Hoewel zowel jongens als meisjes dol zijn op tekenen, drukken zij zich op een leeg vel papier heel verschillend uit. Zesjarige meisjes tekenen over het algemeen graag mensen rond huizen met bloemen en vogeltjes, terwijl jongens eerder kiezen voor raketten, vliegtuigen en auto’s. Hoe dat komt? Geen idee. Het klinkt heel stereotiep, maar blijkbaar is dit wat hun het meest aanspreekt. Wat beide seksen echter bijzonder leuk vinden, is rommelen in de tuin. Wanneer je alleen een balkon hebt, is een doe-het-zelftuintje uit de speelgoedwinkel een geliefd alternatief. In zo’n doos zitten niet alleen snelgroeiende zaadjes, maar bijvoorbeeld ook een gietertje en andere leuke spulletjes. Wanneer je wel een eigen tuin ter beschikking hebt, kun je een der- degroeper heel goed zijn eigen groentetuintje laten beheren. Kinderen houden van het idee dat zij zelf iets tastbaars hebben gecreëerd, dus een klein pitje dat met een beetje water en aandacht uitgroeit tot een zonnebloem spreekt hun enorm aan. Ook tuinkers is erg populair onder jonge hoveniers: dat spul schiet binnen twee weken uit de grond en je kunt het in allerlei leuke vormen zaaien, bijvoorbeeld in de naam van je kind. Ik heb ook eens een paar aardbeienplantjes bij het tuincentrum gekocht zodat ik Emma en Alec kon laten zien hoe die lekkernij nu precies groeit. Ik wist echter niet dat deze plantjes zich in een razend tempo verspreiden waardoor wij nu (tot grote vreugde van de kinderen) een uitgestrekt én arbeidsintensief aardbeienveld in de tuin hebben. Maar ja, dat krijg je ervan wanneer je als werkende moeder, naast alles wat je al doet, ook nog groene vingers wilt hebben. 

Omdat ik een behoorlijk drukke baan heb, voel ik me soms genoodzaakt aan de buitenwacht te laten zien dat ik thuis alles onder controle heb. Dat ik geen ontspoorde ‘sleutelkinderen’ heb en dat ik heus de tijd kan vinden om uren met ze knutselen. Daarom leek zo’n peperkoekenhuisje van IKEA mij wel leuk; dat zou volgens de gebruiksaanwijzing immers ‘in een handomdraai’ op tafel staan. Emma en Alec vonden het geweldig: zelf hun eigen Hans-en-Grietje-huisje in elkaar knutselen. Maar het begon er al mee dat je de losse onderdelen, tot de schoorsteen aan toe, met verhitte suiker aan elkaar moest lijmen. ‘Kijk uit dat u zich niet brandt!’ stond er nog bij, maar toen had ik natuurlijk al een brandblaar van dat kokende stroopmengsel te pakken. Terwijl ik de kinderen er voortdurend van moest weerhouden essentiële onderdelen op te eten, probeerde ik met het zweet op mijn bovenlip het zaakje in elkaar te zetten. De twee huisjes stonden dan ook niet ‘in een handomdraai’ op tafel, maar in een halfuur. Eindelijk mochten we gaan decoreren. Maar waar plakten we de M&M’s eigenlijk mee vast? ‘Met een mengsel van poedersuiker, één ei en een lepeltje citroensap.’ En dus moest ik eerst naar de winkel voor dat ei en het citroensap. ‘Doe het mengsel in een slagroomspuit…’ En dus ging ik naar de Blokker voor een slagroomspuit. Wilt u pomp of knijp? Mevrouw, ik heb geen idéé. En dus kreeg ik de duurste aangesmeerd, die later veel te groot bleek te zijn. Desondanks bleef ik lachen. Want ik kán dit, hield ik mezelf voor. Het is niet genoeg dat ik kan schrijven, presenteren en vertalen; ergens diep in mij zit een geduldige koekjesmoeder die er al jaren op wacht om uit het pantser van de carrièrevrouw te breken. Maar het enige wat brak, was Alecs dak. Toen werd het een principekwestie: het was die peperkoek of ik. Ik schoof mijn verbouwereerde kinderen ruw opzij en begon als een bezetene aan het huisje te bouwen. ‘Mama…,’ piepte Emma ten slotte, ‘het moet toch vooral léúk zijn om dit in elkaar te zetten…?’ Ah. Juist. Het L-woord. ‘Voor kinderen moet altijd alles maar leuk zijn’, brieste ik. Als Emma’s hockeyteam verliest, zegt haar coach steevast: ‘Maar het was toch léúk, meiden?’ Verliezen ís niet leuk. Winnen voelt een stuk beter. En winnen van een peperkoek is helemaal geweldig! Nadat Emma en Alec hoofdschuddend waren afgedropen, zette ik in recordtijd twee prachtige huisjes in elkaar. Helaas was er toen niemand meer om ze te bewonderen, want mijn kinderen hadden allang in de gaten dat ze beter even met een grote boog om me heen konden lopen. Dat kennen ze namelijk van het optuigen van de kerstboom. Elk jaar hoop ik dat ik mijn decoratiedrift dusdanig durf los te laten dat ik Emma en Alec laat meehelpen bij het versieren van de kerstboom. Maar nee. Meestal heb ik een bepaald thema in mijn hoofd en daar passen die geverfde eierdozen nu eenmaal niet bij. Ook de afgelopen feestdagen had Alec weer beteuterd tegen Richard opgemerkt dat ‘mama alles alleen wilde doen’. ‘Ja, jongen’, antwoordde Richard, ‘ze zeggen dat het levensgevaarlijk is om tussen een nijlpaard en het water te gaan staan, maar het is nóg gevaarlijker om tussen je moeder en de kerstboom te komen!’ En zo krijg ik af en toe wat voorzichtige hints uit mijn omgeving dat ik me eens wat meer zou moeten ontspannen. Dat vind ik makkelijker gezegd dan gedaan. Want iedereen roept altijd wel dat je als moeder moet loslaten, maar daarbij wordt vaak vergeten dat een gezin zich behoorlijk aan je kan vastklampen. In het tijdschrift Quest las ik dat de opgroeiende jongen van de wormsalamander af en toe een hapje van hun moeder nemen. Mama vormt speciaal voor haar kroost een extra dik en voedzaam vel op haar huid, waarna haar kinderen dit met hun tanden lostrekken en vervolgens opeten. Ik vond dit behoorlijk onsmakelijk totdat ik me realiseerde dat ook mensenkinderen graag een ‘hapje mama’ nemen. Dat begint met de zuigeling die zijn moeder voornamelijk als een wandelend buffet beschouwt en eindigt met de tiener die meent dat hij volpension heeft geboekt in Hotel Mama. In de tussenliggende jaren moet je als moeder net als de wormsalamander een dikke huid ontwikkelen, want jonge kinderen kunnen heel wat lichamelijke en geestelijke energie van je afsnoepen. Dat doen ze overigens niet om jou te pesten; kinderen zijn van nature vermoeiend – zo staat het nu eenmaal in hun cao. Ik heb gemerkt dat stress vaak in kleine dingen zit, zoals vieze sokken die op de een of andere manier altijd náást de wasmand liggen. Inmiddels heb ik geleerd dat het helpt wanneer je (letterlijk en figuurlijk) over dingen heen kunt stappen en je mentale reserves bewaart voor de echte problemen. 

