Spandauer Vorstadt en
Prenzlauer Berg

4


De wijken Spandauer Vorstadt en Prenzlauer Berg in oostelijk Berlijn staan model voor een laat-19de-eeuwse arbeiderswijk. Vlak achter de Alexanderplatz en rondom de Rosa-Luxemburg-Platz lag het Scheunenviertel (letterlijk ‘Schuurtjeswijk’) dat samen met de Spandauer Vorstadt als centrum van het joodse leven gold. Aan het eind van de 19de eeuw hadden zich hier vanuit het oosten veel joden gevestigd die op de vlucht waren voor de pogroms in Polen en Rusland. In de Tweede Wereldoorlog is Prenzlauer Berg relatief gespaard gebleven.

In de loop der jaren – ruim voor de val van de Muur – wist deze wijk zich te ontwikkelen tot een plek met een geheel eigen gezicht, waar tegendraadse, weerbarstige en creatieve individuen hun draai hadden gevonden. In ‘Prenzelberg’, zoals deze stadswijk wordt genoemd, begon de revolutie in de DDR (Gethsemanekirche). Het naburige Kreuzberg ging Prenzelberg voor toen de inmiddels welgesteldere krakers van voorheen zich er settelden en hun in de ICT-sector verdiende Porsches en Mercedessen voor de inmiddels gekochte kraakpanden parkeerden en antikraakwachten betaalden om de buurpanden veilig te stellen. Nu gebeurt hetzelfde in Prenzlauer Berg en verhuist de Scene naar het aangrenzende Friedrichshain en nog verder voormalig Oost-Berlijn in. De yuppieficatie is onstuitbaar, niet tot ieders tevredenheid. Maar er valt nog veel moois en creatiefs te zien in deze wijk.

Spandauer Vorstadt

Aan de noordzijde van de S-Bahndamm en station Hackesche Markt ligt de Spandauer Vorstadt. Het is een klassieke arbeiderswijk met fraaie binnenplaatsen. Veel huizen zagen er tien jaar geleden nog onderkomen uit en er werd veel gekraakt. Dat kwam onder andere doordat in het socialistisch blok lage huurprijzen (net als prijzen voor brood en openbaar vervoer) tot de heilige en onaantastbare verworvenheden van het socialisme werden gerekend. Maar met een huurplafond van soms nog geen tachtig mark was het voor eigenaars onmogelijk de huizen te onderhouden, laat staan op te knappen. Het verval in de oude binnensteden van de DDR was derhalve enorm. Bijkomend probleem bij de sanering van deze huizen was dat na de Vereniging veel huizen werden teruggegeven aan oorspronkelijke eigenaars. In veel gevallen waren dat in deze wijk de erfgenamen van in de oorlog omgekomen joden, en gingen de aanspraken terug tot 1935 (de uitvaardiging van de Neurenbergse rassenwetten).

f0074-01

Spandauer Vorstadt
Klik op een van de volgende deelkaarten voor een vergroting: linksboven, rechtsboven, linksonder en rechtsonder.

Brauhaus Lemke

De dam waarop de S-Bahn van oost naar west is gebouwd, is met zijn 757 bogen het grootste bouwwerk van Berlijn. In een van die bogen, nr. 143 aan de Dircksenstraße, is sinds 1999 Brauhaus Lemke gevestigd, een prachtig Bierhaus waar verschillende soorten bier worden gebrouwen en waar je heerlijk ontspannen in een rotanstoel, op een leren loungebank, gewoon aan een lange tafel of ’s zomers in de Biergarten van je glas bier kunt genieten. En zoals het hoort in Berlijn, ‘dagelijks geopend van 12.00 uur tot ????’.

Hackescher Markt

Het S-Bahnstation Hackescher Markt werd omstreeks 1880 gebouwd en in 1997 gerestaureerd. In de tussentijd heette het ook station ‘Börse’ en ‘Marx-Engels-Platz’. Het is genoemd naar commandant graaf von Hacke, die hier in 1751 een markt liet aanleggen. Let vooral op het mooie metselwerk.

