1. INWIJDING IN HET ‘MYSTERIE’

Kort gezegd is cold reading een gesprekstechniek waarmee je op schalkse wijze informatie kunt onttrekken aan (en over) een persoon die je niet kent. Aangezien je die persoon niet kent, zou je in principe niet over die informatie kunnen beschikken. Tenzij je paranormaal bent?

Niet dus!

Cold reading wordt namelijk niet alleen door paragnosten gebruikt. Het is ook een veel beproefde en succesvolle verkooptechniek. Heb je nog nooit het gevoel gehad dat een verkoper of een vertegenwoordiger perfect verwoordt waar je aan denkt? Dat komt omdat hij (of zij) heel onopvallend vist naar jouw twijfels en ongerustheden … om daarna – als bij wonder – op die bepaalde noden in te spelen. ‘Let op, die handvatjes zijn speciaal zo gemaakt voor een goede grip, zodat je kindje een nog betere controle heeft over het stuur. Veiligheid boven alles, nietwaar?’

Voordat de verkopers onder jullie denken dat ik hen bekritiseer (en van hun broodwinning wil beroven): ook in de hulpverlening en bij de politie blijkt cold reading een uiterst vruchtbare methode. Begeleiders in allerhande instellingen bijvoorbeeld moeten blijk geven van een groot empathisch vermogen. Hun patiënten of de mensen met wie ze werken, moeten het gevoel krijgen dat ze volledig begrepen worden. Door – bewust of onbewust – aan cold reading te doen, weken de begeleiders sneller informatie los die het probleemgedrag kan verklaren.

Agenten kunnen een verdachte dan weer in de waan laten dat ze van alles weten, terwijl ze eigenlijk het spoor volledig bijster zijn. Ze laten allerlei vage informatie en veronderstellingen los op de verdachte, in de hoop dat die vroeg of laat toehapt, erop ingaat en de volledige versie van de feiten geeft. Tot daar je blinde bewondering voor Witse, Morse en andere De Cocks.

In al die gevallen komt het erop aan een soort vertrouwensrelatie op te bouwen met de gesprekspartner. Door de indruk te wekken dat je dingen weet over die persoon, zal hij je makkelijker geloven of in vertrouwen nemen. En uiteindelijk zal hij zelf de kostbare informatie prijsgeven. Maar achteraf zal hij er wel van overtuigd zijn dat jíj die informatie zelf gevonden hebt.

Hetzelfde geldt voor waarzeggers. Zij doen niets anders dan vissen. Ze gokken, ze strooien clichés in het rond of stellen misleidende vragen. En ze wachten tot de cliënt toehapt en uiteindelijk zelf – zij het onbewust – alle ‘kennis’ op een schoteltje aanbiedt. Zo bouwt de waarzegger geloofwaardigheid op. ‘Want als hij erin slaagt om mijn verleden en heden heel “accuraat” te beschrijven, ook al kent hij me totaal niet, dan zal hij ook wel mijn toekomst juist kunnen voorspellen, zeker?’

Jij, als ongetwijfeld kritische lezer, denkt natuurlijk: dat lukt toch niet bij iedereen? Je hebt gelijk. Echte sceptici zijn moeilijk bij de neus te nemen. Daar kom ik straks op terug (Wat te doen met sceptici?). Maar de grote meerderheid van de mensen blijkt opvallend vatbaar voor cold reading. En wel om deze redenen:

  Mensen – zeker als ze veel betaald hebben voor een sessie bij een gerenommeerd medium – proberen onbewust om de vertelsels op hun leven toe te passen, zelfs al zit de waarzegger er mijlenver naast. En vaak komen ze zelf met concrete gegevens op de proppen (en slaakt de waarzegger een inwendige zucht van opluchting). Zo was ik zelf eens een spoor opgestart over een oudere man met wie mijn cliënte vroeger contact had. Maar ik zocht (vruchteloos) naar zijn naam.

Ik: Jean?

Cliënte:

Ik: Marcel?

Cliënte:

Ik: Raymond? Een man van gemiddelde lengte, grijs of wit haar?

Cliënte: … (na lange stilte) Ah ja, Georges!

  Mensen onthouden alleen de positieve dingen, de ‘hits’. Aan een hit gaan soms vijf of tien missers vooraf, maar die filteren ze onbewust weg. Het zijn de voltreffers die blijven hangen, als waren het mokerslagen die de cliënt murw slaan.

  Mensen laten zich bedotten door de subtiele manier van ‘vissen’. Meer dan eens getuigen cliënten na afloop van een sessie: ‘Ongelooflijk hoe hij dat wist!’ Maar als ze hun sessie nadien opnieuw zouden bekijken, zouden ze tot hun eigen verbazing vaststellen dat ze het zelf verklapt hebben, en dat de waarzegger het eigenlijk gewoon gevraagd heeft.

Maar het is natuurlijk ook een kwestie van techniek. Een waarzegger die de subtiele methodes van de cold reading genoeg oefent en onder de knie heeft, bouwt in een mum van tijd geloofwaardigheid op. En dan kan er eigenlijk nog maar weinig misgaan. Dan is cold reading een koud kunstje. What’s in a name?

Afgaan als een gieter? Dat heb ik persoonlijk nooit meegemaakt. Er is namelijk altijd íéts juist! En zo niet, dan dring ik aan tot ik iets vind. Of ik bewandel een nieuw pad, op zoek naar een hit. Soms probeer ik de misser later toe te passen op iets anders, waardoor ik hem alsnog als een voltreffer kan verkopen. En als het echt niet lukt, dan is de cliënt het misschien vergeten, of moet het nog gebeuren! Een geoefende cold reader… HEEFT ALTIJD GELIJK.

DOE HET ZELF!

De vraag is nu: hoe word je een geoefende cold reader? Ikzelf heb de mosterd gehaald bij de Britse illusionist/entertainer Ian Rowland. In zijn boek The Full Facts Book of Cold Reading4 ontleedt hij de hele techniek tot op het bot. Op basis van zijn eigen ervaringen als cold reader legt hij uit hoe iedereen paranormaal kan zijn. Ik heb zijn tips opgevolgd, nu geef ik ze (in grote lijnen) door aan jou!

Goed begonnen…

… is half gewonnen! Het is een huizenhoog cliché, maar van enorm belang bij een cold reading-sessie (en om het even welk ander ‘paranormaal’ optreden). Hieronder volgt wat goede raad voor een geslaagde start.

  De waarzegger zorgt er altijd voor dat de cliënt – zo zal ik de gesprekspartner vanaf nu noemen, want hij heeft meestal (te veel) betaald – meteen op zijn gemak is. (Gemakshalve ga ik uit van een mannelijke waarzegger en een mannelijke cliënt, ook al leert de ervaring mij dat vooral vrouwen verleid worden tot een potje waarzeggerij.)
Het decor mag gerust wat mysterieus zijn, maar niet griezelig! De waarzegger schept een gezellige sfeer, ook door hoe hij zich gedraagt. Hij heeft een warme persoonlijkheid en toont een bovenmatige interesse in de cliënt. Hij praat bijna voortdurend, lacht veel en wekt de indruk dat hij de cliënt heel sympathiek vindt. Binnenin denkt de waarzegger: Vind je mij sympathiek? Vind je mij sympathiek? Want ik vind jou heel sympathiek! Daar gaat het om. Zenuwachtige mensen worden meteen gerustgesteld. ‘Ik begrijp je onzekerheid. Het is allemaal wat nieuw, misschien. Dat is heel normaal. Ontspan gewoon, stel jezelf open en je zult zien: alles komt goed.’

