We zijn eigenlijk een kloon van Henny Huisman,’ zegt mijn buurvrouw op serieuze toon als ze het laatste restje koffie naar binnen klokt. Even denk ik dat ze me in de maling neemt. Maar het tegendeel blijkt. ‘We laten de hele dag door wensen uitkomen. Eigenlijk zouden we, in plaats van altijd maar beschimpt en uitgelachen te worden, daarvoor één keer per jaar een prijs moeten kunnen winnen. Zeg maar zoiets als de prostitutiering! Of Miss Wallen, de koningin in zielige gevallen, en dan ook zo’n vignet op je raam krijgen, zoals bij de keurslager. Zodat die hoerenlopers al op afstand kunnen zien dat het vlees dat daar klaarstaat ter consumptie voortreffelijk van smaak is.’
‘Het verbaast me achteraf nog steeds hoe snel ik aan de gekste wensen van mijn klanten tegemoet heb kunnen komen. Ik ben de vreemdste verzoeken op seksgebied als iets volkomen normaals gaan zien,’ beken ik Tessa als we een paar dagen later samen in de stad zitten te eten. Nu haar man voor de zoveelste keer een maandje de gevangenis is ingedraaid – hij had een eerdere werkstraf, gekregen voor een vechtpartij, niet helemaal naar behoren afgemaakt – gaan we ook na ons werk weer wat meer met elkaar om. Eigenlijk hebben we de afspraak tijdens onze uitstapjes nooit over werk te praten, maar daar komt nooit iets van terecht. Een van ons heeft altijd wel weer iets te vertellen. Een onschuldig pikanterietje, of iets serieuzers zoals vanavond.
Ik vertel haar dat ik een week geleden in een nogal vervelende situatie ben beland met een vriendin van vroeger die niet wist dat ik tegenwoordig mijn geld op de Wallen verdien. Tessa schuift haar stoel wat dichter naar me toe zodat ik niet al te hard hoef te praten. Ik kijk haar dankbaar aan. ‘We zaten in een brasserie gezellig koffie te drinken aan een tafel bij het raam,’ vervolg ik. ‘Toen er op een gegeven moment een man passeerde, zat ik zonder het te beseffen naar hem te lonken. Bijna had ik met mijn hand aangegeven dat het 50 euro was.’
Tessa slaat geschrokken een hand voor haar mond. Met de woorden ‘Wat doe jij nou!’ had mijn nietsvermoedende vriendin me terug in de werkelijkheid getrokken. Bezorgd vroeg ze wat dat te betekenen had. ‘Probeer je daar dan maar eens uit te lullen,’ zeg ik. ‘Ik heb haar maar wijsgemaakt dat ik die vent kende. Of ze me geloofde weet ik niet, Tess. Ik weet het niet. Ze heeft me in elk geval niets meer gevraagd. Ik ben wel geschrokken van het voorval. Want toen ik er achteraf nog eens goed over nadacht, besefte ik dat dit niet de eerste keer was dat ik in die situatie verzeild was geraakt. Ik doe het overal! In de winkel, in de taxi naar mensen die op straat lopen, zelfs in restaurants. Zodra ze me aankijken gebeurt het automatisch. Heb jij daar nou ook geen last van?’
Tessa knikt en zegt dat bijna iedere vrouw die dit werk doet daar vroeg of laat wel eens mee te maken heeft. ‘Ik zal je ook eens wat bekennen,’ zegt ze zachtjes. ‘Ik kan geen man voorbijlopen of ik denk bij mezelf: hoe groot zou die van hem zijn? En wat zou die man in bed willen doen? Ik probeer iedere man in te delen in een bepaalde categorie.’ Ik knik begrijpend. Dat doe ik ook. ‘Dat is dus de keerzijde van dit beroep, lieverd. Je went er nog wel aan,’ fluistert ze zachtjes. ‘Na verloop van tijd vind je niets meer gek. Zelfs je eigen gedachten niet.’