Hoofdstuk 9

 

 

 

De volgende dag ging ze toch mee zeilen. Mr. Vandraaton wierp één blik op haar toen ze de volgende morgen in zijn werkkamer verscheen en beval haar onmiddellijk naar buiten te gaan.

‘Zie dat je wat frisse lucht krijgt, kind. Je ziet eruit alsof je de hele nacht geen oog hebt dichtgedaan.’

En ofschoon ze hem inderdaad kon vertellen dat dit het geval was - dat de nachten een kwelling voor haar waren, omdat ze dan alleen maar lag te denken aan Rick en zich afvroeg wanneer hij een eind zou maken aan haar kwelling en erop zou staan dat ze terugging naar huis - gehoorzaamde ze zonder meer. Ze ging naar buiten om te genieten van de betrekkelijke frisheid van de ochtend, voordat de hitte zich weer liet gelden.

Terry Ransome, die zich nog steeds over haar ontfermde wanneer ze niet hoefde te werken, deed ook aan de zeilwedstrijd mee, en aangezien hij een bemanningslid te kort kwam, wist hij Melanie ertoe te bewegen die taak op zich te nemen.

Ze verklaarde dat ze totaal niets van zeiljachten afwist, maar met zo’n kalme zee vond hij dat dit er niet toe deed. Alles wat ze te doen had, was de helmstok vasthouden wanneer hij iets anders te doen had, zodat ze zich tenslotte door hem liet overhalen.

‘Nou, vooruit dan maar,’ gaf ze toe. ‘Als je het dan met alle geweld wilt.’

‘Prima,’ antwoordde hij. ‘Zo mag ik het horen!’ En met een, onbeschaamd glimlachje voegde hij eraan toe: ‘Natuurlijk wil ik je met alle geweld mee hebben, want je bent gewoonweg een plaatje om te zien!’

Ze had een heel korte witte short onder haar spullen, en toen ze ermee aan boord van de Swallow klauterde, zag ze eruit als iemand die niet anders gewend was. Zelfs Diane Fairchild, aan dek van de Cornet - het ranke vaartuig dat Rick onlangs had gekocht -stak haar geenszins de loef af. Weliswaar had Melanie niet de mooie gebruinde huid van de anderen, maar ze had een prachtig lichaam en haar lichtblauwe blouse leek veel op een stukje van de hemel. Haar haar was samen gebonden meteen hemelsblauw lint, en ze zag er jong, alert en geestdriftig uit.

Ze zag Rick vanaf zijn snelle Cornet naar haar kijken, en ze meende te zien dat zijn lippen strak opeen waren geklemd. Ook geloofde ze wel dat ze wist wat hij dacht; dat zij zijn uitnodiging de avond te voren had afgeslagen en die van Terry had aangenomen.

Wat er doodgewoon op neerkwam dat hij een blauwtje had gelopen!

Voordat ze op het strand allemaal uiteengingen en aan boord van de verschillende jachten klauterden, had hij tegen Melanie gezegd:

‘Ik dacht dat je me vertelde dat je niets van zeilen afwist. Ransome heeft tot nu toe weinig aan deze sport gedaan, en ik ben er helemaal nog niet zo zeker van dat ik je wel met hem moet laten meegaan.’.

Waarop Melanie een beetje spottend had geantwoord:

‘Het gaat er niet om wat jij me wilt laten doen, maar wat ik besloten heb te doen!’

En ze wist dat ze, zelfs als de zee boosaardig zou worden en haar voorgoed zou verslinden, toch met Terry zou meegaan. Hij kon haar, zichzelf en de boot laten ondergaan, zonder dat het haar interesseerde. Het zou geen enkel verschil maken voor haar besluit om mee te doen aan de zeilwedstrijd. Ze was vol enthousiasme - helemaal bereid na al die weken eindelijk eens een keertje echt te genieten.

‘Ga Miss Fairchild maar helpen,’ had ze tegen Rick gezegd. ‘Zo te zien verwacht ze dat jij haar aan boord hijst.’

Wat waar was, want Diane droeg witte jeans, die te niet nat of vuil wilde maken door hem in aanraking te laten komen met de minder smetteloze gedeelten van een boot, en ze keek al geërgerd omdat Kicks hulp zo lang uitbleef.