Uit diverse onderzoeken is overigens gebleken dat er een activiteit is die niet alleen weerstandsverhogend werkt, maar die ook bijzonder effectief is tegen stress: seks. Nu weet ik dat seks het láátste is waar veel moeders aan denken, want dat is weer uit andere onderzoeken gebleken. Vraag een druk- bezette moeder naar haar meest favoriete bedfantasie en het antwoord is: meer slaap. Natuurlijk hebben moeders ook nog wel andere dromen. Zo verlangen ze naar het moment dat hun man hen stevig in de armen neemt en de vier woordjes fluistert die vrouwen het liefst horen: ‘Schat, je hebt gelijk.’ In De Geboorte van een Gezin heb ik geschreven dat het hebben van seks leidt tot meer kinderen, maar dat het hebben van kinderen niet leidt tot meer seks. Door de dagelijkse drukte binnen het gezin willen veel ouders nog wel eens uit het oog verliezen dat ze meer zijn dan alleen maar vader en moeder. Je bent ook man en vrouw; je hebt die kinderen tenslotte gekregen omdat je elkaar zo leuk vond. De bekende schrijver en illustrator Ted van Lieshout heeft eens gezegd dat ‘liefde de verleden tijd is van lief’. Dat vond ik eerst vooral taalkundig een leuke vondst, maar later drong het tot me door dat er ook een pijnlijke waarheid in schuilt. Soms vergeet je gewoon lief te zijn voor elkaar. Want er moeten vuilnisbakken buiten worden gezet, er moeten boodschappen worden gedaan – en dit keer wél met de juiste macaroni thuiskomen, alsjeblieft. Vol-ko-ren, Richard, dat stond toch op het briefje? Maar het belangrijkste boodschappenlijstje dat je kunt maken is een opsomming van de dagelijkse behoeften binnen je huwelijk. Zoals een open haard uitgaat wanneer je er geen blokken hout op gooit, zo zal ook het vuur in een liefdesrelatie doven wanneer je er geen aandacht aan besteedt. Dat klinkt misschien als een tegeltjeswijsheid maar wie iets beters weet, mag het zeggen. Meer aandacht voor hem begint echter met meer aandacht voor jezelf: boek een massage, ga naar de kapper en neem een manicure. Je bent dan wel moeder geworden, maar je bent ook vrouw gebleven. En je weet wat ze zeggen: vrouwen letten op details, mannen letten op de tailles. De meeste mannen verwachten geen perfect figuur want dat hebben zij zelf tenslotte ook niet. Maar ze stellen het wél hooglijk op prijs wanneer hun vrouw of vriendin zichzelf goed blijft verzorgen. Toen je hem net kende, stond je toch ook uren voor de spiegel om er tiptop uit te zien? Je hoeft heus niet verkleed als een Frans kamermeisje met kittige rijglaarsjes de keuken te dweilen (hoewel…), maar met een glanzende bodylotion, gelakte teennagels en mooie lingerie kom je een heel eind. Wanneer jij uitstraalt dat je jezelf de moeite waard vindt, zal hij jou ook aantrekkelijker vinden. Ik hoor vrouwen geregeld klagen: ‘Oh, daar heb ik allemaal geen tijd voor’. Maar geen tijd is geen reden. Je kinderen zijn nu wat ouder en je hebt geen opgedroogde snotkorsten meer op je trui, je hebt geen restanten van melkboertjes meer op je schouder en je hebt al helemaal geen excuus meer voor die uitgroei op je hoofd. Ik heb het al eerder gezegd, maar het kan niet vaak genoeg gezegd worden: neem vanaf vandaag weer eens wat tijd voor jezelf. Ga naar de schoonheidsspecialiste en laat je verwennen met een lekkere crème of ga naar de sportschool en laat je verwennen met een lekkere personal trai ner. Dat je man het resultaat leuk vindt, is mooi meegenomen maar doe het bovenal voor jezelf. Straks komen de jaren waarin we alleen nog maar knap zijn wanneer we op de kop hangen, dus doe nu alvast aan monumentenzorg en zet jezelf in de steigers. Hoewel het een hardnekkige misvatting is dat moeders niet sexy zouden kunnen zijn, moet ik eerlijk zeggen dat ik de duo-baan van moeder-en-minnares soms óók een moeilijke combinatie vind. Omdat deze twee ‘rollen’ tamelijk haaks op elkaar staan, is het niet altijd even makkelijk de mentale knop om te zetten van verzorgster naar verleidster. Dat ligt echter niet alleen aan ons; ook mannen worstelen soms met het idee dat de moeder van hun kinderen een seksueel wezen is.

