HAAR KNIE WOOF WUIVEND LANGS DE

HEMEL...

Terwijl ze bij het raam haar nagels lakte, zag ze de geüniformeerde man uit de auto stappen en onderzoekend langs de gevels kijken. Nomenklatura. Een ambtenaar die weer eens iemand onder de pers ging zetten. Vertel haar wat! Ze kende het leven immers als geen ander en in de wijkraad had ze terecht de grootste bek. Heldere zaak.

In de slaapkamer stapte ze in de nieuwe lange tweedrok. Vroeger voer er dan een rilling door haar heen maar ze had in de loop van haar leven al zoveel nieuwe spullen gekocht, dat het haar tenslotte niets meer kon schelen. En schelen waren, zoals ze dondersgoed wist, de mooisten niet. Nu nog haar stevige stappers en ze kon gaan. En staan. In de rij voor de kassa van het grootwinkelbedrijf.

Woedend zocht ze in de lade van de grote penant-kast die nog uit het ouderlijk huis kwam en er ook nog steeds naar rook, een sjaaltje en schikte dit rond haar hals. Wel verdorie! Had ze alsnog vergeten een panty aan te trekken. Ze ging op de stoelleuning voor het raam zitten en trok het beige vlies op tot ver boven haar navel. Zo, lekker warm. Dat kon je met dit weer wel hebben. Op straat was de ambtenaar verdwenen. Alleen de buitenlanders stonden als vanouds in de portieken nors voor zich uit te kijken. Achach, wat had ze in de deelraad al veel goeds voor ze weten te bereiken. En ze deed het graag al kreeg ze er geen woordje van dank voor terug. Maar ja, ze bleven maar moeilijk Nederlands spreken al woonden ze hier veertig jaar. In het wijkgebouw werden ze er wanhopig van. Zou ze nog even de radio aanzetten? Eens moest ze toch die popmuziek gaan waarderen.

Maar wat was dat? Vanuit het raam zag ze een slanke jonge vent met een voorwerp een van de ruiten van de dienstwagen inslaan, zich bukken en daarna met heel wat apparatuur op kalme wijze er vandoor gaan. Even lachte ze zich in tranen. Zo, dat kostte de gemeente weer handenvol geld. Geen punt. Geld zat. Iedereen bezuinigde, behalve de overheden. Iedereen werd gepakt, behalve de departementen die de door henzelf ingestelde regels ontdoken door hun computers in IJsland te kopen. Dat scheelde weer in btw.

Achter de dikke brilleglazen zochten haar kille visseogen waarin toch iets van een geheim, iets heimelijks en verborgens ronddreef, de straat af naar die bengel. Daar ging-ie, ter hoogte van het café. Het leek haar geen junk. Eerder iemand die hoop dus warmte zocht bij de speelautomaten. Ze mocht graag langs die hallen slenteren en naar binnen kijken. Die lekkere geur van jonge lijven... Het bezorgde haar altijd weer vlinders in haar buik, die bijkans dorre schoot die ze dagelijks zo shamponeerde dat het steeds weer een lust werd.

Grinnikend trok ze de lange regenjas aan en schoof zich onder de bruine regenbaret. Nu nog de kaelem boodschappentas en klaar was ze.

'Kom, Ada Wildekamp!' zei ze in de deuropening en even later liep ze onder haar stevige paraplu doelbewust in de richting van Dirk van der Broek. Ze vond het een ordinaire zaak waar de vloeren altijd modderig waren maar slagen dat ze er deed! Zeker sinds ze ontdekt had wat de hoek was die niet door de kontrolespiegels werd bestreken. Jammer alleen dat het de minder interessante artikelen waren die aldaar op de schappen lagen...

Het was er rustig en geroetineerd greep ze een uit staaldraad gevlochten boodschappenkar met van die ongelukkig zwenkende wielletjes. En als steeds dacht ze dan even aan een kinderwagen, wat! zeeën van kinderwagens waar de hare, een soortement rose tom pouce, bovenuit torende. Ach, zulks was niet voor haar in het leven weggelegd. Haar taak was het andermans kinderen van onderwijs te voorzien en, steeds vaker, de opvoeding van de kleine ratjes en etterlingen ter hand te nemen.

