7

Reisplannen

District Shawal

   Afghanistan

 

Samad en zijn twee luitenants hadden de boerderij al voor zonsopkomst verlaten en begonnen aan de zware voettocht van tien kilometer langs de grens tot in Afghanistan. Ze volgden een druk belopen pad en sloten zich, om niet op te vallen, aan bij een groepje van vijf kooplieden. Samad had zijn mannen eraan herinnerd dat de Amerikanen vanuit de lucht toekeken en als ze een beter door bomen beschutte route namen, zouden hun trillingen misschien worden ontdekt door een van de vele rembass-ii onbemande grondsensoren die het Amerikaanse leger langs de grens had verstopt. Die beweging zou vervolgens het doelwit worden van een van de vele Amerikaanse Kennan keyhole-class (KH) herkenningssatellieten die daarop foto’s van hen zouden maken. Hun gezichten zouden dan vrijwel onmiddellijk verschijnen op beeldschermen in Langley, waar analisten vierentwintig uur per dag zaten te wachten tot talibanstrijders zoals zij een dergelijke fout maakten. De reactie zou snel en fataal zijn: een Predator-drone, bestuurd door een Air Force luitenant-kolonel in een trailer in Las Vegas zou Hellfire-raketten op zijn doelwit laten vallen.

   Zodra ze het dal hadden bereikt, gingen ze naar Mullah Omar Rahmani. Hij zat op een stapel dekens in een van de ongeveer twaalf tenten die in een halve cirkel onder een paar walnotenbomen en eiken waren opgezet, en vanuit het oosten werden gecamoufleerd door citroenbomen. Het ochtendgebed was net afgelopen. Rahmani dronk thee en wilde net iets gaan eten: het ronde, zoete platte brood dat de Afghanen roht noemen, een paar abrikozen, pistachenoten en dikke yoghurt (wat in de bergen een echte luxe was).

   Rahmani begroette hen met een knikje en streek vervolgens over zijn baard die doorliep tot aan zijn sleutelbeen en in een scherpe punt eindigde. Zijn ogen, die iets werden vergroot door zijn draadbrilletje met dikke glazen, leken steeds halfdicht te zijn, waardoor het moeilijk was zijn stemming te peilen. Hij had zijn witte tulband naar achteren geduwd, zodat de diepe rimpels in zijn voorhoofd en de boonvormige moedervlek op zijn linkerslaap zichtbaar waren. Zijn lange linnen overhemd en wijde broek verborgen zijn behoorlijke omvang, en zelfs als hij zijn legerjasje dat om zijn schouders spande uittrok, zou hij er maar een heel klein beetje minder intimiderend uitzien. Dat jasje − oud en versleten bij de ellebogen − droeg hij al tijdens zijn gevechten met de Russen.

   Samad nam aan dat Rahmani helemaal niet blij was met alle aandacht die het gebied de laatste tijd kreeg, hoewel hij Samad misschien wel zou complimenteren omdat hij goed had nagedacht en de Amerikanen alweer voor de gek had kunnen houden.

   Rahmani knikte even naar hen. ‘Vrede zij met u, broeders, en laten we God danken dat we hier vanochtend zijn om van dit eten te genieten en nog een dag te leven, want elke dag wordt moeilijker voor ons.’

   Samad en zijn mannen gingen op de stoelen naast Rahmani zitten en kregen thee geserveerd door een paar jonge mannen die hem verzorgden. Er trok een rilling door Samads schouders toen hij een slok thee nam en zijn ademhaling probeerde te beheersen.

   Toegegeven, Samad had het altijd moeilijk in aanwezigheid van die man. Als je hem kwaad maakte, als je het lef had hem teleur te stellen, zou hij je ter plekke laten executeren. Dat was geen gerucht. Samad had met eigen ogen mannen onthoofd zien worden. Soms werd het hoofd afgehakt. Maar soms werd het hoofd er langzaam, heel langzaam afgezaagd, terwijl het slachtoffer gilde en vervolgens in zijn eigen bloed verdronk.