‘Een man die geen tijd doorbrengt met zijn gezin, kan nooit een echte man zijn.’ – Marlon Brando als Don Corleone in The Godfather I

Zo zag ik laatst in het SBS-programma Reportage een documentaire over de Bunny Ranch, een schijnbaar legendarische hoerenkeet in het Amerikaanse Texas. Voor zo’n bekend bordeel vond ik het nogal armetierig ingericht met gebloemde spreien, witte schemerlampen en een bruinig tapijt. Maar de mannen die de Bunny Ranch frequenteren, komen daar natuurlijk niet voor de kleur van het behang. Ze komen daar omdat ze de gevoelige zielen hun echtgenote niet willen belasten. ‘Mannen durven hun vrouw vaak niet te vragen wat ze zouden willen’, doceerde een van de prostituees, die zichzelf overigens liever als ‘sekstherapeute’ omschreef. ‘Als hun vrouw de hele dag heeft lopen poetsen, koken en stofzuigen, durft hij ’s avonds niet óók nog eens om orale seks te vragen.’ Ach gossie. En dat terwijl het zo makkelijk is. Je roept gewoon: ‘Liefje, kun je onder de lakens nog effe verder zuigen?’ Maar even zonder gekheid: als meneer daadwerkelijk zo begaan is met het geploeter van zijn vrouw, zou hij haar natuurlijk ook een handje kunnen helpen met het huishouden. En die duizend dollar per uur (!) die de dames in de Bunny Ranch moeten kosten, had hij misschien beter kunnen uitgeven aan een lang weekend met zijn vrouw in een leuk hotel. Een romantisch uitje met z’n tweeën doet wonderen voor je relatie, al is het maar één keer per jaar. Je komt allebei even helemaal los van het vadertje-en-moedertje- spelen en als extra bonus kun je ’s ochtends weer eens lekker lang in bed blijven liggen. Helaas hebben heel wat moeders moeite om van zo’n korte vakantie te genieten omdat zij het gevoel hebben dat zij hun kinderen ‘al- leen’ hebben achtergelaten. Maar die schroom moet je nu echt van je afwerpen. Derdegroepers gaan graag uit logeren en hoewel er bij het afscheid misschien nog een traantje wordt gelaten, knappen de meeste zesjarigen bijzonder snel op zodra jij de hoek om bent. Intimiteit tussen man en vrouw is hét smeermiddel van een goede relatie. Maar vaak is het juist de intimiteit die als eerste averij oploopt door het drukke gezinsleven. Los van het feit dat er te midden van alle huishoudelijke mededelingen (‘De lege flessen moeten nog naar de glasbak!’) weinig ruimte overblijft voor romantiek, speelt er ook nog iets anders mee. Ieder mens heeft behoefte aan lichamelijk contact, maar moeders kunnen een groot deel van deze behoefte bevredigen in de dagelijkse omgang met hun kinderen: ze houden handjes vast, krijgen knuffels en worden volop gezoend. Vaders krijgen op hun werkplek veel minder de kans om hun lichamelijke affectie te tonen – tenminste, daar gaan we voor het gemak maar even van uit. Veel papa’s willen bij thuiskomst dan ook even lekker kroelen met mama, maar die heeft haar dagelijkse ‘knuffelbuffer’ dan al binnen. Daarnaast hebben mannen een speciaal talent om precies op het verkeerde moment aan je te gaan plukken – vlak vóór de visite komt bijvoorbeeld, of net wanneer je de ramen staat te lappen. Wist je dat de gemiddelde vrouw maar liefst negen jaar, twee maanden en 25 dagen van haar leven aan huishoudelijke klusjes besteedt? Daar kan best wat vanaf. Ik pleit voor minder Glassex en meer gewone seks. Toen Linda de Mol vorig jaar in haar column vrouwen die te moe waren om te vrijen opriep ‘om dan maar zin te maken’, veroorzaakte dat een storm van publiciteit. In allerlei media werd driftig gediscussieerd over de vraag of seks ‘tegen heug en meug’ niet al te gortig was. Ik denk van niet. De universiteit van het Amerikaanse Utah heeft onlangs een onderzoek gedaan waaruit bleek dat mensen