In de kelderruimte onder de nieuwe Rijkskanselarij bevonden zich de kwartieren van Hitlers entourage: van zijn machtige secretaris Martin Bormann en van de laatste chef van de generale staf Hans Krebs alsook van diens adjudanten, van generaal Burgdorf en van Hitlers chefpiloot generaal Hans Baur, van de SS -Gruppenführer Hermann Fegelein, die als vertegenwoordiger van Himmler in het hoofdkwartier van de Führer diende en van talrijke andere officieren tot aan Hitlers secretaresses, de bewaking, ordonnansen, radiotelegrafisten, kaarttekenaars en verder personeel toe. Een deel van de vertrekken was als noodlazaret ingericht een ander deel als toevluchtsoord voor slachtoffers van bombardementen, zwangere vrouwen en circa tweehonderd kinderen, wier aantal voortdurend toenam, wat al spoedig tot een ondraaglijke volte leidde.