44

Een warm spoor

Safehouse van de cia

   Saidpur Village

   Islamabad, Pakistan

 

Alle inlichtingendiensten en politiemachten in de hele wereld waren op jacht naar Samad en zijn mannen, en Moore had een adres gekregen dat heel goed de allerbelangrijkste aanwijzing kon zijn die wie dan ook had.

   Maar die informatie maakte hem aan het twijfelen.

   Als hij deze informatie aan de Agency overhandigde en zij deze informatie doorgaven aan alle andere inlichtingendiensten, zou de uiterst alerte Samad met zijn wereldwijde contacten al verdwenen zijn voordat ze er waren.

   Dus met het vel papier diep in zijn zak gestopt, arriveerde Moore bij het oude safehouse. Het was een bitterzoete terugkeer, want hij dacht terug aan de vele gesprekken die hij hier met Rana had gevoerd, op het balkon met uitzicht op de Margallah Hills en met de lichtjes van Islamabad in de verte. Hij kon de stem van de jongen bijna horen: ‘Wat is er aan de hand, Money? Je ziet er zo gespannen uit.’ En dat was hij ook. Hij wachtte gespannen op de verbindingen voor de videovergadering die hij had belegd met Slater, O’Hara en Towers.

   Zodra iedereen online was, kwam hij meteen ter zake en overviel hen met het nieuws. ‘Ik heb een geweldige tip over Samad. Afkomstig van Wazir en ik vertrouw erop. Ik stap vannacht nog op het vliegtuig.’

   ‘Weet u waar Samad is?’ vroeg O’Hara.

   ‘Misschien wel.’

   ‘Laten we dan een team samenstellen,’ zei Slater. ‘Hoeveel man heb je nodig? Tien? Twaalf?’

   Hoofdschuddend zei Moore: ‘Luister, als hij op de vlucht is, reist hij samen met zijn twee luitenants. Meer niet. Misschien krijgt hij hulp van Gallagher, dat weet ik niet. Maar Towers en ik gaan dit doen.’

   ‘Wilt u het met z’n tweeën doen? U maakt zeker een grapje?’ vroeg O’Hara met stemverheffing.

   ‘Nee, meneer. Geen grapje.’

   O’Hara boog zich naar de camera toe. ‘We moeten deze man levend in handen krijgen. We hebben namelijk gehoord dat hij Rahmani’s plaats zal innemen en dat betekent dat hij al in het bezit is van belangrijke operationele informatie. We nemen ook aan dat hij weet waar de andere raketteams zijn en daar is nog niemand van gevonden. Vergis u niet: Samad is het waardevolste doelwit ter wereld.’

   ‘Meneer, met alle respect, het belang van het doelwit is niet bepalend voor de grootte en omvang van de operatie. Als mijn aanwijzing klopt, bevindt ons doelwit zich al buiten de VS, en als u me dwingt er met een team op af te gaan, zal het moeilijker worden ons te verplaatsen en te verbergen, en veroorzaken we veel meer opschudding. Als de operatie mislukt, is de kans op getuigen en doden groter en ja, u hebt dit allemaal al eens meegemaakt. Towers en ik zullen amper opvallen. Maar als we er met een grote groep op afgaan, zal onze jongen allang verdwenen zijn.’

   O’Hara zuchtte. ‘U wilt er dus zelf naartoe. Waar is dat precies?’

   ‘Ik heb een adres in Mexico, en als ik u zojuist goed heb begrepen, is het niet alleen noodzakelijk dat we Samad levend in handen krijgen, maar ook dat we hem moeten kunnen verhoren zonder politieke inmenging.’

   Slater schraapte zijn keel en zei: ‘Max, als jij en Towers deze klootzak te pakken krijgen, wil ik niet dat er andere agency’s bij betrokken worden. Ik wil niet dat de regering erbij betrokken wordt, niemand, tenminste, niet voordat we genoeg tijd met hem hebben kunnen doorbrengen.’

