7 Hoe Amsterdam ontstond

Amsterdam, zo zou u zeggen, bestaat al sinds de prehistorie. Maar feitelijk begint de geschiedenis van onze hoofdstad pas kort na het jaar 1200. Toen werd dit moerassige gebied vanuit de Utrechtse regio stukje bij beetje ontgonnen. Volgens de ontstaanslegende heeft de Utrechtse bisschop Koenraad de stad gesticht als eerbetoon aan ene Wolfger, die meteen de eerste bewoner werd. Afstammelingen van Wolfger werden later ‘de Heren van Aemstel’.

Amsterdam, de dertiende eeuw, door overlevering bekend – Op het eerste stadszegel van Amsterdam zijn twee personen en een hond te zien. Volgens de overlevering zijn zij verantwoordelijk voor de stichting van Amsterdam. Een van de twee personen in de kogge is Koenraad, bisschop van Utrecht. Doordat graaf Egbert uit de gratie was gevallen, had Koenraad opeens de macht over de Friese landen gekregen. Incognito ging Koenraad met een bootje naar Friesland om daar poolshoogte te nemen. Tijdens de reis veranderde het weer opeens en het scheepje van Koenraad zinkt vlak voor de kust van Stavoren. Koenraad kan de wal bereiken, waar hij wordt opgewacht door een bende ruwe kerels. Ze hadden gezien hoe het scheepje zonk en hoe Koenraad had gevochten voor zijn leven, maar hadden geen hand uitgestoken. Argwanend werd hij bekeken door de Friezen. Ze hadden van de machtsovername gehoord en waren daar niet blij mee. Keizer Karel had hen namelijk het voorrecht geschonken dat slechts een Fries edelman over hen zou regeren. Ze zagen Koenraad aan voor een Utrechtse spion.

Hij werd bij kop en kont gepakt en zijn handen en voeten werden gebonden. Daarna werd hij in een oude kogge gesmeten, die aan de kade lag te verrotten. Het touw werd losgemaakt en de kogge kreeg een stevige zet. De oude boot drijft richting het nog steeds woelige water. Dan komt er uit de menigte een jongen tevoorschijn. Hij is het niet eens met de gang van zaken en springt de kogge achterna. Na een paar slagen is hij bij de boot en hijst zich erin. Ook zijn hond, die hem is achterna gezwommen werd aan boord geholpen. Snel bevrijdde de jongen de bisschop, stak een spaan door het roergat en wist de boot onder controle te krijgen.

Zo probeerden ze goed en zo kwaad als het kon koers te zetten naar Muiden, om daar via de Vecht Utrecht te bereiken. Door het dikke wolkenpak was geen ster te zien, wat het navigeren bemoeilijkte. Als het weer lichter begint te worden zien de mannen een monding van een vrij brede stroom. Ze beseften dat ze toch niet de juiste koers hebben gevaren maar besloten toch aan land te gaan. Met de vaste grond onder de voeten stelde de jonge Fries zich aan Koenraad voor als Wolfger. Koenraad bood uit dankbaarheid Wolfger een goede baan aan, maar Wolfger besloot om te blijven waar ze aangespoeld waren en zich daar als visser te vestigen.

Hierop voorspelde Koenraad dat op die plek een stad zou ontstaan die over de hele wereld vermaard zou worden en ooit de kroondraagster van Europa zou worden.

De Heren van Aemstel spelen vanaf het begin van de twaalfde eeuw een leidende rol in Amstelland. Zij stammen waarschijnlijk af van Wolfger. In 1105 wordt Wolfger voor het eerst genoemd (als de ‘scultetus’, schout, van Amestelle). In 1126 wordt hij Wolfger van Amestelle (Amstelland) genoemd. Wolfger stierf in het jaar 1126.