EEN SCHOEN VLIEGT FLUITEND DOOR HET TRAPPORTAAL (1)

Vanuit de richting Tugelaweg kwam een fallusachtige wolk aandrijven en het klimop langs de huizen ritselde in blijde verwachting van weer een verse donderbui.

Zo vroeg in de ochtend heerste er in de buurt zowel een diepe vrede als een intense blijheid. Monter stapte men uit de huisdeur, op weg naar het werk. De vele werkelozen grepen bezem en schep om weer eens de stoepen voor de huizen te kuisen van afval en hondeuitwerpselen waarbij en waartussen de vuilnismannen zingend hun bezigheden verrichtten; op zoek naar interessante vondsten en trots met eerlijke arbeid de maatschappij een behoorlijk stuk brood af te dwingen.

Daar hield ze van. De ochtendstond. Die praline van het etmaal. Altijd weer lekker en vol van verwachting. Met schitterende ogen stond ze voor de aanrecht de morgenbeet voor haar Gerrit klaar te maken. Ze deed het nog steeds graag. Zijn ontbijt. En hoe vaak had ze dit al niet gedaan? Ze ging er even voor op de keukentabouret zitten. Bijkans tien jaar dus, eens even zien, zesendertighonderd en vijftig keer. Allemachtig. Het leven schoot wel vlug op. En opnieuw, gelijk een golf maagzuur, steeg het geluk in haar op. Het was zeker niet gering geweest.

Zij, een vrouw met een toch niet gering gebrek, had toch maar zo'n aardige man in zich weten te interesseren. Als steeds keek ze even nieuwsgierig naar beneden waar vooral haar linkerbeen zwaar neder hing. Ach, voor haar was het geen probleem meer. Ze was als het ware vergroeid met die hoge, lelijke schoen met de dikke zool. Natuurlijk, het daverde wel in het huis en de onderburen hadden eerlijk gezegd dat ze nooit zouden wennen aan het gebons dat ze veroorzaakte. Maar verder was het geen punt.

Wel sodeflikkers potverju!' klonk het spontaan door het huis. D'r vent was opgestaan en had zich, als steeds, aan een rand van een meubelstuk bezeerd. Het was ook niet makkelijk voor 'm. Decennia lang had hij een mooi salaris verdiend als veelbelovende bankbediende met goede perspektieven totdat computer en betaalautomaat hem hadden verdrongen. Zeker, hij was niet sterk geweest toen hij met zijn ontslag was thuisgekomen. Oh, hoe goed herinnerde ze het zich nog. Jankend boven zijn beker thee, had hij moeten bekennen dat de maatschappij hem had ingehaald, omvergestoten, vertreden en als een nutteloos vod achtergelaten. Een werkeloze die het voor de rest van zijn leven had te doen met een steeds geringere uitkering totdat de aow hem definitief zou inpakken; rijp voor de sloop in de bejaardenzorg. Maar zie zie, de knieën van marie, dacht ze. Alsnog had d'r vent machtige hobby's ontwikkeld waaronder het spellen van de krant en de laatste tijd was hij sterk bezig met allerlei advertenties die hij uitknipte, inplakte en er zelfs op schreef. Wat hij schreef kon ze overigens niet achterhalen want als ze binnenkwam wanneer hij juist zat te pennen, dan ging-ie liever op het epistel waaraan hij bezig was zitten dan haar maar één blik erop te gunnen. Ze moest maar afwachten. Een orkaan aan geneugten stond haar te wachten! Ze barstte zowat van nieuwsgierigheid, tenslotte. En vanavond zou het dan gebeuren. Er kwam bezoek! Nou, streep aan de balk. Ze waren allebei wezen zonder familie en vreemden kwamen er bij haar Gerrit niet in. Dus dat was afzien geblazen. Vroeger gingen ze nog wel eens op bezoek. Bij zijn kollegas. Maar sinds hij geen kollegas want werk meer had, was het wel verdomde stil om hen geworden. Zo stil dat ze op de duur, zelfs als de fluitketel niet op het gas stond, deze hoorde zingen en het vallen van een keukendoek al zo'n bons gaf, dat ze er van opkeek.