Hackesche Höfe

Waar de Oost-Berlijners vooral trots op zijn, is de restauratie van de Hackesche Höfe. Tot 1994 zag de eerste binnenplaats aan de Rosenthaler Straße 40 met het Varieté Chamäleon en het Hackesches-Hof-Theater er onderkomen uit, maar vroeger waren op de benedenverdiepingen restaurants en cafés gevestigd, evenals werkplaatsen en relatief comfortabele woningen. De ontwerpers ervan stond een ideaal voor ogen van wonen, werken en ontspanning op één plek. Bovendien moesten bewoners en bezoekers, die hun hele leven in de stad doorbrachten, hier een soortgelijke ervaring krijgen als wanneer ze in de vrije natuur zouden zijn; vandaar de ornamenten en golvende lijnen op met name de eerste binnenhof. In dit grootste complex in zijn soort in Europa – met maar liefst acht binnenplaatsen – werden redelijk comfortabele woningen voor die tijd (ca. 1900) gebouwd. Om meer licht te krijgen, werden de binnenplaatsen waar gewerkt werd, met witte tegels bekleed, de motieven vertonen Jugendstil-kenmerken. Dankzij het variété en het theater is weer volop leven op de binnenplaatsen. De verderop gelegen binnenplaatsen zijn in crèmekleur gestuukt. De smeedijzeren balkons werden helemaal op het laatst (omstreeks 1998) toegevoegd, omdat een oude bewoonster zich herinnerde dat die er vroeger ook hadden gezeten. De merkwaardige fiets op de achtste hof, met plaats voor zes personen die elkaar allemaal in de ogen kunnen kijken, staat bekend als de ‘Conference Bike’ en is een uitvinding van kunstenaar Eric Staller. Wim Wenders nam er een trapezescène op voor zijn film In weiter Ferne, so nah (1993), de follow-up van Der Himmel über Berlin.

Historisch interessant is ook de hof ernaast, op Rosenthaler Straße 39. Daar was een blindenwerkplaats gevestigd van een zekere Otto Weidt (1883–1947), waar bezems en borstels werden gemaakt. Weidt, een soort Berlijnse Oskar Schindler, hield talloze blinde en doofstomme joden aan het werk door tegenover Gestapo en Arbeitseinsatz vol te houden dat ze onmisbaar waren voor de economie. Hij slaagde erin te voorkomen dat zij op transport werden gesteld. Een gedenkplaat in de vloer meteen achter de deur herinnert hieraan.

Nu is er het Anne Frank Zentrum gevestigd, waar in een multimediale tentoonstelling aandacht aan het leven, de dood en de erfenis van het meisje uit het Amsterdamse achterhuis wordt gegeven.

common ANNE FRANK ZENTRUM. Geopend: okt.–apr. di.–zo. 10–18, mei–sept. 12–20 uur, common2 Hackescher Markt.

Neue Schönhauser Allee

In deze straat, tussen de Rosenthaler Straße en Weinmeisterstraße, kun je aan de huizen de diverse bouwstijlen aflezen. Het rijk gedecoreerde pand op nr. 13 is het voormalige Volkskaffeehaus, uit 1891, dat als een soort alcoholvrije gaarkeuken werd ingericht voor de behoeftigen van de stad. Het was een van de vele charitatieve joodse en christelijke instellingen in de Spandauer Vorstadt die kenmerkend waren voor deze wijk. Nu biedt het pand onderdak aan een hippe eettent, evenzeer kenmerkend voor de huidige yuppificatie (in Nederland bekend als het zogenaamde Jordaaneffect) van dit deel van Berlijn.

Op de hoek met de Münzstraße liggen de Kurt-Berndt-Höfe (vernoemd naar de architect die ze bouwde), waar je, net als bij de Hackesche Höfe, kunt zien hoe men aan het begin van de 20ste eeuw ernaar streefde wonen en werken in één complex onder te brengen. Het geheel werd in 1999 gerestaureerd en biedt nu onderdak aan onder andere het Goethe-Institut.

Sophie-Gips-Höfe

Op nummer 12 van de Gipsstraße bevinden zich de Sophie-Gips-Höfe. Gedurende de laatste dertig jaar van de 19de eeuw was hier een typisch Berlijns woon-en-werkcomplex ingericht waar aanvankelijk naaimachines en later rijwielkettingen werden gemaakt. Van 1948 tot 1989 werden, verdeeld over de drie binnenplaatsen, medische apparaten vervaardigd. Het complex dreigde na de Wende nog verder in verval te geraken, totdat het in 1995 door het kunstverzamelend echtpaar Erika en Rolf Hoffmann werd aangekocht. Hun streven was erop gericht de hoven toegankelijk te maken voor het publiek – waartoe ze een opening maakten aan de Gipsstraße. Ze stelden ruimten ter beschikking aan verdienstelijke kunstenaars en makers van in jazz gespecialiseerde radio en zorgden ervoor dat er een, inmiddels zeer trendy café kwam (Barcomi’s). De restauratie, voltooid in 1997, laat duidelijk zien hoe zorgvuldig men te werk is gegaan, zodat alle eerdere fases van het complex eraan afgelezen kunnen worden. Zelf stellen de Hoffmanns hun woning, die ze boven op het complex lieten bouwen, open voor publiek.

common KUNSTSAMMLUNG HOFFMANN. Geopend: za. 11–17 uur, alleen na reservering tel. 28499121, common3 Weinmeisterstraße.