Met iets van schuld vanwege de slechte woonomstandigheden te Calcutta, de droogte in de Sahel ook, begon ze het karretje te vullen met het beste van het beste. Voor haar geen margarine, hoezeer verrijkt ook met het bloedstollende linolzuur maar pure roomboter en fijne vleeswaar. Toch steeds weer gespannen, bereikte ze tenslotte de hoek van het bedrijf waar ze altijd even gratis winkelde. Ze liet haar handtas zogenaamd per ongeluk vallen en hoppekee, een handvol zakjes blauw voor de was, een hele bos Lolaborstels en een grossiersverpakking pannesponzen schoven als vanzelf in d'r bood-schappentiller. Ze kon er zo langzamerhand zélf een winkel in beginnen. De balkonkast en die onder de trap waren al afgeladen met spullen.

In het rijtje voor de kassa begon het. Het welde op, deed haar trillen en d'r lange, pezige bovenbenen tegen elkaar drukken als moest ze dringend een plas. Maar dat was het niet. Eerder dat wat ze eens op het schoolplein had horen noemen en haar woedend met slaande hand had doen uitvallen. Iets van 'hartstikke geil of iets dergelijks. De kick eenmaal bij de kassa uitgenodigd te worden even naar de fouillagekamer of hoe zoiets mocht heten, te komen om d'r op diefstal te kontroleren. Ze had deze situatie al menigmaal in haar fantasie doorgemaakt. Het was altijd een rappe lenige puber in het geijkte kruideniersjasje maar met daaronder een korte broek en aan de voeten hoge, zwartleren schoenen waarover heen hij z'n kousen had opgerold; zoals de boys van de Hitler jugend in het schandelijke nationaal-socialistische Deutschland het droegen ongeveer. En terwijl hij haar tassen doorzocht op gejatte spullen, moest ze haar schoenen uittrekken, de rok uitdoen en tenslotte haar panty afrollen terwijl hij ineens onbeschaamd toekeek en zich onderwijl een sjekkie rolde. En dan kwam hij...

'Mevrouw, verdomme, het is uw beurt!' zei de caissière.

Geschrokken begon ze de boodschappen op de voortglijende rubberband te leggen en opnieuw rekende ze af zonder dat er iets gebeurd was.

De regen buiten zette door. Vanuit de richting van de Tugelaweg klonken de propere klanken van een voorttrekkend muziekkorps. Was er feest? Niet in haar hart. Langzaam liep ze met de loodzware tas voort en keek bij de cafés naar binnen. Dat zou ze nooit durven. Met een 'Hello, everybody happy?' naar binnen stappen, plaatsnemen en een konsumptie bestellen. Die dikke grote mannen aan de bar achter hun glazen alkohol waren immers tot alles in staat. Ze trokken een vrouw alleen zo via de mouw van haar jurk de bustehouder uit en gooiden die naar elkaar terwijl zij, huilend van schaamte, woede en met iets dat nog het meeste weghad van een rieten kaasstolp op het hoofd, van hot naar her holde achter dat toch intieme stukje vrouwentextiel.

Pas bij El bullo de torro kwam ze weer wat tot zichzelf. Dit was een adresje waar een vrouw alleen met een gerust hart en geweten kon komen. Het was een met witte tegeltjes belegde lunchroom en cornersnack. Op de tweede etage was de chickenfriet gevestigd en het alpenhörnrestaurant waar je hele taarten kon bestellen. Op de stoep ervoor was het een komen en gaan van vooral veel gezinnen met jonge kinderen. Door de hartelijke deuren die hier nog vanzelf opengingen als je eraan kwam, ging ze binnen en zocht zich een plaatsje bij het raam waar een al oud echtpaar bezig was moorkoppen te splijten. De vrouw hielp haar man daarbij wat niet kon verhinderen dat er geregeld klodders uit zijn mond op de grond vielen.

Hier was ze veilig en ze bestelde dan ook zowel een vanilleshake als een kom soep. Afwisselend nam ze een teugje van de mooigele shake en dompelde ze de lepel in de leigrijze preisoep die hier in een soort emmertjes werd opgediend.

