Hoofdstuk 5

 

 

 

Maar Mrs. Vandraaton was veel te beschaafd om iemand met een blik te laten verschrompelen. Ze negeerde Melanie eenvoudig en omhelsde haar zoon met moederlijke onstuimigheid.

‘Lieverd, wat ben ik blij dat je er bent!’ riep ze uit. ‘En gisteravond heb je het zo druk gehad met je vader, dat ik geen gelegenheid kreeg om echt met je te praten. Nu kun je me alles vertellen!’

Melanie vroeg zich na deze woorden af of ‘alles’ nieuws over Diane betekende.

Een oudere dame met afschuwelijk geverfd haar, die zich strompelend voortbewoog met behulp van een stok en later aan Melanie werd voorgesteld als tante Octavia, verscheen als volgende op het toneel. Ze dook op uit de koele diepte van de hal en omhelsde Rick eveneens. Hij was blijkbaar erg in trek bij zijn vrouwvolk, wat het manvolk ook van hem mocht denken.

Tante Octavia tikte met haar stok op de marmeren plavuizen en keek vervolgens onderzoekend naar Melanie. Haar ogen waren scherp en absurd opgemaakt, maar het waren heel vriendelijke ogen, vond Melanie.

‘Dus u komt uit Engeland?’ zei ze. ‘Ik ken Engeland heel goed. Ik ben daar op school geweest en had er ook mijn eerste liefdesaffaire. Het was zo’n echte, vreselijk correcte Engelsman, en erg ver kwam het niet tussen ons. Maar u hebt rood haar en lijkt me niet zo op en top Engels. U ziet er uit alsof u zich zou kunnen laten gaan!’

Melanie voelde Ricks blikken bijna berekenend on haar gericht, en ze wist dat ze kleurde. In zijn ogen verschenen pretlichtjes.

‘Heb jij je ooit wel eens laten gaan, Melanie?’ vroeg hij. ‘Ik heb daar nooit eerder aan gedacht, maar met dat kleurrijke haar en dat koele soort jurken dat je draagt, doe je inderdaad denken aan vuur en ijs!’

Zijn tante trok hem met een hand op zijn arm weg.

‘Laat haar met rust, Rick. Het is niet aardig om een jonge secretaresse te plagen, wanneer ze zich niet vrij voelt om terug te plagen. Bovendien wil ik horen over die jonge vrouw van jou in Engeland... De dochter van een hertog, hebben ze me verteld, of de kleindochter van een hertog of zoiets.’

‘Het petekind van een hertog,’ verbeterde Rick haar traag. ‘En dat is een tikkeltje anders, maar toch wel indrukwekkend - als je gek bent op hertogen.’

‘Ach, zijn we dat niet allemaal?’ vroeg tante Octavia. ‘Vooral omdat het een uitstervend ras is!’

De thee werd geserveerd in een prachtige kamer, die een mengeling was van modern comfort en voorbije elegantie. Een bediende in jacquet had zojuist een theewagen naar binnen geduwd en tante Octavia vroeg of zij wat citroen kon krijgen. Er waren heel wat mensen, gestoken in nonchalante kleding, van wie de meesten de theewagen negeerden en in plaats daarvan een long drink namen. Een van hen was Ricks zuster Candy, die even donker was als hij, maar even levendig en mooi als een exotische bloem. Haar glimlach tegen Melanie was even vluchtig als die van haar moeder, maar ze bekeek haar langer dan haar moeder. En daarom zag ze ook meer.

Melanie hoorde Mrs. Vandraaton met een ijle, gereserveerde stem vragen of ze melk en suiker in haar thee wilde, en toen ze zei dat ze dat inderdaad op prijs zou stellen, klonk het antwoord nog gereserveerder:

‘Dat dacht ik al!’ Alsof het een belediging was.

Een jong dienstmeisje met een keurig gesteven schort bracht haar naar haar kamer, en Melanie was blij dat ze weer alleen was.