  Zodra de sfeer goed zit, kan de waarzegger overgaan tot een uiterst belangrijke stap in een cold reading-sessie: het verzoek om medewerking.

‘Het is heel belangrijk dat je je openstelt voor mij en meedenkt. Ik zet de lijnen uit en jij vult ze in. Ik zie alles vaag, ik zie alleen contouren, als in een mist. Jij zult de details veel sneller zien dan ik. Vul die details dan ook in. Als je aan iets denkt, laat het me dan alsjeblieft weten, anders vrees ik dat we misschien lang kunnen blijven zoeken…’

Met de meer sceptische cliënten is de aanpak ietwat anders.

‘Ik leid uit je houding, uit je gekruiste armen, af dat je wat defensief bent. Dat heeft geen zin, want zo zal het zeker niet lukken. Misschien ben je wat sceptisch, en dat begrijp ik, want het is geen exacte wetenschap. Soms mislukt het, ik moet eerlijk toegeven dat dat kan gebeuren. Maar zonder open geest zal het zéker niet lukken. Dus probeer die blokkade, die je binnenin voelt, even los te laten.’

Het belang van de zin ‘Het is geen exacte wetenschap’ is nauwelijks te onderschatten. Met die ene zin dekt de waarzegger zich al op voorhand in tegen een mislukte sessie en kan hem achteraf niets worden verweten!

  Om zijn geloofwaardigheid een extra boost te geven, pakt een waarzegger uit met zijn adelbrieven. Dat kan mondeling, door zijn eerdere prestaties te vermelden, of subtieler, door zijn decor aan te kleden met krantenknipsels en (vaak zelfgemaakte) diploma’s of oorkondes. Ook een boekenkast vol vakliteratuur maakt vaak indruk op de bewonderende cliënt.
Sommige waarzeggers bezingen niet alleen hun eigen verdiensten, maar ook die van het systeem dat ze gebruiken. Astrologen bijvoorbeeld schermen ermee dat hun collega’s zelfs Amerikaanse presidenten als Bush en Reagan hebben geadviseerd. Waarop de cliënt denkt: tja, als díé het al geloven.
Nog een extra tip om sceptici te overtuigen: beweren dat je aanvankelijk zelf ook sceptisch was.

‘Ik begrijp dat je wat reserves hebt. Die had ik vroeger zelf ook. Maar toen ben ik me gaan verdiepen in het paranormale en, in alle eerlijkheid: ik heb onder ogen moeten zien dat het echt werkt.’

De techniek van cold reading werkt inderdaad! Maar er is niks paranormaals aan…

  Om te weten welk vlees de waarzegger in de kuip heeft, polst hij in het begin van de sessie of zijn cliënt al eens een waarzegger heeft bezocht. Is het antwoord ‘Ja, al twintig keer’, dan weerklinkt een geruisloze ‘Yes!’ in het achterhoofd van de waarzegger. Want wie zich al twintig keer koud heeft laten lezen, is een believer. Gaat het om een beginner, dan heb je sowieso 50% kans op een succesvolle reading. Al stijgt dat percentage natuurlijk naarmate de waarzegger de techniek beter beheerst.

  De toon moet niet alleen bij de start hartelijk zijn, de cliënt moet ook met een goed gevoel vertrekken. Zo is er meer kans dat hij terugkeert. Als de cliënt hoort wat hij wil horen (dus geen negatieve voorspellingen), dan zal hij het een goede reading vinden. De rest vergeet hij. Tenminste, dat is de bedoeling.

Daarom vraagt een waarzegger vooraf om vooral aan positieve dingen te denken, om op het positieve te focussen. Dat de cliënt daardoor ook eventuele missers door de vingers ziet, is mooi meegenomen.

Negatief=dom en misdadig

Er zijn – helaas – waarzeggers die zich wagen aan negatieve voorspellingen, zoals: ‘Ik voel dat u iets vreselijks zult meemaken in uw 43ste levensjaar.’ Zo’n voorspelling is zowel dom als gevaarlijk.

Dom, omdat het tegelijk een heel specifieke, een heel negatieve én een lukrake voorspelling is. Omdat ze zo specifiek is, is ze makkelijk te verifiëren. En reken maar dat een cliënt zulke doembeelden onthoudt! Bovendien is de kans heel groot dat de waarzegger zich vergist. Te vermijden dus. Maar zo’n voorspelling is ook gevaarlijk, zelfs misdadig. De volgende anekdote is de kiem geweest voor mijn kruistocht tegen zelfverklaarde paranormalen. Je begrijpt ongetwijfeld waarom.

Toen ik jaren geleden stage liep in een psychiatrisch centrum, ontmoette ik een meisje van negentien dat al sinds haar zestiende psychotisch was. Je kon er eigenlijk weinig zinnigs meer mee aanvangen. Wat was er gebeurd? Drie jaar eerder had ze op een kermis een waarzegster bezocht. Die had haar voorspeld dat ze in haar zeventiende levensjaar zou sterven. Zoals van zestienjarige, onzekere pubers is te verwachten, was dat meisje daar totaal ondersteboven van. Sterker nog: zij is letterlijk gek geworden van angst. En die angst is niet geweken toen ze haar achttiende levensjaar inging.

Een goede cold reader waagt zich niet aan dat soort voorspellingen. Omdat hij het hele systeem, zoals ik het nu aan jou vertel, door en door kent. Hij weet dat noch hijzelf noch de cliënt gebaat is met slecht nieuws.

‘Waar zullen we het over hebben?

Vraag: welke onderwerpen moet een waarzegger aankaarten om zijn kansen op succes te verhogen?

Antwoord: onderwerpen waar iedereen voortdurend mee bezig is en over nadenkt, zowel in het verleden, het heden als de toekomst. Voor het gemak kun je ze onderverdelen in de volgende zes hoofdthema’s.

Beroep (loopbaan en ambitie)

Erotiek (en liefde)

Dokters (gezondheid)

Reizen

Opvoeding

Geld

Als je de eerste letters van boven naar onder leest, krijg je het woord BEDROG. Toeval of niet?

(Die indeling is trouwens ook gebaseerd op Ian Rowland, die de : volgende zeven hoofdthema’s onderscheidde: Travel, Health, Education, Sex (love), Career, Ambitions, Money. Zet de eerste : letters op een rijtje en je leest: The Scam (het bedrog).

Wie een beetje roert en vist in die hoofdthema’s, heeft veel kans dat zijn cliënt toehapt. Een voorbeeld (over Opvoeding):

Waarzegger: In je puberteit had je vaak het gevoel dat je ouders je wurgden. Je werd wat beklemd, afgeschermd. Zolang het in hun kraam paste, was er geen vuiltje aan de lucht, maar jij wilde soms liever met rust gelaten worden en je eigen ding eens doen.’

Cliënt: ‘Goh, niet echt, hoor.’

Waarzegger: (onverstoorbaar) ‘Natuurlijk hoeft er niet elke dag kletterende ruzie geweest te zijn. Maar af en toe waren er toch aanvaringen.’

Cliënt: Ja, dat wel, dat gebeurde geregeld.’

Wie heeft in zijn tienerjaren geen aanvaringen gehad met zijn ouders? Ofwel had de cliënt wel degelijk een hevige puberteit beleefd, en dan was er meteen een hit. Ofwel stelt de waarzegger zijn gissingen wat bij tot ze aannemelijk zijn. De bottomline blijft dezelfde: de waarzegger heeft altijd gelijk!