ook tipsy en lacherig werden wanneer ze dáchten dat ze cocktails hadden gedronken, terwijl er in werkelijkheid geen alcohol in hun mixdrankjes was gedaan. Blijkbaar reageert je lichaam net zo sterk op de verwachting die je in je hoofd hebt gecreëerd, als op de daadwerkelijke gebeurtenis. Dat zie je soms ook aan kinderen die een dagje ‘schoolziek’ zijn: na een tijdje gaan ze zich écht beroerd voelen van het doen alsof. Wanneer jij almaar tegen jezelf blijft zeggen dat je te moe, te geprikkeld of te overwerkt bent om eens lekker met je man het bed in te duiken, komt het er inderdaad bijna nooit meer van. Maar wanneer je een eerlijke poging doet om zin te maken (dus geen slachtofferige vooruit-dan-maar-seks alstublieft!), zul je merken dat je lichaam daar bijzonder positief op reageert via de aanmaak van een hele stoot gelukshormonen. Hoewel ik mezelf niet wil profileren als sekstherapeut – dat doen de dames uit de Bunny Ranch tenslotte ook al – vermoed ik wel dat sommige vrouwen onderschatten hoe belangrijk seks is voor hun man. Je kunt natuurlijk niet generaliseren, maar desondanks denk ik dat er heel wat waarheid schuilt in het oude gezegde dat mannen zich ge waardeerd voelen door seks en daardoor meer zin krijgen in hun relatie, ter wijl vrouwen zich gewaardeerd willen voelen in hun relatie voordat zij meer zin krijgen in seks. Ergens in die tegenstelling zul je elkaar moeten vinden. Niet dat ik dit allemaal wist; ik heb het ook proefondervindelijk moeten vaststellen. In De Geboorte van een Gezin noemde ik liefde al een werkwoord: houden van gaat niet vanzelf. De man met wie ik ooit trouwde, is niet meer dezelfde als de man die nu naast me op de bank zit. Maar ik ben ook niet meer wie ik toen was. We zijn allebei ouder geworden, er zijn kinderen gekomen, Richard is van baan veranderd, ik ben gaan schrijven. We hebben dingen bijgeleerd, afgeleerd, onzinnige ruzies gemaakt (‘In de vaatwasser moeten de punten van de messen omlaag!’ ‘Doe jij eerst maar eens de wc-bril omlaag!’) en we hebben samen eindeloos de slappe lach gehad. Liefde is niet passief; ze is actief en vraagt inzet en betrokkenheid. Toen ik afgelopen zomer in Amerika op vakantie was, las ik in het maandblad O van Oprah Winfrey een artikel waarvan mijn mond openviel. Daarin werd beweerd dat de meeste mensen veel aardiger en geduldiger reageren op hun collega’s dan op hun partner. Bij conflictsituaties op kantoor proberen mensen zo lang mogelijk redelijk te blijven, terwijl ze thuis veel eerder uit hun dak gaan. Wanneer je op je werk bij elk verzoek net zo geïrriteerd zou zuchten en met je ogen zou rollen als thuis, werd je op staande voet ontslagen. Toen ik het artikel uit had, was ik eerst een beetje boos. Want je moet toch ergens jezelf kunnen zijn? Als je thuis óók al mooi weer moet spelen, krijgen we straks nog van die Japanse toestanden waarbij we met een honkbalknuppel gehuurde kamertjes in elkaar gaan slaan. Maar nadat ik er wat langer over had nagedacht, moest ik bekennen dat Oprah gelijk heeft. Je man en kinderen zijn geen kliko’s waarin je al je opgekropte emoties kunt dumpen. Als ‘jezelf zijn’ betekent dat je domweg onaardig bent, moet je misschien iets minder jezelf zijn. Op bladzijde 81 staat een citaat van Paul de Leeuw waarin hij stelt dat je als vader harder aan je relatie gaat werken omdat je je kinderen al het geluk gunt. Daar ben ik het helemaal mee eens. Dus dames: doe dat schort af, trek een glimlach aan en claim één avond in de week voor jullie tweeën. Dat doen Richard en ik nu al een tijdje en het is werkelijk een verademing. Samen uit eten of naar de film; een heel gesprek voeren zonder onderbrekingen en alleen aandacht