45

Het water was hun thuis

New River Lagoon

   Central Belize

 

Nadat Moore en Towers hadden gekeken wat er in de plunjezak zat, kleedden ze zich om. Ze trokken een zwarte outdoorbroek, een shirt en een kogelvrij vest aan en zetten een bivakmuts op. Daarna bekeek Towers de wapens die ze hadden gekregen. In de zak zaten onder andere twee grendelgeweren: de L115A3 (.338) met een Schmidt en Bender-telescoop en een magazijn met vijf kogels, een paar Browning 9x19-millimeter Parabellum semiautomatische pistolen, een prachtige Steiner 395-verrekijker en twee Fairbairn-Sykes-vechtmessen met een dubbele snede en een ronde greep.

   Towers hield zijn mes omhoog. ‘Deze jongens van de Royal Marine hebben leuk speelgoed.’

   Moore was het met hem eens. Ze hadden geluk dat enkele pelotons van het 45 Commando, een eenheid van de Royal Marines, in deze regio aan het trainen waren. Slater had ervoor gezorgd dat zij als back-up fungeerden. Het was een bevriend leger, al in het gebied aanwezig, en met luchtpotentieel. Het enige wat de Britten wisten, was dat Towers en Moore cia-agenten waren die jacht maakten op een paar drugssmokkelaars en dat ze misschien extra mankracht nodig hadden. De Britten wilden hier graag aan meewerken.

   Moore hield de satelliettelefoon omhoog. ‘Als we ze bellen, komen ze ons helpen.’

   ‘Laten we hopen dat we ze niet nodig hebben,’ zei Towers.

   Ze deden hun rugzak om en gingen op weg, allebei met hun nachtbril op omdat het pikdonker was. Het gekreun, getsjilp en geritsel in het oerwoud naast hen waren niet bepaald de meest geruststellende geluiden. Moore zou het niet erg vinden als ze een baviaan, een brulaap of nog iets ergers tegenkwamen, maar hij zat niet te wachten op het lawaai dat ermee gepaard zou gaan.

   Ze liepen langs de rand van het oerwoud, niet over de weg, maar er ook niet ver vandaan, en waren de Britten dankbaar voor de anti-insectenspray tegen muskieten en zandvlooien. Nieuwe agenten vonden hun meer ervaren collega’s maar zeurpieten als ze over insecten klaagden, maar Moore had zowel bij de seal’s als bij de cia geleerd dat irritante jeuk je aandacht behoorlijk kon afleiden, en je dus je leven kon kosten.

   Zijn voorhoofd was al nat en zijn lippen zout van het zweet toen ze bij de oever kwamen. De grond hier was modderig en rul, en er staken boomwortels als dikke aderen omhoog. Moore liep voor Towers uit naar een groepje trompetbomen, waar ze op hun hurken gingen zitten. Moore waarschuwde Towers dat hij de bomen maar beter niet kon aanraken, omdat daarop wespachtige mieren woonden, de Pseudomyrmex. Als de mieren de trilling voelden die je veroorzaakte, vielen ze hun aanvallers met pijnlijke steken aan.

   Ongeveer dertig meter ten noorden van hen stond het huis, niet meer dan driehonderd vierkante meter op twee meter hoge palen. Het had een kleine veranda en een puntdak, en de privacy werd gewaarborgd door de houten luiken voor de ramen. Ze zagen geen voertuigen. De houten steiger was hoogstens tien meter lang en aan de noordkant ervan lagen een paar Zodiacs. Elke boot had een opblaasbare rand en een buitenboordmotor, en kon drie tot vijf passagiers vervoeren. Een pad, dat Michael Ansara een ‘uitstekende singletrack’ om over te mountainbiken zou hebben genoemd, kronkelde vanaf de weg achter hen omhoog naar het huis. Een ander pad, dat breed genoeg was voor een fourwheeldrive, liep in noordelijke richting het oerwoud in en maakte een bocht naar de hoofdweg. Als dit huis in de Verenigde Staten zou staan, zou men denken dat het een vissershut was in plaats van een tussenstation voor drugssmokkel.