   ‘We zitten op één lijn. We hebben het dus over rendition.’

   Na 11 september had de cia ongeveer drieduizend verdachte terroristen gearresteerd en opgesloten, een actie die bekendstond als extraordinary rendition, buitengewone opsluiting. Deze gevangenen werden overgebracht naar zeer geheime gevangenissen, black sites genoemd, verspreid over de hele wereld en vele in Europa. De Raad van Europa en een meerderheid van het Europese parlement beweerden dat deze gevangenen werden gemarteld en dat de regeringen van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië op de hoogte waren van deze operatie. Een recenter uitvoeringsbesluit, ondertekend door de president van de Verenigde Staten, verbood marteling tijdens rendition.

   ‘Ho ho, wacht eens even, heren. Rustig aan,’ zei O’Hara. ‘Ik kan bevestigen noch ontkennen dat ik dit heb gehoord en kan nu dus maar beter vertrekken.’ Hij stond op, keek hen allemaal even aan en stak zijn duim op.

   ‘Dat begrijpen we,’ zei Slater.

   O’Hara ging ervandoor, omdat hij hier niets van mocht weten. Hij zou Moore nooit opdracht geven Samad gevangen te nemen en hem vervolgens naar een black site te brengen waar hij zou worden gemarteld. De regering van de Verenigde Staten martelde geen gevangenen, bracht geen gevangenen naar plaatsen waar ze gemarteld zouden worden, en black sites bestonden niet meer.

   Slater leefde gelukkig nog in het verleden. Hij verhief zijn stem en zei: ‘Neem die klootzak gevangen, dan help ik je in alle opzichten mee.’

   ‘Afgesproken,’ zei Moore. ‘Geen teams en geen andere Amerikaanse inbreng. We houden de regering erbuiten. Alleen Towers en ik. Geen getuigen. Jullie laten toe dat we Samad op onze eigen manier vangen, en daarna krijgen jullie je rendition en persen alles wat we nodig hebben uit die ellendeling, hoe dan ook. Anders wordt Washington erbij betrokken, valt hij onder de jurisdictie van het leger... en zelfs als Samad nooit de binnenkant van een rechtszaal ziet en wegrot in Gitmo, zal hij nooit in een situatie terechtkomen waarin hij ons vertelt wat we willen. We pakken hem op, persen alles uit hem wat we willen weten en daarna organiseren we een neparrestatie, overhandigen hem aan de regering en laten die met hem spelen, nadat we hem al helemaal hebben uitgehoord. Wat ik wil zeggen is dit: als we dit niet allemaal van tevoren plannen, is het tijdverspilling hem op te pakken. Zijn informatie is meer waard dan zijn leven.’

   ‘Wauw,’ zei Towers verbijsterd. ‘Wauw.’

   ‘Meneer Towers, weet u zeker dat u mee wilt doen?’ vroeg Slater. ‘Dit kon nog weleens lelijk eindigen, in de zin van “uw carrière beëindigen”.’

   Towers snoof en keek op zijn horloge. ‘Het spijt me, meneer, ik heb geen tijd om te praten. Ik moet mijn vliegtuig halen.’

   ‘Bel me onderweg naar het vliegveld,’ zei Moore. Towers verbrak de verbinding, zodat Moore en Slater alleen achterbleven.

   ‘Ik heb hem deze vraag gesteld en die stel ik ook aan jou,’ begon Slater. ‘Weet je zeker dat je dit wilt doen?’

   ‘Ja. Werk maar gewoon mee en bedenk u niet. Zet ons niet onder druk. En vergeet niet alle bloed, zweet en tranen die we al hebben vergoten om deze klootzakken te vangen. Als Samad ons kan helpen hun operaties te verstoren, dan is het de moeite waard.’ Moore keek even nietsziend voor zich uit. ‘Ik heb hier vaak op dit balkon gezeten en hierover met Rana gepraat. Laten we dus maar afmaken waar we aan zijn begonnen.’