Daar zat ze, in haar eigen en o zo vertrouwde cirkel van stilte en keek onderwijl uit het raam naar het voortspattende verkeer totdat, ineens, het schepje soep in haar slokdarm bleef steken. Daar stond-ie, de jongen die onder haar ogen een dienstwagen van de gemeente had opengebroken en gekraakt, te praten met iemand van het bedienend personeel. Allemachtig, het schorem kwam toch overal maar binnen!

Terwijl het echtpaar tegenover haar opstond en groetend verdween, hield ze de jongen heimelijk in het oog. Kijk, nu was hij uitgesproken en keek zoekend om zich heen. Wel bleke bet! Hij kwam haar kant uit. Van schrik dompelde ze de soeplepel in haar vanilletraktatie. En daar zat hij, aan de andere kant van het tafeltje waar die oude heer even tevoren zo hevig had gemorst en riep boos in de richting van het buffet om een 'broodje warm vlees en een glas melk' waarna hij mokkend uit het raam ging kijken. Hè, dat viel haar toch mee. Geen bier maar melk. Dat wees op een gezonde instelling mitsgaders sportiviteit. Geen drugsgebruiker dus. Vanuit haar ooghoeken bespioneerde ze hem. Bleek maar dat kwam natuurlijk van de kou. Hij droeg alleen maar een hier en daar gescheurde spijkerbroek en een wollen pull-over die hij achterstevoren aanhad. Terwijl de jongen zich voor het raam ronddraaide om een langsdonderende Suzuki te volgen, bekeek ze 'm. Stiekem volgde ze de delikate lijn van zijn nek; te beginnen van onder de lange, met een roodspoeling behandelde nekharen tot ver op de met dons bedekte rug waar spieren verder doorliepen in de schouderbladen. Een rilling van genot was haar deel. Zo'n knaap moest eens flink bij haar onder de douche en dan kwam zij wel kontroleren. Je voeten schoon en je bibsje niet vergeten? Ze schrok ervan en haar hand schokte. Snel legde ze de soeplepel neer. Ach, mocht ze zó maar onderwijs geven. Al was het maar een uurtje per dag.

Ineens draaide hij zich om en keek haar brutaal aan. Zijn broodje kwam en ze zag z'n sterke gebit zich dompelen in een vracht vlees van heb ik jou daar. Gulzig klokte hij de melk naar binnen en wierp toen opnieuw een blik op haar. Hij had kameelkleurige ogen en lange, naar boven gebogen wimpers. Daarboven had hij maar één wenkbrauw die in één rechte lijn vanaf zijn ooghoeken zichzelf boven de neus tegenkwam om daar tot een forse haar klont te verdikken. Het zou haar niets verbazen wanneer het joch minder misdadige danwel suïcidale neigingen kende.

Ja dame!' In zijn handen verscheen een builtje shag van het merk Zwarte soldaat.

Even was ze uit het veld geslagen. Dat daar, aan de andere kant van de tafel, sprak tegen haar. Maar pas op dat ze niet voor een kleintje vervaard was. Tenslotte was het hier een keurige beweging en in de kortste keren kwam er zonodig hulp opdraven. Wat zeg je?'

'Nou, je kijkt me zo an. Ook een shaggie?'

Nog nooit had ze gerookt en vond dit dan ook van anderen een smerige gewoonte. Wat mankeerde haar dan dat ze woordeloos knikte?

Wat deed-ie dat handig. Hij rolde twee sigaretjes tegelijk en likte ze ook beide nat, dicht en toe. En hier zat ze nu met zo'n knokelig aanvoelend papierkokertje waar aan beide kanten bruine slierten uitkwamen. En daar was de blauwe gasaansteker al die hij halverwege het tafeltje voor haar brandend hield. Ze boog zich voorover, het sjekkie tussen twee vingers maar wat was dat? Juist toen ze het sigaretje in het vuurtje wilde steken, trok hij het iets terug. En opnieuw terug. En weer terug zodat ze tenslotte met haar bovenlijf zowat plat op het tafeltje, tussen bestek en serviesgoed lag, haar hoofd dat nog in de bruine baret stak, pal bij zijn gezicht.

Hij lachte en zij trok. Snel viel ze terug op haar stoel terwijl rook naar het haar scheen, ook uit haar oren kwam. Haar mondholte vulde zich met een pijnlijk soort gas maar ze proestte het niet uit. Geamuseerd zat hij naar haar te kijken. 'Je kèn helemaal niet roken, dame. Wil je mijn konsumpties betalen? Ik heb bijna geen poen.'