   Op Moores horloge was het 22.44 uur.

   Hij zette zijn nachtbril en de bivakmuts af om het zweet van zijn voorhoofd te vegen. Towers vloekte en deed hetzelfde. Daarna pakte hij de verrekijker en scande de steiger. Hij keek Moore met een dringende blik aan en gaf de verrekijker aan hem.

   Over de steiger liep een man met een kleine kerosinelamp. Hij had een plastic jerrycan met twintig liter benzine bij zich. Hij zou wel een van de sicarios zijn die Borja met Samad had meegestuurd. Sterker nog, het zou heel goed Samad zelf kunnen zijn! Moore wist het niet zeker, zelfs niet nadat hij had ingezoomd.

   De man, die alleen een geelbruine korte broek droeg, klauterde omzichtig in een van de Zodiacs en begon de benzinetank te vullen die zich net onder de buitenboordmotor bevond.

   O’Hara was heel duidelijk geweest: neem Samad levend gevangen.

   Daarom hadden ze gasgranaten op hun wensenlijstje gezet. De Royal Marines hadden twaalf stuks in de jutezak gestopt, plus twee gasmaskers die ze in hun rugzakken hadden gestopt. De deur intrappen, de gasgranaten naar binnen gooien, ze ‘uitroken’, afwachten en de mannen gevangennemen.

   Maar Moore zag nu een kans die hij niet kon laten lopen.

   ‘Ik pak deze vent, en daarna zie ik je achter het huis. We kunnen ons nu veel sneller verplaatsen.’

   ‘Zeker weten?’

   Moore knikte.

   Towers hielp hem zijn rugzak af en zijn kogelvrije vest uit te doen, zodat hij nog geen dertig seconden later in zijn ondergoed en heupholster stond. In plaats van een van de pistolen die de Britten hun hadden gegeven, koos hij zijn eigen Glock 17. Deze had hij ingepakt toen hij hoorde dat ze naar het oerwoud zouden gaan. Het pistool was voorzien van maritieme halvemaantjes voor gebruik in waterrijke omgevingen. De halvemaantjes zaten om de slagpen en voorkwamen een storing als er water in het slagpenhuis zat. Het water kon weg langs de inkepingen in de halvemaantjes. De nato-spec ammo die Moore gebruikte, had waterproof gesealde primers en patroonhulzen, waardoor het wapen natuurlijk nog betrouwbaarder was.

   Met de Glock in zijn heupholster greep hij het vechtmes en gleed als een roofdier het pikzwarte water in.

   De rivier voelde warm en dik aan zijn handen; de vegetatie op de bodem (misschien hydrilla, maar dat wist hij niet zeker) schraapte langs zijn blote voeten. Hij schatte dat de rivier in dit deel maar tweeënhalve meter diep was. Hij zwom geluidloos, geleid door het schijnsel van de kerosinelamp die de golven voor hem bescheen. Ja, hier voelde hij zich thuis. Hier leefde Carmichael voor altijd...

   Pas toen hij vlak bij de steiger was, dacht hij aan de krokodillen.

   Hij rilde en kwam achter de tweede Zodiac omhoog. Hij kroop stilletjes uit het water en ademde langzaam uit. Hun man zat in de eerste boot. Moore keek voorzichtig om de romp van de boot heen. Deze vent was een van Borja’s sicarios, midden twintig, slungelachtig, met een paar tribale tatoeages op zijn schouderbladen. Samad en zijn mannen zouden geen tatoeages hebben; dat verbood de islam.

   Toen zijn jerrycan een gorgelend geluid begon te maken, stopte de sicario met het bijvullen van de benzinetank. Hij controleerde het brandstofniveau en tilde de plastic jerrycan weer op.

   Moore keek achterom naar het huis: alles was rustig, behalve het bijna elektriserende gezoem van de duizenden insecten.

   Hij dook onder water, zwom om de Zodiac heen en zocht een goede positie.

