ZO'N MAN KRIJGT DAAR EEN STIJVE VAN
Vanuit de diepte klinkt, gedempt door de zware velours gordijnen die half gesloten zijn, het lawaai van de multi-raciale markt op. De bassbone van de Amsterdamse handelaren wordt doorschoten door de sjilpende geluiden van Hindoestaanse kraamhouders. En daarbovenuit roepen Surinamers naar elkaar terwijl het heien ergens aan de overkant de ruiten doet trillen.
De tweekamerwoning is volgestouwd met zwaar meubilair. Bij elke crapaud behoort een rookstandaard. Overal bijzettafeltjes en een meter hoge huisdieren van porcelein. Alle muren zijn bijkans aan het oog onttrokken door eikenhouten wandmeubelen. Snuisterijen en fototjes in enorme lijsten vullen de hoeken en gaten. De man is lang en schriel, draagt trijpen pantoffels met pompoenen en een veelgestopte schipperstrui. Zijn nasale stem komt goed overeen met de zangeres zonder naam Marie Servaes die op de draaitafel ligt.
...Je moet natuurlijk beginnen met toekomstplannen maar die ben ik gewoon vergeten te maken. En dat kwam door die verlangens die echt niet alleen uit de broek komen; als u begrijpt wat ik bedoel.
Ik ben een langzame starter. Op m'n twintigste stond ik nog bij de LTS een kursus lassen te doen. En dat ging niet van harte. Want terwijl ik zeeën van vonken veroorzaakte, dacht ik slechts aan dronken worden. Begrijp me goed, ik had nog nooit één druppel alkohol gebruikt, ook niet in militaire dienst. Daar ging ik elk vrij ogenblik naar het protestantse tehuis waar je wel cano's, spritsen en amandelkoeken kan krijgen mitsgaders mooie toespraken van de beheerder, maar géén bier. Zo was dat in die tijd. Maar mijn verlangen om eens zó diep beschonken te zijn dat je op straat kwam te vallen, droeg ik in stilte steeds met mij mee. Een café durfde ik eerst niet in. Daarom zat ik elk vrij uurtje in koffiehuizen en cafétarias te hopen op een dronken iemand. Maar ja, die kom je daar niet tegen. Van koffie en milkshakes ga je niet ondersteboven. Zelf de proef op de som nemen durfde ik niet. Ik dacht er wel eens aan. Even tien glazen sherry drinken of een botteltje port, thuis, in bed maar dan brak prompt het angstzweet uit. Soms bofte ik. Dan zag ik op straat een dronken persoon en volgde die dan, desnoods de halve stad door. Ach, wat was dat prachtig! Zo'n zwalkend figuur die onsamenhangende liederen aanhief of mensen aanhield. Deze hobby, zal ik maar zeggen, heeft zeker een jaar of twintig aangehouden. En toen kwam dat andere. Misschien omdat ik door me rug heenging en in de wao terecht kwam. Ik kreeg de opwelling andere mensen, te beginnen bij de jeugd, voor te lichten. Over de sexualiteit en hoe het toegaat daarmee. Maar ja, dan moet je eerst toehoorders vinden om te luisteren. En waar vind je die, zo'n gevoelig onderwerp waarover veel misverstand bestaat. Ik heb dan onder de rubriek 'diversen' hier, in de krant, een advertentie gezet. Een teleurstellende ervaring. Op een folder van de nvsh na, vernam ik niets. Waren de mensen dan al uitgestudeerd op dit onderwerp? Dat kon toch niet! Vandaar dat ik het onder de jeugd ging zoeken. Voorzichtigjes natuurlijk want ze denken meteen van de gekke van je. Zo zwierf ik, steeds ver uit de buurt rond lagere scholen met kleuteronderwijs. Niet iedere school was voor mijn doel geschikt. Er moesten drankjes staan, plantsoenen en struikgewas aanwezig zijn. En van-daaruit schoot ik toe wanneer een paar van die kleine bengels passeerden. Dan vroeg ik heel gewoon of ze wisten hoe het zat met bijtje en bloem, stamper en kelk. Die ervaringen waren ronduit frustrerend. Ze renden steeds huilend weg. Ik neem aan omdat ik niet zo eh, hoe zal ik het zeggen, charmant ben. De ene heeft nu eenmaal een betere presentatie dan de ander. En daar is niets aan te doen. Zo zit de schepping in elkaar. Even heb ik nog overwogen met snoep tewerk te gaan. Een zak ulevellen of jujubes uit de rol. Ik ken immers de snoeplust van de kleine monstertjes. Maar dat was me toch te heikel. Ik ben geen kinderlokker! Ik wil alleen voorlichting geven over een gevoelig onderwerp waarmee je niet te vroeg kunt beginnen. Da's mijn vaste overtuiging. Toch ging ik er tenslotte toe over wat oudere kinderen, uit de 2de klasse ongeveer te benaderen. Die waren nieuwsgieriger en bereid voor mijn beloften om hen mooie prenten te laten zien hoe de dieren het deden, hun spel te onderbreken. Tenslotte had ik er een stuk of zes met wie ik een club oprichtte. Zwijgplicht en geheimschrift waren geboden en die geheimzinnigheid sprak ze wel aan. We verzamelden ons op zondagmiddagen nabij een volkstuincomplex aan de rand van het talud van een rangeerterrein, stookten een kampvuur van hout dat we onttrokken aan het getimmerde; huisjes, schuurtjes en hokken die onderdak boden aan volkstuinhouders, en ik sprak vrijelijk en honderduit. Gek, daar stond ik uren in de guurte en natte regenvlagen en had dan absoluut geen last van mijn rug! Een goeie hobby is goud voor ons soort mensen.