‘Vier op vier? Geslaagd!’

Tijd om wat concreter te worden: hoe verloopt de cold reading zelf ? Met welke handigheidjes slaagt een waarzegger erin om zijn cliënt te doorgronden?

Een geslaagde sessie moet vier elementen bevatten. Inhoudelijk wekt de waarzegger de indruk dat hij allerlei dingen weet over de persoonlijkheid van de cliënt en over feiten of gebeurtenissen die hij heeft meegemaakt. (Rekening houdend met de obligate BEDROG-hoofdthema’s.) Daarbij komt het erop aan om de belangrijkste informatie – heel subtiel – los te weken. Als dat alles gelukt is, kan de waarzegger zonder veel moeite (maar met veel fantasie) de toekomst van zijn cliënt voorspellen.

PERSOONLIJKHEID

Zwart én wit

Niemand hoort graag dat hij extreem zus of extreem zo is. Dus combineert de waarzegger het ene uiterste met het andere: zo is iedereen tevreden!

‘Je bent nogal op orde gesteld. Dat wil niet zeggen dat je bureau een baken van rust is, het kan best wel eens een warboel lijken. Maar jij weet altijd goed waar je alles kunt vinden.’

Lees: ‘Je bent een ordelijke sloddervos.’

‘Je bent iemand die niet zomaar stappen onderneemt. Je overschouwt vooraf elke situatie en neemt een beredeneerde beslissing. Hoewel je soms ook lekker impulsief kunt zijn en je achteraf afvraagt: verdorie, wat heb ik nu gedaan? Al valt het uiteindelijk altijd wel mee.’ (Let op de positieve noot!)

Lees: ‘Je bent een impulsieve controlefreak.’

Vleierij

Ongelooflijk belangrijk: smeer de cliënt stroop om de mond. Een waarzegger zegt wat de cliënt wil horen.

‘Je bent iemand die weet hoe hij een goede vriend kan zijn. Je hebt veel vrienden, maar als ik de vingers van mijn hand laat zien en je moet aanduiden wie je echte vrienden zijn, dan blijven er wellicht vingers over. Je bent wel iemand die heel graag mensen ziet en die zich graag onder de mensen mengt.’ Wie hoort dat niet graag?

Zelfs de ergst contactgestoorde medemens kun je aan je kant krijgen met de juiste complimentjes.

‘Je hebt eigenlijk de mogelijkheden om echt vlot te kunnen omgaan met andere mensen, maar je zit met een soort blokkade. Die moet je proberen weg te werken, want soms voel je je zó onzeker in het bijzijn van anderen. Zonder die blokkade zou je best wel populair kunnen worden, iemand met wie mensen graag omgaan, iemand bij wie ze willen horen. Je hebt zoveel capaciteiten, maar de buitenwereld krijgt maar een topje van de ijsberg te zien. Daaronder zit nog een gigantische hoeveelheid potentieel die je kunt aanboren. Maar het hangt van jezelf af. Je moet het er zelf uithalen!’

Hetzelfde geldt voor iemand van wie snel duidelijk is dat hij lager opgeleid is.

‘Jij bent iemand die zijn wijsheid niet uit boeken haalt, maar uit je dagelijkse ervaring. Je leeft bewust en wandelt – ondanks de normale twijfels nu en dan – behoorlijk zelfverzekerd door het leven. Je stelt jezelf niet al te veel vragen en pakt de dingen meteen aan, want je teert op je ervaring, op je levenswijsheid.’

Ook het Barnum-statement (of Forer-effect), kan altijd van pas komen. In een notendop klinkt dat zo: ‘Je werkt hard, je bent fair en gewetensvol, je staat op je onafhankelijkheid, je hebt een warme en liefdevolle inborst, je komt graag onder de mensen.’ Het soort karaktertrekken waar niemand nee tegen zegt. En die iedereen dus beaamt. In het hoofdstuk over horoscopen gaan we daar dieper op in.

Suikerklontjes

Zoals je een paard een suikerklontje geeft als het doet wat het gevraagd wordt, zo kan de waarzegger een meegaande cliënt belonen voor zijn open mind. Alweer met complimentjes. Wat extra kan helpen, is de cliënt zelf een potentieel medium te noemen. Zo zal hij ook geneigd zijn om te blijven meewerken.

‘Ik merk meteen dat het systeem (bijvoorbeeld tarot) echt heel goed werkt voor jou! Sterker nog, je bent zelf ook iemand met een sterke intuïtie. Heb ik het mis als ik zeg dat jij het meestal goed aanvoelt als er iets scheelt met een vriend?’

Sceptische gesprekspartners vereisen een extra inspanning, die iets meer in de richting gaat van de pure vleierij. De waarzegger probeert hen over de streep te trekken door hun te vertellen hoe ze zouden kunnen zijn

‘Je lijkt wat defensief, uit onzekerheid voor het nieuwe, het vreemde. Wat kritische zin kan natuurlijk nooit kwaad. Maar durf die weerstand ook eens te laten varen. Je zult zien dat dat ook wonderen kan doen in je sociale leven.’

Quarterlife-/midlifecrisis

Wie stelt zich nooit de volgende vragen: ‘Wat zou er gebeurd zijn met mijn leven als ik toen zus of zo had beslist? Is het gras niet groener aan de andere kant?’ Iedereen worstelt soms met die twijfels, iedereen maakt op zijn dertigste, zijn veertigste of zijn vijftigste een tussentijdse balans op van zijn professionele, sociale en privéleven. Daar speelt een waarzegger maar al te graag op in.

‘Je bent tevreden met de keuzes die je hebt gemaakt. Je hebt daar hard voor gewerkt en misschien wel wat voor opgeofferd. Toch sta je er wel eens bij stil wat er gebeurd zou zijn als je indertijd een andere keuze had gemaakt. Wat als je iets langer had gewacht op dé droombaan?’

‘Je weet dat het onrealistisch is, maar soms – met wat je nu weet – zou je wel eens de hele boel willen omgooien en met een schone lei opnieuw willen beginnen. Het kan niet, dat besef je wel, maar zou het niet fijn zijn de tijd vijftien of twintig jaar te kunnen terugdraaien?’ ‘In je huidige baan heb je wel wat verantwoordelijkheid, maar er is altijd nog iemand boven je die bepaalt hoe alles uiteindelijk moet gebeuren. Daarom heb je soms het gevoel dat je ware capaciteiten niet volledig tot hun recht komen. Als hij je nu voor één keer zou laten doen, dan zou je kunnen laten zien wat je in je mars hebt. En dat het ook kan op jouw manier.’

En blablabla…

FEITEN EN GEBEURTENISSEN

Vaag, maar waar

Houd het vaag en met wat geluk vult de cliënt de details in.

W: ‘Ik zie een reis waar het heel warm was. Zuid-Europa? Italië misschien?

C: (begint te knikken)

W: ‘Ik denk zelfs aan Rome? Of Napels, of…’

C: ‘Jaja, ik ben eens in Sicilië geweest.’

Het lijkt misschien moeilijk te geloven, maar achteraf onthouden die mensen: verdorie, die kerel wist dat ik naar Sicilië was geweest. Je hoort veel cliënten volhouden: ‘Ja, maar hij begon wel over iets specifieks dat net op dat moment heel actueel was voor mij.’ Antwoord: ‘Nee, híj begon over iets algemeens, en jíj vertelde hem zelf waar het precies over ging.’