Het hele huis was van dikke vloerbedekking voorzien en de zijden gordijnen bewogen zachtjes in de luchtstroom van ventilatoren. De gordijnen waren ijsblauw en de vloerbedekking gebroken wit. De aangrenzende badkamer had een verzonken bad, dat eveneens ijsblauw was, en de badhanddoeken waren flamingoroze.

Melanie had er geen flauw idee van hoe laat het diner zou worden opgediend en het hele huis gonsde zo van activiteit dat ze het maar niet waagde het meisje te bellen. Ze veronderstelde dat er verscheidene belangrijke vrouwelijke gasten waren die het personeel wel wisten bezig te houden.

Daarom nam ze een bad, verkleedde zich en ging toen naar het balkon om te genieten van de boven de zee neerdalende avond.

Het was een adembenemende metamorfose, dat neerdalen van de avond boven Long Island. Het ene ogenblik was er genoeg licht om de fluweelachtige gazons en de donkere vorm van een ceder te onderscheiden, en toen flonkerden de sterren aan de hemel en leek de zee op een mooie vrouw die door de enerverende hitte niet in slaap kan komen.

Melanie had een zwart cocktailjurkje gekocht voordat ze uit Londen vertrok, en daarin gehuld ging ze naar beneden. Ook had ze een voor haar doen vrij dure avondjurk gekocht, maar ze had die niet aangetrokken, omdat ze niet zeker wist wat de anderen zouden dragen. Later besefte ze dat ze had kunnen weten dat ze er stuk voor stuk zouden uitzien als de genode gasten van een miljonair. De vrouwen waren omgeven door zijde en kant en beladen met diamanten en parels, en zonder uitzondering droegen de mannen witte smokings.

Rick had een romig-roze rozeknop nonchalant in zijn knoopsgat en in zijn borstzak was nonchalant een roodzijden zakdoek gestopt. Zijn ogen schitterden als zwarte kolen tussen zijn dikke wimpers en zijn haar glansde onder het lamplicht. Om zijn mond lag een spottende trek toen hij zijn moeders gasten opnam... En zij was degene die vrijwel elk van hen had uitgenodigd.

Melanie was een buitenstaander. Vooral voelde ze zich een buitenstaander, over het hoofd gezien en vergeten, toen ze zag hoe Rick werd ingepalmd dooreen mondaine vrouw met veel donkerder rood haar dan dat van haarzelf en een betoverende glimlach; ze zat niet alleen tijdens het diner naast hem, maar verdween later met hem in de tuin. Ze bleven zelfs veel langer dan een uur weg.

Jake Crompton was inmiddels gearriveerd met Lucas Vandraaton, en hij was degene die met Melanie te doen had. Hij toonde haar de grote bibliotheek met zijn stoelen van chroomstaal en leer en de Berbertapijten. Later verdwenen ook zij in de tuin en keken naar het opkomen van de late maan, die als een gevellantaarn boven de oplichtende zee hing.

Op de terugweg naar het huis zagen ze bij een paar hoge struiken een paartje staan. De vrouw had licht haar, en met een glimlach die in het maanlicht betoverend leek, keek ze naar een man met een al verwelkende rozeknop in zijn knoopsgat en een goedgevormd donker hoofd.

De vrouw protesteerde zacht.

‘O, Rick! Heeft iemand je ooit serieus genomen?’

‘Niemand,’ verzekerde hij haar, en hij boog zich wat dichter naar haar toe. Melanie keek vlug de andere kant uit, voordat een paar elegante handen zich om de witte mouwen van zijn smoking sloten en de vrouw ophield met lachen en protesteren. Ze dacht aan het meisje op London Airport - het meisje dat de peetdochter van een hertog was - en ze vroeg zich af wat voor soort man Rick Vandraaton in werkelijkheid was.

Jake Crompton lichtte haar hierover in.

‘Rick houdt van verandering. En verandering zeggen ze, geeft een aroma aan het leven!’ Maar in zijn stem lag een kil soort kwaadaardigheid.