In mijn onderwijs begon ik natuurlijk eerst klein maar al spoedig sprak ik vrijmoedig hoe kaaimannen, olifanten, de rinocerossen het doen. Niet dat ik dit zelf zo goed wist maar ik stelde me het eenvoudig in de fantasie voor en dan vond ik verder, al onderwijzende, vanzelf de weg.
Ja, en dan zaten we eigenlijk allemaal te
wachten tot de mens, wijzelf in beeld kwamen. En ja, dan is het nog
maar een kleine stap... het spreekt vanzelf, zal ik maar zeggen...
want aanschouwelijk onderwijs is de beste methode... Ik geef toe,
wil er niet om liegen, dat ik toen wel eens m'n eigen lummel, zal
ik het maar noemen, tevoorschijn heb gehaald. En hoe vaak is dat
nou nog voorgekomen? Ik tel bij elkaar drie keer waarvan maar één
maal dat ik de rest van onze club ook heb uitgenodigd, alleen maar
om te vergelijken... en anders niet. Het was trouwens geen sukses.
Er deden twee meisjes mee en die liepen tenslotte hard weg. Nog zie
ik hun figuurtjes in die koude januaridag tegen het talud oprennen
en ik begreep donders goed dat het daarmee in dit deel van de stad
afgelopen was en ik weer helemaal opnieuw kon beginnen met het
stichten van een club. Maar daarvoor had ik toch niet voldoende
weerstand. Alsmaar buiten op de koude straat, de vochtige
rietlanden. Prompt begon mijn rug weer op te spelen en zelfs geen
zakje briketten kon ik meer tillen. Daarvoor was ik enerzijds wel
dankbaar. Je voelt je als uitkeringstrekker niet alleen nutteloos
maar ook vaak een oplichter en wanneer je last heb van datgene wat
je voor tachtig procent arbeidsongeschikt maakt, dan word je in het
gelijk gesteld en keert de trots terug. Bovendien lukte het me er
zwart nog danig bij te schnabbelen en kon ik deze woning inrichten.
Mooi hè? Die vitrages in de zogenaamde Wagnertrek heb ik verdiend
met bloemen water geven en huisdieren verzorgen. Het is ook mijn
ongeluk geworden. Dat het allemaal uitgekomen is. Een al oudere
dame die ergens nog van adel was en een herenhuis in d'r eentje
bewoonde waarvan de tuin aan het Vondelpark grensde, liet me in het
voorjaar het grint park harken en de perkjes bijwerken. Van het een
kwam het ander en al gauw vertoefde ik met mijn gereedschap in het
huis waar veel te herstellen viel. Spoedig mocht ik ook thee met
haar drinken en ze wilde dat ik steeds veel van die kleine, glazige
en mierzoete gebakjes at want dat zou goed zijn voor mijn gebit. En
toen zijn we steeds intiemer geworden. Ik moest naast haar op de
bank zitten en alles uit mijn leven vertellen. Ze was op haar
manier eerlijk want ze vroeg me ronduit er bij te huilen en dan
mijn gezicht in haar schoot, of beter, schootje want ze was nogal
klein van stuk, te verbergen. En daar had ze geld voor over! Als ik
het goed deed bracht dat geeltjes ekstra op. En ik zat toen nog in
de faze van opbouw en inrichting van mijn woning. Dus dat doe je.
Maar tenslotte ging het me toch te ver. Ze maakte zelf de
babymutsjes die ik moest opzetten maar toen ze me ook vroeg grote
handdoeken als luier te vouwen en daarin mijn arbeid te verrichten,
dat kon ik niet. Ik heb het eerlijk geprobeerd want wie zag me
verder. En het betaalde goed. Maar aan alles is een grens. Dat is
met de landen om ons heen ook zo. En toen heeft ze buiten mij om
iedereen ingelicht. Ze wist immers alles van me. Daar had ze wel
voor gezorgd. Die school heeft ze gebeld. En de sociale
verzekering. Dat ik bij haar kluste. En de krant. Ik ben nota bene
in haar huis gearresteerd. Zo'n ouwe vrouw. Wat bezielt 'r? Ik sta
nu op de minimumuitkering. Ook willen ze dat ik geld aan de
verzekering terugbetaal. En voor mijn onderwijs ben ik al voor de
rechter geweest die geen enkel begrip toonde. Ik wacht nu op de
uitspraak terwijl ik nog nooit één druppel alkohol gedronken heb.
En als je ziet hoeveel er door iedereen gezopen wordt. Maar dat
speelde geen enkele rol. Als iedereen het doet is een slechte
gewoonte die zoveel ellende veroorzaakt alsnog een goeie gewoonte.
En de anderen kunnen doodvallen...