Sommige waarzeggers gaan liever de medische toer op.

W: ‘Heb je de laatste tijd geen last gehad van… iets in je borstkas? (Beweegt hand van keel tot buik.) Aan je ademhaling, of… Het hoeft niet ernstig te zijn, maar het stoort je soms toch.’

C: ‘Ja, zure oprispingen.’

W: ‘Dacht ik het niet? Daarom zag je mijn hand ook boven mijn maag en mijn slokdarm bewegen.’

De beredeneerde gok

Hier gaat de waarzegger al over tot gokken: concreet, maar zonder veel gevaar. De kans op succes is aanzienlijk.

W: ‘Ik zie een huisnummer met het cijfer 2 erin.’

C: ‘Inderdaad, ik woon op nummer 26.’ Yes, we hebben een hit! Ofwel:

C: ‘Nee, toch niet.’ De cliënt gaat ervan uit dat het om zijn huisnummer moet gaan. Maar dat heeft de waarzegger niet expliciet gezegd. Dus…

W: ‘Doe de voordeur eens open en kijk eens naar de overkant. Zie je daar een 2? Of bij de buren?’

Of je ouderlijk huis, of het huis van je broer, of waar je als student woonde? De waarzegger heeft altijd gelijk, weet je nog? Een ander voorbeeld:

W: ‘Zegt Parijs je iets?’

C: Ja, daar ben ik wel eens geweest. Een prachtige stad.’ Bingo! Zo niet, no big deal:

W: ‘Frankrijk dan misschien?’

Probeer hetzelfde eens met Dortmund. Of Madagaskar. Dat zou pas een gewaagde gok zijn!

De wilde gok (vaak meerledig)

Iets gevaarlijker, maar indien juist een vrijkaartje voor de rest van de reading. Bovendien kan de waarzegger zich indekken door een meerledige bewering te doen.

‘Ik zie iemand staan, naast je. Je hebt hem wellicht gekend. Op de markt van Brussel… En ik krijg ook een datum door: eind augustus, begin september. Tom of Wim?’

De kans dat minstens een van die dingen klopt, is reëel: de markt van Brussel, of eender welke markt in die periode. Misschien klopt alleen een voornaam. Eén voltreffer is genoeg voor de waarzegger om het gesprek meteen in die specifieke richting te sturen. De rest wordt zonder blikken of blozen in de vuilnisbak gekieperd… en vergeten.

Statistieken

Kennis van bepaalde statistieken kan een enorme troef zijn van de waarzegger.

  Wat waren de meest voorkomende namen in de jaren dertig, veertig, vijftig? Ken jij een Wesley van 65 jaar? Ook de plaats waar de sessie plaatsvindt, is van belang. Een Vlaamse Joop is net zo zeldzaam als een Nederlandse Jef.

  Welke beroepen werden/worden in die periode of in die bepaalde regio het meest beoefend? Denk maar aan vissers in de kuststreek of boeren in het binnenland.

  Hobby’s: in België maken voetbal en wielrennen (actief of passief) een grote kans, in sommige Nederlandse regio’s is schaatsen immens populair.

Onbenulligheden

Een waarzegger die weet heeft van kleine, schijnbaar onbelangrijke feiten uit het leven van de cliënt, zal die laatste vaak met verstomming slaan. Wat de cliënt meestal niet weet, is dat drie vierde van de mensen bijvoorbeeld een litteken op zijn knie heeft. Andere staaltjes van verbijsterende helderziendheid:

‘Ik zie in je huis ergens een doos staan vol foto’s en andere dingetjes die herinneringen oproepen. Maar die doos staat daar maar te staan, je komt er maar niet toe erin te schiften of de foto’s in te plakken. De belangrijkste foto’s heb je natuurlijk wel al ingeplakt, maar wat in die doos zit lijkt wel gedoemd erin te blijven zitten.’

Komt zo’n doos (of kast) je bekend voor? Wat dacht je van deze?

‘Staat er in de badkamer geen kastje vol medicijnen? Of in de keuken? Wel, je moet daar eens in kijken. Daar staan twee medicijnen in, of… nee, meer, een stuk of vier misschien, waarvan de houdbaarheidsdatum eigenlijk al lang is verstreken.’

Ongelooflijk, niet?

Sommige weetjes gelden specifiek voor (de meeste) vrouwen.

‘Je hebt eens iets gekocht, in de laatste koopjesperiode, of misschien al langer geleden – maar zeker tijdens de koopjes – en als je heel eerlijk bent, moet je toegeven dat je het nog nooit gedragen hebt.’

Of:

Kan het zijn dat je een juweel bezit dat je ooit hebt geërfd van je grootmoeder of je moeder?’

Mannen blijven evenmin buiten schot.

‘Ik denk aan een elektrisch apparaatje dat je ooit hebt gekocht. Maar nog voor je er wat aan had gehad, was het al kapot en heb je het gewoon weggegooid.’

Verrassend, niet, dat we allemaal toch zo op elkaar lijken?

(Jeugd)herinneringen

In een vorig voorbeeld toonde ik al aan hoe heel veel mensen in hun jeugd – in meer of mindere mate – in conflict zijn gegaan met hun ouders. Zo zou je er ook van opkijken hoeveel mensen dankzij een gelukje of via iemand die ze kennen aan hun eerste baan zijn gekomen. Twee andere voorbeelden met een hoge slagingskans:

W: ‘Ik weet niet wat je precies hebt gedaan, maar ik voel toch dat je als tiener zo veel mogelijk wilde halen uit je vrije tijd. Heb je gesport, of misschien aan muziek gedaan?’

C: ‘Ja, beide. Ik speelde trompet en voetbal.’

W: ‘Ach zo. Vandaar dat ik twijfelde, natuurlijk!’

Je hebt nog een muziekinstrument gehad. En je hebt zelfs geprobeerd om een opleiding te volgen of zoiets. Maar na verloop van tijd heb je dat opgegeven en is het instrument een decorstuk geworden, dat ergens hangt of ligt.’

Van een beredeneerde gok gesproken! Hoeveel tieners hebben nooit gitaar willen leren spelen, of minstens een blokfluit vastgehad op de lagere school?

Clichés

Clichés bestaan niet zomaar. Ze zijn dé ultieme smalltalk-voorbeelden die door iedereen geslikt worden. Ze lijken wel voor (of door) waarzeggers verzonnen.

‘Misschien is het binnenkort eens tijd om even stil te staan. Je wordt nu al maanden aan een stuk opgeslorpt door het werk, door de kinderen. Laad je batterijen eens opnieuw op.’

Of:

‘Als je er maar genoeg in gelooft, dan zal het wel lukken!’

En dan zijn er nog de geijkte uitdrukkingen: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘De aanhouder wint’, ‘Geduld is een mooie deugd’, enzovoort.

Seizoensgebonden

Stel, een waarzegger zegt half januari tegen een mannelijke cliënt:

‘Je hebt onlangs een discussie gevoerd over financiën of uitgaven? Met je vrouw, geloof ik. Je hebt haar echt moeten afremmen om iets te kopen.’

Of:

‘Je hebt onlangs veel meer uitgegeven dan je van plan was, is het niet?’

Hallo! In januari (en juli) zijn er in Vlaanderen koopjes!

