image

Agnes de Ruiter wierp voor de zoveelste keer een bezorgde blik op de angstvallig stille telefoon. Hè, waarom belde Lucy nou niet? Waarom reageerde ze niet op haar sms’jes? Wat was er aan de hand?

Ruud kon dan wel zeggen dat Lucy oud en wijs genoeg was om op zichzelf te passen, maar hij kende haar niet zo goed als zij. Ze wist gewoon dat er iets was gebeurd. Lucy was voor haar de dochter die ze nooit had gekregen. Hoe druk haar nichtje het ook had, er was tussendoor altijd wel tijd voor een kort telefoontje of een sms’je. Ze hadden bijna dagelijks contact. Maar nu…

Zondagochtend had ze voor het laatst iets gehoord. Een sms’je waarin Lucy zei dat ze naar Groningen ging en gauw zou bellen. Dat was zondag geweest, en nu was het al dinsdagavond.

Onrustig keek Agnes naar de klok. Half tien. Zou ze haar broer Karel even bellen? Misschien wisten hij en Jannie waar hun dochter uithing.

Ze fronste haar voorhoofd. Nee, toch maar niet. Dat zou hen alleen maar ongerust maken. Als er iets aan de hand was, zou Lucy eerder bij haar tante dan bij haar ouders aan de bel trekken.

Als er iets aan de hand was.

Ruud had natuurlijk gelijk, Lucy liep niet in zeven sloten tegelijk. Toch had ze de hele tijd al zo’n raar, onbestemd gevoel. Al vanaf het moment dat Mette haar gisterochtend had gebeld.

“Heb je het al gehoord?” had haar vriendin gevraagd. “Van die countryzanger?”

Agnes wist van niets, maar Mette had haar snel op de hoogte gebracht. Het countryfestival in het Stadstheater dat afgelopen zaterdag zo’n succes was geweest, had een nogal akelig staartje gekregen. De zanger van de groep die ’s avonds had opgetreden, was in diezelfde nacht vlak bij zijn huis betrokken geraakt bij een ernstig auto-ongeluk. Hij was met spoed naar het ziekenhuis gebracht en hoewel zijn toestand inmiddels stabiel was, zou hij voorlopig niet kunnen optreden.

“Erg, hè?” had Mette uitgeroepen. “Wat raar dat Lucy je er niets over heeft verteld. Zij moet er beslist van afweten. Het is gebeurd na afloop van het optreden.”

Maar Lucy had niets gezegd. Ze was alleen halsoverkop naar Groningen afgereisd. En die countryzanger kwam uit Groningen, dat had Agnes gelezen in de krant die ze na Mettes telefoontje meteen was gaan kopen. Het moest haast wel met elkaar in verband staan, maar waarom Lucy dan niet even belde was haar een raadsel.

Agnes zuchtte. Het had weinig zin om zo te piekeren, dat wist ze zelf ook wel. Ze moest gewoon geduld hebben tot Lucy weer contact zou opnemen. Tot die tijd…

Plotseling snerpte het geluid van de bel door het stille appartement.

Geschrokken vloog Agnes overeind. Wie kon dat nu zijn? Ruud was het niet, die zou pas laat van de vergadering terugkomen, had hij gezegd. Bovendien had hij zijn sleutels bij zich. Voorzichtig keek ze door het kijkgaatje in de voordeur.

“Lucy!” Haastig maakte ze de deur open. “Lucy, kind, waar zat je nou toch? Waarom heb je niet gebeld? En wat zie je eruit! Kom gauw binnen. Ik ben zo ongerust geweest.”

Lucy liet zich gewillig de hal intrekken. Ze zag er inderdaad nogal uitgeput en bleek uit. Haar blonde haar zat verward en ze had donkere kringen onder haar ogen. Zwijgend hing ze haar jack aan de kapstok.

Agnes duwde haar snel de woonkamer in. “Hier, ga gauw zitten. Zal ik een kopje thee voor je maken? Of koffie misschien?”

Een flauwe glimlach verscheen op Lucy’s witte gezicht. “Om eerlijk te zijn heb ik liever een flinke borrel. Mag dat ook?”

“Natuurlijk.” Agnes liep onmiddellijk naar de barkast. “Whisky? Puur of gemixt? We hebben ook nog rum, als je dat liever hebt.”

“Doe dat laatste maar. Met cola. Dat lijkt me helemaal prima.” Vermoeid liet Lucy zich op de bank zakken. “Is Ruud er niet?”

“Nee, die heeft een vergadering. Het zou laat worden, zei hij.” Agnes maakte snel Lucy’s drankje klaar en schonk voor zichzelf een glas wijn in. Ze zette de glazen op de salontafel en vroeg bezorgd: “Wil je er soms iets bij eten? Zal ik een sandwich voor je maken?”

“Nee, dank je wel.” Lucy schudde haar hoofd. “Ik heb ergens onderweg een broodje gegeten.”

“Onderweg?” herhaalde Agnes. Ze ging tegenover Lucy op de andere bank zitten. “Waar was je dan? Ik begreep er echt helemaal niets van.”