Jonge Nederlandse kunstenaars in Berlijn

Berlijn oefent een enorme aantrekkingskracht uit op jonge kunstenaars. Kennelijk vormt het klimaat van voortdurende verandering van de stad een passend decor voor kunstenaars die vernieuwing hoog in het vaandel hebben staan. Jaarlijks trekken tientallen jonge Nederlandse kunstenaars erheen omdat ze de stad spannender, goedkoper, minder poenerig, druk of vol, of minder provinciaal vinden dan bijvoorbeeld Amsterdam of Rotterdam. Bovendien hebben ze minder moeite in het voormalige Oost-Berlijn geschikte woon- en atelierruimte te vinden.

Een van hen is de uit Rotterdam afkomstige Iepe B.T. Rubingh, die sinds 1997 in Berlijn woont. Als een van zijn eerste performances in Berlijn bouwde hij de Muur weer op, ‘om de geschiedenis niet verder af te breken’, aldus Rubingh. In 2001 dreef hij een reusachtig narrenschip de Hackesche Höfe binnen nadat hij twee jaar eerder de Rosenthaler Straße in èèn grote chaos had veranderd in een zogenaamde Joker Performance, waarin hij kritiek uitte tegen de oprukkende commercie in deze stadswijk. In 2002 manifesteerde hij zich bij het station van de Hackesche Markt met ‘Das Wunder von Berlin’. Het was een installatie in een boom, die er op willekeurige tijdstippen voor zorgde dat het onder die boom begon te regenen. Op internet (wunder.iepe.net) was alles te volgen en kun je nog steeds opnames van Rubinghs installatie zien. De bisschop van Berlijn zegende de boom in. Verder verhuurt Rubingh, die de bedenker is van het fascinerende schaakboksen, een Schachbox Apartement in de Leipziger Straße waar je tijdens een overnachting alles te weten kunt komen over die merkwaardige sportieve combinatiesport en je op een match kunt voorbereiden.

Een andere Nederlandse kunstenaar die inmiddels naam heeft gemaakt in Berlijn, is fotograaf Joep van Liefland. In 1996 kwam hij naar Berlijn ‘zonder geld en zonder vrienden’. Hij verdiende aanvankelijk de kost als koerier en krantenverkoper maar inmiddels is hij een gevierd beeld- en videokunstenaar met speciale belangstelling voor de ranzige marges van de stad. Tot de jonge generatie Nederlandse kunstenaars in Berlijn horen Waling Boers met zijn BüroFriedrich, een centrum voor internationale kunstenaars, de in Kreuzberg wonende Iris van Dongen en de confronterende Marc Bijl.

Ten slotte legde de Nederlandse schilder Ronald de Bloeme in de Berliner Zeitung nog eens uit waarom hij in 2000 naar Berlijn kwam. ‘Vergeleken met Rotterdam is het niveau van de kunstscene in Berlijn veel hoger.’ Het eerste half jaar verbleef hij met een stipendium in het Künstlerhaus Bethanien (zie p. 196). Sindsdien is hij in Berlijn gebleven, waar hij professionele erkenning vond. In 2007 won hij de belangrijke Duitse prijs voor de schilderkunst Energie, van energiebedrijf Vattenfall. Daarbij hoorde een tentoonstelling in de Berlinische Galerie, Museum voor Moderne Kunst, Architectuur en Fotografie in Berlijn.

Sophienstraße

Deze straat, vernoemd naar de ongelukkige en krankzinnig geworden Sophie Luise, de derde echtgenote van Friedrich I, hoorde in 1987, samen met het Nikolaiviertel en de Husemannstraße in Prenzlauer Berg, tot de drie restauratieprojecten van de DDR naar aanleiding van 750 jaar Berlijn. Toen kregen een paar straten in oude wijken een ‘socialistische’ opknapbeurt: een dun laagje verf en Putz op de gevels, en kelderwoningen en -winkels werden dichtgemetseld om de aanblik van de straat niet te verstoren. Op nummer 11 ligt het oudste huis in de straat (gebouwd vóór 1770), dat tevens het kleinste is (slechts twee verdiepingen en een mansarde) en het enige met een piepkleine kroeg (‘Probierstube’ geheten). Op het kerkhof van de Sophienkirche (1734), een van de weinige begraafplaatsen naast de kerk in Berlijn, ligt onder anderen de Pruisische geschiedkundige Leopold von Ranke (1795–1886) begraven. De ingang van de kerk ligt aan de Grosse Hamburger Straße.

Literair Berlijn

Berlijn oefent ook op jonge schrijvers een enorme aantrekkingskracht uit. Allen voelen de drang om te schrijven over de ‘grote stad’. Daarbij vormt Alfred Döblins grootsteedse roman Berlin Alexanderplatz (uit 1929) nog steeds een onuitputtelijke inspiratiebron (common1 p. 57). Een dergelijke roman kan alleen in Berlijn spelen, omdat die stad dat gewisse Etwas heeft dat Duitsers kennelijk niet in Hamburg of Frankfurt vinden.