 

Puerto Penasco/Rocky Point

   Sonora, Mexico

 

De omheinde woonwijk Las Conchas lag aan het strand en op het terrein patrouilleerden bewakers. Het lag aan de westkust van Mexico, keek uit over de Golf van Californië en lag ruim zeshonderd kilometer ten westen van Ciudad Juárez. Het adres dat Wazir aan zijn achterkleinzoon had gegeven, was van een buitenhuis dat bestond uit drie aparte woonkamers, met drie keukens, elf slaapkamers en twaalf badkamers. Het huis stond te koop voor een kleine drie miljoen dollar en volgens de onroerendgoedsite die Moore had bekeken, had het een onbelemmerd uitzicht op de oceaan. Het huis was eigendom van de heer David Almonte Borja.

   En na iets meer onderzoek had Moore ontdekt dat Borja de zwager was van Ernesto Zuniga en, volgens Dante Corrales, de meest waarschijnlijke erfgenaam van het Sinaloa Cartel.

   Maar er was een probleem: nog maar achtenveertig uur geleden was Borja door de federale politie gearresteerd en gevangengezet in Mexico City op verdenking van moord, samenzwering tot moord en drugssmokkel. De timing van zijn arrestatie was niet helemaal toevallig, want inspecteur Alberto Gomez van de federale politie had de namen genoemd van twee collega’s die op hun beurt veel meer hadden verteld over Borja en zijn relatie met het kartel.

   Dat Las Conchas zijn eigen bewakingsdienst had, maakte het zelfs gemakkelijker om de woongemeenschap binnen te komen. Moore en Towers hadden een ontmoeting gehad met de eigenaar van het beveiligingsbedrijf en die was goed bekend met het Engelse alfabet: cia.

   De eigenaar zei dat volgens zijn bewakers niemand in het huis was geweest sinds de arrestatie van Borja. Had de makelaar iemand het huis laten bezichtigen? Ze dachten van niet. Panden die een paar miljoen dollar kostten, trokken niet veel bezoekers en konden alleen bezichtigd worden nadat de potentiële koper gescreend was.

   ‘Geef uw bewakers een vrije avond met doorbetaling van loon,’ zei Moore tegen de man. ‘Wij betalen de kosten.’

   ‘Oké.’

   Ze vertrokken en gingen naar de makelaar, een elegante vrouw van achter in de vijftig die heel veel op de filmster Sophia Loren leek. Zij was bijzonder bereidwillig, maar ook een beetje triest omdat ze had gehoord dat Borja gearresteerd was en zij een behoorlijke courtage zou mislopen. Ze gaf hun de code van het slot van de voordeur en de code om de alarminstallatie uit te schakelen. Moore zou het geen probleem hebben gevonden om het slot open te breken, want er waren maar weinig bedrijven op de wereld die hun sloten echt inbraakvrij maakten en toch geld verdienden, wat natuurlijk de slotenmakers, dieven en spionnen aan het werk hield.

   Met de satellieten van de Agency op het huis gericht en gekleed in het uniform van de bewakingsdienst, reden Moore en Towers om vijf uur ’s middags in hun golfkarretje de oprit op. Towers liep om het huis heen om te kijken of de elektriciteit nog aanstond. Ja dus.

   Moore toetste de code van het slot in en duwde tegen de deur. In het hoofdgebouw waren drie paneeltjes van de alarminstallatie: een in de grote hal, een in de garage en de derde in de grootste slaapkamer. De deur zwaaide open. Geen waarschuwingstoon dat het alarm straks zou afgaan en geen gepiep om aan te geven dat de voordeur was geopend. Er was helemaal niets te horen, alsof het alarm niet alleen was uitgeschakeld, maar was gesloopt. Moore had gelijk. Het statuslampje op het paneeltje was uit. De draden waren doorgeknipt. Vreemd.