   Rahmani haalde nog eens diep adem, zette zijn theekopje neer en sloeg vervolgens zijn armen over elkaar, waardoor zijn zwarte overhemd en das strakker om zijn nek werden getrokken. Hij keek nog even naar hen, waardoor er een koude rilling door Samad heen ging, maar daarna schraapte hij zijn keel en begon eindelijk weer te praten: ‘Het leger is te onstabiel voor ons geworden. Dat is wel duidelijk. Khodai zou zelfs nog meer schade hebben kunnen aanrichten, en hoewel ik dankbaar ben voor het werk dat je mannen in Islamabad hebben gedaan, zijn er hier nu te veel losse eindjes. Vooral die agent over wie onze sluipschutter het had. Wij zijn nog steeds naar hem op zoek. En onze nieuwe relatie met het Juárez Cartel in Mexico loopt nu gevaar, doordat we gedwongen waren hun man te doden. Dit alles betekent dat we sneller moeten handelen.’

   ‘Ik begrijp het,’ zei Samad. ‘De cia heeft veel spionnen in het gebied gerekruteerd. Ze betalen goed. Veel jonge mannen kunnen daar bijna geen weerstand aan bieden. Twee van mijn mannen achtervolgen nu een jongen die Israr Rana heet en die volgens ons de boel heeft verraden.’

   Rahmani knikte. ‘Sommigen onder ons zeggen dat geduld zal zegevieren. De Amerikanen kunnen en zullen hier niet altijd blijven, en zodra ze vertrokken zijn, kunnen we hier blijven trainen en Allahs wil naar de mensen in Pakistan en Afghanistan brengen. Maar ik vind het niet goed om niets te doen en te wachten tot de storm is gaan liggen. Het probleem moet bij de bron worden aangepakt. Ik ben nu al vijf jaar bezig met een project dat binnenkort resultaat zal opleveren; de infrastructuur is klaar en het enige wat ik nu nodig heb, zijn de strijders om dit plan uit te voeren.’

   ‘We zouden ons vereerd voelen.’

   ‘Samad, jij moet ze leiden. Jullie zullen de jihad terugbrengen naar de Verenigde Staten, en je moet de contacten die je met de Mexicanen hebt gelegd gebruiken om dat te doen. Begrijp je dat?’

   Samad knikte wel, maar hij begon ook zenuwachtig te worden omdat hij wist dat hij de Mexicanen beledigd en kwaad zou maken als hij ze om een gunst vroeg. Maar als hij zich op de een of andere manier van hun steun kon verzekeren, zou zijn missie een veel grotere kans van slagen hebben.

   Maar hoe?

   Hij zou zijn toevlucht moeten nemen tot hudaibiya, liegen, zoals de koran hem opdroeg als hij met ongelovigen te maken had.

   ‘Ik moet jou en al je mannen waarschuwen, Samad,’ zei Rahmani. ‘Al bijna honderd van onze mannen hebben hun leven gewijd aan dit plan, en sommigen hebben er hun leven al voor gegeven. Er staat heel veel op het spel en een mislukking zal ernstige gevolgen hebben, bijzonder ernstige gevolgen zelfs.’

   Samad voelde het mes al tegen zijn hals. ‘Dat begrijpen we.’

   Rahmani’s stem klonk hoger toen hij uit de koran citeerde: ‘Eenieder die op Allahs manier strijdt, of hij nu wordt verslagen of zegeviert, zal ruimschoots worden beloond.’

   ‘Ons wacht het paradijs,’ voegde Samad er heftig knikkend aan toe.

   ‘En toch, als we sterven en martelaren worden, alleen om te herrijzen en weer martelaar te worden, zullen we het doen. Daarom houden we van de dood.’

   Rahmani kneep zijn ogen zelfs nog dichter. ‘Daarom... Goed dan, laten we eten. Daarna zal ik alle details met jullie doorspreken. De complexiteit en de vermetelheid van deze missie zullen je imponeren, dat weet ik zeker. Over een paar dagen zul je onderweg zijn. En als de tijd gekomen is, zul je een boodschap van Allah overbrengen zoals de Amerikanen nog nooit hebben gezien.’

   ‘We zullen u niet teleurstellen,’ zei Samad.

   Rahmani knikte langzaam. ‘Stel Allah niet teleur.’

   Samad boog zijn hoofd. ‘We zijn zijn dienaren.’