Je tegenpool

Deze tactiek is een stuk risicovoller. De waarzegger waagt zich eraan om iemand te beschrijven die zich helemaal anders gedraagt dan de cliënt, iemand met een totaal ander voorkomen en een tegengesteld karakter. Niet zelden zal de cliënt er iemand in herkennen die hij goed kent, maar die hem absoluut niet ligt. Een collega, bijvoorbeeld. Tegen een openhartig, vrolijk persoon beschrijft de waarzegger bijvoorbeeld ‘een loner, die zich een beetje afzondert en weinig communiceert. Je weet ook nooit zeker in welke mood hij vandaag is.’ De kans is groot dat de cliënt daar meteen een gezicht op kan plakken.

De valse misser

Een ervaren waarzegger durft soms zelfs te beginnen met een verhaal dat bijna gedoemd lijkt nergens toe te leiden. Vaak voelt de cliënt zich schuldig en zoekt hij wanhopig naar een match. Maar gaandeweg voegt de waarzegger andere elementen toe, of past hij zijn beschrijvingen aan. Ze worden steeds vager en wijken steeds verder af van zijn oorspronkelijke verhaal.

Vroeg of laat wordt er toegehapt en vaak blijkt het om iets te gaan dat de cliënt zelf vergeten was. Dat maakt de voltreffer nog indrukwekkender, natuurlijk.

W: ‘Ik zie een knalgele auto, bij iemand in je nabije omgeving. En toen de eigenaar hem kwam showen, heb je op je tanden moeten bijten om niet hardop te lachen.’

C: ‘…’ (pijnlijke stilte)

W: ‘Vreemd, ik zie zeker een knalgele auto. Al wordt het beeld nu wat vager, het zou ook iets uit het verleden kunnen zijn.’

C: ‘…’ (nog pijnlijkere stilte)

W: ‘Zie je echt niets over het hoofd? Het gaat niet over nu, nee, het is iets uit jejeugd. Heb je samen met je vrienden nooit moeten lachen om een felgekleurde auto, die vaak in jullie buurt voorbijkwam? Het hoeft geen geel te zijn, voel ik nu. Wacht eens, ik zie nog maar twee wielen.’

C: ‘Ach, nu weet ik het. Mijn broer heeft ooit een bespottelijke bromfiets gekregen. Hij had er heel lang naar uitgekeken, maar iedereen lachte hem uit. Wow, dat was ik helemaal vergeten!’

INFORMATIE LOSWEKEN

Een waarzegger maakt zich sterk dat hij helderziend is, dat hij op paranormale wijze allerlei informatie over de cliënt te weten komt. Maar in de voorbeelden die ik al aanhaalde, heb je al kunnen vaststellen dat het in veel gevallen de cliënt zelf is die de informatie verklapt. Hieronder leg ik kort uit hoe de cliënt zich laat vangen door gissingen, veronderstellingen en soms zelfs expliciete vragen.

De directe vraag

Niet zelden stelt de waarzegger een vraag als deze: ‘Heb je journalistiek gestudeerd?’ Een directe vraag, zoveel is duidelijk, maar daar maalt de gemiddelde cliënt niet om. Hij heeft tenslotte 50 euro betaald. Als hij ziet dat de waarzegger worstelt, dan is hij vaak geneigd om de gaatjes te vullen. Een halfuurtje is zo voorbij, dus wil hij waar voor zijn geld krijgen. En dus heeft hij er geen probleem mee als de waarzegger zelfs expliciet vraagt: ‘Help me eens een handje.’ Uiteraard mag een reading niet alleen uit directe vragen bestaan, want dan wordt het wat doorzichtig. Maar af en toe, tussen de gissingen door, een concreet antwoord vragen, gaat vaak onopgemerkt voorbij.

De indirecte vraag

In plaats van ‘Heb je journalistiek gestudeerd?’ kan de waarzegger ook een kleine omweg maken. Bijvoorbeeld: ‘Ik zie iemand voor me, het lijkt Kuifje wel.’ Gevolgd door een formulering als deze: ‘Zegt je dat iets? Kun je dat ergens aan linken? Waarom zou dat zijn? Wanneer of waarop kan dat van toepassing geweest zijn?’

Zowel bij directe als indirecte vragen is de intonatie van levensbelang. Het moet lijken alsof de waarzegger zijn verhaal gewoon voortzet. De vraagjes dienen vaak om iets te checken en moeten ‘terloops’ worden gesteld, zodat de cliënt amper doorheeft dat hem iets gevraagd wordt.

De bedekte vraag

Vaak is er geen sprake van vragen in de strikt grammaticale zin van het woord. In plaats van een vraag te stellen, maakt de waarzegger veronderstellingen (eventueel aangevuld met een kleine, vragende check). Eigenlijk doet hij niets anders dan gokkende statements opsommen, in de hoop dat de cliënt aanvult.

Een waarzegger zal bijvoorbeeld niet vragen: ‘Reis jij vaak?’ maar wel:

‘Ik zie een grote verplaatsing. Ik heb het gevoel dat je geregeld reist, al kan ik niet zeggen of dat professioneel of privé is. Maar reizen maakt zeker deel uit van je leven, niet?’

Ja of nee?

Dit is een klassieker. De waarzegger stelt een vraag op een schijnbaar negatieve manier, zodat hij om het even welk antwoord in zijn voordeel kan begrijpen.

W: ‘Je hebt toch geen talen gestudeerd, hè?’

C: ‘Nee.’ Bingo!

Of:

C: ‘Toch wel.’ Geen probleem, de waarzegger lult zich er wel uit.

W: ‘Wel ja, dat voelde ik meteen al! Maar ik dacht dat ik je daarnet had horen zeggen dat je iets anders had gestudeerd.’

De uitgestelde voltreffer

Ergens in het begin van de reading stelt de waarzegger – direct of indirect – een heel concrete vraag: ‘Heb jij in Gent gestudeerd? Nee? In Leuven dan? Oké.’

Dat is in zekere zin een misser, dus doet de waarzegger daar in eerste instantie niets mee. Maar iets later kan hij afgeleide informatie van dat ene feit op het juiste moment inschakelen. De cliënt is intussen vergeten dat hem in het begin iets werd gevraagd en is onder de indruk als dat feit later wordt toegepast, bijvoorbeeld op zijn persoonlijkheid.

Eigenlijk doet de waarzegger niets anders dan gokkende statements opsommen, in de hoop dat de cliënt aanvult.

‘Dat sociale gevoel van saamhorigheid, dat heb je aan den lijve ondervonden in je verleden, in je studententijd misschien, toen je op kamers zat. Dat heeft er mee voor gezorgd dat je nu zo’n communicatieve persoon bent, zo’n vlotte flapuit.’

‘Dat is wat het systeem me vertelt’

Zoals ik in het hoofdstuk over tarotkaarten zal vertellen, hoeft een waarzegger geen sikkepit af te weten van de functie van de kaarten. Hij kan ze lezen zoals hij zelf wil, hij kan ze in zijn eigen voordeel aanwenden of dingen verzinnen. Maar het versterkt zijn geloofwaardigheid als hij af en toe een typische tarotterm in de mond neemt. Dat helpt bijvoorbeeld:

  om zijn beweringen aannemelijker te doen klinken;

  om de cliënt aan te zetten tot medewerking, zodat het systeem toch zeker juiste informatie verstrekt;

  om eventuele missers te vergoelijken. ‘Ik kan er niks aan doen, dat is wat het systeem me vertelt.’