   Ze liepen snel naar binnen, over de mozaïekvloer met in het midden een ronde dierenriem. Het hoofdhuis was volledig gemeubileerd in een mengelmoes van modern en zuidwestdesign; Moore vond dat het er allemaal verdomd duur uitzag. Ergens vanuit het huis klonk het vage geluid van een televisie.

   Moore gaf Towers een teken. Towers knikte en bleef staan. Hij herstelde heel goed van de wonden aan zijn schouder en arm, maar het zou nog zeker een jaar duren voordat hij weer helemaal op krachten was. Moore pakte zijn Glock met geluiddemper met beide handen vast en keek om zich heen.

   Voor hen was een gang. Aan de muur hing een spiegel waarin televisiebeelden werden gereflecteerd. Hij zette twee stappen naar voren. De slaapkamerdeur links stond open. Hij rook eten... Vlees? Kip? Hij wist het niet zeker. Hij keek naar rechts, weer in de spiegel, en verstijfde. Hij keek achterom naar Towers, met nadruk: Beweeg je verdomme niet! Toen keek hij weer naar de spiegel, berekende afstanden, zijn eigen reactietijd, de snelheid waarmee zijn tegenstander in beweging kon komen. Hij zou een beroep moeten doen op zijn spiergeheugen en zijn agressie, aangescherpt door zijn jarenlange ervaring.

   Hij plande zijn volgende stap, liep in gedachten elk detail na en wist dat als hij er nog langer over zou nadenken, hij zou beginnen te rillen. Tijd om in actie te komen.

   Een toilet werd doorgetrokken. De badkamer grensde aan de woonkamer en daar zei een vrouw: ‘Wat ben ík dronken!’

   Moore keek even achterom naar Towers, wees en mimede de opdracht: Jij neemt haar.

   Daarna sprong Moore de slaapkamer in. Aan de andere kant van de brede kamer zat een bekende man in een boxershort met een zak tortillachips op zijn schoot.

   Bashir Wassouf − alias Bobby Gallagher − een van de meest meedogenloze verraders in de geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika, keek verbijsterd naar de man die in zijn slaapkamer stond.

   Op het tafeltje naast Gallagher lag een Beretta. Moore had hem al gezien en ook al bedacht met welke hand de verrader hem zou willen pakken. Gallaghers aanwezigheid hier wees erop dat hij niet wist dat Borja was gearresteerd − een grote fout.

   Hij probeerde zijn pistool te pakken toen Moore riep: ‘Verroer je niet!’

   Bijna op hetzelfde moment begon achter hem een meisje te gillen en te vloeken. Towers brulde dat ze moest blijven staan.

   Het volgende moment negeerde Gallagher Moores commando en greep zijn wapen.

   Omdat Moore dacht dat de man op hem zou schieten, vuurde hij eerst, één kogel in Gallaghers schouder en een tweede in zijn been.

   Maar het was al te laat.

   Gallagher had de Beretta in zijn mond gestoken.

   ‘Nee, nee, nee, nee!’ brulde Moore en hij rende naar de man toe toen het pistool afging.

 

Nog geen uur later was de lokale politie ter plaatse, was de vrouw (een prostituee) gearresteerd en haalden Moore en Towers het hele landhuis overhoop.

   Boven op een nachtkastje in een van de slaapkamers aan de achterkant van het huis vonden ze elf zilverkleurige propjes papier: elf wikkels van het chocolademerk Hershey’s Kisses.