Voordat ze elkaar welterusten wensten en Melanie zich terugtrok in haar weelderig ingerichte slaapkamer, deed Jake een voorstel:

‘Voel je er iets voor om morgenochtend vroeg op te staan en naar het strand te gaan om met me te zwemmen? Je mag ook pootje baden, als je niet zwemt.’

‘O, ja. Natuurlijk kan ik zwemmen. Ik heb zelfs een badpak meegebracht.’

‘Fantastisch! Is het een bikini?’

Ze schoot in de lach en ontkende dat het een bikini was.

‘Nou ja, wat het ook is - al is het zo’n Victoriaans ding met lange pijpen en kant aan de randen - ik weet zeker dat je er verrukkelijk in zult uitzien,’ verzekerdë hij haar. Er was iets in zijn stem dat uiterst vleiend was - zelfs nog vleiender dan zijn woordkeus. ‘Zorg maar dat je een half uur na zonsopgang, en niet later, op het gazon voor het huis bent. Het is dan heerlijk koel en om die tijd zullen we de zee voor onszelf hebben.’

‘En als ik me verslaap?’

‘Dan zal ik steentjes tegen je raam gooien.’

Maar ze had geen steentjes tegen haar raam nodig om de volgende morgen vroeg wakker te zijn. Misschien kwam het door de bijna drukkende luxe van haar bed, of door het feit dat het huis zo voelbaar stil was na New York - of enkel en alleen door het feit dat haar geest onrustig was, ofschoon ze zelf niet wist waarom - maar ze had al een vol uur naar de hemel zitten kijken toen de zon tenslotte opkwam. Ze hoorde voetstappen onder haar raam en ging, nadat ze een van de grote roze badhanddoeken en haar badpak had gepakt, naar beneden om zich bij Jake te voegen.

Hij droeg een korte broek en een open shirt, en onder zijn arm had hij zijn zwemspullen.

‘Op het strand staan een paar hokjes,’ vertelde hij. ‘Daar kunnen we ons verkleden.’

In de pracht van de vroege ochtend zwom ze de zee in. Melanie was een vrij sterke zwemster, en het blauwe water voelde aan als zachte zijde. Ze had nooit geweten dat het ’s morgens vroeg zo heerlijk kon zijn, en Jake, die eveneens een goed zwemmer was, loofde de manier waarop ze zonder enige angst voor hem uit zwom.

Als hij er niet bij was geweest, zou ze misschien te lang in het water zijn gebleven en kramp hebben gekregen, maar hij zorgde ervoor dat ze er op tijd uitging.

‘Zo is het welletjes,’ zei hij op een gegeven ogenblik, toen ze aan het watertrappen waren.

Ze had een geel badpak aan en een witte muts op. Toen ze de muts verwijderd had, en haar haar in een glanzende massa om haar kleine, goedgevormde hoofd viel, verrieden Jakes ogen zijn onverholen bewondering.

‘Waarom heb ik jou in vredesnaam nooit eerder ontdekt?’ vroeg hij zich hardop af. ‘Je werkelijk ontdekt, bedoel ik!’

‘Voordat Mr. Vandraaton me vroeg of ik met hem mee wilde gaan naar Amerika?’ vroeg ze zedig.

‘Ja. En aangezien hij erop staat dat je hem Rick noemt, waar hij bij is, kun je hem ook wel Rick noemen waar ik bij ben.’ Ze bleven voor de hokjes staan. Het witte strand leek in het licht van de vroege ochtend nog witter dan de vorige dag, en de golven kabbelden zachtjes. ‘Heb je soms een hulpje nodig voor het drogen van je haar?’ vroeg hij, eveneens zacht. ‘Een sterke hand met een badhanddoek?’

Melanie schudde haar hoofd, en het zonlicht glinsterde op de diepe rijke golven van haar haar.

‘Nee, dank je, dat droogt vanzelf wel.’

Hij stak een hand uit en raakte het aan. En toen streek hij met diezelfde hand langs de welving van haar wang en de zijkant van haar hals en gladde schouder.