   Het nieuwe plan was dus: eerst deze man uitschakelen en daarna het huis binnenvallen. Hij en Towers hadden zodoende één man minder tegenover zich en konden ze toch nog uitroken. Maar, zoals hij ook al tegen Towers had gezegd, ze moesten snel zijn om te voorkomen dat de benzineman gemist werd.

   Moore hield het vechtmes zo vast dat het lemmet onder zijn vuist uit stak. Drie, twee, één, hij zette hard af, sprong uit het water omhoog en sloeg een arm om het middel van de man terwijl hij het mes in diens borst stak en hem opzij trok. Dit alles moest gebeuren voordat de man kon gaan schreeuwen, omdat Moore niet bij zijn mond kon komen.

   Hij had overal rekening mee gehouden. Het mes had een scherpe punt en goede snijranden. Moore wist uit bittere ervaring dat een slagader, als je die met een stomp mes doorsneed, de neiging had dicht te trekken en op te houden met bloeden. Als je een slagader met een vlijmscherp mes doorsneed, leidde dit tot bewusteloosheid en de dood. En als je zo iemand dan ook nog eens onder water drukte, ging zijn hart sneller kloppen en zou de dood zelfs nog eerder intreden.

   De aanval was perfect verlopen, volgens het boekje. Moore kon zo naar Rhode Island gaan om daar aan het Naval War College les te gaan geven. De man hapte heel even naar adem toen hij overboord viel, en kreunde zacht. Zelfs de plons was niet erg luid, omdat Moore hem niet in het water had geduwd, maar hem erin had laten glijden.

   Maar op het moment dat zijn gezicht onder water verdween en Moore zijn kaken op elkaar klemde en naar adem hapte − het moment waarop elke spier in zijn lichaam gespannen was − zag hij vanuit een ooghoek dat de achterdeur van het huis openging en het silhouet van een man verscheen.

   Die man had een man uit het water zien opspringen die zijn collega overboord had geduwd. Moore kon niets anders doen dan de tegenstribbelende man onder water houden en de vrees van zich afzetten dat het alarm zojuist was afgegaan.

   Zijn hart sloeg op hol.

   Hij kon wel gillen. Ze waren de klos!

   Maar goed, alles op zijn tijd. Eerst dwong hij zichzelf tot kalmte terwijl hij de man onder water bleef houden, die opeens ophield met tegenstribbelen.

   Toen hij de man losliet, sloegen de eerste kogels al in de rivier; de schoten kwamen iets achter hem terecht. Hij zwom naar de pijlers van de steiger en bleef er heel dichtbij, aan de binnenkant onder de steiger.

   Daarna hoorde hij nog een salvo, en nog een, volautomatische wapens in een baan van honderdtachtig graden om de steiger heen, het gedempte geluid klonk hem pijnlijk bekend in de oren. Nog steeds heel dicht bij de pijlers liet Moore zich zakken tot zijn mond het water raakte. Daarna haalde hij diep adem. Zorg dat je hartslag vertraagt... En denk na...

   Towers’ snipergeweer knalde bij de rij bomen, en één man op de steiger ging met een dubbele klap neer, jammerend in het Spaans. Gewond, dat was zeker. Towers wist wat hij deed, maar had hiermee ook zijn locatie verraden.

   Nog meer rennende voeten. Luider. De steiger trilde. Weer schoten van een AK-47, van twee zelfs. Towers’ geweer antwoordde met een enorme knal, en daarna werd het stil op het geluid van het vuurgevecht na.

   Een derde AK bemoeide zich ermee.

   Daarna was het stil...

   ‘Talwar? Niazi? In de boot, nu!’

   Moore kon zich bijna niet beheersen. Dat wás hem, Samad; hij sprak Arabisch en stond op de steiger boven Moores hoofd. En Moore was in het water, gewapend met een mes en een pistool. Drie tegen één. Als Samad gedood had moeten worden, zou hij nu een verrassingsaanval kunnen uitvoeren. Maar weer dwong hij zichzelf tot kalmte. Zijn ongeduld had hem al te veel gekost. Houd positie. Wacht.

   De Zodiac begon te schommelen toen de mannen aan boord klommen. Een van hen draaide de sleutel van de buitenboordmotor om en de motor sprong meteen aan.