Matroesjka’s

Je kent die Russische poppetjes wel, waarbij het grootste poppetje steeds kleinere poppetjes bevat. Op die manier kan een waarzegger ook zijn vragen structureren. Hij begint bijvoorbeeld over verplaatsingen, maar gaat daarna een hele lijst subvraagjes af, tot de cliënt toehapt.

Een sterke cold reader heeft altijd een uitweg klaar en kan op elk moment alle richtingen uit. Het is een kwestie van techniek, oefening en … koelbloedigheid.

‘Ik zie een verplaatsing … een reis, kan dat? Of eerder een verhuizing? Je hebt misschien een nieuwe baan. Het kan zich ook in de emotionele sfeer afspelen. Heb je onlangs met iemand gebroken?’

In feite reikt de waarzegger in één zin een multiple choice aan en de kans is groot dat een van de keuzes klopt.

‘Muziek speelt een zekere rol in je leven, is het niet? Of heeft in elk geval een rol gespeeld. Je hebt zelf een instrument gespeeld. Of je broer of pa heeft dat gedaan. Of misschien luister je gewoon heel graag naar muziek. Houd je van dansen?’

Als muziek een dood spoor blijkt, dan stapt de waarzegger probleemloos over naar een andere vrijetijdsbesteding. Sport bijvoorbeeld. En als de cliënt nooit aan sport heeft gedaan, dan is hij wellicht sportliefhebber. Enzovoort.

Een sterke cold reader heeft altijd een uitweg klaar en kan op elk moment alle richtingen uit. Het is een kwestie van techniek, oefening en … koelbloedigheid.

DE TOEKOMST VOORSPELLEN

De laatste fase van een sessie staat in het teken van de toekomst. De waarzegger heeft zich via cold reading uitgesloofd om het vertrouwen van de cliënt te verdienen. Zo kan hij ervan op aan dat ook zijn toekomstvoorspellingen geslikt zullen worden. Van cold reading is dan eigenlijk geen sprake meer. Met de voorspellingen zelf kan een waarzegger amper nog in de fout gaan. Hij moet ze alleen met de nodige fantasie verpakken en op het verleden/heden voortbouwen om ze aannemelijk te doen klinken. Als een voorspelling fout is, hoor ik je al denken, dan komt die toch in zijn gezicht terug? Vreemd genoeg gebeurt dat zelden. Ten eerste, zoveel mensen zijn er niet die een medium na afloop met zijn voorspellingen confronteren. Of ze moeten echt alle paranormale beurzen afschuimen.

En ten tweede: een goede cold reader waagt zich niet aan voorspellingen die flagrant fout kunnen blijken. Bijvoorbeeld door ergens een concrete termijn op te plakken: ‘Binnen twee maanden zal…’ Een Nederlandse vrouw voorspelde begin 2009 dat Michael Jackson dat jaar zou sterven. Knap! Ware het niet dat ze dat het jaar daarvoor ook al had voorspeld, en het jaar dáárvoor ook.

Ik beken: ik maak er zelf ook een sport van om bij zwangere vrouwen te voorspellen of het een jongetje of een meisje zal zijn. Vijftig procent kans, nietwaar? Had ik het juist, dan geloven ze dat ik paranormaal ben: ‘Hoe kon hij dat weten?’ Zo niet, mij een zorg. Ik heb nooit beweerd dat ik paranormaal ben!

Hoe dan ook: de mensen onthouden wat ze willen onthouden. Dus als een termijn niet klopt, dan zal de cliënt denken dat alleen die termijn fout was. Of ze vergeten zelfs de hele voorspelling. Want zoals ik al zei: mensen zijn heel sterk in het verdringen van negatieve dingen. Ze herinneren zich alleen het positieve nieuws.

Dat blijkt ook uit de volgende voorbeelden van ‘geslaagde’ voorspellingen.

Goednieuwsshow

Waarzeggers vertellen gewoon wat de cliënt wil horen.

C: ‘Komt alles goed met mijn kinderen later?’

W: ‘Jazeker, je hoeft je daar geen zorgen over te maken. Natuurlijk zal er hier en daar wel een akkefietje gebeuren. Misschien zelfs een conflict of een kleine crisissituatie. Maar globaal gezien zal alles op zijn pootjes terechtkomen.’

Zo, dat is dan 50 euro, alsjeblieft! Tenenkrullend, toch?

Zekere voorspelling

‘Binnen twee weken zal er een nieuw persoon in je leven verschijnen. Je moet je er zeker voor openstellen.’

Of je die persoon ook echt zult leren kennen, of slechts oppervlakkig ontmoet, wordt handig verzwegen.

‘Voor het einde van het jaar zul je nog gezondheidsproblemen ondervinden, maar die zijn niet noodzakelijk erg, hoor.’

Waarschijnlijke voorspelling

Geen commentaar…

‘Binnenkort zul je een financiële discussie hebben die nogal bepalend zal zijn. Over een nieuwe aankoop, of een verbouwing…’

‘Weldra hoor je weer van iemand die je lang niet hebt gezien.’

‘Ik zie glas dat breekt… In je familie of in je omgeving…’

‘Je gaat toevallig een formulier of een belangrijk document terugvinden waarvan je niet meer wist dat je het had. En je zult verrast zijn door de plaats waar het ligt.’

Vage voorspelling

Nog nietszeggender: ‘Er komt een reis aan.’ Of: ‘Ik zie een nieuwe voldoening in je leven.’

Niet-controleerbare voorspelling

Dat is een subtiele. De voorspelling klinkt heel concreet, maar de waarzegger laat de mogelijkheid open of ze al dan niet zal uitkomen. Hij dekt zich dus volledig in.

‘Mensen hebben het over jou en je vrouw gehad. Ze zijn van plan om jullie eens op te bellen en advies te vragen over het een of ander. Let op, misschien denken ze er nog anders over en zullen ze je uiteindelijk niet opbellen. Maar ze hebben het er in elk geval over gehad.’

Selffulfilling prophecy

Bij zo’n voorspelling hangt het volledig van de cliënt zelf af of de voorspelling uitkomt of niet. Enkele voorbeelden:

‘Je gaat stoppen met roken.’

‘Het komende jaar ga je meer zelfvertrouwen opdoen, zelfverzekerder worden.’

‘Binnenkort ga je afrekenen met je verleden en een bladzijde omslaan.’

‘Altijd gelijk!’

Ik heb al een aantal keer herhaald dat een geoefende cold reader eigenlijk altijd gelijk heeft. Dat hij na een misser altijd verschillende richtingen uit kan. Of een misser alsnog in een voltreffer kan ombuigen. Kortom: een cold reader bevindt zich eigenlijk in een win-win-situatie. Wel, ook daar bestaan enkele hulpmiddeltjes voor.

Aandringen en doorbijten

Zelfs als de waarzegger de bal compleet misslaat, geeft hij niet meteen op. Hij ziet dat de cliënt nadenkt en dringt aan tot de cliënt zijn verhaal op de een of andere manier op zijn leven kan toepassen.

W: ‘Ik zie een huisdier. Een hond, als ik me niet vergis? Niet zo gevaarlijk, best een braaf dier.’

C: ‘Tja, ik had lang geleden wel een hond, maar die was nogal opvliegend.’

W: ‘Misschien wel, maar niet voor jou.’

C: ‘Nee, voor mij niet.’

W: ‘Zie je wel, je moest hem gewoon een beetje kennen.’

En stel nu dat de cliënt nooit een hond heeft gehad.

