11 De moord op Arie van Hemert in Hilversum

Een van de meest dramatische verdwijningszaken in de Nederlandse misdaadgeschiedenis is die van de Hilversumse Arie van Hemert, in de strenge winter van 1963. Arie gaat zijn broertje ophalen voor het avondeten, maar komt niet thuis. Zijn broertje wel, zonder een spoor van hem gezien te hebben. Oud-rechercheur Jan Postema beschreef de zaak in zijn memoires.

Hilversum, februari 1963, door jan postema – ‘Toen ik de wacht binnenkwam, stond het bureau op zijn kop. Het was er hectischer dan ooit. Een beetje paniekerig zelfs. Diensthonden in de kennels blaften. Agenten, rechercheurs, hondengeleiders liepen heen en weer. Surveillance- en rechercheauto’s reden af en aan. Zelfs de speurhondgeleider van het Korps Rijkspolitie was er.

Brigadier-wachtcommandant Henk Faber, een reus van een diender met een grote bos donker haar, lichtte onze sectie van de nachtdienst in. Faber was mijn chef. Een prima chef die we graag mochten.

Er was inderdaad nogal wat aan de hand. De brigges vertelde dat er een kind werd vermist... Op deze koude winteravond verdween op mysterieuze wijze de negenjarige Arie van Hemert. Het leek alsof hij van de aardbodem was weggevaagd. De knaap woonde in de Nieuwe Doelenstraat in het centrum van de radiostad. Arie, een leuke, levendige knaap, kwam uit een gezin met vier kinderen.

Arie kreeg van zijn moeder op die avond, rond halfzeven, opdracht zijn vierjarig broertje Jan te halen. Jantje speelde bij kennissen op de hoek. Arie rende, zonder jas en muts, weg. Hij had haast want zijn geliefde televisieprogramma was in aantocht. Even later kwam Jantje alleen thuis. Waar was Arie?

De ouders waren niet echt ongerust. Zij dachten dat Arie naar zijn vriendje was om daar televisie te kijken. Maar toen Arie om acht uur nog niet thuis kwam, werden de ouders echt ongerust. Eerst toen bleek dat de kleine Jantje eigener beweging naar huis was gegaan. Arie was helemaal niet bij kennissen op de hoek geweest om Jantje te halen. Dit gaf te denken! De politie Hilversum werd ingelicht.

Er volgden de eerste zoekacties in de buurt. Tevens werd een beroep gedaan op de speurhondgeleider van het Korps Rijkspolitie. De intelligente Duitse herder, die ons vaak bij sorteerproeven en inbraken had bijgestaan, volgde het spoor van Arie vanuit het ouderlijk huis, over de straat, in de richting van de Groest.

Enkele tientallen meters verwijderd van Aries huis, ter hoogte van de kapperszaak, hield het spoor midden op de beijzelde straat op. Alsof een onzichtbare hand hem had weggegrist. Dit was vreemd...

Brigadier Faber verdeelde de taken en wenste ons het beste toe tijdens de zoektocht. ‘Mannen, doe je best. Succes.’ Hij coördineerde vanuit de meldkamer de zoekactie. En dat kon hij goed. Faber was een prima leider met inzicht in lastige zaken, zoals deze...

Jonge dienders, die net als ik de oorlog hadden meegemaakt, hadden grote bewondering voor brigadier Faber die een roemrijk verleden had als oorlogsvrijwilliger. Hij kwam in 1938 bij de politie. Vierenhalf jaar later vluchtte agent Faber uit bezet Nederland. Hij werd gezocht door de SD, omdat hij tijdens de nachtdienst twee joden, de heer en mevrouw Cohen, in de vroege ochtenduren uit de politiecel liet ontvluchten. De joden werden door de SD tijdelijk vastgehouden op het bureau.

Faber vluchtte, geholpen door het verzet, naar Spanje. Daar vandaan maakte hij de oversteek naar Engeland. In Engeland nam hij vrijwillig dienst bij de commando’s. In juni 1940 ontstonden in Engeland de commandotroepen die verrassende raids uitvoerden op de Franse kust. Faber werd ingedeeld bij “Nr 2 troop” die uit Nederlanders bestond.