Candy zag er daarentegen door en door stoer uit in haar blauwe jeans en ruige zeemanstrui. Ze wist blijkbaar hoe het ging wanneer je eenmaal werd aangegrepen door de opwinding van een zeilwedstrijd en je alle voorzichtigheid uit het oog verloor. Met Mike naast haar was ze bereid om de wedstrijd tot het einde toe uit te varen in het nogal gammele vaartuigje dat ze tot hun beschikking hadden.

Voordat de race begon riep ze tegen Melanie:

‘Ik ben blij dat je tenslotte uit je huisje bent gekomen! Je moet je niet zo door mijn vader of Rick laten opjagen dat je helemaal geen tijd hebt voor een pretje!’

Hierdoor had Melanie zich een beetje schuldig gevoeld, omdat Rick de laatste tijd weinig gelegenheid had gekregen om haar op te jagen en Lucas haar alleen zo nu en dan maar hard liet werken. Meestal had ze tijd genoeg voor zichzelf.

Ook tante Octavia had haar een paar bemoedigende woorden toegevoegd voordat ze het huis verliet.

‘Uitstekend, lieverd, uitstekend. Ga die pastelkleurige pop van een landgenote van je maar eens laten zien dat Engelse vrouwen niet allemaal gevuld zijn met zaagsel!’ had ze vanaf het terras geroepen, zwaaiend met een nog opgerolde parasol. ‘Ga ze allemaal eens verbazen en help Terry winnen!’

Melanie wist dat er weinig kans bestond dat Terry zou winnen, maar ze genoot door en door van het eerste gedeelte van de wedstrijd. Het was opwindend om met anderen je krachten te meten. Bovendien was er altijd het element van verrassing waarmee je rekening moest houden, evenals het element van ongeluk. Eén sierlijk wit vaartuigje moest bijna onmiddellijk na de start al uitvallen omdat er iets met de zeilen gebeurde, en de eigenaar van een ander raakte bijna even prompt in moeilijkheden.

Terry en Melanie werkten goed samen, en misschien kwam het doordat ze een hele rij zeevarende voorouders had, dat het hanteren van de boot haar totaal geen hoofdbreken bezorgde.

Het was heerlijk koel op het water, terwijl het zo smoorheet was op het land. De zee sprankelde alsof elke golf bezaaid was met diamanten puntjes, en eenmaal uit de kust stond er voldoende wind om hun boot met het grootste gemak door de groene golfdalen te laten glijden.

Op een zeker moment moesten ze een boei ronden en koerszetten naar de verderop gelegen baai, vanwaar ze langs dezelfde route moesten terugkeren. Melanie had het idee dat het haar en Terry met vlag en wimpel zou lukken. Ze zouden waarschijnlijk niet de eersten zijn, maar toch ook niet de laatsten.

Ze liet haar hand door het water glijden toen Terry het roer van haar overnam, en ze deed dat nog steeds toen de wind draaide en de giek omzwaaide en haar tegen de zijkant van haar hoofd trof. Er klonk een waarschuwende kreet en nog een, terwijl ze zich afvroeg wat haar geraakt had... Toen lag ze in het water en zakte ze weg in bewusteloosheid.

Terry aarzelde geen seconde. Hij dook haar achterna, maar de veranderende wind had een onverwachte golfslag veroorzaakt, en hij kon niet verhinderen dat ze voor de tweede keer onderging.

Hij zwom vastberaden in haar richting, maar een snellere zwemmer, die eveneens niet geaarzeld had voordat hij het hellende dek van de Cornet achter zich liet, bereikte haar net even eerder en greep haar stevig bij de schouder. Terwijl hij haar bewusteloze hoofd boven water hield, keerde hij met haar terug naar de Cornet, en aan dek werkte hij net zolang tot ze weer bij kennis kwam.

Hij slaakte een zucht van verlichting.

‘Goed zo,’ zei hij zacht, ‘nu komt alles wel weer in orde!’

Melanie had nooit eerder beseft dat het zo onprettig was om bijna te verdrinken, maar het gevoel van misselijkheid dat over haar kwam toen ze zijn geconcentreerde blik ontmoette, was te veel voor haar om hem gerust te kunnen stellen. Maar later, toen ze de kust bereikten en hij haar met grote snelheid terugreed naar het huis en ze nat en verfomfaaid in een deken gewikkeld naast hem zat, wist ze op dringende toon uit te brengen:

‘Het gaat nu heus wel met me!’

Rick wendde zijn ogen geen ogenblik van de weg af, maar een van zijn handen liet het stuurwiel los en drukte de hare met dezelfde doortastendheid waarmee hij reed.