Onmiskenbaar verwarde zijn direktheid haar even. Maar dat 'dame' vertederde haar. Hij probeerde tenminste niet zich als een gelijke tegenover haar te plaatsen. Hij voelde haar stand van de ervaren onderwijzeres met een grote kennis van de leerstof en een zeer groot aantal dienstjaren onder een arm. Ze knikte. En ineens was het eruit. 'Als je mijn boodschappentas draagt. Ik woon hier vlakbij

'Nou, dat wil ik best doen maar dan moet ik daarvoor nog wel een broodje warm vlees hebben. En een huzarensla want daar hou ik van. En zo'n kanjer van een Vanilleshake!'

'Bestel maar Hoe durfde ze! Ja, ze durfde. Omdat ze zich ineens meesteres van de situatie wist. Die jongen kon ze gemakkelijk aan.

De bestelling kwam en het joch viel hongerig aan. Ook iemand die wildvreemde smaken tegelijk apprecieerde. En inmiddels likte ze voorzichtig aan het al bijna opgebrande genotstaafje. Zijn speeksel. In haar mond. Vermengd met gom. Alleen al deze gedachte maakte haar duizelig. Ach, was ze maar thuis om zich eens goed te shamponeren.

Zoals te verwachten viel, gedroeg hij zich op straat als een jonge hond. Soms draaide hij als een tol in het rond en liet zich daarbij voortdrijven door de boodschappentas waaruit hij een appel haalde en er zijn tanden inzette. Ze was geen moment bezorgd dat hij opnieuw tot diefstal zou over- en er vandoor gaan. En anders zat haar beurs veilig in haar jaszak.

Voor de huisdeur inspekteerde ze hem een maal van kop tot teen en ook even van links naar rechts en van voren en achteren. En toen kwam bij haar het hoge woord eruit. Kom maar even naar boven. Daar wacht ons grote koppen hete chocolade en van die forse moppen cake die we besmeren met dikke lagen roomboter... mmmmm... mmm...' In zijn ogen zag ze de begeerte er een ladder bij nemen en omhoogklimmen. Waarschijnlijk thuis nooit eens verwend en in zichzelf lachend, een trekje waar ze onder de kollegatjes op school berucht om was, opende ze de deur en ging hem voor. En daar stond-ie dan, in het halletje.

Help me eens uit mijn jas.'

Schutterig pakte hij de regenmantel bij de schouders en rukte waardoor haar armen in de mouwen omhoog getrokken werden. Het moest nog veel leren. In de kamer was het duidelijk dat hij zijn houding van nonchalante knul even kwijt was. 'Gezellig?'

Hij knikte en ging in haar eigen crapaud zitten. Laat maar. 'Ik ga nu even naar de keuken maar ondertussen niets stelen, hè?' Ze wees uit het raam naar buiten waar de gemeentewagen inmiddels verdwenen was.

Geïnteresseerd keek hij nu eveneens door de vitrage. 'Wa-bedoel u, dame?'

'Nou, ik zag je een uurtje geleden anders daar een auto kraken.'

'Oh dat!' Hij was niet in het minst uit het veld geslagen. 'Ik had nog een schuld aan een vriend en toen heb ik 'm maar wat apparatuur gegeven. Iedereen blij.'

'Oh, als je met stelen je schulden betaalt, dan is er niets aan de hand, nietwaar?'

Zingend stond ze in het keukentje de chocola in de gezellige boerenbontbekers aan te lengen terwijl de melk onderwijl heet werd. Zo nu en dan keek ze, heel zachtjes, door de deurspleet en zag hem, snel als een fretje, de kamer doorzoeken, steeds angstig in de richting van de keuken kijkend. En daar ging het zilveren schakelbeursje van moeder uit de lade van het buffet in zijn broekzak. Toch nog wat van zijn gading gevonden. Gelukkig maar. Anders zou ze zich wel heel erg in zichzelf teleurgesteld gevoeld hebben. Maar bij al dit geloer was het toch die kleine scheur, pal bij zijn gulp, die haar vooral bijkans het zwijgen ontnam. Wat een heerlijk joch!