Faber, een boerenzoon uit Loenen, was een sterke knaap die de harde mentale en fysieke opleiding voltooide en werd beloond met de groene baret. Met ‘Nr 2 troop’ bevrijdde sergeant Henk Faber Walcheren en raakte daarbij licht gewond. Deze ‘troop’ vormde de oorsprong van de Nederlandse commando’s die als Korps Commandotroepen sinds 1949 gelegerd zijn in de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal. Regelmatig neemt Faber deel aan de reünies van de commando’s. De groene baret is heilig voor hem.

Henk Faber kwam na de oorlog terug bij de politie en kreeg een mooie taak toebedeeld. Hij werkte een paar jaar bij de pra (Politieke Recherche-afdeling). Zijn taak was nsb ’ers, Landwachters en Nederlandse SS’ers op te sporen. Dat heeft hij grondig en met plezier gedaan.

Identiek geval

Tijdens deze week nachtdienst discussieerden wij eindeloos over de vermissing van Arie van Hemert. Wij praatten ons de blaren op de tong. Wat kon er al niet gebeurd zijn met Arie? Opties genoeg...

Had een automobilist hem de weg gevraagd? En... was Arie toen in een auto gestapt om de bestuurder de weg te wijzen? Of, erger nog, was hij door een zedendelinquent in een
auto getrokken en het slachtoffer geworden van een zedenmisdrijf? En... daarna vermoord? Dit was vaker voorgekomen.

Mijn chef, brigges Henk Faber, zei: ‘Zeg Jan, ken je de zaak Marcel Nivard?’

Ik knikte en zei: ‘Natuurlijk... Er is veel overeenkomst, Henk. Maar die dader is toch gepakt?’

Henk knikte, tipte de as van de sigaret en bromde: ‘Dat klopt. Maar... stel dat die moordenaar met proefverlof is? Dat zou toch kunnen?’

‘Ja, dat zou kunnen. Dat gebeurt meer. Moeten we nagaan.’

Dit werd gecontroleerd. Maar de moordenaar van Marcel Nivard zat veilig achter slot en grendel... Toch waren er verdacht veel overeenkomsten in de beide zaken, waarbij kinderen het slachtoffer waren geworden. Beide zaken begonnen met mysterieuze verdwijningen!

In Rotterdam verdween op dinsdag 7 februari 1961 in de ochtend de achtjarige Marcel Nivard. Marcel speelde in de ochtenduren op een parkeerplaats bij de Diergaarde Blijdorp. Vanaf dat moment was hij spoorloos! Opschudding in Rotterdam! De hele stad leefde mee.

Het lijk van Marcel Nivard werd een week later gevonden. Het lag in een sloot, tegen de walkant, tussen Berkel en Bergschenhoek. Hij was gewurgd. De politie was over de vindplaats telefonisch getipt door een man die later de dader bleek te zijn. Rechercheurs stelden een omvangrijk buurtonderzoek in. Dat leidde vrij snel tot resultaat.

Een melkslijter had op die dinsdag tegen de middag een kappersbediende met een jongen zien lopen. De melkslijter kende de jongen niet, maar de kappersbediende wel. Het signalement van de jongen kwam vrij aardig overeen met dat van Marcel Nivard. De kappersbediende werd aangehouden en hij bekende, na een verhoor van anderhalve dag, de moord op de jongen.

De kappersbediende had Marcel die middag meegenomen naar de lege kapperszaak. Daar pleegde hij ontucht met hem. Daarna nam hij de jongen mee in de auto. Hij stopte bij Bergschenhoek en wurgde hem met een sjaal. Het lijkje legde hij in de sloot. De kappersbediende kreeg vijftien jaar met terbeschikkingstelling.

Zoekactie

Die barre winternacht – het vroor dat het kraakte – hebben we, lopend, systematisch de buurt afgezocht. Van de gewone uitvoering van de nachtdienst kwam die nacht uiteraard niets terecht. We zochten die nacht op alle denkbare plekken. In hoeken en gaten. Straten en stegen. Achter de huizen. In schuurtjes en onder afdakjes. We keken zelfs in geparkeerde auto’s. Kinderen doen soms zulke gekke dingen.