‘En dat heb je allemaal te danken aan die dwaas van een Ransome! Was ik maar zo verstandig geweest om te beletten dat je met hem meeging!’

‘Hij kon er niets aan doen,’ antwoordde ze. ‘We zeilden uitstekend, tot die giek me raakte.’

Ze zag hoe hij woest op zijn onderlip beet en er een diepe vertikale rimpel in zijn voorhoofd trok. Hij slaakte een onderdrukte uitroep die ze niet verstond, en opnieuw vond zijn hand de hare, om hem deze keer wat langer vast te houden.

‘We zullen de dokter laten komen wanneer we terug zijn,’ vertelde hij haar. ‘Je hebt een flinke bult aan de zijkant van je hoofd, maar die zal wel weer weggaan. Ik ben alleen bang dat je er pijn aan zal krijgen.’ Een ogenblik later voegde hij eraan toe: ‘Maar het komt allemaal in orde. Ik beloof je dat het allemaal in orde komt!’

Een ogenblik richtte hij zijn ogen op de hare, en door de blik die erin lag ging haar hart op slag sneller kloppen.

Maar ze protesteerde dat ze geen dokter nodig had en dat er helemaal geen reden was voor welke drukte dan ook. Toen de auto echter tot stilstand kwam voor het deftige negentiende-eeuwse huis, tilde hij haar eruit en droeg haar ondanks haar voortdurende protesten naar haar kamer, waar hij haar aan de zorg van zijn moeders kamermeisje overliet, terwijl hij de dokter ging bellen.

De dokter, een man op leeftijd met een nogal grof gevoel voor humor, verzekerde haar dat ze na een redelijke rustperiode weer helemaal de oude zou zijn en dat de lelijke bult haar schoonheid niet lang zou bederven. Hij liet medicijnen achter, voor het geval ze hoofdpijn mocht krijgen en verliet haar luxueuze kamer om verslag uit te brengen aan Rick, terwijl zij in bed lag en naar het lichte bewegen van de zijden gordijnen voor de open ramen keek.

Mrs. Vandraaton, die verbazingwekkend vriendelijk was, kwam haar vertellen dat ze maar moest bellen als ze iets nodig had, en dat haar eigen meisje steeds tot haar beschikking zou staan.

Tegen die tijd begon de door de dokter voorspelde hoofdpijn zich echter te laten gelden, en Melanie was blij dat haar gastvrouw zich terugtrok. Een ogenblik later verscheen Elise, het meisje, met een pot sterke thee. Ze schonk een kopje in voor Melanie, die meteen van de gelegenheid gebruik maakte om een paar tabletten in te nemen.

Een hele poos later, toen haar kamer al vol schaduw was en ze zich erg loom voelde, ging zonder enige waarschuwing de deur open en kwam Rick binnen. Met doelbewuste, veerkrachtige passen kwam hij op het bed toe, en toen ze haar hoofd naar hem toedraaide en naar hem keek, leek het dat zijn ogen nog donkerder en bezorgder waren.

‘Hoe gaat het met je, Melanie?’ vroeg hij zacht. Hij trok een stoel bij en ging naast haar zitten. ‘Ik ben maar niet eerder gekomen, omdat ik dacht dat je misschien wilde slapen.’

‘Je hebt je gasten,’ herinnerde ze hem. ‘Die hoef je niet voor mij te verwaarlozen.’

‘Mijn gasten zijn heel goed in staat om zichzelf te amuseren,’ antwoordde hij kortaf.

‘Maar ik heb de wedstrijd voor hen bedorven. Biedt ze alsjeblieft mijn verontschuldiging aan en zeg hoe het me spijt.’ ‘Doe niet zo dwaas, Melanie!’ Hij boog zich nog wat dieper over haar heen en informeerde teder: ‘Hoe is het nu met je hoofd?’

‘Het doet een beetje pijn,’ gaf ze toe.

Hij stak zijn hand uit, raakte heel licht haar wat verwarde haar aan en streek het strelend uit haar voorhoofd.

‘Wat een heerlijk, glanzend, zijdeachtig haar !’ mompelde hij. En toen, alsof hij een brok in zijn keel had: ‘Ik moet er niet aan denken dat er iets met je gebeurd was, Melanie! Dat Ransome of ik je niet op tijd had kunnen bereiken! Dat ik niet gezien had dat je overboord sloeg en ik je niet op tijd had kunnen bereiken.’