W: ‘En toch zie ik een hond. Was er een vriend op school met een hond die je niet mocht? Of bij de buren misschien?’

C: ‘…’

W: ‘Of onderweg naar school, waar je elke dag voorbijkwam, moest je daar niet uitkijken voor een opvliegende hond?’

C: ‘Ja, nu je het zegt, zo was er wel één.’

Andere voorbeelden.

W: ‘Je huidige baan. Toen je die kreeg, moest je kiezen tussen verschillende aanbiedingen, is het niet?’

C: ‘Nee, toch niet. Maar ik moest wel mijn vorige baan opgeven.’

W: ‘Ah, dat is het. Je stopte met de ene baan en aarzelde misschien wat om de nieuwe aan te nemen.’

C: ‘Ja, dat kan ik niet ontkennen.’

W: ‘Toen je in Italië was, is er toen niks gebeurd met een brommertje of zo?’

C: ‘Nee.’

W: ‘Weet je het zeker? Ik zie duidelijk het beeld van een brommertje dat je net voorbijraast. Of wacht eens, het is niet echt gebeurd, maar het beeld dat je op die manier bestolen kon worden.’

C: Ja, we waren wel op onze hoede voor gauwdieven.’

W: ‘Wel ja, dat was het gevoel dat ik net doorkreeg.’

‘Je bent het misschien vergeten’

W: ‘Ik zie plots een kraan voor me. Een immense kraan, of zelfs meerdere kranen… Ergens bij jou in de straat, of te zien vanuit het raam van je klas, omdat er grote verbouwingen waren in de buurt.’

C: ‘Sorry, maar zoiets kan ik me niet herinneren.’

W: ‘Je moet eens diep nadenken! Misschien ben je het gewoon vergeten.’

Dus zelfs als de cliënt pertinent ontkent, heeft de waarzegger gelijk: het is de cliënt die iets vergeten is! Met een beetje geluk komt er later iets ter sprake dat in de buurt komt (bijvoorbeeld een verbouwing of zelfs een pretpark met een hoge attractie) en kan de waarzegger die misser alsnog in een hit ombuigen.

‘Je kunt het niet weten’

Zoals er niet-controleerbare voorspellingen zijn, kan de waarzegger ook uitspraken doen over het verleden, die niemand kan verifiëren.

W: ‘Een aantal mensen, van wie jij er één kent, heeft het onlangs over jou gehad. Ze wilden je bellen met een belangrijke werkaanbieding.’

C: ‘…’

W: ‘Ze hebben het er in elk geval over gehad. Het kan zijn – maar misschien ook niet – dat iemand je moest opbellen, of had moeten opbellen om het met jou te hebben over een baan. Wie weet moet het nog gebeuren.’

Gênant…

Een letterlijk voorbeeld van Derek Ogilvie, de beroemde spiritist die via een cold reading in groepsverband met de doden kan communiceren. Tenminste, dat beweert hij.

W: ‘Ik voel dat je in het begin van de puberteit wat moeite had met de opduikende beharing. Je wilde daar liever van af, maar je hebt je toen gesneden op een nogal vervelende plaats.’

C: ‘Ik dacht het niet! Zoiets is me nooit overkomen.’

W: ‘Tja, ik kan begrijpen dat je dat niet graag toegeeft.’

Bij de volgende persoon had Ogilvie een bekentenis te pakken.

‘Maar je hebt er wel aan gedacht…’

Een handige tactiek om een misser gedeeltelijk te verbloemen.

W: ‘Had jij in je jeugd lang haar?’

C: ‘Nee, nooit.’

W: ‘Maar dan heb je er toch even over getwijfeld… Maar het mocht niet. Of je durfde niet.’

‘Het systeem geeft me gelijk’

Dit voorbeeld illustreert dat een kaartlezer zelf bepaalt wat de kaarten hem zeggen.

W: ‘Heb je onlangs te maken gehad met een weduwe of weduwnaar?’

C: ‘Nee, helemaal niet.’

W: ‘Het gaat niet noodzakelijk om een letterlijke weduwe. Het kan net zo goed gaan om het gevoel van afscheid nemen, loslaten. Is er zo’n situatie geweest? Wie weet heb je wel contact gehad met iemand van wie je niet wist dat het een weduwnaar was…’

Let op die laatste zin! Die is niet-controleerbaar en maakt de hele voorspelling in één klap plausibel.

Hoofd- en bijzaak

De specifieke bewering klopt niet, maar de algemene wel.

W: ‘Is er onlangs iets aan de hand geweest met je auto?’ Beredeneerde gok. De kans op een ‘ja’ is groot.

W: ‘Met de remmen misschien?’ Wilde gok. Indien ‘ja’, dan scoort de waarzegger een gigantische hit. Indien ‘nee’…

C: ‘Nee, er was niets met de remmen, maar wel met de versnellingsbak.’

W: ‘Vreemd. Maar goed, er was toch iets met je auto!’

Later komt de waarzegger niet meer terug op die remmen, maar bevestigt hij nog eens extra dat hij dat van die auto toch maar mooi had aangevoeld. En die misser? Die is al lang vergeten en vergeven.

Fout toegeven

Voor alle duidelijkheid: een waarzegger probeert nooit alle genoemde ontsnappingsroutes na elkaar. Heel vaak blijft het bij de eerste uitweg: aandringen tot de cliënt iets vindt waarop hij het kan toepassen. Dan zoomt de waarzegger daarop in en is hij weer vertrokken. Helpt aandringen niet, dan volgt misschien nog één andere poging, maar meer niet. Soms zit er niets anders op dan een misser te aanvaarden. In het geval van de gênante scheerbeurt bijvoorbeeld, kan de waarzegger ook meteen afbreken: ‘Ach, het is niet belangrijk. We hoeven daar niet dieper op in te gaan.’ En hij verlaat snel het dode spoor om over iets anders te beginnen.

Zonder feedback is elke cold reader hulpeloos.

Een waarzegger kan ook benadrukken dat hij zich niet te beroerd voelt om fouten toe te geven en zich te verontschuldigen. ‘Het spijt me. Het is nu eenmaal geen exacte wetenschap.’ Vaak maakt hem dat nog een stuk sympathieker.

Nog enkele heel concrete tips

Stel de cliënt op zijn gemak. Ik kan het niet genoeg benadrukken: schep een vertrouwensrelatie en zorg dat de cliënt feedback geeft. Zonder feedback is elke cold reader hulpeloos.

Let op je eigen taal. Praat snel, houd er genoeg vaart in, zodat missers snel naar de achtergrond worden verdreven. Maar praat wel duidelijk en informeel, zonder al te veel plechtige en moeilijke woorden.

Let op lichaamstaal. Houd voortdurend oogcontact, bekijk de cliënt aandachtig en analyseer hoe hij reageert op je vragen (knikt, kritische blik, vragende blik), zodat je weet hoe je moet bijsturen.

Leef mee. ‘Ach, trek het je niet aan. We hebben er allemaal wel eens last van, niet?’ Of nog een schepje erbovenop: leef mee terwijl je vertelt, alsof je het zelf opnieuw beleeft.

‘Ik zie de zomer, een gebeurtenis die je naar de keel grijpt… Ik kan het zelf ook voelen, je schrikt enorm, een verkeerssituatie met kinderen… of een van je kinderen die je niet meer terugvindt. De angst is duidelijk voelbaar!’

Zet de kers op de taart. Begin vaag, laat de respons komen en bouw erop voort tot je echt in detail kunt treden en een ultieme voltreffer kunt scoren.