Ik herinnerde mij nog een geval uit Amsterdam, waar twee knapen spoorloos waren verdwenen. Toen had de politie ook alles afgezocht en niets gevonden.

Weken later vond men, min of meer toevallig, de knapen in een grote houten kist op de binnenplaats van Hotel Carlton in de Vijzelstraat. Beiden waren dood. Wat bleek? De kwajongens waren al spelend in die kist gekropen. Ze hadden het deksel naar beneden getrokken. Dat viel in het slot. De knapen waren gestikt. Een trieste zaak...

Zoiets spookte door mijn hoofd toen we met man en macht naar Arie zochten. Hoe we ook zochten, Arie bleef spoorloos. Geen spoortje vonden we van de jongen. We maakten ons nu echt bezorgd. Hoe kon dit in ’s hemelsnaam? Arie was geen wegloper. Je hebt van die knapen (trouwens ook meisjes) die regelmatig weglopen en hun ouders de zenuwen bezorgen. Maar zo was Arie niet.

Kon Arie verdronken zijn? Dat was vrijwel onmogelijk. Het vroor al wekenlang dat het kraakte. In sloten, grachten en kanalen lag centimeters dik ijs.

Wekenlang werd er koortsachtig doorgezocht door agenten, militairen en burgers. Toen de dooi inviel, werd nog eens extra in sloten en grachten gezocht. Je kon nooit weten...

Uiteraard besteedden de media veel aandacht aan de zaak. Aries foto en signalement stond in alle kranten en tijdschriften. Extra opsporingsberichten verschenen bij de politiekorpsen.

Daarna begon het monnikenwerk. Talloze tips werden nagetrokken. Allemaal nop. Om moedeloos van te worden. Vanzelfsprekend werden alibi’s van zedendelinquenten gecontroleerd. Dat leverde niets op. Helderzienden, die als bijen op honing op deze zaken afvlogen, kwamen met tips. Ook dat leverde niets op.

Onze hypothese was dat de knaap het slachtoffer was geworden van een kindermoordenaar die, na seksueel misbruik, het lijkje had verborgen. Wij vreesden meer van dit type verdwijningen. Gelukkig bleven die uit... Het onderzoek bloedde langzaam dood. Aanknopingspunten waren er niet meer. De rek was eruit. Arie bleef onvindbaar. Maar niet voor altijd!

Lijk van Arie gevonden

Tweeënhalf jaar later, op de avond van 17 augustus 1965, werd een van meest mysterieuze verdwijningen uit de criminele geschiedenis in Nederland opgelost! Het was een warme, zwoele zomeravond en ik had middagdienst, van drie tot elf uur. Toen, rond een uur of acht, bereikte ons het dramatische bericht dat Arie was gevonden. De jongen was vermoord en lag onder de vloer van de kapperszaak in de Nieuwe Doelenstraat, dus vlak bij Aries huis.

De ontdekking was gedaan door de nieuwe eigenaar van de kapperszaak en de oom van Arie. De eigenaar had de zaak in november 1963, negen maanden na de verdwijning van Arie, overgenomen.

Wat was de aanleiding voor de zoektocht naar Arie? Die aanleiding was macaber! Tijdens de warme augustusdagen klaagden klanten over een vieze stank in de kapperszaak. Die misselijkmakende stank kwam onder de vloer vandaan!

De nieuwe eigenaar die vaag al iets vermoedde in de richting van Arie, besprak een en ander met een man. Deze man was toevallig de oom van Arie. Er moest maar eens onder de vloer worden gekeken. Dat gebeurde. De oom kroop op die avond onder de vloer en vond een hoop lappen waarin menselijke resten zaten. Het was het bijna vergane stoffelijk overschot van Arie van Hemert. De jongen was vermoord, gewurgd!

Wij lichtten de ouders in. Het was een afschuwelijke mededeling. Het overbrengen van doodsberichten is een van de naarste en moeilijkste zaken in het politievak. Je went er nooit aan.

Motief

De opsporing van de moordenaar was niet zo moeilijk. De verdenking viel vrijwel meteen op de inmiddels twintigjarige zoon Hennie van de kapper, die in Amstelveen woonde. Wij hielden Hennie, die een blanco strafblad had, dezelfde nacht nog aan. Hij bekende vlot de moord op Arie van Hemert. De dader was opgelucht dat hij was gepakt en eindelijk van zijn geheim werd “verlost”.