'Gezellig?' vroeg ze nogmaals toen ze tegenover elkaar zaten. Het jong knikte terwijl hij gulzig cake at en die met de warme drank wegslokte.

'Zeg,' zei ze, om de stilte te doorbreken en hem op z'n gemak te stellen, 'zal ik m'n breiwerk erbij pakken? Het tikken van de naalden waarbij ik dan zacht zoem van het bijtje en de bloem, geeft zo iets knus.'

Opnieuw keek hij haar aan, maar nu zonder zijn brutaliteit. Hij leek nu pas goed uit het veld geslagen.

'Maar wat je ook mag doen... Ik heb in de badkamer een heel wit en diep bad... badkuip en een fijne douche. Wat denk je, dat zou je goed doen. En dan doe ik de kleren die je draagt even in de wasmachine en droog ze in de magnetron. Dan ben je weer lekker fris voor nieuwe avonturen en diefstallen. Dus geef nu maar even dat zilveren beursje terug. Hoe heet je?'

'U heeft ook alles door.' Zonder schaamte haalde hij het voorwerp uit zijn broekzak en legde het op het tafeltje. 'Ik heet Rinus.'

'Rinus wat?'

'Rinus dat!'

Ze barstten allebei even in lachen uit. 'En? Wil je in bad?'

'Eigenlijk helemaal niet zo gek, dame. Heeft u ook van dat spul erin? Schuim en zo?'

Ze liet het bad vollopen en deed er een grote scheut nivea badschuim in terwijl hij zonder schaamte zijn broek uitdeed en de wollen pullover. Alleen een witte slip hield hij aan. In een flits zag ze zijn magere lijf, jong en nog goed geproportioneerd. En daar was het weer, bij haar, onderin. Een kooi vol vlinders. 'Hier, als je eruit komt doe je mijn badjas maar aan. Die is lang genoeg.'

'Dank u wel.' Nu bleef hij toch wachten tot ze wegging.

'Zeg Rinus, niemand kijkt hoor maar de deur moet een eindje open blijven voor de damp. Anders wordt het hier drijfnat en beslaat de spiegel.' Met zijn kleren ging ze weg en liet een grote kier open.

Ze dacht er niet aan de spullen van dat jong te wassen. Het zou trouwens in flarden de machine zijn uitgekomen, zo oud was het spul. In de keuken luisterde ze nauwlettend. Ze hoorde geplons en haar dikke brilleglazen begonnen te beslaan door de waterdamp die door het huis trok en die geurde naar geplet gras en proefprocessen. Hoor 'm nou toch eens tekeer gaan! En even worstelden moederlijke gevoelens met die van een overrijpe vrouw die nog één keer in de clinch wilde met een onstuimig joch dat haar zou vullen tot aan de rand. Dan won het laatste en als in een kramp leunend tegen de aanrecht, bracht zij een hand naar beneden, tussen haar benen, en kreunde nog voor ze haar gesteun hoorde. Oh jongen! Alles mocht hij hebben, ook de inhoud van haar beurs, als-ie maar... En ineens was ze weer in die visitageruimte van de supermart. Ze ging op een stoel zitten, trapte haar schoenen af en stroopte haar panty in een keer naar beneden en uit. En daar zat ze, met een opgeschorte rok en luisterde naar het gespetter uit de badkamer waarbovenuit zijn zingen klonk; de populaire hit van Lee Towers 'Een borreltje, een borreltje, een borreltje van mijn. En als er dan geen borrel is, dan geef je die van zijn

En dan was ze ineens om de hoek van de badkamer, en keek. Het joch was bezig met haar Bulgaria-haarwasser zijn bol in te smeren. Schuim torende boven zijn kapsel en hing in klonten onder zijn kinnebak terwijl rode strepen van zijn haar spoeling over de magere schouders liepen en het badwater als bloed liet kleuren. Zoveel geluk ineens. Waar had ze dat mee verdiend?

'Wacht, daar help ik je even mee?' Voor hij kon reageren stond ze al naast de badkuip en kneedde zijn pruikebos.

'Maar dame...'

'Niks dame maar Ada. En hoe heet jij ook weer?' En dan lagen haar handen al op zijn schouders en masseerden die. 'En?'