Maar vanavond ging het gebeuren. Dan kwam er visite. Wie? Gerrit had gezwegen als een groeve. Het moest een verrassing blijven totdat de deurbel zou gaan. En dan?...

Daar was-ie. In de deuropening van het keukentje terwijl hij probeerde de manchetten van zijn overhemd te sluiten met die lellen van manchetknopen die zij tijdens een vakantie in 't Sticht voor hem had gekocht. En dat vond ze nou zo fijn aan hem. Hij had voor haar absoluut geen schaamtegevoel. Ook nu weer liep hij rond met een onbedekt onderlijf en zijn klaas vaak piepte onder de panden van zijn overhemd uit als een zingende bougie of zoals ze dacht dat een zingende bougie eruit zag.

'Goedemorgen!' riep ze blij. 'Je brood staat er al. Vandaag berliner. En de melk is zo warm.'

'Jawel,' zei hij. 'Dat zeg je nou wel maar ondertussen.' Zijn manchetknopen zaten erin en met een zwaaiend lid liep hij naar het raam en vatte daar post, een duim diep in een neusgat.

Aha! Ze wist wat er komen ging. Dan kwam-ie ineens spontaan uit de hoek met een forse dot maatschappijkritiek. Gek was ze d'r op. Maar inmiddels maakte ze zich bezorgd. Toe Gerrit. Straks zien ze je en hebben we een oploop op de stoep.'

'Hoezo?' wilde hij weten terwijl hij het gordijntje nog wat verder opschoof. 'Foei, wat een weer!'

'Nou, je pasen en pinksteren is voor iedereen zichtbaar!'

'Oh dat. Het is maar goed dat ze me niet kunnen horen. Want ik heb wat te vertellen...'

'Oh jahh!' Ze was meteen één groot oor.

'Herinner jij het verzet tegen de volkstelling, begin jaren zeventig?' vroeg hij nieuwsgierig.

Ze voelde zich spontaan opnieuw rood worden van woede. Ook zij was er toen tegen tekeer gegaan en had geknoeid met het biljet. 'Nou en of!' Het was er uit voor ze het wist.

'En nu?' ging hij verder. 'Hoor jij ook maar één protest? Waar is de demonstratie op het Binnenhof?'

'Bedoel je de milieuvervuiling?' probeerde ze want daar hield hij van. Als er vragen werden gesteld, hoe oliedom ze ook waren. Dan toonde ze immers interesse, ja, betrokkenheid met wat hij een hele nacht woelend had liggen te bedenken.

'Nee trut! Ik bedoel het GBA. De gemeentelijke bevolkingsadministratie. Eén computer voor alle gemeenten waarin eenieder is opgeslagen. Dat willen ze van de regering.'

'Ach,' vond ze. 'Het zal zijn om administratieve redenen.'

'Maar de konzekwenz! Alle bevolkingsadministraties met elkaar verbonden. Eenieder zijn GBA nummer. Wat dacht je? Alle ministeries koppelen zich eraan. Wij allen gaan gestandaardiseerd de gemeentelijke en rijkscomputers in en wie voorkomt dat er misbruik van wordt gemaakt? Eerst ieder zijn sofi-nummer. En straks ieder zijn aus.. zijn GBA-Aus... dat klere persoonsbewijs... dat...'

'Komkom,' probeerde ze hem te weerleggen want te kalmeren maar hij was al niet meer te houden en sprak over privacy en manipulatie. Dat de mensen als van glas gingen worden en de hete adem van de overheid niet langer in de nek maar recht in het gezicht zouden voelen. Niemand kon meer veilig zijn voor de machthebbers want wie de informatie heeft, heeft alle macht. 'Vroeger,' zo schreeuwde haar Gerrit tegen het glas van het venster, 'had je nog geld nodig om de baas te zijn. Maar nu is het voldoende toegang te hebben en de code te weten van het computermachien om de godsmajoor van het koninkrijk te zijn! En iedereen in diep gebukte houding door alle hoepels die door de politiek en de ambtenaren opgehouden gingen worden. En dat verdom ik!!!' schreeuwde hij.