 

Hoofdbureau van de Federale Politie

   Mexico City, Mexico

 

Zes uur later zaten Moore en Towers in hun huurauto op de parkeerplaats. Ze zouden zo naar binnen gaan om Borja te verhoren. Ze hadden niets te verliezen. Gallagher had Samads locatie mee het graf in genomen. De enige andere getuigen die nog in leven waren, waren drie van de zes terroristen die in de vliegtuigen waren gestapt en zij vertelden allemaal hetzelfde verhaal: zij kenden alleen hun eigen opdracht, meer niet. Moore geloofde dat wel, want de taliban maakten meestal gebruik van aparte cellen. De andere terrorist was uit de wrakstukken van het vliegtuig uit San Antonio gehaald en zijn gezicht en hals waren zo ernstig verbrand dat hij niet kon praten zelfs áls hij dat had gewild.

   Maar Borja... Hij móést iets weten. Hij had contact met Gallagher gehad. Samad had die Hershey’s-wikkels in zijn huis achtergelaten. Er was dus een verband tussen hen. Dat kon hij niet meer ontkennen.

   Moore had met Slater gepraat en deze was het met hem eens: ze zouden een deal met hem moeten sluiten.

   Borja was veel jonger dan ze hadden verwacht, midden dertig ongeveer. Hij had een kaalgeschoren hoofd en voldoende tatoeages om de bewondering van de meeste sicarios op te wekken. Maar toen hij zijn mond opendeed, waren zijn intonatie, woordkeus en stembuiging die van een hoogopgeleide zakenman, en dat was gunstig, want ze stonden op het punt serieuze zaken te doen. De verhoorkamer rook naar bleekmiddel. De laatste vent die hier was verhoord, was volgens de politie ‘slordig’ geweest.

   Moore keek Borja strak aan en viel met de deur in huis: ‘Gallagher is dood. Zelfmoord gepleegd in je huis in Las Conchas.’

   Borja sloeg zijn armen over elkaar. ‘Wie?’

   ‘Oké, ik zal je even precies vertellen hoe het zit. Jij zit de rest van je leven in de bak. Ik ben bereid een deal te regelen tussen onze beide regeringen. Als jij weet waar Samad is, vertel je me dat. En als je de waarheid vertelt, krijg je volledige amnestie. Word je nergens van beschuldigd. Ben je vrij. Dat zal ik nog een keer heel langzaam herhalen... Ben... je... vrij.’

   ‘Wie is Samad?’

   Towers onderbrak Moore door zijn laptop zo te draaien dat hij het beeldscherm kon zien. Hun collega’s op Fort Meade hadden weer iets ontdekt: gesprekken via de mobiele telefoon tussen Borja en Rahmani, opgepikt door de nsa-satellieten. Deze bewijzen waren nog maar een paar uur geleden verzameld en bevestigd.

   ‘Je was ook in gesprek met Rahmani, hè?’ vroeg Moore. ‘Het heeft geen zin om te liegen. Dat weten we.’

   Borja rolde met zijn ogen.

   ‘Hielp je Samad ontsnappen?’

   Borja boog zich naar voren. ‘Als jullie me volledige amnestie geven, wil ik dat zwart op wit van de regering. Dan wil ik dat mijn advocaten ernaar kijken zodat ik zeker weet dat het rechtsgeldig is.’

   ‘Oké, maar dat zal tijd kosten, en ik weet zeker dat onze vriend onderweg is. Ik beloof je dat als jij me geeft wat ik wil en ik Samad te pakken krijg, jij vrij bent.’

   ‘Je denkt toch niet dat ik een verdomde gringo geloof?’

   Moore stond op. ‘Zelf weten.’ Tegen Towers zei hij: ‘Kom mee... Maak de uitleveringspapieren maar klaar. Deze vent zien we wel terug in de VS.’ Ze liepen naar de deur.

   Borja schoof zijn stoel naar achteren en stond op, nog steeds met zijn geboeide handen op de rug. ‘Wacht!’