‘We moeten dit morgenochtend weer doen,’ zei hij, maar hij concentreerde zich op de warme kleur in haar gezicht en de breekbaarheid van haar figuurtje in het gele badpak. Omdat ze die zomer niet veel gelegenheid had gehad om te zwemmen, was haar huid nog wit - maar tegelijk zo verlokkelijk blank als een witte roos. Jake geloofde niet dat hij ooit zulke ogen had gezien - zo grijs als rook van een houtvuur - zo heerlijk verlegen omdat hij naar haar keek met alle bewondering van een kenner, die vrouwelijk schoon wist te waarderen.

‘We kunnen beter teruggaan, hè?’ zei ze, terwijl ze zich haastig omdraaide. ‘Anders missen ze ons nog.’

‘Niemand zal ons voorlopig missen,’ verzekerde hij haar. ‘De meesten zullen in hun kamer ontbijten, en jij en ik zijn de enigen die werkelijk onverschrokken zijn.’

Lachend greep hij haar bij de arm toen ze de kabine wilde ingaan; met een heftige beweging nam hij haar in zijn armen.

Melanie voelde hoe zijn koele, harde mannelijke mond stevig op de hare werd gedrukt, en toen ze zich verzette, zoog hij zich nog steviger op haar lippen vast.

Ze had nog nooit in haar leven zo’n weerzin gevoeld, en ze verzette zich zo heftig dat hij haar tenslotte moest loslaten. Maar hij glimlachte met een vreemd soort voldoening terwijl ze naar hem stond te kijken.

‘Dat was prettig,’ zei hij. ‘Heel prettig!’

‘Maar ik zou je aanraden het niet nog eens te doen, tenzij de dame er net zo over denkt als jij!’ klonk Ricks stem, snijdend en koud als ijs. Hij was van achter een van de kabines vandaan gekomen, en zijn lage, crèmekleurige auto stond een eindje verder op de weg op hem te wachten. ‘En op de een of andere manier kreeg ik de indruk dat Miss Blake er niet zo als jij over dacht - op dat ogenblik in elk geval niet!’

‘Op dat punt zou je het wel eens mis kunnen hebben,’ antwoordde Jake koel, maar er lag een boosaardige glinstering in zijn ogen. Voor een man die zo hulpvaardig de zoon van zijn werkgever had ‘gedekt’ was er weinig sympathie te bekennen in de blik die hij hem nu toewierp. ‘Ik geloof niet dat Miss Blake om hulp heeft geroepen. Daarom lijkt me je inmenging een tikkeltje misplaatst. Wij hebben ons er gisteravond ook niet in gemengd, toen je in het maanlicht je kans waarnam bij die aantrekkelijke weduwe, Janet Carey.’

Op Ricks gezicht was alleen maar een uitdrukking van minachting te lezen.

‘Van mijn kans waarnemen was in de verste verte geen sprake.’ Zijn blik ging naar Melanie, die het gevoel had dat haar hele lichaam bloosde van verwarring. ‘Ga je aankleden, Melanie. Dan zal ik je mee naar huis nemen.’

Ze verdween onmiddellijk, en terwijl ze wegliep, zei Jake tegen Rick:

‘Voor jou is ze dus Melanie en voor mij Miss Blake! Laten we hopen dat het binnenkort niet mijn beurt zal zijn om voor dolende ridder te spelen!’

Toen Melanie tevoorschijn kwam in haar frisse katoenen jurkje, met de vochtige badhanddoek opgerold onder haar arm, was Jake verdwenen en stond Rick in zijn eentje op haar te wachten. Hij nam haar op met een vreemd effen, onderzoekende blik, en opnieuw had ze het idee dat ze van top tot teen bloosde. Ook had ze het gevoel dat ze iets vies had gedaan, en die sensatie was verre van prettig.

‘Stap in,’ zei Rick, toen hij even later het portier voor haar openhield.

‘Het spijt me dat ik je zoveel moeite heb bezorgd,’ zei ze.

‘Het is helemaal geen moeite. Maar je bent niet bepaald handig, hè? Jake is jouw soort namelijk niet.’