‘Maar dat heb je wel,’ fluisterde ze tevreden. ‘En het beste is dat je de hele zaak maar vergeet.’

‘Ik kan het niet vergeten.’ Hij tilde een van haar handen op en bracht hem naar zijn lippen. Ze vroeg zich af of het kwam door de uitwerking van de tabletten of dat ze steeds slaperiger werd, maar alles scheen op dat ogenblik heerlijk onwezenlijk te zijn. De grote kamer was on wezenlijk, het vreemde, rustige licht was onwezenlijk en Rick, die zich naast haar over haar heenboog, was nog onwezenlijker. Ze was ervan overtuigd dat hij, als ze helemaal normaal was en alles weer was zoals het de dag tevoren was geweest, niet 'met zo’n onbeschrijflijke tederheid naar haar zou kijken.

Plotseling begonnen haar lippen te trillen.

‘Ik heb de hele dag voor je bedorven,’ zei ze onvast.

‘Praat alsjeblieft niet zo.’ Hij boog zich nog wat dieper over haar heen en kuste haar zacht. ‘Lieveling, je moet zo niet praten!’ Er klonk verwijt in zijn stem, en in zijn ogen glinsterde iets van lichte geamuseerdheid. ‘Ofschoon je je, als je gisteravond mijn uitnodiging had aangenomen en met Diane en mij was meegegaan aan boord van de Cornet vast en zeker een duik in het water had bespaard.’

Maar bij het noemen van de naam Diane werd de dromerige staat van geluk waarin ze had verkeerd, doorgeprikt als een luchtballon. Vlug draaide ze haar hoofd om op het kussen. Ze voelde zijn vingers door haar haar bewegen, alsof ze het gevoel ervan prettig vonden, en de pret in zijn ogen werd een geamuseerde klank in zijn stem toen hij opmerkte:

‘Wat een vreemde kleine schat ben je toch, Melanie. Gisteravond was je om de een of andere reden zo boos op me dat je elke uitnodiging van mijn kant zou hebben afgeslagen. En verder geloof ik dat je veel liever voor mijn vader werkt dan voor mij. Is dat waar?’

‘Ik - ik weet het niet.’ Behalve humor was er ook iets onderzoekends in zijn stem. Maar ze was te moe om er verder op in te gaan. ‘Misschien wel... ik weet het niet! Hij is erg aardig.’

‘En ik niet?’

‘Ja, jij ook... soms. Het was aardig van je om me mee te nemen naar Amerika. Je zei dat dat een - een prachtige kans voor me zou zijn.’

‘En vandaag had je wel kunnen verdrinken!’ zijn stem klonk heel nuchter. ‘Dat was ik echt niet mét jou van plan, Melanie.’

‘Nee, ik weet hét!’ Ze glimlachte een beetje beverig en ook haar stem trilde, toen ze eraan toevoegde: ‘Je was niet van plan dat ik... Je wilde niet ver... ver...’

‘Ja?’ drong hij aan, terwijl hij zijn gezicht zo dicht bij het hare hield, dat zijn wang de hare raakte. ‘Ga door!’

‘Verliefd...’

Toen sliep ze, en ze wist niet dat hij teder haar voorhoofd kuste, voordat hij de kamer verliet. Toen hij op zijn tenen de gang opliep, zag hij zijn tante Octavia aankomen, en haar wenkbrauwen gingen omhoog toen ze zag uit welke deur hij kwam.

‘Je hebt dus aan het bed gezeten van je arme kleine secretaresse, hè?’ zei ze. ‘Nou, het is een aardig kind en het zou jammer zijn geweest als ze haar leven had verloren tijdens zo’n zinloos iets als een zeilwedstrijd.’

‘Het zou veel meer dan jammer zijn geweest,’ antwoordde hij grimmig.

‘Ik weet het.’ Ze keek hem scherp aan. ‘Veel, veel meer dan alleen maar jammer!’

De volgende morgen was Melanie al op voordat Elise haar bad vol kon laten lopen. Ofschoon ze er nog wel angstwekkend bleek uitzag, met donkere kringen onder haar ogen, was Ricks uitdrukking toen ze het terras opstapte zo zorgvuldig beheerst terwijl hij naar haar keek, dat ze er niets uit kon opmaken. Zeer zeker kon ze hem niet identificeren met de man met de tedere ogen die de vorige avond naast haar bed had gezeten en wiens vingers zo speels door haar haar hadden gestreken.