Even was ze bang dat hij vanwege zijn emoties door het raam zou vallen. En dan zou hij daar liggen, op het natte trottoir, in zijn blote togus. Wat zouden de mensen dan wel niet denken... Ze moest iets ondernemen. Maar wat? En dan rolde, als een glanzende citrusvrucht, dat voor de hand liggende idee door haar gedachten terwijl Gerrit inmiddels doorging met ijzingwekkend gevloek. Ze keek om zich heen. Zo ging het niet. Ze moest hoger komen; zitten. Van de tafel nam ze een stapel kookboeken en schoof die onder zich. Zo, nu hingen haar voeten los van de vloer. En dan deed ze het. Voorzichtig eerst maar al spoedig danig resoluut, zwaaide ze met haar mislukte been en al spoedig sloeg de hoge zware schoen tegen een van de metalen poten van de keukentabouret. Kèdonjng... kèdonjg... kè-donjghhh... Een helder en toch geheimzinnig geluid dat door de vloeken heendrong, deze als het ware begeleidde en doortintelde. Kèdonjng... kèdonjg... kèdonjghhh... Ze wist dat d'r vent hier niet tegen kon. Dan werd-ie groot en zwaar als de kolenkit en heet gelijk de ernaast staande kachel. En ook nu kon hij niet doof blijven voor haar zo originele liefdesroep waarbij ze althans de bovenste lippen gerust op elkander kon houden.

Het vloeken werd minder en verstomde tenslotte terwijl hij een hand aan het oor bracht. 'Beier jij zo? vroeg hij ineens verlegen.

'Is hier dan soms nog iemand anders?' wilde ze weten.

'Nee, dat is zo.' Peinzend keek hij op en rond. Ze wist wel beter. Hij stelde het uit. Maar niet af! Dat verhoogde z'n spanning en liet de lust groeien. Zo had ze hem toen, indertijd, in het revalidatiecentrum waar zij met haar voet en hij met een voetbalknie zich tussen de leggers van de loopbrug overeind hielden, weten te verleiden. Klotsen met d'r klomp, noemde ze dat.

En daar was zijn blik. Nog even nam hij de aanrecht waarop zijn ontbijtje in ogenschouw, bekeek ook nog het plafond dat weer eens op de witkwast wachtte, en staarde toen onbeschaamd naar haar bengelend been, haar zware bruine pump die tegen de ijzeren staander van de keukenkruk sloeg. En sloeg. En daar was zijn opwinding, zich klaarmakend voor de indoortraining. Traag begon zijn mannelijkheid zich te verheffen waarbij ze steeds weer moest denken aan een commissaris van de koningin van een van de noordelijke provinciën. Op haar beurt geboeid zag ze zijn hemd mee omhoog komen. Wat was een vrouw zonder dat mannelijke lid? Niets anders dan een leeggeblazen linnenkast, wat de feministen ook mochten beweren.

Langzaam draaide hij zich naar haar om, weg van het raam en die valse buitenwereld en zijn schandelijke want het volk manipulerende politici.

'Gerrit, de buren!'

Met een ruk trok hij het gele keukengordijntje dicht waardoor het licht iets zomers kreeg.

'Mens, je maakt me stapel!'

Weet ik.' Zijn voor de geringheid van zijn gestalte wel bizonder grote genotsknots stak nu onverdroten in haar richting en als steeds verwonderde ze zich over de kleur die nog het meest aan doorgekookte raapstelen deed denken. En iedere keer weer was ze dankbaar dit te mogen meemaken.

Ineens was hij voor haar. En tussen haar knieën. En daar was zijn ritueel waar hij in de loop der jaren aan was verslaafd geraakt en bij de gedachte alleen al, werd ze vochtig en gewillig. Geroetineerd nam hij haar kunstschoen vanonder in de kom van zijn hand, bracht deze omhoog en wreef zijn staander er met geweld langs. Ze wist het. Dat deed zeer. Zeer zeer. Dus daar hield hij gauw mee op. Maar inmiddels was zijn geilheid wel tot ongekende hoogte gestegen. Ze wist dat ze maar behoefte te wijzen om hem schallend klaar te doen komen. Maar dat wilde ze onder geen voorwaarde. Kom nou! Zij was er ook nog.