Grote ster aan het literaire firmament is Wladimir Kaminer (geb. 1967). In 1990 kwam deze Rus op advies van zijn vader naar Berlijn en leerde er van Vietnamezen de weg in de stadsjungle van het Oost-Berlijnse Marzahn. Hij kraakte een pand in Prenzlauer Berg en slaagde erin als geluidstechnicus bij het theater en de omroep aan werk te komen. Hij publiceert regelmatig in het Duits in tijdschriften en heeft een doorslaand succes met ironisch getoonzette autobiografische verhalen over de waanzin van alledag die hij bundelde in boekjes als Russendisko (2000), Mein deutsches Dschungelbuch (2003), Ich bin kein Berliner (2007) en Es gab keinen Sex im Sozialismus (2009). Kaminer heeft aangekondigd dat hij in 2011 graag Oberbürgermeister van Berlijn wil worden.

De roman Mitte van Norman Ohler (geb. 1970) werd door het weekblad Der Spiegel aangemerkt als een van de weinige boeken die met recht kunnen worden vergeleken met Döblins Berlin Alexanderplatz. De roman speelt in het Scheunenviertel, de buurt rond de Hackesche Höfe. Met ‘Mitte’ wordt echter ook de grote bouwplaats bedoeld die Oost-Berlijn sinds de val van de Muur is geworden, met zijn opengebroken straten waaruit stoom omhoogkringelt, de vervallen woningen, het leger krakers en speculanten dat er is neergestreken, de uitgeflipte spuiters en hun dealers. Maar ook lijken in kelders.

De hoofdpersoon Less, uit de roman Junge Talente van de Berlijner Andrè Kubiczek, komt uit de provincie waar ‘een grauwsluier met een rood waas’ over het stadje hing. Om aan deze verstikkende omgeving te ontsnappen trekt hij, aan de vooravond van de val van de Muur, naar Oost-Berlijn, en dan vooral in de scene in Prenzlauer Berg. In de hoofdstad van de DDR maakt hij het ene na het andere avontuur mee en komt hij in contact met anarchisten, alternatieve dichters, eenzame punks en heel wat vrouwen. Een Bildungsroman met fraaie beschrijvingen van de alternatieve-jongerencultuur.

In zijn ‘Lehmann’-triologie (Herr Lehmann, 2001; Neue Vahr Süd, 2004 en Der kleine Bruder, 2008) ), een reeks romans van tekstschrijver, zanger en trompettist Sven Regener (geb. 1961), struikelt de dertigjarige, tragikomische hoofdpersoon door het leven, dat zich afspeelt in Kreuzberg in 1989. Hij bewoont een eenkamerappartement als hij niet in de kroeg zit. Zijn leven lijkt probleemloos totdat hij zich plotseling moet verdedigen tegen een hond, zijn ouders van het platteland op bezoek komen en er een vrouw in zijn leven opduikt. Mooie zedenschets van het leven van Kreuzberg-veteranen.

De roman Autopilot (2002) van de Berlijnse tv-journalist Norbert Kron (geb. 1965) speelt in de wereld van de media aan de hand van de berichtgeving over het neerstorten van een vliegtuig. Wat de tv en de tv-presentator ervan maken, is even huiveringwekkend als actueel. En erger wordt het als hoofdpersoon Michael Lindberg geconfronteerd wordt met zijn eigen impotentie. Een fraai verslag uit de Berlijnse mediawereld, die enorm is gegroeid sinds de Vereniging van de beide Duitslanden en de komst van de Bondsregering naar de Spree (common1 pp. 67-68).

Aan het begin van de ‘Berlin noir’-roman Fremd Gehen. Ein Nachtstück (2002) van Antje Rāvic Strubel (geb. 1974) worden delen van een lijk gevonden ter hoogte van de Admiralsbrücke in Kreuzberg. Het slachtoffer is kennelijk in de schroef van een schip terechtgekomen. Wiskundestudent Daniel Stillmann houdt niet van problemen waarvoor twee, elkaar tegensprekende oplossingen zijn, niet in zijn studie noch in zijn leven. Deze moderne Krimi ontwikkelt zich op bizarre wijze waardoor zelfs de geslachten van de personages niet meer vaststaan en de geschiedenis van de DDR nog voor onverwachte wendingen zorgt.

Irres Wetter (2000) van Kathrin Röggla (geb. 1971 in Salzburg) gaat over het hippe, moderne, snelle leven in de nieuwe Duitse hoofdstad, waar de dedicated followers of fashion elkaar de laatste tips geven, want stel je voor dat je helemaal achteraan bij de Loveparade komt te staan en niets meer hoort... En steeds weer de beslissingen: chic wonen in een design-architectenwoning of toch liever in een ‘kleinburgerlijke achterbuurt’? Verdient de West-Berlijnse wijk Neukölln echt het predikaat de ‘Berliner Bronx’? Leuk om te lezen hoe snel alles in Berlijn verandert.