Waarom had Hennie, toen 17 jaar, zijn buurjongen Arie van Hemert op die koude winteravond van het leven beroofd? Hennie had er een wonderbaarlijke verklaring voor... Nauwelijks geloofwaardig.

Toch was het waar!

Ook nu bleek weer eens dat de werkelijkheid de fantasie overtreft. Zelfs de meest geraffineerde thrillerauteur bedenkt zo’n plot niet. Uit Hennies verklaring bleek dat Arie hem op die bewuste avond plotseling had betrapt in vrouwenkleding. Hennie hield ervan zo af en toe, als zijn pa er niet was, als vrouw verkleed in de kamer rond te lopen en zich voor de spiegel te vertonen... Zijn moeder was overleden.

Arie liep door de straat en zag in de huiskamer van de kapper licht branden. De knaap liep het erf op en gluurde naar binnen. Herkende de jongen Hennie, verkleed als vrouw? Dat weten we niet zeker. Het is niet onmogelijk.

Hennie zag Arie wel. Bij Hennie sloegen de stoppen door. Hij voelde zich op heterdaad betrapt. Arie ontdekte zijn grote geheim! Niemand wist ervan. Hennie, die in paniek raakte, rende naar buiten. Hij sleurde Arie naar binnen. Hennie kreeg een woedeaanval en wurgde in de woning meteen de jongen. Het lijkje verstopte hij eerst in een oude kist op de zolder.

Weken later bracht hij het lijkje naar beneden en verborg het onder de vloer van de kapperszaak. In november verhuisde hij met zijn vader naar Amstelveen. Het lijkje liet hij achter onder de vloer.

Tijdens het buurtonderzoek, vlak na de verdwijning, waren Hennie en zijn vader ook gehoord. Tegen beiden rees toen geen vermoeden dat ze ook maar iets met de verdwijning van Arie van Hemert te maken hadden.

Analyse

De zaak Arie van Hemert was opgelost, maar nu begon het eindeloze nakaarten. Had het onderzoek beter gekund? Waren er fouten gemaakt? Achteraf valt alles te beredeneren. Eén ding staat vast. De moord hadden we niet kunnen voorkomen. De zaak had echter wel een ander verloop gekregen als de speurhond op die avond naar rechts was gezwenkt en het spoor van Arie had gevolgd de steeg in naast de kapperszaak. Daar zou het spoor van de jongen, ter hoogte van de achterdeur zijn geëindigd... In dat geval hadden we Hennie alleen thuis aangetroffen.

Waren er verdenkingen gerezen tegen de 17-jarige Hennie? Het moet haast wel. Een huiszoeking was zeker het gevolg geweest. Dan rijst de vraag: hadden wij – bijgestaan door de speurhond – het lijkje van Arie, inmiddels verstopt in een kist op de zolder, gevonden? Waarschijnlijk had de hond hem gevonden.

Het is nakaarten, dat geef ik toe. Maar het hoort erbij. Van fouten kun je leren. Mensen maken fouten. En... waarom honden niet?

In deze speculatieve theorie past dat de moord op Arie van Hemert nog diezelfde avond zou zijn opgelost. Hoe onvoorstelbaar hard de klap voor de familie was geweest, er was geen martelende onzekerheid geweest, een onzekerheid die tweeënhalf jaar heeft geduurd...’

Hennie werd veroordeeld tot zes jaar en werd tevens ter beschikking van de regering gesteld.

Mysteries in Noord-Holland
titlepage.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_0.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_1.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_2.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_3.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_4.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_5.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_6.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_7.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_8.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_9.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_10.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_11.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_12.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_13.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_14.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_15.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_16.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_17.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_18.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_19.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_20.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_21.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_22.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_23.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_24.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_25.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_26.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_27.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_28.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_29.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_30.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_31.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_32.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_33.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_34.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_35.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_36.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_37.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_38.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_39.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_40.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_41.xhtml
Mysteries_in_Noord-Holland_split_42.xhtml