Gewillig spreidde ze haar knieën en Gerrit liet haar schoen los en vallen. En daar was ie. Hoe was het mogelijk dat het steeds weer paste. Of paste... paste... Zijn werphengel drukte zich stevig tegen de blauwe, doorregen stof van haar bij de Hema gekochte damespantalon...

'Nee!' riep hij kribbig. 'Niet bij de Hema. Die verkoopt dat niet. Bij de Hengelkoning heb ik 'm gekocht. Je weet wel, vlak naast het Krügerplein waar...'

'Zo heet het daar niet meer!' riep ze terwijl ze wat verschoof waardoor haar kittelaar wat meer in het gedrang kwam. 'Das wahr einmal. Nu is het voortaan het Bi... het Bi... het Bikopleintje van... Ahhh!' Ondanks haar degelijke slip werd ze alsnog hevig beroerd en begon enthousiast mee te bewegen, haar handen op zijn schouders. 'Gerrit...'

'Ja,' bracht hij met moeite uit.

'Wanneer... wanneer ga je weer... vissen?'

'Misschien...'

'En wie... wie komt...' Ja, ze kwam maar daar ging het haar nu niet om. Ze wilde alleen zo dolgraag weten wat voor mensen Gerrit voor vanavond had uitgenodigd. Een verrassing had hij het genoemd. Ze... Het kon haar al niet meer schelen. En zelfs haar vent kon haar nu gestolen worden. Ze werd nu snel, terwijl het voor haar ogen begon te schemeren, het licht in het keukentje versprong van zongeel naar lila en paars, haar heupen zwoegden als een molenpaard, één groot lillend vat van hete lust. En ze wilde meer. Veel meer. Haar broek moest uit en die lul erin. Maar hoe dart? Ze liet Ger-rits schouders los en probeerde haar slip naar beneden te stropen. Het lukte bijna. En dan sprong ze van de kruk om dat vervelende kledingstuk kwijt te raken en stampte daarbij met haar zware hulpschoen rechtstandig op zijn blote voet.

'Aaaaauhhwwwaóóa!!' Gerrits pijnkreet deed zelfs de buurt, die toch wel wat gewend was, opkijken. Met de geplette voet in zijn handen danste hij door de keuken, de hoek om, het halletje door en de woonkamer in waaruit even later het geluid van Harmen Siezen uit de teevee klonk. Maar zij? Zij dan! Daar stond ze, krom van lust en wist niet waar ze het zoeken moest. Moest? Ja nu! En daar daverde ze al naar het trapportaal, sloeg een been over de leuning en suizde naar beneden. Hard kneep ze haar dijen tegen het in de loop der jaren glanzend gepolijste hout en haar clitoris ervoer het als een ongehoord heerlijke streling. Beneden aangekomen, rende ze weer naar boven en gleed opnieuw langs de leuning naar beneden. En weer... En weer...; alleen bij het tweede verdiep waar ook de asbak van de buren stond, de poezemand en hun stofzuiger, even opverend vanwege een aldaar uitstekende spijker... Met de voet nog in zijn handen, keek Gerrit in de deuropening van de huiskamer toe.

De schrijver heeft hier het verhaal te onderbreken. En niet alleen omdat we een mens, ook al is het een vrouw, die zich zo in de sexualiteit werpt, tenslotte hebben te laten gaan, maar ook om de komende gebeurtenissen, die als steeds op de werkelijkheid en de rapporten van hulpverlenende instanties zoals de G.G. & G.D. zijn geënt, beter te begrijpen. Daarvoor dus eerst naar de zwager van Gerrit en daarna op bezoek bij een oom van zijn vrouw. Zie hiervoor de komende bladzijden!