Handwerker-Vereinshaus

Het Handwerker-Vereinshaus (1904) aan de Sophienstraße 18 heeft een bijzonder teken in het grote dubbelportaal uit rode baksteen en terracotta: twee in elkaar grijpende handen, een oud gildesymbool dat het logo werd van de SED. Achter de gevel liggen de Sophiensäle, waar de kopstukken van de KPD, Ernst Thälmann, Wilhelm Pieck en Karl Liebknecht, hun gloedvolle redevoeringen hielden. Verder zijn in deze straat tal van kleine winkeltjes gevestigd – weverij, edelsmederij, bakkerij en winkels van een muziekinstrumentenmaker en poppenmaakster.

Alter jüdischer Friedhof

Vlakbij ligt ook een joodse begraafplaats die in 1943 door de Gestapo werd vernietigd. Ze dateert uit 1672 en in haar 155-jarig bestaan zijn hier naar schatting twaalfduizend mensen begraven. In 1942–1943 werden op deze plek vijftigduizend joden samengedreven en op transport gezet naar de concentratiekampen. In september 1993 werd aan deze straat het Berlijns Joods Gymnasium op zijn oorspronkelijke plaats heropend.

Oranienburger Straße

Inmiddels heeft de Oranienburger Straße zich ontwikkeld tot een nieuw uitgaanscentrum met kroegen, nachtclubs, galerieën en de onvermijdelijke straatmuzikanten die nadrukkelijk van zich laten horen.

Op nummer 11 zit Sixties, helemaal ingericht als een Amerikaanse diner in de jaren zestig van de vorige eeuw. De ex-communisten moeten gruwelen bij de aanblik ervan.

Centrum Judaicum

Aan de Oranienburger Straße 30 ligt de gerestaureerde Neue Synagoge (1853) van Eduard Knoblauch, die in de 19de eeuw in Moors-Byzantijnse stijl was gebouwd voor de snel groeiende joodse gemeenschap. Tijdens de Kristallnacht van 9 op 10 november 1938 werd de synagoge, zoals zovele in Duitsland die nacht, in brand gestoken, en in 1943 werd ze zwaar beschadigd tijdens een bombardement. De restauratie van de van veraf reeds zichtbare koepel werd in 1991 voltooid. In 1995 kwam hier een Centrum Judaicum gereed, met daarin een bibliotheek en de permanente tentoonstelling ‘Tuet auf die Pforten’ (Doet de poorten open), over de geschiedenis van de synagoge. Er is ook de Bibliothek der Jüdischen Gemeinde zu Berlin gevestigd. Een aangenaam café waar veel bezoekers aan dit joodse deel van Berlijn komen, is Café Oren op nummer 28/29. Tegenwoordig telt de joodse gemeenschap in Berlijn ruim 12.000 leden, van wie ruim 70 procent afkomstig is uit de voormalige Sovjet-Unie.

common TENTOONSTELLING. Geopend: sep.–apr. ma. en za. 10–18, di.–do. 10–18, vr. 10–14; mei–aug. ma. en za. 10–20, di.–do. 10–18 en vr. 10–17 uur, internet www.cjudaicum.de, common2 Oranienburger Straße en Hackescher Markt, common3 Oranienburger Tor, common5 1, 13, common4 157.

Postfuhramt

Op de hoek met de Tucholsky-Straße ligt het Postfuhramt (1881). In het wilhelminische Duitsland kon men het niet velen dat een synagoge het dominante gebouw was van een straat, en om die reden kreeg het postkantoor zulke kolossale proporties en exotische (pseudo-Arabische) stijlelementen.

In juli 2001 riepen de Deutsche Post en kunstenaar HA Schult mensen op om liefdesbrieven te schrijven. Aan wie deed er niet toe. Ruim 100.000 schrijvers gaven gevolg aan die oproep, waarop kunstenaar HA Schult enige tienduizendenden uitvergrote brieven aan de gevel van het pand bevestigde in een kunstwerk dat hij ‘Love Letters Building’ noemde. Binnen had Schult nog eens een kamer gevuld met 115.000 liefdesbrieven.

Tacheles

Op nummer 54–56 van de Oranienburger Straße is Tacheles Internationales Kunsthaus (Tacheles is Jiddisch voor ‘doel’) gevestigd. Het is ondergebracht in een pand waar in de nazitijd ‘Kraft durch Freude’ zat en dat daarvoor dienst deed als warenhuis. Nu hebben er ruim 50 kunstenaars, onder wie een aantal dat bijzonder bedreven is met ijzer, metaal en lasapparatuur, een artistiek-alternatief onderkomen. Verder zijn er een bioscoop, Café Zapata, een theater en een galerie ondergebracht en worden er regelmatig jazz- en rockconcerten gegeven. Elke avond is hier wel wat te doen.

common TACHELES. Concerten: vanaf 22.00; Café Zapata: vanaf 10.00 uur. common2 Oranienburgerstraße, common3 Oranienburger Tor, common5 1, 13, 50, common4 140, 157, N6.