   Moore kon de motor niet onklaar maken zonder te worden gezien en beschoten, maar misschien kon hij de boot wel tot zinken brengen voor ze wisten wat hen overkwam...

   Hoewel de Zodiac een stevige romp van fiberglas had, had hij rondom nog steeds buizen van synthetisch rubber in aparte secties, zes of meer, dacht Moore. Het rubber was in feite een plastomeer dat aan een polyester doek was gehecht, en beschadigde daardoor minder gemakkelijk dan het gewone oude rubber. Maar dat betekende niet dat Moore het niet probeerde.

   Hij zette zich af tegen de pijler, dook onder water en kwam naast de Zodiac boven terwijl de motor nog stationair draaide. Hij pakte zijn mes en stak ermee in het eerste compartiment. De lucht ontsnapte luid sissend en veroorzaakte een hele rij luchtbelletjes in het water. Hij zwom onder de boot door en stak nog een keer met zijn mes, nu in een ander deel.

   De vijftig pk-motor begon meer toeren te maken en Moore dook dieper om te voorkomen dat hij werd geraakt door de scheg of aan flarden werd gescheurd door de schroefas. Toen de boot over hem heen voer, draaide hij zich om, zwom snel naar het wateroppervlak, kwam boven, trok zijn pistool en hield hem boven de golven, richtte op de rubber buizen van de boot, vuurde één keer, twee keer, voordat de man bij de buitenboordmotor zijn pistool hief en ook twee schoten afvuurde. Moore dook onder water en zwom snel naar de steiger.

   Tegen de tijd dat hij op de steiger klom, kwam Towers al naar hem toe gerend. Hij had al hun spullen bij zich. ‘Wat doen we?’ riep hij.

   ‘Tweede boot!’ antwoordde Moore.

   Towers smeet de rugzakken en geweren in de boot en klom aan boord. ‘Sleutels! Geen sleutels!’

   De man die Towers had geraakt, lag nog steeds in een grote plas bloed op de steiger, met zijn hand tegen zijn heup gedrukt. Moore liet zich naast hem op zijn knieën vallen. ‘Sleutels van de boot?’

   De man keek hem alleen maar aan, met een van pijn vertrokken gezicht.

   Moore doorzocht zijn zakken. Niets. In het huis? Moest hij even gaan kijken? Nee, geen tijd voor.

   Wacht. Die vent in het water. Moore keek op. Het lichaam dreef op zijn buik. Moore rende naar de rand van de steiger, dook in het water en zwom naar het lijk. Deze man had waarschijnlijk de sleutels in de eerste boot gestopt. Wie weet had hij de sleutels van de tweede boot nog steeds in zijn zak.

   Zodra Moore bij hem was, doorzocht hij de zakken van de man en haalde de sleutels eruit. Hij zwom terug naar de boot en gooide de sleutels naar zijn partner die ze in de buitenboordmotor stak.

   ‘We kunnen gaan!’ verkondigde hij.

   Moore trok zich op en Towers sleurde hem in de Zodiac.

   Terwijl Towers de motor startte, gooide Moore het touw los. De motor pruttelde en ze spoten bij de steiger vandaan.

   Met één hand zette Towers zijn nachtbril op. ‘Ze hebben een behoorlijke voorsprong,’ zei hij en hij wees naar voren.

   ‘En ik heb hem goed kunnen zien... het ís hem! Samad draagt een grijs of geelbruin T-shirt. De andere mannen dragen zwarte kleren.’

   ‘Ik hoorde dat hij zijn mannen riep.’ Moore had moeite met ademhalen, hij trilde, de adrenaline overweldigde hem terwijl hij de satelliettelefoon uit zijn zak haalde. Hij zette hem aan, scrolde naar Contacten en zag maar één opgeslagen contact: bootneck five, de bijnaam van de Britse Koninklijke Marine.

   Hij drukte het knopje in en wachtte.

   ‘Dit is Bootneck Five,’ zei een onmiskenbare Britse stem.

