Hoofdstuk 4
‘En?’ zei Lucas Vandraaton, en het drong tot Melanie door dat zijn stem ongeduldig klonk.
Op zijn bureau klonk op datzelfde ogenblik een even ongeduldig zoemertje, en tegen de tijd dat hij met zijn secretaresse in het aangrenzende vertrek had gesproken en de een of andere vraag had beantwoord, wist ze dat ze nu maar één ding kon doen, ongeacht welke reden Rick had om zijn vader te misleiden.
‘Ik geloof niet dat ik de juiste persoon ben om op die manier over uw zoon te worden ondervraagd, Mr. Vandraaton,’ zei ze. ‘Het is de plicht van een secretaresse om de belangen van haar werkgever te behartigen. Maar dan ook alleen de belangen van haar werkgever! Ik weet zeker dat Mr. Crompton beter in staat zal zijn u de gewenste inlichtingen te verstrekken.’
Lucas maakte een afwerende beweging met zijn hand.
‘ Jake? Ik heb al een rapport van Jake over Ricks algehele houding enzovoorts, en natuurlijk is hij loyaal. Blijkbaar even loyaal als u denkt te moeten zijn. Maar ik ken mijn eigen zoon en ik verwacht niet dat de mensen uit zijn omgeving mij zand in de ogen strooien. Op den duur zou geen van jullie daar iets mee bereiken.’
Het verbaasde Melanie dat Jake Rick had gesteund. Ze had namelijk de indruk gekregen dat Jake, die vrijwel zeker een veel beter zakenman was, minachtend op Rick neerkeek.
‘Als u uw zoon zo goed kent, Mr. Vandraaton,’ antwoordde ze bijna plechtig, ‘dan is het toch zeker niet nodig dat u anderen over hem ondervraagt?’
Lucas Vandraaton wierp haar een half onwillige blik van waardering toe.
‘U bent een handige jonge vrouw,’ merkte hij op, ‘en dat zou voldoende voor mij moeten zijn om m’n mond te houden. Maar dat doe ik niet. Ik weet dat mijn zoon een enorm groot doorzettingsvermogen heeft, wanneer de situatie dat volgens hem vereist, maar volgens hem schijnt dat de laatste tijd helemaal niet het geval te zijn. Ik ben nooit groot gebracht als playboy, Miss Blake, en ik wil ook geen playboy in mijn familie hebben. Geld staat er helemaal buiten. Het gaat om wat je bereikt. En om iets te bereiken in het leven, moet je zo hard mogelijk aanpakken. Dat is ook de reden waarom ik mijn zoon belast heb met de leiding van het Nonpareil. Als u echter van mening bent dat het Nonpareil beter af zou zijn zonder hem, dan hoop ik dat u eerlijk genoeg bent om me dat te vertellen.’
Melanie probeerde zich eronderuit te draaien.
‘Het Nonpareil loopt toch goed, niet?’ vroeg ze.
‘Even goed als elk willekeurig hotel dat nog maar een jaar draait en moet bewijzen dat het een enorm succes is, voordat het zelfs maar kan beginnen met het terugbetalen van de kosten.’
‘Nou, dan is dat toch zeker uw antwoord?’
‘Dat is het helemaal niet, zolang er door en door bekwame, onvermoeide mensen als Jake Crompton achter mijn zoon staan.’ Vandraaton sloeg met zijn vuist op het bureau. ‘Ik heb het grootste vertrouwen in Jake, maar dat is niet genoeg. Ik wil en ik moet blind vertrouwen in Rick kunnen stellen! En ik geloof dat als hij eenmaal getrouwd is en een gezin heeft, ik dat vertrouwen automatisch zou krijgen.’
Melanie trok een weifelend gezicht.
‘Maar er kan moeilijk van Rick -’ ze vond het nog steeds moeilijk om hem bij die naam te noemen - ‘worden verwacht dat hij trouwt om u wat meer vertrouwen te geven, Mr. Vandraaton,’ protesteerde ze.