 

Gandhara International Airport

   Islamabad, Pakistan

 

Moore was onderweg naar San Diego om zijn nieuwe joint taskforce (jtf) te ontmoeten en zag ontzettend op tegen de reis die meer dan zeventien uur zou duren. Hij zat bij de gate te wachten op de eerste vlucht van zijn reis en hield alert een oogje op de passagiers om zich heen. Het waren vooral zakenlui, internationale journalisten (dacht hij) en een paar gezinnen met kleine kinderen, waarvan één ontegenzeggelijk Brits. Af en toe keek hij op zijn tabletcomputer, waarop hij al zijn gegevens achter een dubbelgecodeerd wachtwoord had opgeslagen. Bij elke poging om zonder zijn duimafdruk toegang tot zijn computer te krijgen, zou de harde schijf onmiddellijk worden gewist. Hij had zojuist een paar van de meest recente vrijgegeven rapporten van de Agency opgeroepen over kartelactiviteiten langs de grens (de geheime rapporten wilde hij op een meer afgesloten plek lezen). Hij was vooral op zoek naar informatie over schakels uit het Midden-Oosten of Arabië met die activiteit, maar de zaken die hij bekeek gingen meestal alleen maar over gevechten tussen rivaliserende kartels, vooral het Sinaloa en het Juárez Cartel.

   Steeds vaker werden massagraven ontdekt, sommige met tientallen lijken. Onthoofdingen en lichamen die aan een brug hingen wezen op een toename van de gruwelijke aanvallen door bendes sicarios onder leiding van voormalige leden van de Mexican Airborne Special Forces. Regeringsofficials beweerden dat de karteloorlogen illustratief waren voor het succes van het regeringsbeleid waardoor de drugssmokkelaars zich tegen elkaar keerden. Maar Moore was al tot de conclusie gekomen dat de kartels zo machtig waren geworden dat ze bepaalde delen van het land feitelijk in handen hadden en dat het geweld niet meer was dan een eenvoudig bewijs van hun eigen wetten. Moore las een rapport geschreven door een journalist die meer dan een jaar bezig was geweest met het documenteren van kartelactiviteiten. In bepaalde landelijk gelegen steden in het zuidoosten van het land was het kartel de enige groepering waarbij de inwoners een baan en bescherming konden vinden. De journalist had een stuk of zes artikelen gepubliceerd voordat hij zeventien keer werd beschoten terwijl hij voor een winkel op zijn moeder stond te wachten. De kartels konden kennelijk geen waardering opbrengen voor wat hij te zeggen had.

   Een ander rapport vergeleek kleine steden in Mexico en in Afghanistan met elkaar. Moore had gezien dat de taliban dezelfde strategie en hetzelfde gedrag volgden als de drugskartels. De bevolking had meer vertrouwen in de taliban en de drugskartels dan in de regering, en veel meer dan in de buitenlandse indringers. De taliban en de kartels gebruikten de macht die ze dankzij de drugshandel hadden om de hulp in te roepen van onschuldige burgers die niet werden gesteund of zelfs genegeerd door hun eigen regering. Moore vond het moeilijk zich apolitiek op te stellen, terwijl hij met eigen ogen een regering zag die corrupter was dan haar vijanden die je volgens je opdracht moest doden.

   Toch zorgden de gruweldaden die beide groeperingen pleegden ervoor dat Moore alles in perspectief kon blijven zien.

   Snel bladerde hij door een paar crime-scene foto’s van Mexicaanse federale agenten die in een plas bloed lagen, sommigen bruut doodgeschoten, anderen met doorgesneden keel. Hij keek wat langer naar vierentwintig immigranten wier hoofd was afgehakt; hun lichamen lagen opgestapeld in een oude schuur, terwijl hun hoofden ontbraken en nooit gevonden waren. Eén sicario was voor zijn huis gekruisigd, waarna het kruis in brand was gestoken zodat zijn vader en andere familieleden hem zagen verbranden.

   De wreedheden van de kartels kenden geen grenzen en Moore dacht stiekem dat zijn bazen grotere plannen voor hem hadden dan ze in eerste instantie hadden gesuggereerd. Iedereen was doodsbenauwd dat dit geweld de grens zou oversteken. Maar dat was slechts een kwestie van tijd.