Gebruik de voorwaardelijke wijs. ‘Het zou wel eens kunnen dat…’ Of: ‘Let op, het is niet zeker, maar…’

Laat ruimte voor interpretatie. Opnieuw: vaag beginnen, zodat je nadien elke kant uit kunt, zowel met een ‘ja’ als een ‘nee’.

Zet je hits op een rijtje. Vat samen wat je uit de cliënt gehaald hebt, zodat de missers zeker vergeten worden. Daarna ga je over naar de voorspellingen.

Verkoop jezelf! Op een paranormale beurs zitten alle helderzienden vaak naast elkaar aan tafeltjes. Dus komt het erop aan om de cliënt zo veel mogelijk te laten knikken. Dat hoeft niet eens met echte hits te zijn. ‘Alles goed? Ja? Kom je uit de streek? Goed weertje, hè? Ben je al naar readings geweest?’ En de toeschouwers denken: Zie die daar eens knikken! Daar moet ik zijn!

Wat te doen met sceptici?

In principe zijn sceptici niet vatbaar voor een cold reading. Tenzij je met een wilde, maar heel precieze gok geluk hebt. Dan kun je zelfs hen aan het wankelen brengen. Toen ik Tony Chakra speelde op de Gentse Feesten, zijn er in mijn caravan heel wat binnengekomen die er geen fluit van geloofden. Maar sommigen gingen wel naar buiten met de reactie: ‘Hé? Hoe kan hij dat nu allemaal weten?’ De vraag is echter of een waarzegger veel sceptici over de vloer krijgt. Wie daar geen zin in heeft, bezoekt simpelweg geen mediums. Believers of mensen die gewoon eens benieuwd zijn of plezier willen maken, stellen zich daar wel voor open.

En dan is er ook het prijskaartje. Een sessie kost al snel enkele tientallen euro’s. Een echte scepticus heeft dat er sowieso niet voor over. En ook de andere twijfelaars tonen zich al een stuk meegaander en ‘open’ als ze een fikse som geld hebben moeten betalen.

Maar stel nu dat een waarzegger toch een scepticus voor zijn neus krijgt. Dan hoeft hij zich eigenlijk geen zorgen te maken. Hij dekt zich op voorhand in, door te stellen dat niet elke sessie lukt, dat het geen exacte wetenschap is, enzovoort. Achteraf kan de waarzegger niets verweten worden.

Vleierij kan een scepticus over de brug helpen, misschien kan de waarzegger hem zelfs loven om zijn scepticisme. Maar als ook dat geen zoden aan de dijk zet, dan ligt het wel aan de scepticus. Dan geeft de waarzegger het op en rondt hij af: ‘Ik doe mijn best, maar het moet van twee kanten komen. No hard feelings, maar u hebt nu eenmaal een blokkade die een geslaagde sessie in de weg staat.’

CONCLUSIE

Je vraagt je misschien af: waarom vermoeit Gili zich toch met zo’n diepgaande beschrijving van cold reading?

Het is inderdaad niet de bedoeling dat elke lezer nu aan cold reading gaat doen. God beware ons! Maar het belang van cold reading in paranormale fenomenen valt nauwelijks te onderschatten. Beschouw de hele bovenstaande doe-het-zelfuiteenzetting dus gerust als louter informatief. Enerzijds zul je dankzij die uitleg veel beter begrijpen waarom mensen geloven in kaartlezers, spiritisten, goeroes en zelfs sekteleiders. Dat kan nuttig zijn als je verder leest in dit boek. Anderzijds: mocht je ooit in contact komen met een helderziende, dan weet je voortaan met hoeveel korrels zout je zijn beweringen en voorspellingen moet nemen.

Misschien zijn er onder jullie wel mensen die aan de slag willen met de techniek. (Dan verwijs ik graag naar de samenvattende tabel op pagina 148.) Sommigen willen hun vrienden misschien overtuigen van hun ‘paranormale krachten’. Ik wens hun veel plezier. Het komt er vooral op aan om de techniek goed te beheersen, een methode uit te kiezen waarmee je de reading gaat doen (verderop ga ik bijvoorbeeld dieper in op kaartlezen en horoscopen) én veel te trainen. Oefening baart kunst (oeps, een cliché!). Maar alsjeblieft: neem jezelf niet te serieus. Houd het positief en prettig. Want dat is het ook, neem het van me aan. Anderen vinden het misschien even prettig om de rol van scepticus te spelen. Ook dat kan heel lollig zijn. Nu je het hele systeem kent, kun je heel eenvoudig elke zelfverklaarde paragnost dwarsbomen. Waarzeggers beweren dat ze hun kennis niet krijgen van jou(w feedback), maar van de energie die je uitstraalt, van de kaarten, van de geesten. Dan is het ook aan hen om dat te bewijzen.

Zoals met alle paranormale fenomenen, hebben sommige paragnosten ergens een klok horen luiden, maar weten ze amper waar de klepel hangt.

Antwoord dus op geen enkele manier en probeer een pokerface op te zetten. Zorg dat de waarzegger geen enkele reactie kan ontwaren. Gewoon afblokken! En kijk dan eens hoe ver hij komt met zijn interpretaties van de kaarten, de pendel of je hand. Veel succes!

Zeg het met bloemen

De mogelijkheden om cold reading toe te passen, zijn legio: tarot, handlezen, geesten oproepen, enzovoort. Een minder bekende methode is bloementherapie. In de originele bloemensessies wordt aan de cliënt gevraagd om zelf een boeket te laten samenstellen in de bloemenwinkel. Op basis daarvan bepaalt het medium wie je bent, hoe jij je voelt en waar je naartoe wilt. Zoals met alle paranormale fenomenen, hebben sommige paragnosten ergens een klok horen luiden, maar weten ze amper waar de klepel hangt. Dus hebben ze rond die bloementherapie verschillende varianten gebreid. Soms hoef je bijvoorbeeld maar één bloem mee te nemen en te zorgen dat die voor het begin van de sessie genoeg van je energie heeft opgeslorpt. Persoonlijk was ik eens aanwezig bij nog een andere variant. Het medium deelde tien rozen uit aan mensen in het publiek. De bloemen zogen zogezegd je energie op. Ik zette mijn allerbeste puppy-oogjes op en keek haar zo droevig mogelijk aan. Want ik wilde echt een bloem krijgen. Dat lukte wonderwel, en de vrouw begon een gesprek met mij.

Zij: ‘Meneer, hebt u een relatie?’

Ik: ‘Ja maar, als ik het goed heb begrepen, moet u de vragen beantwoorden, en niet ik.’

Zij: ‘U hoeft zich niet zo defensief op te stellen.’

Ik: ‘Dat doe ik niet. U zegt alleen dat u van alles over mij weet via deze bloem. Dan kan het toch niet de bedoeling zijn dat ik u van alles vertel?’

Zij: ‘Och, we hebben hier weer iemand die moeilijk doet.’

Ik: ‘Ik wil helemaal niet moeilijk doen, ik wil gewoon weten of u kunt wat u beweert te kunnen.’

Uiteindelijk ging de vrouw de uitdaging aan. Ze kwam niet verder dan:

‘U lijkt me een artistieke persoon.’

Tja, met een hoofd als het mijne lijkt dat me niet zo’n groot geheim!

4 ROWLAND, I., The Full Facts Book of Cold Reading, Ian Rowland Limited, Londen, 1998, 240 pagina’s.