 

Gulfstream iii

   Onderweg naar Goldson International Airport

   Belize

 

Borja, zoals elke erfgenaam van een Mexicaans drugskartel, was banger voor uitlevering aan de Verenigde Staten dan voor de wraak van zijn eigen regering. Dus had hij zijn schouders laten zakken en zijn mond laten praten. Hij vertelde dat Rahmani hem opdracht had gegeven een nieuw smokkelcontract te sluiten, en dat hij Samad en twee van zijn luitenants had moeten helpen naar een safehouse te gaan in San José, Costa Rica. Samad en zijn mannen hadden zich verborgen gehouden in Borja’s vakantiehuis, waar ze tot de vorige nacht waren gebleven. Ze waren in een van Borja’s privévliegtuigen naar Goldson International Airport gevlogen en daarna het oerwoud in gereden, naar een safehouse aan de New River Lagoon in Belize. Borja zei dat het huis alleen werd gebruikt door mules die Colombiaanse cocaïne naar de toeristencentra Cozumel en Cancún brachten, waar de coke vooral aan Amerikaanse studenten werd verkocht. Fijn. Borja had een Guatemalaanse piloot met een eenmotorige R44 Raven-helikopter ingehuurd om hen op te pikken en naar Costa Rica te brengen, met één tankstop in Nicaragua.

   Moore vroeg de man elk detail, ook om welk type helikopter het ging, de naam van de piloot, het telefoonnummer van de piloot, alles.

   Voor de verandering kon hun timing weleens goed uitpakken. Samad en zijn mannen zouden om middernacht, plaatselijke tijd, worden opgepikt en de helikopter zou landen op een van de open stukken in de buurt van de ruïnes van Lamanai (een woord dat in de Maya-taal ‘ondergedoken krokodil’ betekende). De Masker Tempel, de Hoge Tempel en de Tempel van het Jaguarmasker werden overdag door toeristen bezichtigd, maar gingen ’s avonds dicht. Het safehouse stond aan de rivier, ongeveer vijftien kilometer zuidelijker, en Samad en zijn mannen moesten met een opblaasboot naar het trefpunt gaan. Borja had Samad twee bodyguards meegegeven, zodat Moore en Towers vijf man tegenover zich zouden hebben.

   Ze zouden met z’n tweeën het safehouse binnenvallen, maar Slater was al wat creatieve hulptroepen aan het regelen, voor het geval dat. Hij had ook al wapens en vervoer geregeld.

   Op Moores horloge was het 21.12 uur plaatselijke tijd toen ze op Goldson International Airport landden, iets ten noorden van Belize City. Het vliegtuig werd opgewacht door twee voertuigen: een Jeep Wrangler fourwheeldrive en een taxi.

   ‘Welkom in de oksel van de Cariben,’ zei Towers en hij wapperde met zijn overhemd tegen de verstikkende luchtvochtigheid.

   Moore lachte. ‘Jij bent hier eerder geweest.’

   Een jonge man van hoogstens tweeëntwintig met stekeltjeshaar, gekleed in een zwart T-shirt en een kakibroek, stapte snel uit de taxi, deed de kofferbak open en smeet een grote plunjezak achter in de Wrangler. De chauffeur van de jeep, een man die wel een broer van de andere chauffeur leek, stapte uit en achter in de taxi.

   Moore liep ernaartoe.

   ‘Alles is er, meneer,’ zei de jonge man, met een onmiskenbaar Brits accent. ‘Nachtbrillen op de voorstoelen. De Garmin-gps is al geprogrammeerd; de dame met haar sexy stem zal u vertellen hoe u er moet komen.’

   Moore gaf de jongeman een hand. ‘Bedankt.’

   ‘Het is nog niet voorbij, hè?’ Hij drukte een satelliettelefoon in Moores hand.

   Moore knikte en sprong achter het stuur van de jeep. Towers kwam naast hem zitten.

   ‘Geweldige service hier,’ zei hij.

   Moore zette de jeep in de versnelling. ‘Ik wilde je gewoon even imponeren, baas.’

   ‘Goed gelukt.’ Towers tikte op een paar knopjes van de gps en de sexy dame met een Brits accent vertelde hun dat het 48,94 kilometer was naar hun bestemming. ‘Oké, nu heb ik nog één vraag: stel dat Borja heeft gelogen?’