   ‘Hi, dit is River Team,’ zei Moore. ‘Ons pakketje is onderweg. Ze zitten in een Zodiac en varen in noordelijke richting naar het ontmoetingspunt. Wij achtervolgen hen. We willen dat jullie ze bij het ontmoetingspunt tegenhouden.’

   ‘Geen probleem, River Team. We hoopten al dat jullie zouden bellen. Ik neem contact op zodra we in positie zijn.’

   ‘Bedankt, bro.’

   ‘Bedank ons later maar met een biertje, mate.’

   ‘Graag.’ Moore stopte de telefoon weer in zijn rugzak, ging rechtop zitten, verstevigde zijn greep op de Glock en testte zijn schietpositie vanaf de plek waar hij zat. De wind striemde over hen heen en vanaf de kustlijn zagen ze minuscule lichtpuntjes die als ze dichterbij kwamen veranderden in donkere vormen.

   ‘Hé, heb je wel gekeken of we genoeg benzine hebben?’ riep Towers.

   ‘Shit, nee.’ Moore bukte zich en klopte even op de plastic benzinetank. Hol. Uit een vakje van zijn rugzak haalde hij een penlight en scheen ermee op het plastic zodat hij de schaduwlijn van de benzine kon zien. O shit... niet best. Dáárom was die eerste vent naar buiten gegaan om de tank bij te vullen.

   ‘Denk je dat we het halen?’ vroeg Towers.

   ‘Vol gas. Gewoon door blijven varen.’ Moore schatte hun snelheid op bijna dertig knopen, harder konden ze niet met deze kleine buitenboordmotor. Hij bukte zich en haalde zijn eigen nachtbril tevoorschijn. De wereld veranderde van grijze, donkerblauwe en zwarte lagen in een gloeiend groen en wit. Hij keek naar voren en daar, in de verte, zag hij de Zodiac met drie stralen wit opspuitend water erachter.

   Er ketste een kogel tegen de zijkant van hun buitenboordmotor.

   ‘Bukken!’ schreeuwde Moore en hij liet zich boven op zijn rugzak vallen.

   Towers bukte zich, maar hij moest zijn hand wel op de helmstok houden. Moore trok zijn nachtbril af en greep een van de snipergeweren. Ze hoorden nog drie plopjes boven het geluid van de buitenboordmotor uit en daarna gesis aan de linkervoorkant. Moore kroop naar de boeg, steunde met zijn ellebogen op de drijver en installeerde zich daar met het geweer. Hij zag de achterkant van de boot, maar doordat hun eigen boot en die van hun doelwit over het water stuiterden, was een accuraat schot onmogelijk. Als hij het risico nam en Samad in zijn hoofd schoot... Hij vloekte en draaide zich om naar Towers. ‘Ik kan ze niet in het vizier krijgen. Kunnen we dichterbij komen?’

   ‘Zal ik proberen!’

   Moore legde het geweer neer en haalde zijn Glock tevoorschijn. Samad had zijn piloot waarschijnlijk al gebeld om te zeggen dat ze eerder kwamen. De mobiele telefoon van de piloot werd al door de nsa gemonitord, zodat Moores mensen wisten wanneer hij werd gebeld. Een snelle blik op zijn smartphone bevestigde dit. Sms van Slater: helikopter belde. is onderweg naar de ruïnes en het ontmoetingspunt.

   Maar dat gold ook voor de Sea King MK4-helikopter met zevenentwintig Royal Marines erin die zich via een touw snel naar het ontmoetingspunt konden laten zakken om het in te nemen. Maar als Samad de helikopter zag, konden hij en zijn mannen het oerwoud in vluchten. Dan liet die idioot zich misschien zomaar vermoorden. Moore controleerde zijn gps-positie op zijn smartphone: het signaal van zijn schouderchip werd opgevangen en doorgeseind naar de satellieten van de Agency, en die informatie werd weer teruggestuurd naar hem zodat hij tot op drie meter nauwkeurig kon zien waar hij zich bevond. Ze waren nu ongeveer acht kilometer de rivier op gevaren en hadden nog ongeveer zes kilometer te gaan, met andere woorden, minder dan tien minuten varen. Eerst hoorden ze het gedreun, gevolgd door het geflits van de lichten van de helikopter in de verte. Nee, dit was niet de Guatemalaanse piloot, maar het waren de Britse mariniers. Ze kwamen met veel lawaai aangevlogen, bij wijze van spreken voorafgegaan door trompetgeschal, en als Samad de helikopter in de verte niet zag, zat hij met zijn hoofd onder water. Shit.