hoeven hebben voor elkaar. Waar vind je het nog? Niet thuis, in elk geval. Daar wordt de agenda voorlopig nog door de zesjarige gedomineerd. En geloof het of niet: die gaat zich zo langzamerhand óók voor seksualiteit interesseren. Derdegroepers worden zich steeds meer bewust van hun seksuele gevoelens, al kunnen ze die natuurlijk nog lang niet als zodanig plaatsen. Jongetjes merken bijvoorbeeld dat hun piemeltje stijf kan worden. Ze hebben geen idee waarom dit gebeurt, maar ze begrijpen wel dat het een prettig gevoel geeft. En dus beginnen ze doelbewust over hun geslachtsorgaan te wrijven of ritmisch tegen het matras aan te duwen; vormen van masturbatie die veel moeders de stuipen op het lijf jagen. Ik vind het zelf ook een ongemakkelijk gezicht, zo’n klein kereltje dat in zijn slaap een erectie tevoorschijn tovert. Nu weet ik heus wel dat het allemaal volkomen normaal is, maar gevoelsmatig kan ik er nog niet zo goed mee overweg. Alec zelf doet er echter niet moeilijk over; hij heeft mij in zijn enthousiasme zelfs al eens gevraagd om te komen voelen ‘hoe dik zijn piemel nu weer is’. Zulks heb ik beleefd afgeslagen, dat begrijp je. Zesjarige meisjes zeggen dit soort rare dingen overigens niet; die krijgen veel eerder dan jongens behoefte aan enig ‘decorum’. Zo vinden heel wat meisjes het plotseling vervelend wanneer iemand hun onderbroek ziet. Waar ze zich kortgeleden nog probleemloos wilden omkle- den op het strand, wordt nu moeilijk gedaan met omgeknoopte handdoeken en ander getrut. En dan is er de kwestie van Het Bovenstukje. Hoewel Emma altijd in een leuk, meisjesachtig broekje had gezwommen, besloot een aantal van haar vriendinnetjes in groep drie dat een tweedelige bikini ‘netter’ was. Vanaf dat moment wilde Emma ook een bovenstukje aan, ‘want anders zien de jongens mijn borsten.’ Waar de kinderen in groep één en twee nog redelijk door elkaar heen speelden, gaat de zesjarige steeds meer verschillen zien tussen ‘de jongens’ en ‘de meisjes’. ‘Mama’, zei Emma, ‘ik heb van de andere kinderen op school iets gehoord maar ik weet niet precies wat ze ermee bedoelen.’ Wat dan? ‘Nou, ze zeiden: jongens plagen is kusjes vragen.’ Lieve help, bestaat die antieke kreet nog steeds? Ik dacht trouwens dat het andersom was, meisjes plagen is kusjes vragen, maar het komt op hetzelfde neer: het flirten doet zijn intrede. Niet dat zesjarige kinderen al weten wat ‘uitdagen’ is. Toen ik vorig jaar op de cover van het AD-Magazine stond, trok ik mijn spijkerbroek iets omlaag, waar- door je een stukje blote buik zag. Het was een beetje sexy bedoeld maar toen Emma het tijdschrift zag, tuurde ze een tijdlang naar de foto en vroeg toen: ‘Moest jij soms plassen?’ Waar Emma en Alec de afgelopen jaren allerlei soor- ten spelletjes speelden (met als topper het zelfverzonnen ‘houten dief’: ‘Ik ben de boef en Emma is de politie en die roept steeds: houten dief!’) leek er vanaf groep drie nog maar één spelletje te bestaan: pakkertje. Daarbij rennen de meisjes druk giechelend en met rode blosjes over het schoolplein en moeten de jongens hen zien te vangen. Voor de kinderen is het gewoon tikkertje, maar eigenlijk is het flirten voor beginners. Ik heb geprobeerd mijn kinderen zo neutraal mogelijk op te voeden, maar het blijft me verbazen hoe traditioneel ze over bepaalde dingen denken. Zo is het altijd weer Barbie die in de handen van de slechterik valt, waarop Action Man haar moet komen redden. Toen ik laatst voorzichtig opperde dat Barbie misschien ook eens Action Man te hulp kon komen, keken de kinderen mij verbijsterd aan. ‘Ma- maaaa’, rolde Emma met haar ogen, ‘Barbie heeft toch hakken aan!’ Oh. Natuurlijk. Discussie gesloten.