   ‘Je bedoelt dat er niemand is als we bij het safehouse komen? Dat ze al weg zijn of er nooit zijn geweest?’

   ‘Ja.’

   ‘Ik heb het even gecontroleerd, vlak voordat we uit het vliegtuig stapten. Het National Reconnaissance Office (nro) houdt het huis al in de gaten sinds we hen hebben ingeschakeld. nasa en een groot aantal universiteiten gebruiken satellieten om de ruïnes hier in kaart te brengen, zodat de nro over vrij veel bronnen kan beschikken. Ze hebben al twee personen gezien. Ze zijn er. En vergeet niet dat Borja heel goed weet dat hij niets krijgt als wij Samad niet krijgen. Die vent in de gevangenis is onze allergrootste fan.’

   De sexy gps-dame zei dat ze links moesten aanhouden, wat Moore deed, en ze hobbelden over een paar gaten in de weg. Het licht van de koplampen bescheen de dwarrelende insecten en de elektriciteitspalen langs de weg die op de kruisen in San Cristóbal de la Casa leken. Het dichte oerwoud kwam af en toe tot leven dankzij de glinsterende ogen van de groepen bavianen die vanuit de bomen naar hen keken. Ze moesten ook langs de controlepost van de politie, maar de agenten daar waren al op de hoogte gebracht van hun aanwezigheid door hun Britse contacten, zodat ze mochten doorrijden.

   Toen ze bij de hoofdingang van het Howler Monkey Resort kwamen, zette Moore zijn nachtbril op en de koplampen uit, zodat ze de laatste twaalf kilometer naar het huis in het donker konden rijden. Toen ze de hoofdingang en de hutten gepasseerd waren, werd de weg slechter en Moore moest twee keer uitwijken voor schildpadden die door andere automobilisten waren overreden, hoewel ze zelf nog geen auto waren tegengekomen.

   Hoewel Moore het gevoel had dat hij en Towers alleen waren − ze waren duizenden kilometers van huis en reden steeds dieper het oerwoud van Belize in − hielden Slater en de analisten in de antiterrorisme- en contraspionagecentra hen in de gaten, legden al hun bewegingen vast en hielden hun adem in.

   Hij en Towers reden zwijgend verder; ze bereidden zich voor op de komende inval. Moore vroeg zich af of Towers in God geloofde of dat hij vond dat alles door het lot of een genadeloos universum werd bepaald. Voor Moore zelf lag de zaak eenvoudig: het was tijd iedereen die zijn leven had gegeven te bedanken en die klootzak van een Samad te pakken te nemen, voor hen, namens hen.

   En ja, het spoor was eindelijk warm geworden. Heel warm.

   Ruim een kilometer voor het huis verliet Moore de weg, zette de jeep in de parkeerstand en de motor uit. Hij en Towers keken elkaar aan, stompten hun vuisten tegen elkaar en stapten uit.

   Het duurde even, maar toen realiseerde Moore zich dat zijn baas een bekend rock-’n-rollnummer neuriede: Welcome to the Jungle van Guns N’ Roses. Moore glimlachte even toen hij de achterklep van de jeep openmaakte en ze aan het werk gingen.

 

De ogen van de vijand
titlepage.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_000.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_002_split_001.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_003.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_004.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_005.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_006.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_007.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_008.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_009.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_010.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_011.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_012.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_013.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_014.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_015.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_016.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_017.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_018.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_019.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_020.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_021.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_022.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_023.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_024.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_025.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_026.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_027.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_028.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_029.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_030.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_031.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_032.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_033.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_034.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_035.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_036.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_037.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_038.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_039.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_040.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_041.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_042.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_043.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_044.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_045.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_046.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_047.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_048.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_049.xhtml
De_ogen_van_de_vijand-ebook_split_050.xhtml