   De buitenboordmotor achter Moore begon te sputteren en daarna voelde hij het... de boeg zakte lager op de golven toen de boot langzamer begon te varen, de opblaasrand om de boeg heen werd zachter toen er meer lucht uit ontsnapte.

   Samads Zodiac was nog geen vijftig meter voor hen. Zij gingen nu ook langzamer, de bestuurder van de boot liet zich afleiden door de helikopter, bracht hem misschien in verwarring. Ze verwachtten een kleine helikopter, maar kregen een bijzonder grote. Daar had Moore niet bij stilgestaan.

   Moore begon te vloeken toen hun buitenboordmotor zelfs nog luider begon te puffen; hij zoog nu rook op. Hij keek achterom naar Towers die zei: ‘Nu moeten de mariniers het maar opknappen, ja toch? Ze hebben hoop ik de opdracht ze levend op te pakken.’

   ‘Die opdracht betekent helemaal niets. Als er op hen wordt geschoten, zullen ze terugschieten. Ik wilde hen hier alleen maar hebben als een soort blokkade.’

   Een iets hoger gedreun vanuit het noordoosten vermengde zich met de lagere bariton van de marinehelikopter. Door zijn verrekijker zag Moore de kleine R44 Whirlybird met zijn tweebladige rotor op een rugvinachtig platform. Deze helikopter kon één piloot en drie passagiers vervoeren, en dat was precies wat de piloot van plan was te doen.

   Maar hoe zou de Guatemalaan reageren als hij de soldaten zag die zich op zijn geplande landingsplaats aan een touw uit een andere helikopter lieten zakken? Hij zou als de weerlicht verdwijnen. Samad zou dat ook zien.

   Moore liet zijn verrekijker zakken en keek naar Samads Zodiac. De man wees naar de tweede helikopter en gebaarde woest tegen zijn man aan de helmstok dat hij moest stoppen, aan de overkant van de rivier.

   Toen zijn man niet reageerde, greep Samad de helmstok en maakte de Zodiac een scherpe bocht naar de rivieroever. Op dat moment botste de drijver aan bakboord tegen iets wat zich in het water bevond. De boot begon te slingeren toen de buitenboordmotor een tik meekreeg en gedeeltelijk boven het wateroppervlak werd geduwd. Samad en een van zijn mannen vielen...

   Overboord. In het water. De man aan de helmstok, die de hendel stevig vasthield, zelfs toen Samad het had overgenomen, riep iets en vloog met een grote boog in het water terwijl hij tegelijkertijd probeerde zich om te draaien. Nu zag Moore het goed: er dreef een dunne boomstam op het water, maar was in het donker amper te zien, zodat Samads stuurman eroverheen was gevaren.

   Moore keek even achterom, maar hun buitenboordmotor pruttelde alleen nog maar. Hij pakte het snipergeweer, terwijl Towers de helmstok losliet, zijn eigen geweer pakte en zich voorbereidde op zijn volgende schot.

   Nu hield hun motor er helemaal mee op. Ze gleden nu in de richting van de andere Zodiac en de mannen in het water. Twintig meter. Vanuit zijn ooghoek zag Moore bij de oever iets bewegen. Geplons. Gloeiende ogen. De man in de Zodiac zag hem ook, trok zijn pistool, maar was te laat, want Moore schoot eerst.

   De stuurman had best een waardevolle gevangene kunnen zijn, maar als Moore hem in leven liet, werd de kans dat hij Samad gevangen kon nemen kleiner. Ze moesten hun doelwit isoleren. Het hoofd van de man klapte naar achteren en hij zakte vlak bij de buitenboordmotor in elkaar. De Zodiac was nu stuurloos en voer recht op de oever af.