Lucy nam een flinke slok. “Hè, daar was ik echt aan toe,” verzuchtte ze. Ze zette haar glas neer en keek verontschuldigend naar haar tante op. “Het spijt me, ik had je moeten bellen. Maar ik wist niet wat… hoe ik…” Ze zweeg en beet op haar lip. Haar ogen begonnen verdacht te glanzen.

“Heeft het soms te maken met die countryzanger?” vroeg Agnes voorzichtig. “Die dat ongeluk heeft gehad? Ik las het in de krant. Die band had zaterdagavond toch bij jullie opgetreden? En op weg naar huis kreeg hij dat ongeluk.”

“Ja.” Lucy knikte. “Nick heet hij. Nick Dalvoort. Ik hoorde het zondagochtend vroeg al op de radio.”

Agnes keek haar afwachtend aan, maar Lucy zei niets meer. Stilletjes staarde ze voor zich uit.

“Is hij, eh… zwaar gewond?” informeerde Agnes aarzelend toen haar nichtje bleef zwijgen.

“Nee. Ja.” Lucy slaakte een diepe zucht. “O, Agnes, hij is de knapste man die ik ooit heb gezien. Ik sloeg helemaal op tilt toen ik aan hem werd voorgesteld. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Alsof de wereld even stilstond. Alleen hij en ik. Zo raar. Ik dacht dat het aan mij lag, dat ik het me verbeeldde, maar hij had het ook. Dat vertelde hij me later. Hij… Eerst wilde ik dat hij zou blijven, maar we dachten… we wilden… En toen is hij toch maar naar huis gegaan.”

Haar stem brak en ze begon zachtjes te huilen. “Het is allemaal mijn schuld. Hij had nooit in die auto moeten stappen. We waren allebei van slag. Was hij nou maar gewoon met mij mee naar huis gegaan, dan was er niets aan de hand geweest.”

Vol medelijden sprong Agnes op. Ze ging naast Lucy zitten en sloeg troostend een arm om haar heen. “Och, kindje toch. Huil maar lekker even uit. Daar knap je van op.”

Bezorgd luisterde ze naar het onbeheerste gesnik van haar nichtje. Ze begreep nog niet zo heel veel van het verhaal, maar dat Lucy helemaal overstuur was van het gebeurde, was wel duidelijk.

Pas na een minuut of vijf werd het gesnik minder.

Lucy veegde verwoed over haar wangen en leunde uitgeput tegen Agnes’ schouder. “Toen ik het hoorde, ben ik onmiddellijk in de auto gesprongen en naar het ziekenhuis gereden. Eerst wilden ze me niet toelaten, ze dachten dat ik een fan was. Nick is namelijk behoorlijk beroemd. Maar Kieran, de violist van de band, herkende me meteen en zei dat ik wel bij hen in de wachtkamer mocht komen zitten.”

Ze ging rechtop zitten en snoot haar neus in het zakdoekje dat Agnes uit het niets tevoorschijn had getoverd. “We zijn de hele zondag in het ziekenhuis gebleven. Nick was buiten bewustzijn. Er mocht niemand bij, alleen zijn moeder. Die was ook gekomen. Uit Veenendaal. Een hele lieve vrouw. ’s Avonds kwam de dokter vertellen dat het beter met hem ging. Hij was weer bij kennis, maar hij had nog wel veel pijn. De verwondingen vallen op zich wel mee. Zijn ribben zijn gekneusd, hij heeft een gebroken pols en een hersenschudding. Maar dat is niet het ergste. Hij…” Haar stem stokte. “Hij ziet niets meer.”

“O, nee,” riep Agnes geschokt uit. “Wat vreselijk!”

Lucy beet op haar lip. “Ja. De artsen kunnen nog niet zeggen of het blijvend is. Ze hopen dat zijn gezichtsvermogen terugkomt, maar dat is niet zeker. Het zal in ieder geval een hele tijd duren.” Ze greep haar glas en nam nog een paar flinke slokken. Iets kalmer ging ze verder: “Die avond ben ik in Groningen blijven slapen. Ik had Leo opgebeld en die vond ook dat ik moest blijven. Natuurlijk kunnen we er niets aan doen dat dit is gebeurd, maar aangezien het na het optreden in ons theater gebeurde, voelt Leo zich toch een beetje verantwoordelijk. De volgende ochtend ben ik weer teruggegaan naar het ziekenhuis. Ik hoopte dat ik hem even mocht zien, maar alleen zijn moeder en de bandleden werden toegelaten. Vanochtend mocht ik eindelijk bij hem.”

Ze slaakte een zucht. Een lange, beverige zucht. “Het ongeluk heeft niets veranderd, Agnes. Ik reageerde net zo heftig op hem als zaterdagavond. Er is iets tussen ons. Iets heel bijzonders. Alsof hij mijn andere helft is. Het probleem is alleen dat hij me heeft weggestuurd. Hij wil me niet meer zien. Niet dat hij me kán zien, maar… nou ja, bij wijze van spreken dan,” voegde ze er onhandig aan toe.