De vuist daalde voor de tweede keer neer op het bureau.
‘Dat kan hij wel degelijk, ais ik het voor hem mogelijk maak om te trouwen en de rest van zijn leven in luxe en zekerheid door te brengen.’ Toen keek hij haar een beetje raadselachtig aan. ‘Het is duidelijk te zien dat u aan zijn kant staat,’ beschuldigde hij haar, ‘of hij nu zeven dagen in de week werkt, of, daar in Engeland, niet meer dan één dag. Bent u soms verliefd op hem?’ vroeg hij plotseling tot haar verbazing.
‘Natuurlijk niet.’ Ze voelde dat ze een kleur kreeg en wilde eraan toevoegen: ‘Hoe zou dat kunnen wanneer ik hem nauwelijks ken?’ In plaats daarvan zei ze echter zo waardig mogelijk: ‘Ik zou echt niet zo onverstandig zijn om verliefd te worden op een werkgever, Mr. Vandraaton.’
‘O nee?’ De raadselachtige blik werd nog sterker. ‘Dat is al eerder gebeurd en het schijnt de vrouwen helemaal niet moeilijk te vallen om op Rick verliefd te worden. Dat is één van de redenen waarom ik hem graag getrouwd zie met iemand die - nou ja, met iemand die zijn moeder en ik kunnen waarderen.’
‘Maar ik geloof nog steeds niet dat u, door hem te dwingen te trouwen, een succesvol zakenman van hem kunt maken,’ hoorde Melanie zichzelf zeggen - met een overtuiging die plotseling over haar gekomen was en een moed waarover ze zelf verbaasd stond.
Mr. Vandraaton keek langs zijn stompe neus.
‘Nou ja, we zullen zien,’ zei hij. ‘We zullen zien!’ Toen vertelde hij haar dat ze kon gaan, nadat hij haar had meegedeeld dat ze hem meer had geholpen dan ze waarschijnlijk zelf besefte. ‘Veel meer!’ Hij glimlachte op een manier die veel deed denken aan de merkwaardig scheve glimlach van Rick. ‘U moest het weekend maar eens bij ons komen doorbrengen, Miss Blake. Zeg maar tegen Rick dat dat een bevel is.’
Maar toen ze bij Rick terugkwam, zag hij er zo ongewoon ernstig en in gedachten verzonken uit, dat ze een poosje helemaal niets zei over wat er tussen haar en zijn vader besproken was tijdens die onverwachte ontmoeting.
Hij nam haar bij de arm en leidde haar vastberaden het zonlicht in. Toen ze de crèmekleurige auto zag - de zwarte Jaguar was in Engeland achtergebleven - die langs het trottoir op hen stond te wachten, zei ze dat er geen enkele reden was waarom hij haar naar haar hotel zou moeten rijden. Als hij andere plannen had, voegde ze er nog aan toe, dan kon ze best een taxi nemen.
‘Onzin,’ verklaarde hij, en hij duwde haar bijna op de passagiersplaats. Toen verontschuldigde hij zich. ‘Als ik zo nu en dan een beetje grof ben, dan moet je dat maar toeschrijven aan het feit dat ik niet zo’n overbeschaafde Engelsman ben. Zo, en nu ga ik met je lunchen.’
‘O, nee!’ riep ze uit, alsof ze het nodig vond om te protesteren.
‘O, ja!’ Hij keek haar met zijn scheve glimlach spottend aan. ‘Waarom, ben je soms bang om met me te lunchen? Vervult die gedachte je met angst, afschuw of wat dan ook?’
‘Helemaal niet,’ antwoordde ze zacht. ‘Alleen zou ik zo denken dat je wel iets beters te doen hebt dan met mij te gaan lunchen.’
De auto raakte gevangen in het drukke verkeer en verscheidene minuten lang wijdde hij zonder iets te zeggen zijn aandacht aan het besturen van de auto. Toen merkte hij plotseling op:
‘Je bent wel bescheiden, hè?’
