WOORD VOORAF

prof. dr. Em. Etienne Vermeersch

Jaren geleden, toen ik ongeveer 26 jaar was, bezocht ik eens een dancing (Het Meiliedje in Damme). Bij het binnenkomen zag ik een jonge vrouw zitten en ik dacht: dat is Christiane Bonte, de vriendin van een kennis van mij. Via een dansje wilde ik achterhalen waarom ze daar alleen was. Uiteindelijk bleek echter dat ze wel Christiane Bonte heette, maar een andere was dan degene die ik bedoelde, een persoon dus die ik nog nooit ontmoet had en van wie ik blijkbaar spontaan de naam kende. Veel mensen zullen hierbij aan telepathie denken of aan helderziendheid. Toch zijn er andere verklaringen mogelijk. Een eerste is toeval. Een tweede is een ‘subliminale’ waarneming: bij het binnenkomen kan ik onbewust de naam opgevangen hebben, zodat die later spontaan bij me opkwam. Het is ten slotte ook mogelijk dat de herinnering aan die nacht later in mijn geheugen vervormd werd, zodat ik me te goeder trouw vergis.

Een tweede anekdote. Ooit was ik aanwezig bij een diner met een aantal artsen. Een van hen had recent een kind verloren aan kanker. Bij de zoektocht naar redding in een uitzichtloze situatie, waren ze terechtgekomen bij een pater die contact had gehad met de bekende Italiaanse ‘wonderdoener’ Padre Pio, die toen al overleden was. Die pater had hen tijdens de ziekte geregeld opgebeld om te zeggen dat hij bad tot Padre Pio. De dag nadat het kind gestorven was, belde hij opnieuw. Hij bleek van die dood te weten en op de minuut af het tijdstip van overlijden te kunnen preciseren. Zo vertelde die arts dat aan een tafel met een achttal personen. Ik vroeg hem of hij wel heel zeker wist dat die pater de juiste tijd van het sterven vermeld had. Toen begonnen hij en zijn vrouw te aarzelen, maar ze zeiden wel dat de dag juist was.

Een andere arts vroeg toen of het niet mogelijk was dat die pater belde zoals hij vaak deed en dat hun stem aan de telefoon hem liet begrijpen dat er iets ergs gebeurd was. Ook toen aarzelden die mensen. Zonder mijn ‘skeptische’ tussenkomst waren al die mensen naar huis gegaan in de overtuiging dat die pater aan de telefoon inderdaad door een soort telepathie wist dat het kind dood was en exact het moment van sterven kende.

Ten slotte een derde anekdote. Een goede kennis van mij, Josée, had een bezoek gebracht aan een beroemde ‘helderziende’ in de Kempen. Josée vertelde mij dat die vrouw alles wist over haar onlangs overleden echtgenoot: tot in de meest intieme details. Aan haar bijzondere gaven viel dus niet te twijfelen. Uiteindelijk vroeg ik: ‘Maar Josée, waarom ben je eigenlijk bij die helderziende geweest?’ Het antwoord luidde: ‘Wel, mijn auto is gestolen en ik wilde weten waar die nu was.’ ‘En weet je nu waar die is?’ vroeg ik. ‘Nee’, zei ze. Toen zei ik: ‘Zwijg maar, ik weet al genoeg.’ Hier had een handige ‘helderziende’ uiteraard de techniek van cold reading toegepast.

Deze en nog vele andere zogenaamd ‘paranormale’ en ‘bovennatuurlijke’ fenomenen stuiten bij mij op ongeloof omdat ik gegronde wetenschappelijke redenen heb om het bestaan ervan af te wijzen. Maar veel mensen vinden mijn benadering te theoretisch: ze weegt blijkbaar niet op tegen de fascinatie die van het wonderlijke uitgaat.

Hierin ligt nu de grote waarde van het werk van Iedereen paranormaal. Gili is een mentalist. Dat is een goochelaar of illusionist die in staat is allerlei ‘paranormale’ fenomenen (telepathie, helderziendheid, voorspelling van de toekomst, telekinese en zelfs spiritisme) ten tonele te brengen, op een zo overtuigende wijze dat hij makkelijk als ‘paranormaal’ zou kunnen doorgaan. Maar, in tegenstelling tot bedriegers, zoals mevrouw Char en de vroeger beruchte Uri Geller, komt hij ervoor uit dat hij trucs en niets dan trucs gebruikt. Tijdens het lezen zul je ook inzien waarom anekdotes zoals de hierboven vermelde geen bewijs vormen voor het paranormale.

In een maatschappij die onlangs nog overspoeld werd door onzin inzake Het Zesde Zintuig (vtm), is het waardevol dat iemand niet alleen kan uitleggen hoe suggestie, manipulatie en trucs werken, maar het ook daadwerkelijk aantoont. En niet alleen demonstreert hij het, de lezer kan er zelf mee experimenteren. Wie erin slaagt anderen van zijn ‘paranormale’ gaven te overtuigen, zal allicht beter beseffen hoe makkelijk mensen te misleiden zijn.

Ik heb al veel over dit alles gelezen en bepaalde aspecten zijn dus voor mij niet nieuw. Maar nog nooit heb ik een boek gevonden waarin je zo direct de methodes van de illusionist van nabij kunt bekijken en je verleid voelt om ze ook toe te passen. Verleid, welteverstaan, niet om zelf te gaan bedriegen, maar om beter te begrijpen hoe lichtgelovigheid functioneert – en dat inzicht aan anderen door te geven.

Of hoe een man van het vak het zoveel beter kan dan een theoreticus.