‘Dat weet ik,’ antwoordde ze. ‘Maar ik dacht alleen maar dat het leuk zou zijn om met hem te gaan zwemmen.’ Ze had eraan toe kunnen Voegen: ‘Hij was de enige die iets met me te maken wilde hebben!’ Maar wijselijk hield ze haar mond.

Rick keerde de auto en ze zetten koers naar het grote weekendhuis van de familie, dat vol gasten was. Hij hield zijn ogen op de weg voor hem gericht, toen hij haar meedeelde:

‘Ik was van plan je te vragen of je wat later met me wilde gaan zwemmen, maar ik wist niet dat je zoveel haast had. Ik dacht dat je moe zou zijn na al je inspanningen van de afgelopen dagen.’

Zwijgend, ineengedoken zat ze naast hem. Ze voelde zich vreemd gedeprimeerd. De aantrekkelijke vrouw met het haar dat roder was dan het hare, was dus weduwe, en ze heette Janet Carey. En Rick kuste haar in het maanlicht! Ongetwijfeld had hij haar meer dan eens in het maanlicht gekust, met het ruisen van de branding in hun oren. En met haar eigen ogen had ze hem een andere jonge vrouw zien kussen, die zo heel duidelijk verliefd op hem was!

Welk recht had hij dus om haar van Jake te redden?

Ricks hand omsloot de hare, die slap op haar schoot lag, en hij gaf er een kneepje in, zoals hij al eens eerder had gedaan.

‘Vergeet het maar,’ raadde hij haar aan. ‘Jake valt in wezen wel mee, alleen kan hij zijn handen niet van een mooi meisje afhouden. En jij bent niet alleen mooi - je bent buitengewoon mooi!’

‘Dank je,’ antwoordde ze nogal effen.

Hij begon te glimlachen.

‘En ik geloof dat je ook buitengewoon aardig bent - ongewoon aardig, misschien!’

Hij trapte het gaspedaal in, en daar het een open auto was, suisde de wind om de hoeken van de voorruit en blies Melanie’s rode haren naar achteren. Geleidelijk klaarde haar gezicht op, want de ochtend was zo mooi; de zee waarin ze even te voren zo blij had gezwommen, was zo ongelofelijk blauw; de hemel was strak en wolkeloos. Ze flitsten langs de mooiste tuinen en de weelderigste huizen, en pas toen ze een paar kilometer gereden hadden, besefte Melanie dat waar ze ook heengingen, dat in elk geval niet naar het statige huis van Rick was.

Ze begon er plotseling over en Rick glimlachte opnieuw.

‘Heb je soms haast om terug te gaan naar al de anderen?’

‘Natuurlijk niet.’

‘Dat kwam recht uit je hart. Geniet je niet van het weekend?’

‘Ik voel me er een beetje buiten staan,’ gaf ze toe.

‘Dat komt omdat je niemand kent, en mijn moeder is niet bepaald geschikt om mensen op hun gemak te stellen. Maar tante Octavia is een juweel van een vrouw, wanneer je haar eenmaal kent. En met de ouwe heer zit het ook wel goed.’ Ze reden met angstwekkende snelheid verder, en tegen de tijd dat hij weer sprak, sprankelden haar ogen weer een beetje en was er een warme kleur op haar wangen gekomen. Hij wendde zijn ogen een seconde van de weg af en keek haar waarderend aan. ‘Zo is het beter,’ zei hij. ‘Maak je maar niet bezorgd over dit weekend. Ik zal Candy vragen of ze een oogje op je houdt.’

‘Je zuster?’

‘Ja.’

‘Die ziet er ook niet bepaald gelukkig uit.’

een tocht op een oceaanreus of de zon zien ondergaan op do Bahama-eilanden. Ze had absoluut niets gedaan, en Rick keek haar aan alsof haar bekentenis hem intrigeerde. Ook keek hij alsof hij haar niet helemaal geloofde.

‘Dan heb jij nog enorm veel te doen, m’n kind! Je hebt nog zoveel ervaringen tegoed, dat ik je bijna benijd. Ik wou dat ik je sommige van de dingen kon laten zien die je nog niet gezien hebt. Ik zou je reactie wel eens willen zien.’