“O, meisje toch!” Agnes’ hart liep over van medelijden. “Misschien heeft hij tijd nodig. Over een paar dagen denkt hij er misschien wel anders over.”

“Nee.” Lucy schudde haar hoofd. “Hij was heel afstandelijk en beleefd tegen me. Bedankte me dat ik was gekomen en zei dat het theater geen enkele blaam trof. Hij behandelde me als een vreemde. Ik begreep er niets van.”

“Misschien leed hij aan geheugenverlies?” opperde Agnes.

“Dat dacht ik eerst ook,” bekende Lucy. “Maar ik merkte aan alles dat hij precies wist wie ik was. Ik zeg je toch, Agnes, er is iets heel bijzonders tussen ons. We hebben geen woorden nodig om te communiceren. En de boodschappen die hij uitzond, waren heel duidelijk in tegenspraak met de dingen die hij hardop zei.”

Ze dronk het laatste restje van haar rum-cola op en zette het lege glas op tafel. “Na een minuut of tien deed hij net alsof hij moe was en de zuster zei dat ik beter weg kon gaan. Ik zei dat ik later terug zou komen, maar Nick… Hij zei dat dat geen zin had omdat hij al heel snel zou worden overgebracht naar een privékliniek. Eentje die gespecialiseerd is in oogaandoeningen. Maar waar die kliniek was, zei hij niet. Expres niet. Ik werd gewoon weggestuurd.” Weer begonnen de tranen te vloeien en Agnes hield haar zwijgend een nieuwe zakdoek voor.

“Ik begrijp het niet,” snikte Lucy. “Ik weet zeker dat hij hetzelfde voor mij voelt als ik voor hem. Waarom doet hij dan zo raar? Het maakt voor mij helemaal niet uit dat hij niets meer ziet. Ik wil bij hem zijn, ik wil hem helpen. Ik wil dat wat er tussen ons is een kans geven.”

“Maar hij niet,” merkte Agnes op. Ze streek zachtjes over Lucy’s blonde haar. “Er zit niets anders op dan dat te accepteren, Lucy. In ieder geval op dit moment. Die jongen is helemaal in de war, dat begrijp je toch wel? Vergeet niet dat zijn hele leven ineens op z’n kop staat. Van het ene op het andere moment is zijn wereld zwart geworden. Of hij ooit nog kan optreden, is nog maar de vraag. Hij kan jou er nu gewoon niet bij hebben. Dat is toch niet zo gek?”

“Maar ik kan hem toch helpen,” riep Lucy wanhopig uit.

Agnes schudde haar hoofd. “Nee, lieverd, ik denk dat niemand hem daarbij kan helpen. Hij moet het zelf doen. En pas dan, als hij met zichzelf in het reine is gekomen, misschien dat er dan weer een plekje is voor jou. Maar op dit moment zul je zijn wens moeten respecteren. Hoe moeilijk dat ook is.”

Lucy snufte een paar keer. “Ik had hem nooit moeten laten gaan. Als hij met me mee was gegaan naar huis…”

“Maar het is anders gelopen, Lucy, en niemand die daar iets aan kan veranderen,” onderbrak Agnes haar kordaat. Ze had zielsmedelijden met haar nichtje, maar die schoot er niets mee op als ze met haar mee ging huilen.

Ze liet Lucy los en kwam overeind. “Zal ik nog een rum-cola voor je inschenken? Je blijft vannacht maar mooi hier slapen, het logeerbed staat klaar, dat weet je. En morgenochtend slaap je uit. Ik zal het theater wel bellen om te zeggen dat je ziek bent.”

Gelukkig, Lucy kon toch nog een beetje lachen, ondanks al haar ellende. “Je bent nog erger dan mijn moeder. Die kan ook altijd zo bazig doen.”

“Dat komt omdat we allebei heel veel van je houden,” glimlachte Agnes. Ze liep naar de barkast en schonk een nieuwe rum-cola in. “Alsjeblieft. Daar slaap je lekker op. En weet je zeker dat je niets wilt eten? Ik heb wel een paar knabbelnootjes of zo?”

“Nee, echt niet.” Lucy nipte peinzend aan haar drankje. “Denk je echt dat Nick op den duur wel zal bijdraaien?”

“Vast wel,” zei Agnes. “Als dat gevoel tussen jullie echt zo bijzonder is als jij beweert, komt het allemaal goed, dat weet ik zeker.”

Ze knikte haar nichtje bemoedigend toe en hoopte maar dat ze een beetje geloofwaardig overkwam. Diep in haar hart wilde ze helemaal niet dat die Nick zou bijdraaien. Stel dat hij inderdaad de rest van zijn leven blind zou blijven? Zou een liefde die nog zo pril was zo’n zware last kunnen dragen?

Het zou in ieder geval een lange en moeilijke weg worden, dat wist ze zeker. Ze zou het nooit hardop zeggen, maar wat haar betrof, had die Nick met zijn besluit om Lucy uit zijn leven te bannen een hele goede beslissing genomen.