'Wel lekker,' gaf hij toe, zijn gezicht pal boven het wateroppervlak. En dan, in een flits, zag ze door een wak in het zeepsop zijn lid dat in het water leek te zweven. Wat waren die kinderen tegenwoordig toch fors geschapen! 'En nu met de douche!' riep ze in gebogen houding, wat niet alleen in verband stond met haar dienende funktie, en greep de stroelende douchekop. 'Hou 'm eens vast, ik word drijfnat. Even mijn rok uitdoen.' En daar viel haar tweed al op het drijfnatte graniet.

Passief liet het joch haar begaan terwijl ze de zeepresten van zijn smalle rug en magere borst spoot. En al manipulerend met de douche, vonden haar handen als vanzelf dat magere lijf. Eerst op zijn rug, dan onder de geheimzinnige grotten van zijn oksels tot op zijn borst. Tenslotte nam ze de douche tussen haar tanden en kneep en manipuleerde ze zijn tepels en de hof eromheen als was het de normaalste zaak van haar leven.

De jongen kreunde even en daar gleden haar handen al onder water, haar ringen en polshorloge daarbij meenemend terwijl hij, met gesloten ogen, onderuit zakte. En dan had ze 'm, die lange, slanke, bijna elegante jongenspik en rolde die tussen haar handpalmen.

'Wat doet u nu, Ada!' riep hij uit en wilde haar wegduwen.

'Niks zeggen. Gewoon laten gebeuren.' En dan gleed ze uit, voorover en boven op hem in het bad...

En deze onverwachte gebeurtenis brak het ijs pas goed. Gillend van het lachen pakte ze grote handdoeken uit de kast. 'Nee, ik droog jou eerst af!' zei ze dwingend en begon hem in de handdoek in te pakken.

'Te gek!' hoorde ze hem mompelen terwijl ze de silanzachte doek over zijn huid wreef. En wreef. En afdaalde naar beneden en daar voelde ze onder de stof zijn penis en bleef daar en vatte vanonder zijn gespannen scrotum. Opnieuw deed hij zijn ogen dicht en zuchtte. Een lange witte lijs.

'Rinus, ik voel 'm!' zei ze zachtjes terwijl haar handen omhoog werden gedrukt door zijn erektie.

'Daar kan ik niks an doen eh... Ada?'

'Ja,' zei ze. 'Ada is de naam. En natuurlijk heb je geen schuld dat je zo'n prachtige... En nu jij mij afdrogen!'

Snel schoot ze uit haar jumper en even streed ze de goede strijd. Dan haakten haar duimen al in het elastiek van haar slip en trok ze deze uit.

'Dat durf ik niet, hoor!' protesteerde hij.

'Dan draai ik me om.'

Voorzichtig, meer deppend dan wrijvend, deed hij haar rug en bleef daar tot ze naar achter greep en zijn handen pakte en die naar voren leidde. En daar voelde ze hem! Zijn harde jongemannelijkheid beroerde haar vanachter terwijl hij, als waren ze kostbaar serviesgoed, haar al wat verslapte borsten afdroogde. Voorzichtig deed ze een stapje naar achter. Dat jonge hengstje mocht niet afgeschrikt worden. En daar schoof zijn volle vulpen al tussen haar dijen en streek daarbij langs wat zijzelf haar karbies noemde. Even dacht ze van volle zaligheid op de grond te vallen maar het graniet was keihard en daarbij nogal nat dus daar zag ze vanaf. Voorzichtig nu. Het joch niet forceren. En ieder in een droge grote baddoek gepakt, trok ze hem aan een hand haar verdomd gezellige salonachtige huiskamer in waar ze hem op een tafelstoel deed neerzitten.

'En nu zoet zijn, dan krijg je een heerlijke bonbon!' Ze stond voor hem, keek op hem neer, deed haar handdoek kieren en bleef zo staan in haar pasen en pinksteren met die wollige gevarendriehoek op nog geen halve meter van zijn kin. Ja, ze had een timmermansoog!

'Ik denk toch dat ik nu maar eens...'

Ze drukte haar handen op zijn ogen. 'Niks zeggen,' adviseerde ze. 'Gewoon even je ogen dichtdoen en je mond open.'

Gehoorzaam deed hij wat ze van hem verlangde en van de tafel nam ze van het schaaltje een volle préline. 'Eerst likken.'