‘Ach, dat gaat wel.’
‘Nee, dat is helemaal niet nodig. Niet met dat haar en die ogen van jou, plus nog een paar andere dingen die me zo langzamerhand aan jou gaan opvallen.’
Ze zweeg.
‘Vertel me eens, vind je het prettig om te lunchen met doordringende muziek en geroezemoes op de achtergrond, of gaat je voorkeur uit naar iets rustigers?’
‘Aangezien ik veronderstel dat je ook nog wel over zaken zult willen praten, geloof ik dat we beter een wat rustiger gelegenheid kunnen uitkiezen, niet?’
‘Je moet je verbeelding niet met je op de loop laten gaan,’ antwoordde hij. ‘Maar ik wil inderdaad praten, dus zullen we maar iets rustigs opzoeken.’
Het was heel rustig en heel chic, het restaurant waar ze ten slotte belandden. Het leek wel een beetje op een van de wat oudere, minder spectaculaire Londense eetgelegenheden.
Toen ze aan hun tafeltje achter een schaal verrukkelijke koele schijven meloen zaten, zei Rick: ‘Ik wil je m’n verontschuldiging aanbieden voor het feit dat ik je gebruik, Melanie - of althans probeer je te gebruiken.’ Hij gaf haar het suikerpotje aan. ‘Want natuurlijk heb je m’n vader uit de droom geholpen.’
Ze weigerde de suiker en schudde haar hoofd.
‘Eerlijk gezegd, heb ik dat niet gedaan.’
Hij keek haar verbaasd aan.
‘Wil je zeggen dat je...?’ Hij bestudeerde de wijnkaart. ‘Het is te warm voor champagne, maar een niet al te droge Sauterne lijkt me wel geschikt. Melanie! Wil je zeggen dat je m’n vader niet kalmpjes hebt meegedeeld dat je nog maar een paar dagen voor me werkt en dat we elkaar voordat we Engeland verlieten, nog maar bij één andere gelegenheid gesproken hadden?’
Zijn stem klonk ongelovig.
‘Ja, dat is precies wat ik bedoel. Maar ik kan me niet indenken waarom je geholpen bent door mijn bewering dat ik al zes maanden voor je werk.’
‘Dat komt omdat jij geen oneerlijk mens bent, m’n kind,’ verklaarde hij droog. ‘Maar ik wel, vandaar dat ik behalve Jake iemand wilde hebben die me een beetje hielp. Ik snap nog niet hoe ik ooit op de gedachte ben gekomen dat jij dat voor me zou doen -zonder zelfs maar een hint van me! - maar ik gokte dat er een heel klein kansje was dat je het spelletje mee zou spelen. Weet je, Jake kent me door en door, van binnen en van buiten, om het zo maar te zeggen. En ofschoon hij zo nu en dan een hekel aan me heeft, weet ik dat ik op hem kan rekenen. Maar zou mijn vader ook maar enige aandacht aan zijn rapport schenken?’
‘Het lijkt me jammer dat je moet vertrouwen op de steun van andere mensen om je vader een goeie opinie over je te laten krijgen,’ merkte Melanie op, terwijl er een heerlijke koude salade voor haar werd neergezet.
‘Ja, vind je niet?’ zei hij met die oude spottende glinstering in zijn ogen. ‘Maar zo ben ik nu eenmaal, kleine Engelse Melanie! Ik heb zoveel fouten dat de harmonie van het hele patroon er soms door wordt verstoord. Maar mijn vrienden nemen me zoals ik ben, en vanmorgen deed jij blijkbaar hetzelfde toen je besloot me niet in de steek te laten.’ Zijn lange vingers sloten zich onverwacht over de hare, en ze voelde een tinteling in haar vingertoppen toen hij ze even plotseling weer losliet. ‘Natuurlijk weet ik niet wat voor soort gesprek je met mijn vader had...’
‘Hij zei dat ik hem waarschijnlijk meer had geholpen dan ik zelf besefte.’