Ergens in haar achterhoofd had ze het vage idee dat ze terwijl hij naast haar bed zat iets gezegd had - of geprobeerd te zeggen -waarover ze onder normale omstandigheden zelfs niet zou hebben gepiekerd. Maar als dat zo was, dan was die afwezige blik in zijn ogen niet bepaald geschikt om haar op haar gemak te stellen.

Niettemin zei hij vrij scherp:

‘Je hoort eigenlijk nog niet op te zijn, Melanie!’ Hij zette haar op een stoel met een gemakkelijke voetsteun en beroofde de andere stoelen van hun kussens om haar nog meer comfort te bezorgen. ‘Je had moeten wachten tot dokter Maclntyre je nog eens had gezien.’

‘Dokter Maclntyre zal het heus wel veel te druk hebben om vandaag naar me toe te komen.’

Hij keek haar aan met een paar ogen waar ze geen wijs uit kon worden.

‘Doe niet zo dwaas. Of je het prettig vind of niet, hij komt bij je op bezoek voordat de dag om is.’

Op dat ogenblik verscheen Diane Fairchild op het terras en ze bekeek Melanie met ogen waarin nieuwsgierigheid, maar weinig sympathie stond te lezen.

‘En, gaat het al wat beter?’ vroeg ze neerbuigend. ‘Je ziet er gewoonweg afschuwelijk uit.’ Melanies bleekheid veranderde onmiddellijk in een vuurrode kleur. ‘Maar als je niets van boten afwist, dan had je gisteren niet met Terry moeten meegaan. Arme Terry, hij vindt dat hij de schuld van het gebeurde heeft, ofschoon je het helemaal aan jezelf te wijten hebt.’

‘Dat geef ik toe,’ zei Melanie.

Rick keek op een vreemde manier naar Diane.

‘Als je tijdens je ziekenbezoek niets prettigers weet te vertellen, dan geloof ik dat je er in de toekomst maar beter vanaf kunt zien,’ merkte hij rustig op. ‘En ik heb het Ransome duidelijk gemaakt wat mijn persoonlijke mening is ten opzichte van de manier waarop hij met een boot omgaat.’

‘Ja, dat weet ik, lieveling,’ zet Diane een beetje verwijtend, ‘en je was wel erg hard tegen hem. Onnodig hard, in aanmerking nemend dat hij je gast is.’

‘Melanie is ook een gast.’

Diane trok haar goudkleurige wenkbrauwen op.

‘Ik meende dat ze in dienst was als secretaresse en dat jij haar had overgedaan aan je vader omdat je het wel zonder haar kon stellen!’

Ricks lippen vormden nu een smalle streep.

‘Men doet een secretaresse niet aan iemand over, zoals je een baal wol aan iemand overdoet, Diane,’ zei hij zacht.

Dat zachte in zijn stem stond haar helemaal niet aan, want ze trok een pruillip.

‘Nou ja, wat maakt het ook voor verschil?’ zei ze, waarop ze hem bij de arm nam en hem meetrok.

Melanie staarde hen na en wenste dat ze in haar eigen kamer was gebleven. Dus Rick had haar overgedaan aan zijn vader...! Het verhaal dat zijn vader haar nodig had, was dus niet helemaal waar. Misschien had hij gevaar gevoeld - werkelijk gevaar - als ze in zo’n nauw dagelijks contact met hem bleef. Niet omdat hij verliefd op haar was, maar omdat ze de een of andere lichamelijke aantrekkingskracht voor hem had die zijn toekomst met Diane zou kunnen bedreigen!

Wanneer hij eenmaal besloten had met Diane te trouwen, zou het niet erg verstandig zijn om betrokken te blijven bij iemand als zijzelf... iemand die zo nu en dan zoveel aantrekkingskracht op hem had uitgeoefend, dat hij haar had moeten kussen! Net zoals hij haar in New York had gekust, en daarvoor hier op Long Island.

Maar zijn tedere aandacht voor haar van gisteravond had een broederlijke attentie kunnen zijn, omdat hij alleen maar in de war geweest was door het feit dat hij haar zo had zien liggen. Hij was per slot van rekening ook in de war geweest omdat ze bijna verdronken was.

Ze wenste dat ze zich herinnerde wat ze de vorige avond precies tegen hem had gezegd... Wat ze begonnen was hem te zeggen.