Braaf stak hij zijn tong uit en ze wreef de bonbon erover heen.

'Lekker?'

Hij knikte. Woordeloos.

Heel voorzichtig schoof ze naar voren, haar knieën aan beide kanten van de samengeknepen jongensbenen en daar was ze dan, pal boven dat waar ze sinds jaar en dag zó hevig naar verlangd had dat het een betere zaak waardig was geweest. Nu zou ze zich laten neerzakken op die lange, trillende jongens verein en dan...

Woest greep ze ineens de onderste slip van zijn handdoek en trok die van zijn bovenbenen. Een ver-schikkelijk verdriet vloog naar haar keel. Daar lag-ie. Nutteloos want weerloos. Zijn luststengel. Klein, ineengeschrompeld en tot niets in staat. Rinus' erektie was verdwenen als sneeuw voor de zon; als de mosterd nadat de kroketten zijn gegeten. Maar ze had nog in het geheel niets gekonsumeerd!

'Maar jongen toch...'

Hij opende zijn ogen en hapte meteen de bonbon die ze nog voor zijn lippen hield, naar binnen. 'Waar zijn me kleren?'

'Moet je weg?'

'Ja, naar me zwager. Pierre. Eigenlijk heet-ie Piet. Me zuster heeft een kind van 'm en hun badkuip is altijd verstopt.'

Wat kan Piet schelen, dacht ze vaag en schoof van hem weg. Buiten raasde een regenvlaag tegen de ramen. Langzaam liep ze naar de wasmachine en pakte zijn broek en slipover die aldaar op een hoop lagen. Als een hondje was hij haar achterna gekomen. 'Woont je zwager in de buurt?'

'Aan het eind van de Tugelaweg. In de nieuwbouw verderop.' Haastig stapte hij in zijn kleren en voor het laatst wierp ze een blik op zijn nu zo kinderlijke ventiel. Tevergeefs. En voorbij...

'Zeg dame... eh, Ada...'

Ze liet zich languit op haar bed achterover zakken. Naakt. En voelde zich ineens wat ze was. Een oud lijk van al ruim tweeëndertig jaren.

'Zeg het maar, knulletje.'

'Mag ik nog even rondkijken of ik iets vind? Dan kan ik het verkopen want mijn uitkering is waardeloos. Daar kan ik niet van komme...'

Ze glimlachte en voelde onder haar handen haar buik zich daarbij rimpelen. 'Kijk maar even...'

Als een witte tornado ging hij door het huis. Ze hoorde kasten opengooien en dichtsmijten en laden op de grond vallen. Nauwelijks was hij in de keuken of ze traceerde hem al weer in het logeerkamertje. En een vreselijke opwinding nam bezit van haar. Hier lag ze, open en bloot en ten prooi aan een kolossale geiligheid terwijl die boef bezig was haar te ruïneren, in ieder geval aanzienlijke breuk te veroorzaken! Eh als vanzelf gleef haar hand tussen haar pezige dijen, zocht en vond haar vochtige karbies. Wat zou ze zich inhouden bij deze gebeurtenis. Was ze niet schandelijker dan een hoer? Die deed het nog uit gezond geldbejag. Maar zij? O wat was ze keurignet voor die grote buitenwereld maar nauwelijks deed de gelegenheid zich voor of ze probeerde een kansarme adolescent met een zo gering mogelijke hoeveelheid middelen over haar heen te krijgen. En hoor nu toch eens hoe de jongen tekeer ging. Dat was de kast in het halletje die omging. Kreten van teleurstelling klonken vanuit het voorhuis terwijl ze haar betraande gezicht naar het raam en het slechte weer daarbuiten wendde. Wat een smerig wijf was ze. Nooit zou ze zich bij het scheren meer in de ogen durven kijken. En nooit...

Als vanzelf had de lange jaap van haar linkerhand het kerkezakje gevonden en manipuleerde steeds sneller haar erekte kittelaar terwijl haar knieën daarbij steeds heviger heen en weer zwaaiden tegen het treurige licht van het venster. Die jongen kwam er wel uit. Nu zij nog...

Want ziet u, wanneer de mens in z'n eigen begeerte valt, dan is-ie nog slechts een zompig gat, dacht ze. Nou ja, een been breken was erger en niets aan te doen.