‘Het is hoogst onwaarschijnlijk dat ik ook maar één van de dingen doe die jij ooit heb gedaan,’ herinnerde ze hem triest. ‘Ik ben toevallig niet de dochter van een miljonair - alleen maar een heel nederige secretaresse van de zoon van een miljonair.’

Er verscheen een raadselachtige uitdrukking in zijn ogen terwijl hij haar bestudeerde.

‘En een verdraaid goeie secretaresse ook. Ik hoop dat je nu niet naast je schoenen gaat lopen!’.Hij bleef haar over het tafeltje heen opnemen, en het verrukkelijke aroma van de koffie wolkte als wierook om hun hoofden. ‘Heb je er spijt van dat ik je zo plotseling meesleurde naar Amerika, Melanie?’

‘Nee, natuurlijk niet. Ik ben je er juist erg dankbaar voor!’ ‘Zelfs al voel je je een beetje buitengesloten wanneer mijn moeder in de buurt is?’ Hij staarde naar zijn bord, en voordat ze kon antwoorden, herhaalde hij: ‘Ja, ik geloof wel dat het erg leuk zou zijn om jou de dingen te laten zien die je nog nooit eerder hebt gezien, en nooit hoopte te kunnen zien, Melanie!’ Hij bood haar een sigaret aan en gaf haar vuur, en toen hun ogen elkaar boven het vlammetje van de aansteker ontmoetten, kreeg ze in het diepst van haar wezen een vreemde, onzekere sensatie. Ze voelde zich ongerust en bang. O, nee! zei ze tegen zichzelf, terwijl ze in die donkere, vloeibare diepte keek en haar eigen gezicht erin weerspiegeld zag. Laat dat niet gebeuren...! Laat mij dat niet overkomen! Omdat het absoluut hopeloos zou zijn!

Ze was zo geschokt en van haar stuk gebracht, dat de kleur wegtrok van haar gezicht en ze een andere kant moest uitkijken.

Rick nam haar met een aandachtige uitdrukking op.

Ze begon vlug te praten over iets dat haar werkelijk dwarszat en haar al dwarsgezeten had vanaf die avond in Ricks hotelsuite in New York: toen ze Jake zijn opinie ten beste had horen geven dat er weinig hoop was voor Rick, voor zover het over het Nonpareil en zijn vader betrof. Ze had de blik in de ogen van de bedrijfsleider, toen hij de opmerking maakte, zo verafschuwd, dat ze hem onmogelijk had kunnen vergeten.

‘Hoe lang ken je Mr. Crompton al?’ vroeg ze.

‘O, een jaar of zo,’ antwoordde Rick. ‘Althans niet veel langer. Mijn vader kent hem al veel langer.’

‘En hij vertrouwt hem?’

‘O, absoluut.’

‘En jij?’ vroeg ze, en opnieuw waagde ze een blik in zijn ogen.

Hij haalde zijn schouders op.

‘Als man loop ik niet bepaald hard met hem weg, als je dat bedoelt. Maar ja, ik vertrouw hem. In heel wat opzichten ben ik hem nogal wat verschuldigd.’

‘In welke opzichten?’

‘O...’ Hij haalde zijn schouders weer op. ‘Hij probeert me wat belangstelling voor het werk bij te brengen, en zonder hem zou ik waarschijnlijk al lang uit Engeland zijn weggehaald. Mijn vader stelt absoluut vertrouwen in hem, omdat hij een man is aan wiens bekwaamheid niet te twijfelen valt. En ik geloof dat hij mij tolereert - hoewel we elkaar eigenlijk niet zo mogen - omdat hij zich tegenover mijn vader verplicht voelt. De oude heer heeft een heleboel voor hem gedaan toen hij jonger was en hem min of meer in het zadel geholpen. Hij had geen achtergrond en geen geld, maar nu heeft hij een uitstekende vaste baan. Daarom doet hij voor mij wat hij kan.’

Maar de uitdrukking op zijn gezicht was absoluut zuur.