‘O ja? Ik vraag me af wat hij daarmee bedoelde,’ zei Rick peinzend. ‘Maar ja, als de poppen aan het dansen zijn, dan moeten we ze maar laten dansen. Niettemin zou ik graag nog een maand of zes de tijd hebben gehad om mijn besluit te nemen.’
‘Over wat?’ kon Melanie niet nalaten te vragen.
Hij keek haar over de tafel heen glimlachend aan.
‘Over al de dingen die een heel toekomstig leven vormen, kleine meid. Niet alleen de gewone alledaagse dingen, maar het cement dat alles bij elkaar houdt. Namelijk een levenspartner...! Want ik geloof niet in scheidingen. Wanneer ik eenmaal getrouwd ben, blijf ik getrouwd.’
En terwijl ze naar hem keek, vroeg Melanie zich af hoe het zou zijn om met Rick te trouwen en getrouwd te blijven. Om iedere ochtend aan de ontbijttafel tegen die wat spottende glimlach aan te kijken en die vreemde ogen op je gericht te zien, die een soort vloeibare schaduw over zich hadden en haar zo nu en dan deden wegsmelten van tederheid. Wegsmelten van tederheid...? Haar...! Wat verbeeldde ze zich wel en waar haalde ze zulke vreemde gedachten vandaan?
Ze voelde dat ze weer een kleur kreeg terwijl hij een beetje eigenaardig tegen haar bleef glimlachen, en met een wat scheef getrokken mond vroeg hij:
‘Klinkt jou dat niet te veel als een levenslang vonnis in de oren, Melanie?’
‘Natuurlijk niet.’ Ze moest vlug de andere kant uitkijken. Ze veranderde van onderwerp door hem te vertellen dat zijn vader wilde dat zij onder de gasten was die in het weekend bij hem zouden logeren in zijn huis aan de zee.
Opnieuw trok hij verbaasd zijn zwarte wenkbrauwen op.
‘Je hebt werkelijk indruk op hem gemaakt, Melanie! Meestal denkt mijn ouwe heer alleen maar aan golf en interesseert het hem geen fluit wie er tijdens het weekend wel of niet gebruik wil maken van zijn gastvrijheid. Maar het is duidelijk dat er meer in jou zit dan je zo aan de buitenkant wel zou zeggen... Of zullen we zeggen tijdens de eerste ontmoeting, behalve voor hen die door iemand heen kunnen kijken?’ In zijn ogen verscheen een raadselachtige uitdrukking. ‘En dat kan mijn vader!’
De gerant verscheen om te vragen of de bediening naar genoegen was geweest. Opnieuw was Melanie blij dat ze onderbroken werden.
Na de maaltijd scheen Rick wat onverschilliger te worden. Het was duidelijk dat alle eventuele belangstelling die ze in hem had opgewekt, verdwenen was. Hij keek zelfs een beetje verveeld.
‘Je kunt beter de rest van de dag vrij nemen,’ zei hij. ‘Ik was van plan je morgen mee te nemen naar het strand. Als je wilt, zorg dan dat je om een uur of tien klaar staat. En wanneer ik tien uur zeg, dan bedoel ik ook tien uur!’
Daar was ze dan ook wel van overtuigd. Hij was weer door en door onrustig, als een wat al te vurig paard, en ofschoon hij aanbood haar terug te rijden naar het hotel wees ze dat van de hand. Ze was er zeker van dat hij alleen wilde zijn, en nog zekerder dat hij haar kwijt wilde. Daarom nam ze een taxi. Hij deed geen poging haar tegen te houden.
Toch was hij de volgende morgen vrolijk en in een onweerstaanbare vakantiestemming. Onweerstaanbaar, omdat zijn ogen humoristisch glinsterden en zijn tanden flitsten als gebleekte amandelen, iedere keer dat zijn smalle, harde lippen uiteenweken.