   Samad en de andere man, Talwar of Niazi, zwommen terug naar de boot, maar ze schreeuwden en waren zich er kennelijk goed van bewust dat ze niet alleen in het water waren. Terwijl Samad moeizaam vooruit zwom, slaakte zijn partner een afschuwelijke kreet en verdween in de golven.

   Towers pakte de kolf van zijn geweer en gebruikte hem als een roeispaan om dichter bij de andere boot te komen. Nog tien meter.

   Het water bewoog weer.

   Toen Moore de enorme schaduw zag die achter Samad opdook, schoot hij twee keer. De schaduw schokte naar links en verdween.

   Samad was in de bergen opgegroeid en geen goede zwemmer; hij raakte zo in paniek dat hij begon te hyperventileren en onder water verdween.

   Towers schoot op een andere schaduw, links van Samad, en toen wist Moore wat hij moest doen.

   Hij liet zijn geweer vallen, keek even of zijn Glock nog in zijn heupholster zat en dook het water in.

   Ondertussen begon Towers met beide pistolen om Samad heen te schieten, in een poging een soort scherm om hem heen te creëren, en verbreedde zijn vuur toen Moore snel naar de man toe zwom.

   ‘Rustig aan,’ zei Moore in het Arabisch tegen Samad. ‘Ik krijg je hier wel uit.’

   Samad gaf geen antwoord, hij bleef om zich heen slaan en naar lucht happen. Als Moore te dicht bij hem in de buurt kwam, kon hij een klap krijgen. Daarom zwom hij langzaam naar Samad toe en greep, zodra hij een kans zag, een van Samads polsen, terwijl Towers met de Zodiac naar hen toe dreef.

   ‘Kom mee, de boot is vlakbij,’ brulde Moore.

   Hij duwde Samad naar voren, zwom langs hem heen en duwde de man vervolgens naar de Zodiac, waar Towers zich vasthield aan een van de handgrepen aan de boeg en de andere gebruikte om Samad aan boord te hijsen. Toen de man op het dek viel, met zijn gladgeschoren gezicht en schedel druipend van het water, trok Towers zijn pistool en zei: ‘Allahu Akbar.

   Samad keek hem alleen maar aan.

   Moore slaakte een diepe zucht. Ze hadden het gered. Hij greep de Zodiac met één hand vast en bleef zo een paar seconden hangen, hij huilde bijna. Hij wist niet goed hoe hij zich voelde: het ene moment was hij in de wolken en het volgende wilde hij een moord plegen; hij werd overweldigd door deze tegenstrijdige emoties. Daarna was hij even helemaal tevreden en wenste hij dat Frank Carmichael er was om dit mee te maken. Het water was hun thuis, of het nu een oceaan, een rivier of de bodem van een zwembad was.

   Towers had al een paar handboeien naar Samad gegooid en hem bevolen zijn handen achter zijn rug te boeien, wat hij deed. ‘Hé, ik kan je niet aan boord helpen,’ zei hij tegen Moore. ‘Ik moet hem in de gaten houden.’

   ‘Geen probleem, buddy. Ik kom eraan.’

   De satelliettelefoon begon te rinkelen.

   Moore draaide zich snel om. Hij keek naar de Zodiac en wilde zichzelf in de boot hijsen, maar toen begon het water woest te bewegen.

   Een seconde later haalde Moore zijn Glock uit de holster, duwde het pistool in het water en haalde de trekker over.

 

 

De ogen van de vijand
titlepage.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_003.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_004.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_005.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_006.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_007.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_008.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_009.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_010.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_011.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_012.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_013.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_014.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_015.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_016.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_017.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_018.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_019.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_020.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_021.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_022.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_023.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_024.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_025.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_026.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_027.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_028.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_029.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_030.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_031.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_032.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_033.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_034.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_035.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_036.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_037.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_038.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_039.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_040.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_041.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_042.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_043.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_044.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_045.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_046.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_047.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_048.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_049.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_050.xhtml