Slecht op haar gemak keek ze hem aan.

‘En hij zal geen wrok tegen je koesteren vanwege... vanwege vanmorgen...?’

Ze kreeg een kleur en kon niet verder gaan, en hij lachte geruststellend, oprecht geamuseerd.

‘Dat is ze ook niet, omdat ze wil trouwen met iemand die geen genade kan vinden - althans niet in de ogen van mama!’

Het lag op haar lippen om te zeggen dat trouwen in zijn familie niet bepaald iets was dat langs strikt conventionele lijnen verliep, of zelfs maar langs heel harmonieuze lijnen. Hij stuurde de auto van de hoofdweg af en reed de oprit in van een houten chaletachtig cafeetje, dat aan de rand van een groen gazon stond en uitkeek op de oceaan. Het volgende ogenblik kon ze het pittige aroma van verse koffie ruiken.

‘Ontbijt!’ zei Rick. ‘Ik dacht dat je daar wel trek in zou hebben.’

‘Maar...’

‘Geen gemaar!’ Hij nam haar bij de arm en leidde haar lachend over het grintpad. ‘Heb ik je dat al niet eens eerder gezegd, toen je ook in zo’n protesterende bui was?’

Ze lachte terug. Plotseling voelde ze zich zorgeloos, en van dat ogenblik af - althans tijdens die ochtenduren - verdween de verhouding werkgever-werkneemster en werden ze doodgewoon een man en een meisje die zich op een vreemde manier tot elkaar aangetrokken voelden, ofschoon ze zelf de reden van die aantrekkingskracht niet onder woorden konden brengen.

Ze gingen op de veranda aan een tafeltje zitten dat overdekt was met een vrolijk geruit kleedje. Een opgewekte vrouw bracht hun een afgeladen dienblad met koffie, ham en eieren. Melanie ontdekte dat ze inderdaad rammelde van de honger, aangezien ze weinig gegeten had tijdens het overvloedige diner van de avond tevoren. Rick leek bijna evenveel honger te hebben als zij.

Ze praatten en ze lachten, en na verloop van tijd begonnen ze een beetje ernstiger te praten over de dingen die hun allebei interesseerden. Rick vertelde haar dat hij het liefst van alles rond de wereld reisde en dat bergbeklimmen een van zijn lievelingssporten was.

Melanie bekende dat ze zelfs nog nooit een voet op een berg had gezet en nog nooit in de open lucht had geslapen, zoals hij zo vaak had gedaan wanneer hij er een weekendje op uit was getrokken om te vissen of te jagen. Ze had nooit de opwinding gekend van

‘M’n beste kind, opnieuw moet ik zeggen: wat ben je nog jong! Je wilt dat van vanmorgen vergeten? Goed, dan moet je Jake in de toekomst niet de gelegenheid geven zich over te geven aan zijn zwakheden.’ Zijn gezicht werd plotseling heel ernstig. ‘Ik hoopte dat je het al vergeten had. Ik dacht dat het ontbijt in de open lucht alle onprettige gedachten uit je lieve hoofdje zou verdrijven.’

‘O, maar dat is ook wel gebeurd,’ verzekerde ze hem.

Ze vertelde hem echter niet dat er meer nodig zou zijn dan een ontbijt in de open lucht om het onprettige gevoel ten opzichte van Jake kwijt te raken, dat niets te maken had met zijn verlangen om haar op een onbewaakt ogenblikje nog eens te kunnen kussen.

Op de terugweg stopten ze op een van de uitzichtpunten en keken ze over het sprankelend blauwe water naar de rookpluimen aan de horizon, die het spoor van passerende schepen markeerden.

‘O, wat een fantastisch gezicht,’ zuchtte Melanie. ‘Voor mij is dit werkelijk iets onuitsprekelijk moois!’

Rick draaide zich naar haar toe, legde zijn handen op haar schouders en keek haar met een tedere glimlach aan.