Chausseestraße

De dichter en zanger Wolf Biermann woonde tot aan zijn ‘Ausbürgerung’ in 1976 op de Chausseestraße 131 (common1 pp. 37-38). Het adres werd de titel van zijn eerste plaat, waarop de geluiden van de trams nog te horen zijn. Na de Duitse Vereniging probeerde hij zijn woning weer terug te krijgen, maar toen werd in zowel de linkse als rechtse pers uitgebreid gememoreerd dat Biermann in zijn communistische verleden de woning dankzij de bemiddeling van Margot Honecker, de vrouw van Erich en zelf minister van Onderwijs, had gekregen. Bovendien verzette de nieuwe bewoner Hanno Harnisch, de woordvoerder van de PDS in Berlijn en voormalig Stasi-agent ‘Egon’, zich fel tegen een eventuele uitzetting. In 1999 deed de stadsregering nog een poging om Harnisch het huis uit te krijgen, maar dat mislukte omdat hij een geldig huurcontract had. Biermann, die nu in Hamburg woont, heeft inmiddels zijn claims ingetrokken maar zou het op prijs stellen als de woning weer net zo’n plek werd als vroeger, namelijk ‘een ontmoetingsoord voor fatsoenlijke mensen uit alle hoeken van de wereld’.

Op de Dorotheenstädtischer und Friedrichswerderscher Friedhof liggen de graven van de filosofen Fichte en Hegel, de bouwmeester Schinkel en de schrijvers Anna Seghers, Bertolt Brecht en Heinrich Mann, alsook Hanns Eisler, John Heartfield en Helene Weigel.

common DOROTHEENSTÄDTISHER UND FRIEDRICHSWERDERSCHER FRIEDHOF. Geopend: dag. 8–16 uur, common3 Zinnowitzer Straße.

In de Brecht-Weigel-Gedenkstätte, Chausseestraße 125, woonde Bertolt Brecht tot aan zijn dood met Helene Weigel. Sinds 1978 zijn er het Bertolt-Brecht-Archiv en het Helene-Weigel-Archiv ondergebracht. De vertrekken zien er nog precies zo uit als toen Brecht en Weigel er nog woonden en zijn te bezoeken onder leiding van een gids. Op hetzelfde adres is een boekhandel gevestigd.

common BRECHT-WEIGEL-GEDENKSTÄTTE. Rondleidingen: elk half uur di.–vr. 10–11.30, do. ook 17–18.30, za. 9.30–11.30 en 12.30–13.30 uur, common3 Oranienburger Tor en Zinnowitzer Straße, common5 6, 8, 13, 50, common4 157, 245, 340.

Prenzlauer Berg

Ten noorden van de Torstraße, voorheen Wilhelm-Pieck-Straße, ligt de wijk Prenzlauer Berg, een van de grootste saneringsgebieden van Europa en tot voor kort trekpleister voor alles en iedereen die ergens tegen is. Waartegen, dat deed er niet toe, maar de ‘Prenzelberger’ hebben bij verkiezingen nu eenmaal altijd in groteren getale ergens tégen gestemd dan ergens vóór. Maar het was ook de wijk waar het meest geprotesteerd werd en oppositie gevoerd (voor zover mogelijk) tijdens de nadagen van het Honecker-regime.

Op de kaart van Berlijn valt al onmiddellijk op dat dit geen gewone wijk is, maar een van oorsprong landelijke streek. Vanuit het centrum van Berlijn liep een drietal veldwegen als radialen van een ster naar het noorden. Die werden aan het eind van de 19de eeuw verbreed en verhard. Van west naar oost heten ze Schönhauser Allee, Prenzlauer Allee en Greifswalder Straße. Daartussenin lagen nog de landelijke percelen, die ten slotte werden volgebouwd met grote woonkazernes waar het zogenaamde ‘Hinterhofmilljöh’ ontstond. Wie wil weten wat hiermee wordt bedoeld, moet maar eens gaan kijken in een willekeurig pand aan bijvoorbeeld de Schönhauser Allee. De façade aan de straatkant is doorgaans redelijk versierd met stucwerk – maar daar woonden dan ook dikwijls de eigenaars van alles wat erachter lag –, en hoe hoger en hoe verder weg men van de ingang woonde, des te slechter waren de leef- en woonomstandigheden: vanaf de derde verdieping geen druk meer op het water, en gemeenschappelijk toilet halverwege de trap (‘Halbtreppenklo’) – als dat er was. Hoe de mensen er nu leven, is uitstekend beschreven door Vladimir Kaminer in zijn bundel Schönhauser Allee, een boek uit 2001 met korte verhalen over de waanzin van alledag in dit deel van Berlijn (common1 pp. 80-82).

f0086-01

Prenzlauer Berg
Klik op een van de volgende deelkaarten voor een vergroting: linksboven, rechtsboven, linksonder en rechtsonder.