   Hij checkte zijn telefoon en zag drie e-mails van Leslie Hollander. In de eerste vroeg ze Moore of die haar wilde laten weten als hij weer in Kabul was. In de tweede vroeg ze hem of hij haar e-mail had ontvangen. In de derde vroeg ze hem waarom hij haar negeerde en ze schreef dat ze als hij antwoordde een nieuwe sessie met hem wilde afspreken zodat ze hem, zoals zij het nauwgezet formuleerde, zou neuken tot hij als een cowboy met kromme benen zou rondlopen.

   Leslie werkte bij de persvoorlichtingsdienst van de Amerikaanse ambassade, eerst in Islamabad en daarna in Kabul. Ze was zevenentwintig, heel slank, had donker haar en droeg een bril. Op het eerste gezicht had Moore haar beschouwd als een opgefokte trut wier maagdelijkheid intact zou blijven tot de een of andere bleke en veel te dikke accountant (haar mannelijke tegenpool) erin slaagde die van haar af te nemen na een twee uur durende discussie waarin de seksdaad zou worden geanalyseerd en besproken, de houding bepaald en de daad ten slotte klinisch zou worden uitgevoerd en beide partijen zou schokken.

   Maar lieve god, zodra de bril af en de bloes uit was, onthulde juffrouw Hollander de opmerkelijke contradictie tussen haar uiterlijke verschijning en dat wat haar echt bezighield. Elke keer als Moore een weekend naar de stad kon en bij haar kon blijven, werd hij overweldigd door hun seksuele escapades. Toch wist hij al hoe de fantasieloze scenarioschrijver deze film zou laten eindigen: man vertelt vrouw dat zijn baan te belangrijk is en dat hij hun relatie moet verbreken, of man moet stad verlaten voor werk, weet niet wanneer hij terugkomt. Dat werkte dus niet...

   Gek genoeg had hij haar dit allemaal al tijdens hun eerste etentje verteld, dat hij haar nodig had als informatiebron en dat ze, als er al iets van kwam, de mogelijkheden konden onderzoeken, maar dat zijn carrière op dit moment een serieuze langdurige relatie in de weg stond.

   ‘Oké,’ had ze gezegd.

   Moore had zich bijna verslikt in zijn bier.

   ‘Denk je dat ik een slet ben?’

   ‘Nee.’

   ‘Nou, dat ben ik wel.’

   Hij had gegrijnsd. ‘Nee, je weet alleen hoe je mannen moet manipuleren.’

   ‘En, lukt dat?’

   ‘Heel goed, maar je hoeft niet zo hard je best te doen.’

   ‘Hé, man, kijk eens waar we zijn. Niet een van de tien beste plekken om plezier te maken, toch? Niet de gelukkigste plek ter wereld. Het hangt dus van ons af. Wij moeten zelf zorgen voor onze pleziertjes.’

   Door die positieve levensinstelling en haar gevoel voor humor was Moore haar veel volwassener en veel aantrekkelijker gaan vinden. Maar de aftiteling liep al. De zak met popcorn was leeg. De lichten gingen aan en hun leuke avond was voorbij. Zou hij haar dat maar vertellen in een e-mail, net zoals hij dat al eerder bij twee andere vrouwen had gedaan? Hij wist het niet zeker. Hij had het gevoel dat hij haar meer verschuldigd was. Soms was het niet meer dan een korte affaire, en dan was een kort briefje genoeg. Hij nam altijd zelf de schuld op zich. Hij zei altijd dat het niet eerlijk was naar hen toe. Dan had hij een jaar lang geen relatie en betaalde zelfs voor seks omdat de efficiency en het gemak precies waren waar een man als hij behoefte aan had. En dan, heel af en toe, kwam hij een Leslie tegen zodat hij aan het twijfelen werd gebracht.

   Hij belde haar op haar werk en hield zijn adem in terwijl de telefoon overging.

   ‘Hé, stuk,’ zei ze. ‘Je had geen bereik zeker? Je ziet, ik probeer je eronderuit te laten komen. Je een smoesje aan de hand te doen...’

   ‘Ik heb je e-mails gelezen. Sorry dat ik niet reageerde.’

   ‘Waar ben je?’

   ‘Op het vliegveld, stap zo meteen in een vliegtuig.’

   ‘Waar naartoe? Of kun je me dat niet vertellen?’

   ‘Leslie, ze halen me hier weg. Ik weet echt niet wanneer ik terug ben.’

   ‘Niet grappig.’

   ‘Ik maak geen grapje.’

   Stilte.