Hij reed roekeloos snel, maar tegelijkertijd met een bekwaamheid waaraan niet te twijfelen viel. De crèmekleurige wagen met de roodleren bekleding was buitengewoon comfortabel, en aangezien er niemand achterin zat, was er ook niemand die Melanie een gevoel van spanning kon bezorgen. Jake, die een hekel had aan dit lage, sportieve soort auto’s, reed met Mr. Vandraaton mee in diens Cadillac.
Melanie droeg een lichtblauwe linnen jurk met witte toebehoren. Ze had een en ander heel zorgvuldig uitgezocht; niet omdat ze indruk hoopte te maken - hoe zou ze dat kunnen wanneer ze de alleronbelangrijkste zou zijn van de gasten van een miljonair; en angstwekkender nog, de gast van een miljonairsvrouw! - maar omdat ze als vertegenwoordigster van haar land toch zo netjes mogelijk tevoorschijn wilde komen.
Rick vertelde haar dat ze er charmant Engels uitzag. Hij zei het met waardering in zijn ogen. Om een reden die Melanie zelf niet begreep, begon haar hart te bonzen.
Het begon de laatste tijd zo vaak te bonzen, dat ze zich begon af te vragen wat ermee aan de hand was. Nadat het drieëntwintig jaar lang regelmatig geklopt had, was het nu verbazingwekkend onregelmatig en op de vreemdste ogenblikken onderhevig aan pijnlijke versnellingen, zodat ze zich de laatste tijd een beetje ademloos voelde. Bijvoorbeeld wanneer ze opmerkte hoe aantrekkelijk een paar slanke bruine mannelijke handen eruit zagen tegen de achtergrond van een autostuur en hoe soepel en tegelijk sterk de polsen waren die tevoorschijn kwamen uit een paar sneeuwwitte manchetten.
En de hemel van Long Island was zo blauw. Het water was blauwer dan alles wat ze ooit tevoren had gezien, en de stranden waren zo wit als gebleekte beenderen. Er waren huizen die uitstekend in een Engels parklandschap zouden hebben gepast en uitzicht boden op de lange lijn van de branding, met tuinen vol met allerlei soorten bloemen. De geur van de bloemen vermengde zich met de zoute adem van de zee; aan die prachtig heldere hemel straalde een gouden zon, alsof hij alles dat hij aanraakte eveneens in goud wilde veranderen.
New York, met zijn drukte, zijn gejaagdheid en zijn verstikkende hitte leek ver, ver weg te zijn. Dit was als een hoekje van de Bahama-eilanden - mooi, verlokkelijk, magisch.
De magie, die de sterren haar hadden beloofd?
De auto reed door een prachtig bewerkt openstaand hek en vervolgde zijn weg met dezelfde gevaarlijke snelheid door een goed onderhouden oprijlaan - een voortreffelijk onderhouden oprijlaan zou een betere beschrijving zijn geweest - omzoomd door struiken en overkoepeld door de takken van bomen, waardoor de ongelooflijk blauwe hemel nog steeds zichtbaar was.
Ze stopten voor een laag wit huis dat waarschijnlijk gebouwd was in het begin van de negentiende eeuw. Het had een stijlvol bordes, met er vlak bij een tulpeboom die net zoveel geur verspreidde als een komeet vuur. Melanie zag treurwilgen gebogen over een stroompje dat dwars door het terrein liep, torenhoge kastanjebomen, slanke populieren en sierlijke Zwitserse dennen. Ze zag schitterende rotstuinen en smaragdgroene gazons, plus een verzameling van de duurst denkbare auto’s. Ook zag ze een elegante vrouwenfiguur met zilverkleurig haar, die op het bordes stond alsof ze al naar hen uitkeek.
De moed zonk niet, maar plonsde in één keer in haar schoenen. Ricks hand sloot zich over de hare, en willoos liet ze hem begaan.
‘Er is niets aan de hand,’ zei Rick op geamuseerde toon. ‘Mijn moeder zal je heus niet opeten! Bedenk maar dat niemand meer kan doen dan je met één blik laten verschrompelen - als je het type bent dat zich laat verschrompelen!’