Rosa-Luxemburg-Platz

Dit is een van de culturele centra van deze wijk. Hier ligt de Volksbühne, een uit 1914 stammend theater van Oskar Kaufmann, met op de voorgevel de tekst ‘Die Kunst dem Volke’. Legendarische theaterproducenten als Max Reinhardt en Erwin Piscator werkten er als intendant. In de jaren zeventig was het theater onder leiding van Benno Besson het meest progressieve in de DDR. Op het plein schoot in 1931 de jonge communist Erich Mielke twee politieagenten neer. Aangezien het juridisch nagenoeg onmogelijk bleek hem voor zijn activiteiten als hoofd van de Stasi te veroordelen, werd Mielke voor deze moord ruim zestig jaar later voor het gerecht gedaagd en tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld. Tevens bevindt zich hier het Karl-Liebknecht-Haus, waar vroeger de KPD was gevestigd vóór haar fusie met de SPD. Nu heeft die Linke, de opvolgster van de SED en de PDS, er haar kantoren.

Schönhauser Allee

Hier bevindt zich nog een aantal woonblokken met binnenhoven. Over deze avenue raasden de zeventien politbureauleden van de SED met 120 km/uur in hun Volvo’s wanneer zij vanuit het centrum op weg waren naar hun luxeverblijven in Wandlitz (dat daarom ook wel werd aangeduid als Volvograd).

In het boekje van Kaminer over deze straat kun je lezen hoe de houding van de bewoners hier ten opzichte van de Schönhauser Allee Arkaden in de afgelopen jaren is veranderd van scepsis en argwaan in acceptatie en praktisch gebruik. Het is een van de grote shopping malls die in Berlijn de afgelopen jaren zijn verrezen en waar heel wat flexibeler sluitingstijden worden gehanteerd dan in de rest van Duitsland.

Joodse begraafplaats

Achter het politiebureau, aan de Schönhauser Allee 23–25, ligt de tweede Jüdischer Friedhof. De begraafplaats ligt enigszins verscholen omdat keizer Wilhelm II het maar niets vond dat hij, wanneer hij op weg was van of naar zijn kasteel in Niederschönhausen, ‘telkens weer die joden over straat zag lopen’. Hier liggen onder anderen begraven de operacomponist Giacomo Meyerbeer, die in 1864 op 73-jarige leeftijd in Parijs was gestorven en in een treurstoet hierheen was overgebracht, de schilder Max Liebermann en leden van het Berlijnse uitgeversgeslacht Ullstein.

common JÜDISCHER FRIEDHOF PRENZLAUER BERG. Geopend: ma.–do. 8–16, vr. 8–13. Gesloten: za.–zo. en op joodse feestdag. common3 Senefelderplatz.

Prenzlauer Berg

Het hoogste punt van deze wijk is, hoe kan het ook anders, de Prenzlauer Berg zelf, al is die slechts 57 m hoog. Aan het begin van de 20ste eeuw waren nog watertanks in de heuvel verwerkt. De watertoren (‘der Dicke Hermann’) aan de Knaackstraße is gebouwd in 1877 ten behoeve van de watervoorziening in deze wijk. In de toren bevinden zich al sinds 1914 wegens hun architectuur zeer gewilde woningen, die als taartpunten over het oppervlak zijn verdeeld. Dat gaf in DDR-tijden heel wat problemen, want de standaardmeubels uit de VEB’s van de DDR waren met geen mogelijkheid in de ruimten noch in de gangen naar de woningen te passen. Onder in de toren werden in de jaren dertig linkse Prenzelberger door hun bruine buurtgenoten vastgezet en in elkaar geslagen. Nu vinden er theater- en muziekvoorstellingen plaats.

In 2000 werd de toren volledig gerenoveerd, maar de oude bewoners kregen wel de kans terug te keren. En dat deden ze allemaal, ook al moet je nog steeds de halve toren rond lopen om in een appartement van de badkamer in de slaapkamer te komen.

Synagoge

In de Rykestraße ligt vlak bij de watertoren een in 1904, in neoromaanse stijl voltooide synagoge (‘Friedenstempel’) van rode baksteen op een binnenplaats. Ze werd ingewijd in 1927. In de Kristallnacht van 9 november 1938 werd ze weliswaar geplunderd maar niet in brand gestoken omdat anders de aanpalende woningen mee in rook waren opgegaan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deed zij dienst als munitieopslagplaats, in 1952 werd ze weer heropend. In de jaren tachtig werd deze enige synagoge in Oost-Berlijn grondig opgeknapt.