   ‘Ben je er nog?’

   ‘Ja,’ zei ze. ‘Dus eh... kwam dit heel plotseling? Wist je dit? We hadden elkaar kunnen zien. Je hebt me geen afscheid laten nemen.’

   ‘Je weet dat ik in Islamabad was. Daar zou geen tijd voor zijn geweest. Het spijt me.’

   ‘Nou, dit is balen.’

   ‘Ik weet het.’

   ‘Misschien moet ik maar gewoon ontslag nemen en achter je aan komen.’

   Hij glimlachte bijna. ‘Je bent geen stalker.’

   ‘Echt niet? Misschien heb je wel gelijk. Wat moet ik nu doen, denk je?’

   ‘We houden contact.’

   Even hing er een ongemakkelijke stilte en was alleen het gezoem van de lijn te horen.

   Moore trok zijn schouders op... en toen was het moeilijker om adem te halen.

   Hij sloot zijn ogen en hoorde in zijn hoofd haar kreet: Verlaat me niet! Verlaat me niet!

   ‘Volgens mij begon ik net verliefd op je te worden,’ zei ze opeens met trillende stem.

   ‘Nee, dat is niet zo. Luister, we waren gewoon... ik weet het niet... maatjes. Jij wilde dat zo. En ik heb je verteld dat dit een keer zou gebeuren. Maar je hebt gelijk. Dit is balen. Heel erg balen.’ Vriendelijker zei hij: ‘Ik wil contact met je houden. Maar jij moet het zeggen. Als je het te moeilijk vindt, dan oké, dan zal ik dat respecteren. Trouwens, je kunt wel een betere man krijgen. Zoek iemand die jonger is, en minder verplichtingen heeft.’

   ‘Ja hoor! We hebben met vuur gespeeld en nu hebben we ons gebrand. Maar het voelde zo goed.’

   ‘Weet je, ik weet niet of ik dit wel kan.’

   ‘Wat bedoel je?’

   ‘Afscheid nemen, denk ik.’

   ‘Geen relaties meer voor je?’

   ‘Ik weet het niet.’

   ‘Hé, weet je nog dat je tegen me zei dat ik je hielp met je nachtmerries? Als ik je verhalen vertelde over mijn studietijd terwijl jij in slaap probeerde te vallen?’

   ‘Ja.’

   ‘Niet vergeten, hè?’

   ‘Natuurlijk niet.’

   ‘Ik hoop dat je kunt slapen,’ zei ze.

   ‘Dat hoop ik ook.’

   ‘Ik wilde dat je me had verteld wat je dwarszit. Misschien had ik je nog beter kunnen helpen.’

   ‘Het is al goed. Ik voel me nu veel beter. Bedankt daarvoor.’

   ‘Bedankt voor de seks.’

   Hij grinnikte zacht. ‘Zo klinkt het heel smerig.’

   Hijgend zei ze: ‘Dat was het ook.’

   ‘Je bent een geschifte trut.’

   ‘Jij ook.’

   Hij aarzelde. ‘Ik bel je gauw weer. Pas goed op jezelf.’ Hij deed zijn ogen dicht en verbrak de verbinding. Ik bel je gauw weer. Dat zou hij niet doen. Dat wist ze.

   Moore klemde zijn kaken op elkaar. Hij zou hier weg moeten gaan en naar haar toe moeten gaan en haar ontslag laten nemen en zelf ontslag moeten nemen en dan zouden ze samen kunnen leven.

   En over een halfjaar zou hij zich stierlijk vervelen.

   En over acht maanden zouden ze scheiden en zou hij haar de schuld geven en weer een hekel aan zichzelf hebben.

   Ze moesten instappen. Moore ging bij de andere passagiers staan en liep niet van harte naar de stewardess die de tickets controleerde.

 

De ogen van de vijand
titlepage.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_003.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_004.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_005.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_006.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_007.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_008.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_009.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_010.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_011.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_012.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_013.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_014.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_015.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_016.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_017.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_018.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_019.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_020.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_021.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_022.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_023.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_024.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_025.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_026.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_027.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_028.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_029.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_030.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_031.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_032.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_033.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_034.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_035.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_036.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_037.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_038.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_039.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_040.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_041.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_042.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_043.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_044.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_045.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_046.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_047.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_048.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_049.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_050.xhtml