Woord vooraf


‘Die Zukunft wird nämlich entschieden
Im Streit um die Vergangenheit

Wolf Biermann, ‘Im Steinbruch der Zeit’, van de cd Paradies uff Erden

Berlijn is nog steeds een jonge stad – de grote uitbreiding en opbloei vonden pas plaats in de tweede helft van de 19de eeuw – maar een belangrijk deel van de moderne Duitse en Europese geschiedenis speelde hier en drukte meer dan een eeuw lang een onuitwisbaar stempel op de levens van miljoenen mensen. Of die nu de opkomst van het Duitse keizerrijk, het communisme en het fascisme meemaakten, of de bombardementen van de geallieerden en de onderdrukking van Stalin in de oostelijke stadshelft, of leefden in de geïsoleerde cocon van het westelijke deel – de sporen van dat verleden zijn in Berlijn nog overal zichtbaar. Maar hoe langer ik in Berlijn verblijf en er mijn zintuigen de kost geef, des te meer ga ik me realiseren dat dat loodzware verleden er misschien wel voor zorgt dat de blik van de Berlijners voortdurend op de toekomst is gericht. Overal schieten gebouwen en nieuwe ideeën uit de grond en terwijl je je verwonderd afvraagt wat het allemaal voorstelt, struikel je over de restanten van de fundamenten waarop het wordt gebouwd. Ironisch genoeg schieten mij dan steeds de eerste woorden van het volkslied van de voormalige DDR te binnen: ‘Auferstanden aus Ruinen/Und der Zukunft zugewandt.’ Woorden die twee regels verder moesten rijmen op ‘Deutschland, einig Vaterland’, en derhalve vanaf begin jaren zeventig niet meer gezongen mochten worden. En over ironie gesproken: voor de viering van het feit dat twintig jaar geleden de Muur viel, werd in 2009 het laatste stuk van graffiti vergeven Muur, de vermaarde East Side Gallery langs de Spree in de Mühlenstraße, schoongespoten en vakkundig gerestaureerd, zodat het er goed uitzag bij de viering in november 2009.

Nergens zie je de (soms letterlijke) herrijzenis van Berlijn duidelijker dan op de gerenoveerde Potsdamer Platz, vóór de Tweede Wereldoorlog hét uitgaanscentrum van Berlijn, tijdens de Koude Oorlog een verlaten vlakte op de grens van Oost en West, en nu een hypermodern vermaakscentrum van glas en staal, met daarin verwerkt de ruïnes van de vooroorlogse historische façade en twee zalen van het vroegere Hotel Esplanade. Om je heen zwaaien de hijskranen als stalen ballerina’s onverdroten door en wordt het beton met miljoenen kubieke meters tegelijk gestort.

Even verderop, bij de Brandenburger Tor, sinds oktober 2002 weer in oude luister hersteld, ligt het schitterende Hotel Adlon te pronken in al zijn exclusiviteit en rijden de limousines met prominenten en internationale beroemdheden af en aan. Inmiddels is het alweer meer dan twintig jaar geleden dat op deze plek in een grauw decor VOPO’s (Volkspolizisten, grenssoldaten) patrouilleerden en mensen aan de westzijde van de Muur op een houten stellage klommen om te kijken naar de overkant, of naar vrienden daar die niet naar het Westen mochten. De Berlijnse volksmond (minder deftig aangeduid als ‘Schnauze’) noemt deze voormalige spookplek al ‘Berlins gute Stube’.

Wo sind die Tränen von gestern abend, Wo ist der Schnee vom vergangenen Jahr?

Maar als het verleden voortdurend plaats moet maken voor de nieuwbouw van de toekomst, dan komen onherroepelijk mensen in opstand tegen die opruimwoede die zo vaak gepaard gaat met een behoefte aan vergeten. Velen willen echter niet vergeten. Of het nu gaat om het zoveelste monument dat herinnert aan de Holocaust (ruim tien jaar woedde een strijd over het Holocaust-Monument van Peter Eisenman tussen Potsdamer en Pariser Platz) of om plekken die herinneren aan de Muur en de praktijken van het infame Ministerium für Staatssicherheit (MfS), dat helemaal intact is gelaten in een grauwe Oost-Berlijnse buitenwijk maar nu vooral dienstdoet als gedenkplek.

Geschiedenis en vooruitgang, tussen die twee polen wordt de bezoeker van Berlijn heen en weer getrokken en natuurlijk ook aangetrokken – een stuitertocht langs ruïnes en nieuwbouw, vergane glorie en protserige nieuwigheid, maar ook langs schitterend gerestaureerde gebouwen en fascinerende glas-staalconstructies. En daartussen een mix van uitgaansmogelijkheden in de meest New Yorkse stad van Europa, in een Duitse ‘City that never sleeps’ – want Berlijn kent nog steeds geen Polizeistunde, dus mogen nachtclubs, cafés en andere gelegenheden openblijven zolang als het hun zelf goeddunkt (‘totdat niemand meer op z’n benen kan staan of er een arts moet komen’, luidt de aanduiding van de sluitingstijd van een café in Prenzlauer Berg). Je kunt er eten in restaurants waar je als een klassieke Romein kunt aanliggen of waar het zo donker is dat je je volledig op de smaak van het eten kunt concentreren; je kunt rondleidingen krijgen met informatie over gay nazi’s en ‘sexpionage’ in DDR-tijden, de travestieshows zijn er vermaard, de muziek- en literaire scene ongebreideld creatief en de biertuinen beroemd.

Berlijn richt zich op de vooruitgang, en die vooruitgang oefent, zoals altijd, de meeste aantrekkingskracht uit op de jeugd. Jongeren trekken dan ook in groten getale naar de nieuwe Duitse hoofdstad, niet alleen uit de rest van Duitsland, maar ook uit Nederland, Polen en Rusland. Geen wonder dat Engels in deze kringen bijna net zo veel gesproken wordt als Duits.

De gebruikers van deze gids krijgen uiteraard les musts de Berlin voorgezet – met dien verstande dat die voortdurend van uiterlijk en inrichting veranderen en nieuwe kandidaten zich onafgebroken melden –, verder ook, zeker in de praktische tips die zowel achterin als verspreid door de gids staan, een aantal voor specifieke doelgroepen interessante adressen en tips.

De Franse schilder Fernand Léger (1881–1955) verzuchtte eens: ‘Berlijn is modern, modern als gevolg van al dat licht, dat wil zeggen, de strijd van de stad tegen de nacht. Ik ben nu al acht dagen in Berlijn en heb geen nacht gezien.’ Ook Léger had bij lange na niet alles gezien en het aantal lichtbronnen dat nooit meer uitgaat, is sinds Légers verzuchting alleen maar explosief toegenomen. Maar is dat geen prachtige reden om nog eens terug te keren? En voor het geval je niet zeker weet of je nog eens terugkeert naar Berlijn, dat dan weer helemaal zal zijn veranderd, dan laat je toch gewoon je koffer achter...

Denn wenn ich Sehnsucht hab’,
Dann fahr’ ich wieder hin
.

Frans T. Stoks,
Maastricht, zomer 2009

f0012-01

Berlijn overzichtskaart
Klik op een van de volgende deelkaarten voor een vergroting: linksboven, rechtsboven, linksonder en rechtsonder.

f0014-01

Berlijn omstreeks 1400