‘Weet je, Melanie,’ zei hij, ‘dat ik je een heel lief meisje vind?’ Toen verscheen die ernstige uitdrukking weer op zijn gezicht. ‘Het spijt me van vanmorgen. Je zag er zo overstuur uit toen ik op het strand kwam. Ik wou dat ik de herinnering aan die afschuwelijke, ongewilde kus van Jake kon wegvagen.’

Hij keek haar een ogenblik peinzend aan en boog zich toen wat dichter naar haar toe. Met een lichte beweging ging hij met zijn lippen over haar wang - waarna het heel natuurlijk scheen dat diezelfde lippen haar mond vonden.

Jakes mond was koel en stevig geweest, maar die van Rick was zelfs nog steviger; onder de oppervlakte van zijn uiterlijke koelheid ging de warmte van een intense hartstocht schuil. Net even onder de oppervlakte... Maar er was een speciale vonk voor nodig om die warmte te ontsteken. Melanies lippen waren te verrast en te onzeker om die vonk op dat ogenblik te kunnen veroorzaken. En in elk geval was het een zuiver experimentele kus... en een kus van verzoening, als vergoeding voor een minder prettig voorval dat haar van haar stuk had gebracht.

Ze was absoluut niet in staat iets te zeggen of te doen toen hij achterover leunde en haar met één opgetrokken wenkbrauw aankeek.

‘Je kunt Jake nu tenminste vergeten,’ zei hij. ‘Ik heb de bezoedeling tenietgedaan.’

Toen startte hij de auto, koel en kalm - in tegenstelling tot Melanie, die haar hart nu, zij het wat laat, tegen haar ribben voelde bonken. Had ze maar geweten dat hij haar zou kussen! Hij had de bezoedeling van Jakes mond tenietgedaan, zoals hij het had uitgedrukt, maar hij had een stempel van zijn eigen mond op haar lippen achtergelaten!

Zonder dat hij het zag, bracht ze op de terugweg een hand naar haar lippen, en het was net alsof ze nieuw en vreemd aanvoelden.

Toen ze terugkwamen, stond Mrs. Carey in de oprijlaan al op hen te wachten, en ze nam Rick onmiddellijk in beslag. Hij liep zonder meer met haar mee, behalve dan dat hij Melanie nog eens verzekerde dat hij aan zijn zuster zou vragen of ze er voor wilde zorgen dat Melanie niet verwaarloosd werd.

Boven, in haar kamer, rolde Melanie haar badhanddoek open en hing hem met haar badpak op het balkon te drogen. Toen ze haar kamer weer inkwam, zag ze dat er iets uit de doek op de grond was gevallen, en ze raapte het op. Het was een verfrommeld velletje duur postpapier, blijkbaar het onderste gedeelte van een brief. Het stuk van de tekst dat nog te lezen was, was geschreven in het handschrift van een vrouw en luidde:

 

...Natuurlijk heb ik begrepen hoe je het geregeld hebt, en je kunt ervan verzekerd zijn dat ik geen tijd zal verliezen. Lieveling, ik vind deze scheiding net zo afschuwelijk als jij, maar we weten dat het niet voor lange duur zal zijn. En met een beetje geluk zal erin de toekomst ook nooit meer sprake van zijn!

Je eigen Di.

 

Melanie staarde naar het geschrevene. Je eigen DI!... Waarom voltooide die afkorting zich in haar geest en moest ze denken aan Diane - Diane Fairchild?

En wat belangrijker was, hoe kwam dit stukje van een brief in haar badhanddoek terecht? Tenzij... de doek van Jake was eveneens roze geweest. Mogelijk waren een heleboel voor de gasten bestemde badhanddoeken roze... En ze had de hare achteloos neergesmeten op het strand, klaar om zich ermee te kunnen afdrogen wanneer ze uit het water kwam, en Jake had die van hem zorgvuldig opgerold er naast gelegd. In haar verwarring had ze bij het verlaten van het strand Jake’s badhanddoek opgepakt, en het stukje van de brief had erin gezeten.

Jake’s badhanddoek, Jake’s brief... Jake’s Diane?

Maar als dat zo was, wat was dan Ricks positie?