Käthe-Kollwitz-Platz

Het artistieke en culturele hart van de Prenzlauer Berg was al aan het einde van de DDR-periode de Käthe-Kollwitz-Platz, genoemd naar de kunstenares die vijftig jaar lang aan dit plein woonde, totdat in 1943 haar huis met atelier door een bom werd getroffen. Midden op het plein staat nu een uit 1958 daterend beeld, ‘Die Mutter’ geheten, gemaakt door Gustav Seitz naar een tekening van Kollwitz. Opvallend hieraan is de enigszins resignerende houding van de afgebeelde figuur, die sterk contrasteert met het jubelende en optimistische socialistisch realisme uit die jaren. De wijk was de afgelopen jaren bijzonder populair bij studenten en jongeren, die inmiddels begonnen zijn met het stichten van families. Gevolg is dat nergens in Berlijn de afgelopen vier jaar zoveel kinderen zijn geboren als hier, maar liefst 25 procent meer.

Rondom dit plein ligt een groot aantal cafés waar ‘etwas los’ is. In de weekeinden en vooral bij mooi weer is het hier een drukte van belang, van spelende kinderen tot verwoed discussiërende jongeren. Pretentieuze beschrijvingen van het plein als ‘het Montmartre van Oost-Berlijn’, zijn niet van de lucht, de connaisseurs van de Berlijnse Szene vinden deze plek natuurlijk alweer passé, maar aangenaam vertoeven, eten en drinken kun je er nog steeds. Aan de noordzijde van het plein staat een 60 m lange latten bank met een mooie golf erin.

Ten slotte is er op de hoek van de Kollwitz-Platz en de Wörther Straße elke donderdagmiddag een zogenaamde Ökomarkt.

common INTERNET. Website: www.kollwitzkiez.de.

Husemannstraße

Aan de noordzijde van de Käthe-Kollwitz-Platz ligt de Husemannstraße, een van de prestigieuze renovatieprojecten uit 1987 ter gelegenheid van 750 jaar Berlijn. Net als bij het Nikolaiviertel wordt ook hier gesproken van Honeckers Disneyland: er zijn poppenhuisachtige panden in pseudo-oorspronkelijke stijl opgeknapt (meestal alleen de façade), maar het werk was zo snel en onvakkundig gedaan, dat het stuc al snel weer naar beneden kwam en er grote houten stellages moesten worden aangebracht om te voorkomen dat mensen geraakt worden door vallend pleisterwerk.

KulturBrauerei

Op de hoek van de Knaackstraße en de Danziger Straße staat een groot gebouw waarin vroeger de Schultheissbrauerei was gevestigd. Het is gebouwd door architect Franz Schwechten, en is een van de weinige door hem ontworpen gebouwen die nog intact zijn en overeind staan (hij bouwde ook de Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche en de Anhalter Bahnhof). In Prenzlauer Berg waren ruim honderd jaar geleden bijna vijftig brouwerijen. Sinds begin jaren negentig is er de KulturBrauerei gehuisvest, waar culturele activiteiten (film- en theatervoorstellingen, concerten, exposities) worden georganiseerd. Geheel in de traditie van Joseph Beuys kan iedereen hier kunstenaar zijn. Er is tevens een theater van en door gehandicapte kinderen. De ‘brouwerij’ trekt talloze bezoeken van wethouders en burgemeesters uit de hele (post)industriële wereld die er inspiratie willen opdoen voor plannen met hun eigen leeggevallen oude fabriekscomplexen.

In de noodvleugel van de KulturBrauerei, aan de Schönhauser Allee 36–39, is de Sammlung Industrielle Gestaltung ondergebracht, een wisselende tentoonstelling met objecten uit het dagelijks leven uit de tijd van de DDR.

common KULTURBRAUEREI. Informatie: ma.–vr. 10–18 uur, tel. 44056756. Voor programma’s zie cultuuragenda’s in zitty en tip. SAMMLUNG INDUSTRIELLE GESTALTUNG. Geopend: wo.–zo. 14–21 uur, common3 Eberswalder Straße, common5 13, 20, 50, 53, common4 120, 157.

Op de hoek van de Stargarder Straße en de Greifenhager Straße ligt de evangelische Gethsemanekirche. Deze neogotische bakstenen kerk uit 1891–1893 vormde het middelpunt van de eerste protestgolven tegen het DDR-regime in 1989.

LSD bij de Helmholtzplatz

Even ten zuiden van de Gethsemanekirche ligt een stadsdeel dat al vóór de val van de Muur werd aangeduid als LSD-Viertel. De benaming verwijst naar respectievelijk de Lychener-, de Schliemann- en de Dunckerstraße die de Helmholtzplatz kruisen. Hier was het nog alternatiever dan in en rondom de Kollwitz-Platz, maar ook hier heeft het ‘Jordaaneffect’ ervoor gezorgd dat de welgesteldere YUCIES (Young Urban Creative Internationals) die de hogere huren wel kunnen betalen en daarbij ook een betere infrastructuur verlangen, de plaats hebben ingenomen van de oorspronkelijke bewoners en de krakers. Een aardige Kiezkneipe hier is August Fengler in de Lychener Straße 11.